Vergadering van Dinsdag 25 Oetober 1904. 102 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 October 1904. den heer Van Ketwich Verschuur te antwoorden. "VVat is het geval geweest In de vergadering der veror deningscommissie, die door dezen niet werd bijgewoond, was aan spreker opgedragen, het prae-advies te stellen. Spreker voldeed aan deze opdracht en zond het door hem opgemaakte en ook reeds door hem onderteekend prae- advies aan den voorzitter der commissie. Wat er toen verder met-het stuk werd gedaan, bleef hem geheel onbe kend, zoo ook dat de naam van den heer Van Ketwich Verschuur zonder diens medeweten onder het stuk werd gesteld. En zoo zal het ook wel met zijn medeleden zijn gegaan. Wat de bewering van het geachte lid betreft, dat hij nog verder gaat dan de overige leden der commissie, zou spreker hem willen vragen, of dezen niet eveneens 's raads onbevoegdheid tot regeling der zaak op den voorgrond hebben gesteld liet eenige verschil met hem is, dat die leden subsidiair het vraagstuk zelf óók onder de oogen hebben willen zien, gelijk dit ook dikwijls in do rechtzaal geschiedteerst de niet-ontvankelijkheid eener vordering pleiten en voor het geval dat ze niet mocht worden aan genomen, de vordering zelve bestrijden. Wat spreker heden nader tot verdediging van het prae-advies in het midden heeft gebracht, is, zijns inziens, voldoend bewijs voor zijn bewering. Hij herinnert o.a. aan zijn op het Kon. be sluit van 12 Juli 1897 (Staatsblad no. 175) gedaan beroep. De heer Koopmans meent, dat den heer Duparc alle dank toekomt voor zjjn zeer wjjdloopig advies. Spreker moet echter bekennen, dat hij daaruit geen nieuwe ge zichtspunten heeft opgedaan; hij is op dezelfde hoogte gebleven. De rede gaf ook al weer geen beslissend ant woord op de pertinente vraagpunten. De onderlinge overeenkomst en minnelijke schikking, door dien spreker als een middel tot verbetering genoemd, zal wel ondoen lijk blijken te zijn. Het verzoek van adressanten draagt overigens de sym pathie weg van vele ingezetenen, getuige o.a. de adliaesie- betuigingen van 21 vereenigingen. Een en ander doet spreker nopen zijne motie te hand haven en bij zijne medeleden aan te bevelen. De heer Beekhuis kan. waar de heer Duparc in een doorwrochte rede de kwestie heeft uiteengezet, zeer kort zijn. Nu echter de heer Koopmans heeft gezegd, dat wij omtrent de kwestie van bevoegdheid nog in het duister tasten, moet hij daaromtrent nog een enkel woord in het midden brengen. Hij herinnert aan do nog niet heel lang geleden uitgeko men brochure getiteld „Eerlijkheid in Wetgeving", waarin de schrijver betoogt, dat vóór alles de wetgever, de Ge meentelijke zoowel als die van het Kijk, eerlijk moet zijn hij moet eerlijk en openlijk uitkomen voor het doel dat liij met zijne voorschriften wil bereiken. Welnu, in casu is het doel dat adressanten beoogen en dat ook de sprekers in den Raad, die tegen het advies der Verordeningscommissie zijn, willen bereiken, enkel en alleen verkorting van arbeidstijd voor de winkelbedienden. Door de heeren Duparc en van Ketwich Verschuur is reeds voldoende uiteengezet, dat dit een onderwerp is, dat niet bij gemeenteverordening mag worden geregeld, en daarom meent spreker dat de onbevoegdheid van den Raad heden voldoende is aangetoond. De lieer Duparc wijst er op, dat door den hoer Koop mans ook nu weder heel mooie woorden zijn gesproken, die zeer geschikt zijn om op de groote massa indruk te maken. Hij beweerde toch, dat zijn motie was gegrond op waarheid en recht. Hij gelieve echter te gelooven, dat de overige leden van den Raad niet minder dan hij waarheid en recht willen. Hij zij dus in het vervolg wat minder kwistig met zoodanige woorden. Spreker geeft zijn medeleden ernstig in overweging, zich ook in deze zaak niet alleen loor het gevoel te laten leiden, maar ook het koele verstand te laten spreken, het gevoel toch speelt den mensch zoo licht parten, en zeer zeker zou dit ook hier het geval zijn, als de motie werd aangenomen De Voorzitter wil met een enkel woord de aandacht vestigen op den inhoud der motie. Allereerst moet de vraag rijzen, of liet de bedoeling is de Commissie niet uit en door den Raad te benoemen en dan wordt niet gezegd uit hoeveel leden zij moet bestaan. Maar bovenal wijst hij er op, dat de voorsteller wil laten onderzoeken, voor welke soort van winkels het vast stellen van een bepaald sluitingsuur wenschelijk zou zijn. Nu komt het spreker voor, dat met oog op de bedoeling: beperking van arbeidsduur, het wenschelijk moet zijn het sluitingsuur op alle winkels toe te passen dus een onderzoek van zoo beperkte strekking zou geen zin hebben. Spreker zal overigens den Raad niet verder vermoeien met wijdloopige beschouwingen. Het zij voldoende te zeggen, dat hij meegaat met het door den heer van Ketwich Verschuur nog eens beknopt uitééngezette standpunt vol gens hetwelk de Raad onbevoegd wordt geacht tot het vaststellen eener verordening als wordt bedoeld. Het amendement van den heer Koopmans wordt hier op in stemming gebracht en verworpen met 18 tegen 3 stemmen, die der heeren Schoondermark, Lautenbach en den voorsteller, waarna hot voorstel van de Commissie van Strafverordeningen wordt aangenomen eveneens met 18 tegeu 3 stemmen, die van dezelfde leden. Alzoo is besloten afwijzend op de adressen te beschikken. 9. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tol wijziging der verordening tot voor ziening tegen en bij brand (bijlage no. 24). Wegens het vergevorderd uur wordt dit punt tot eeno volgende vergadering aangehouden en in verband met punt 10. liet lste Suppletoir Kohier van den Hoofdelijken omslag, dienst 1904 de openbare vergadering tijdelijk gesloten en de behan deling hiervan met gesloten deuren voortgezet. Na heropening der openbare zitting wordt het kohier vastgesteld tot een totaal bedrag der aanslagen van 2949.52.|. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1904. 163 Tegenwoordig de heeren Troelstra, Beucker Andreae, Duparc, Wilhelmjj, Oosterholf, Koopmans, Ilijlkema, Kom ter, Lautenbach, Schoondermark, Beekhuis, Jansen, Baart de la Faille, Feddema, llaverschmidt, Wolff, Tromp, Meualda, van Ketwich Verschuur, Ti gier Wij brand i. Eene vacature. Afwezig de hoeren Feitz en van Messel. Voorzitterde heer >1. Troelstra, wethouder, waarn. burgemeester. I. De notulen van de op Dinsdag 11 Oetober 1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. Bericht van afwezigheid van de heeren van Messel en Feitz. 2. Mededeeling van den lieer Commissaris der Koningin dezer provincie, dat tot Burgemeester van Leeuwarden is benoemd de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester van Hoorn. 3. Proces-verbaal van de opneming der kas van den gemeente-ontvanger. Wordt voor de leden ter visie gelegd. 4. Provinciaal blad no. 88 van 1904 betreffende de regeling der bezoldiging van de ambtenaren van den burgerlijken stand in de provincie Friesland. 5. Resolutie van Gedeputeerde Staten d.d. 13 Oct. 1.1. houdende mededeeling, dat bij Kon. besluit van 30 Sept. 1904 no. 32 o.a. aan de gemeente Leeuwarden vrijstelling is verleend van de verplichting, voor meisjes gelegenheid te verschaffen om buiten avonduren 96 uren in het jaar herhalingsonderwijs te genieten. 6. Dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd a. bij resolutie van 20 Oct. 1.1. no. 26 het le suppletoir kohier van den II. O., dienst 1904 b. bij resolutie d.d. 13 Oct. 1.1. no. 66 de raadsbesluiten d.d. 11 Oct. 1.1. tot wijziging der gom. begrooting, dienst 1904 en tot het aangaan eener geldleening groot 239.000. 7. Dat door den heer Commissaris der Koningin dezer provincie is benoemd tot onbezoldigd gemeente-veldwachter Jacob Braaksma, dienaar van politie der 4e klasse alhier. 8. Adres van notaris B. Schmidt gemachtigde van B. Vossenbcrg, om afkoop van eene grondpacht ad/1.10, zuiver /0.88 op het kad. perceel gein. Leeuwarden, sectie li no. 2097 vroeger no. 1595 (Oosterkade 38 en Ged. Keizersgracht no. 19) 9. Verzoek van den heer J. Koopmans om wijziging der voorwaarden, waaronder hem vergunning is verleend tot het leggen van rails in de bestrating vóór zijne fabriek aan het Noordvliet. 10. Adres van IJ. W. Tjjsnia en R. D. v. d. Kooi, ills vertegenwoordigende het bestuur der Coöp. Stoom Zui velfabriek, tot het leggen van eene leiding van de wei- bakken naar het Tijnje-kanaal. 11. Adres van hot bestuur der vereeniging „Ons belang" om verhooging van de loonen der aschlieden, tonuenbezorgers en voerlieden der reiniging enz. De stukken sub 8, 9, 10 en 11 worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies, sub 11 wat het verzoek sub 2 betreft, ter af doening. 12. Dat de pacht van het havengeld gedurende de jaren 1905, 1906, 1907 is gegund aan 11. Drijfhout alhier voor J 6400.per jaar. III. W ordt ter tafel gebracht 1, Voorstel van Burgemeester en V ethouders tot het verlcenen van eervol ontslag aan den onderwijzer der Gemeente school no 9 G. Wolters. 2. Alsvoren aan de onderwijzeres aan school no. 7, Mej. II. van der Wal. 3. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der Commissie van beheer over het Stads-Ziekenhuis. 4. Alsvoren voor de benoeming van zes leden der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. 5. Alsvoren voor de benoeming van eene voogdes en een voogd van het Nieuwe Stads-Weeshuis. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voorziening in de tijdregeling dezer gemeente. 7. Alsvoren tot aanvulling der verordeningen op de heffing en de invordering van beursrechten (Gem. blad no. 20 van 1903). 8. Alsvoren om de heeren P. Attema Dz. en P. Ivoolstra als borgen van den gefailieerden aannemer der ge meentelijke onderhoudswerken II. van der Leén onder nadere voorwaarden te ontslaan van hunne verplichting tot het voortzetten dier werken. 9. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium voor de benoeming van een leeraar in de geschiedenis aan die inrichting. 10. Alsvoren voor de benoeming van twee voogden der Stads-Armen kamer. De stukkeu 1 10 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld, en die sub 6 en 7 gedrukt als bij lagen tot het verslag. 11. De begrooting van uitgaven der Stads Bank van Leening, dienst 1905 wordt gesteld in handen van de heeren van Ketwich Verschuur, Wilhelmij en Baart de la Faille, ten tine van onderzoek en rapport. 12. De begrooting van inkomsten en uitgaven van het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1905. Alsvoren van de heeren Tigler Wijbrandi, Jansen en Schoondermark, ten fine van onderzoek en rapport. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wjjziging der begrooting, dienst 1904. Alsvoren van de heeren Schoondermark, Komter en Oosterhoff, ten tine van onderzoek en rapport. I\. De heer Beucker Andreae deelt mede, namens de Commissie voor de reclames in den II. dat het rapport gereed is omtrent 100 reclames, en stelt voor, dit als gelezen te beschouwen. Dien overeenkomstig wordt besloten. De heer Duparc brengt rapport uit namens de Com missie belast met het onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid van den Gemeenteraad den heer A. D. Beerends. Wordt voor de leden ter visie gelegd en zal nog he den worden behandeld. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vernielde punten. 1. Herneming van leden van het Stembureau voor de verkiezing van leden der Kamer van Koophandel en Fa brieken. Do uitslag der gehouden stemmingen is, dat resp. met 19 en 17 stemmen worden benoemd de heeren Feitz en Feddema. 2. Benoeming van onderwijzend personeel aan de ge meentescholen nos. 2 en 10. Up de voordrachten zijn geplaatst voor gemeenteschool no. 2 1. U. Jensraa te Leeuwarden; 2. K. Kuipers te Middelstem 3. G. de Vries te Augustinusga. Voor gemeenteschool no. 10 1. Tj. Dykema te Gersloot j

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 1