4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari lOOo.
Burgemeester en W ethouders staat en de kosten, die er
uit voortvloeien kunnen wel tien a vijftien maal hooger
worden dan Burgemeester en Wethouders zieli voorstellen
te moeten hetalen.
Spreker zou nu willen vragen of het bewaarloou, waar
van liet prae-advies spreekt een speciaal tarief is, dat de
gemeente van de Bank heeft kunnen bedingen, of zit hier
hij Burgemeester en Wethouders een misverstand voor,
waardoor men zich van de uit den maatregel voortvloeiende
kosten een verkeerde voorstelling maakt?
De opmerking van den heer Beerends, zegt de heer
Hijlkerna is juist. Gelezen moet worden, dat over elke
storting, die hij de Bank gedaan wordt, per mille be
taald zal moeten worden. De heer Beerends noemt dat
provisie, in het voorstel staat: hewaarloon. Dat doet er
evenwel minder toe. liet komt daar op neer, dat van
elke storting per mille wordt geheven. Zoo als het
in het voorstel omschreven was, zou men inderdaad
kunnen denken, dat het berekend werd over het hoogste
credit-saldo gedurende het loopende halfjaar, maar dat
is dus niet zoo. Men heelt getracht, het van de Bank
te verkrijgen, zooals Burgemeester en W ethouders het
hier aangewezen en opgevat hadden, maar vóór zeer korten
tjjd is bericht gekomen van de Bank, dat zij ook in dit
geval niet van haar gewone voorwaarden kon afwijken.
Nu zegt de lieer Beerends, dat de kosten dan tien a
vijftien maal meer zullen bedragen, dan Burgemeester en
Wethouders denken. Dezen zeggen, dat de kosten grooten-
deels gecompenseerd zullen worden door het bedrag der
verzekeringspremie, waarvoor de gemeente-ontvanger tot
een montant van 190,000 tegen inbraak is verzekerd
en welke verzekering dan zou kunnen vervallen. De heer
Beerends moet niet vergeten, dat het de bedoeling is, dat
de gemeente-ontvanger een som van 42 a 4;>,000 gulden
in kas houdt. Men zal bijvoorbeeld beginnen met een
ton te storten. Tweemaal genomen, zal dat 100 aan
kosten meebrengen. De verzekering kost nu 90 en
dat komt dus ongeveer overéén uit, Het is mogelijk, dat
het iets hooger wordt, maar niet veel meer.
Uitgaande van de onderstelling, dat de ontvanger
42,000 a 45,000 in kas houdt en de gewone
betalingen daar uit doet, zal hij na verloop van tijd uit
de 100,000 die in credit wordt gezet, zijn kas aan
vullen, maar zelden zal het gebeuren, dat hij een nieuw
bedrag heeft te storten en als dat het geval is, zal het
half lier mille van elke storting toch weinig hooger komen
dan berekend is.
Spreker meent dus, dat de fiuancieele overwegingen
voor den Raad geen reden behoeven te zijn, om de proef
met deze regeling - als zoodanig moet men het toch
beschouwen,*— te doen. Spreker wil trouwens doen op
merken, dat het denkbeeld eigenlijk van den Raad zelf
is uitgegaan, dat bjj de behandeling der begrooting in de
secties op de wenscheljjkheid gewezen werd. Dit tijdstip
hebben Burgemeester en Wethouders nu bijzonder goed
geacht om de proef te beginnen. Als men het geld in
credit bij de Bank deponeert, is deze een soort brand
kast waar men uithaalt wat men noodig heeft. Alleen
het storten kost wat, het halen niet.
De hoogere kosten, die de lieer Beerends verwacht,
zullen stellig blijken, zeer overdreven te zijn.
De heer Beerends verklaart, dat het geenszins zijn be
doeling was, het aangaan van een rekening-courant bjj de
Nederlandsohe Bank tegen te werken, liet openen daar
van kost niets. Maar spreker wilde teleurstelling voor
komen, voor geval Burgemeester en Wethouders dachten,
dat per mille wordt berekend van liet hoogste credit
bedrag, zooals in liet prae-advies staat.
Waar spreker een ander kostenbedrag noemde, had hij
het oog op het feit, dat de ontvangsten der gemeente
blijkens het eindcijfer der begrooting ongeveer een millioen
beloopen en waar nu de bedoeling van het voorstel is, den
gemeente-ontvanger geregeld te ontlasten van een belang
rijk deel van zijn kassaldo, kon als zeker worden aange
nomen, dat de helft van dat bedrag zou worden overge-
stort op de rekening bij de Nederlandsche Bank en dan
zou zeker het kostenbedrag belangrijk hooger worden.
Zooals gezegd, het openen van rekening-courant kost
hier niets, maar het hangt van de wijze van werken er
mee af, welke kosten er uit kunnen voortspruiten en
waar nu door den heer lljjlkemais verklaard, dat Burge
meester en Wethouders de verkeerde voorstelling in hun
prae-advies reeds hadden ontdekt en dat met beleid van
de bevoegdheid zal worden gebruik gemaakt, zoodat de
kosten niet voel hooger zullen worden dan oorspronkelijk
is gedacht, vertrouwt spreker wel, dat dit aan Burgemeester
en Wethouders overgelaten kan worden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig
de conclusie van het voorstel.
4. Voorstel van burgemeester en Wethouders tot her
nieuwde vaststelling van het reglement voor de Stads-Bank
van beening Bijlage no. 39).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer KoopmatlS weet niet, of hetgeen hij te zeggen
heeft, thans bjj de algemeene beschouwingen behoort, of
straks bij het betreffende artikel te. berde gebracht moet
worden, maar daar het de geheelc zaak betreft, zal hjj
er nu maar vast over spreken.
In art. 8 wordt bepaald, dat de commissie van admi
nistratie der Bank met machtiging van den gemeenteraad
onroerende goederen kan vervreemden, verruilen, bezwa
ren en verpanden. Daaruit begrijpt spreker, dat de on
roerende goederen der Bank niet op naam staan van de
gemeente. Dat heeft hem erg bevreemd, want als het
waar is, dat de gebouwen niet op naam staan der ge
meente, maar van de commissie, dan zou dit tot groote
bezwaren aanleiding kunnen geven. Stel het geval eens,
dat de gemeente de gebouwen zou willen verkoopen, maar
dat de commissie of eenig ander college, op welke naam
die gebouwen staan, niet zou willen meewerken.
Spreker kan zich niet voorstellen, waarom die gebou
wen niet op naam der gemeente staan en zou gaarne wil
len weten of dit inderdaad niet het geval is en of daar
uit later bjj eveiitueelen verkoop geen groote bezwaren
zouden kunnen ontstaan.
De Voorzitter kan den heer Koopmans voor het oogen-
blik alleen dit antwoorden, dat dit punt niet voor de
eerste maal in den raad ter sprake wordt gebracht. In
dertijd is er een heele quaestie over geweest. Zelfs
heeft de behandeling van het ontwerp van het tegen
woordige reglement op de Bank van Leening destijds
geleid tot het aftreden van het geheele bestaande be
stuur. Het ging toen juist over de quaestie, welke de
verhouding zou zjjn tusschen de Bank en de gemeente,
üf daar nu later moeilijkheden over kunnen ontstaan,
weet spreker niet, maar het resultaat der indertijd ge
voerde discussion is art. 8 zooals er dat nu staat, en
spreker heeft nu geen argumenten om te zeggen het
deugt niet, het moet veranderd worden.
lntusschen heeft elke handeling der commissie de mach
tiging noodig van den gemeenteraad. Als de commissie
eens zeide we zullen eens een deel der gebouwen ver
koopen, dan zou zij altijd met een voorstel bjj den Raad
moeten komen en die zou de machtiging kunnen weige
ren. Spreker kan op dit oogenblik den heer Koopmans
dit alleen antwoorden.
De heer Koopmans, de scherpzinnigheid van den ge-
achten vorigen spreker kennende, kan niet aannemen,
dat deze hem niet begrepen zou hebben, maar een feit
is het, dat hij het gestelde geval nu eigenlijk juist om
keert. Art. 8 is goed, als de commissie wil vervreemden-
bezwaren of verpanden. Maar de vraag was: hoe staat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari 1905. 5
bet, als de gemeente, als de Raad tot verkoop of iets
dergelijks wil overgaan en do commissie wil niet mee
werken De commissie kan zélf niets doen met dit
artikel. Maar het geldt hier het geval, dat de gemeente
de gebouwen zou willen verkoopen, wat dan
De heer Duparc zegt, dat men ook hier rekening
houden moet met den fei tel ijken toestand en deze is, dat de
gebouwen behooren en daarom ook staan ten name van
de Bank van Leening. Dat is jaren geleden, na een
grondig debat, dat door den Voorzitter reeds in herinne
ring isgebracht, uitgemaakt. Spreker zou het voorts casuïstiek
willen noemen, zelfs oen oogenblik te veronderstellen, dat de
gemeente eigendommen zou gaan verkoopen, die haar niet
toebehooren. De gemeente heeft letterlijk geen recht op
die eigendommen.
31 et algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig
de conclusie van het voorstel.
5. I oorstel ran de Commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen tot vaststelling van een besluit tot, geldig
verklaring van bestaande verordeningentegen welker over
treding straf' is bedreigd Bijlage no. 40).
De Voorzitter meent, dat de opmerking gemaakt moet
worden, dat van de verordeningen, die hier verklaard
zullen worden, nog geldig te zullen zjjn, de laatste onder
no. 18, betreffende de door mechanische kracht voort
bewogen vervoermiddelen, integendeel onder bet intrek-
kingsbesluit gebracht moet worden, sub I van het voor
stel, daar in deze aangelegenheid is voorzien door een
provinciaal reglement en deze verordening dus opgehou
den heeft te gelden. 3Iot goedvinden der commissie voor
het ontwerpen van strafverordeningen zal dus no. 18 ook
gebracht moeten worden onder het besluit sub I, zoodat
tot intrekking wordt overgegaan.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tromp las in het prae-advies der strafveror-
deningscoininissie, dat deze geen aanleiding heeft gevonden
om bjj deze periodieke geldigverklaring van verordenin
gen nieuwe wijzigingen of aanvullingen voor te stellen.
Op het voorstel zelf heeft spreker niets tegen, maar waar
dit in het prae-advies voorkomt, wil spreker toch protes
teeren tegen de verordening onder no. 2 op de huizen
van ontucht enz. Protesteerde spreker niet, dan zou hjj
zich zelf bet morecle recht ontzeggen om er te eeuiger
tijd op terug te komen en daar bjj hem het plan bestaat
dit wél te doen als de omstandigheden gunstiger lijken,
kan spreker de hernieuwde handhaving van no. 2 niet
zwijgend laten passeeren.
De heer Duparc meent, mede uit naam der overige
leden van de commissie voor het ontwerpen van straf
verordeningen te spreken, als hjj verklaart, het protest
van den heer Tromp moeilijk te kunnen begrijpen.
De voorgestelde geldigverklaring van bestaande veror
deningen moet om de vijfjaren geschieden uit kracht van
bet uitdrukkel jjk voorschrift van art. 178 der gemeentewet.
In het wezen der zaak is ze niets anders dan een maat
regel van orde en om aan de ingezetenen rechtszekerheid
te verschaffen. Waar nu een verordening niet door den
Raad is ingetrokken moet ze ook geldig worden opgenomen
in het besluit tot verklaring.
De heer Tromp is nu eenmaal principieel tegen de
gemaakte verordening. Dit is zjjn zaak. 31aar als hij
de verordening ingetrokken wil hebben, moet hij daartoe
een voorstel doen aan den Raad, op de wjjze bjj het
reglement van orde voorgeschreven.
Spreker noemde zoo juist de woorden „maatregel van
orde Daarom ook is herhaaldelijk door de rechterlijke
macht (arrest van den Hoogen Raad van 1870) en ook
door de administratieve macht beslist dat, al geschiedt de
geldigverklaring niet, de verordening toch geldend bljj ven
zoolang zjj niet zjjn ingetrokken.
Waar het dus een eenvoudige verklaring betreft, dat
iets nog bestaat en dat dit hier het geval is, zal ook de heer
Tromp niet kunnen ontkennen, daar is het, spreker her
haalt het, moeilijk te begrjjpen hoe iemand daartegen
kan protesteeren.
De heer Tromp begrijpt zeer goed, dat het te nemen
besluit slechts een maatregel van orde is, een constateeren
van het voortbestaan van oude verordeningen, bet opnienw
samenstellen van een overzicht daarvan. Als de commissie
dan ook in baar toelichting niet verklaard had, dat er
baars inziens tot aanvulling of wjjziging geen aanleiding
was, had spreker gezwegen. 3Iaar tegen die uitlating
moet hjj protesteeren en hjj doet dit hier omdat hem
geen andere weg open blijft. Vroeger heeft spreker den
weg die hem ook nu weer aangewezen wordt, willen
bewandelen, maar de Raad heeft niet de welwillendheid
gehad hem aan te hooren. Spreker vraagt aanteekening
dat hjj zich tégen verklaart.
31 et algemeene stemmen, behalve die van den beer
Tromp, waarvan aanteekening wordt gehouden in de
notulen, wordt besloten overeenkomstig de conclusie van
het voorstel.
(I. Prae-advies van Burgemeester en i Vet houders inzake
een adres der vereeniging van gemeentewerklieden Ons
Belangom verhooging van de lootten der asehlieden
tonnenlieden, voerliedenenz.
Door adressanten was aan den Raad het verzoek gericht
om te willen bevorderen, dat:
1. de loonen der asehlieden, tonnenlieden en voerlie
den worden verhoogd respectievelijk tot ƒ9.75 ƒ10,64
en 9.60 per week.
2. aan den aschkarman E. Bommerson wordt uitbe
taald één dag loon, als vergoeding voor den dag hechte
nis, dien hjj tengevolge van werkzaamheden in dienst der
gemeente heeft moeten ondergaan.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Lailtenbacll zou gaarne een inlichting willen
ontvangen. Spreker heeft in de stukken gelezen, dat de
werklieden zich beklagen, dat één hunner geverbaliseerd
en gestraft is wegens het onbeheerd staan laten van een
asclikar. Zij beklagen zich verder, dat dit staan laten
van karren in liet schaftuur steeds gebeurt en dat zij dus
steeds een overtreding moeten plegen, om te kunnen gaan
schaften. Spreker zou nu willen weten, of daaromtrent
niet een reglement bestaat of dat het waar is, dat als de
de asehlieden hun kar naar liet aschland zullen brengen,
zjj dit in hun eigen schaftuur zouden moeten doen. De
Directeur der stadsreiniging zegt, dat hem geen regeling
noodig is gebleken. Maar misscliicn is dit met de werk
lieden, die de gevolgen aan den lijve gevoelen, wel het
geval, daar zjj de dupe worden van het ontbreken eener
regeling.
Zooals de Directeur der Stadsreiniging schrjjft in zjjn
rapport, zegt de heer Hijlkerna, heeft de regeling reeds
«14 jaar bestaan zonder aanleiding te geven tot klachten.
Zoo'n enkel geval kan men nu toch niet aangrijpen om
een in de praetijk goed gebleken regeling te wjjzigen.
Zulk een wjjziging is een heele zaak. In dit alléén-
staande geval kan er onachtzaamheid in het spel zjjn
geweest van den betrokkene, waardoor bjj heeft gezon
digd tegen het politie-reglement. Dan is dat 's mans
eigen schuld. 3Iisschien heeft hjj de kar wel midden
op straat laten staan. Hjj is geverbaliseerd en veroor
deeld tot een gulden boete of een dag hechtenis. Hij