8 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari 1005. had tegen het plan niet opgeheven door hetgeen Burge meester en Wethouders ter weerlegging daarvan hebben aangevoerd. Door de Commissie is ook melding gemaakt van den eigenaardigen aanhef van het rapport van den Directeur van Gemeentewerken, waar deze zegt, al jaren lang her haaldelijk bij Burgemeester en Wethouders met zijn plan te hebben aangeklopt, doch dat hij telkens geen gehoor mocht vinden, omdat Burgemeester en Wethouders met het oog op den financieelen nood der gemeente bezwaar hadden. Dat kan spreker zich voorstellen. Maar hij kan zich niet voorstellen, hoe dit college er nu anders over denkt en den financieelen nood nu niet meer gevoelt. De wijze waarop do laatste maal de begrooting sluitend gemaakt moest worden door de 18,500 van het voor- deeldig saldo der gasfabriek, die eigenlijk voor aflossing bestemd waren, onder de gewone ontvangsten op te nemen het feit, dat de belasting nooit zoo hoog werd opgedreven zoover spreker zich herinnert en liooger is, dan toen vroeger de Directeur met zijn plan aanklopte, dat alles doet spreker niet begrijpen hoe men nu het financieel bezwaar opgeheven kan achten. Uit een oogpunt van zuinigheid moet de voorkeur ge geven worden aan den Cambuursterweg, die er reeds is, waar de Zoutsloot toch verbetering behoeft en waar de eigenaars van den langsliggenden grond naar spreker ver nam nu allen op één na dien grond wel willen afstaan terwijl deze laatste eerlang ook zijn belang wel zal in zien. Op grond van een en ander blijft spreker de conclusie der commissie voor Openbare Werken aanbevelen en zal hij stemmen tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter wil, om al dadelijk even het woord te nemen, in de eerste plaats zijn bevreemding te kennen geven dat volgens den geachten rapporteur Burgemeester en Wethouders de door de Commissie uitgesproken wen- schcljjkheid ten aanzien der in bespreking zijnde plannen zouden hebben mis -verstaan en -begrepen. Spreker leest toch in het rapport: „Ofschoon deze verbinding ook de Commissie in het algemeen gewenseht voorkomt," enz. Daar kan spreker in verband met het voorafgaande niet anders uit lezen, dan dat bedoeld is de verbinding, zooals de Directeur die voorstelt. Als het niet de bedoeling der Commissie is, te zeggen, wat Burgemeester en Wet houders er in meenden te lezen, maar de Commissie zich verklaren wilde voor den weg langs Cambuur, dan sluit dit niet, want zoo als het er nu staat, zou zij ten slotte ook zijn tegen do verbinding van het Vliet en den Groninger straatweg langs Cambuur. Doch spreker zal dat verder niet zoo breedvoerig uitmeten. liet komt meer op andere zaken aan, waarover het spreker vergund zij, één en ander in het midden te brengen. De geachte verslaggever der Commissie van rapporteurs heeft eigenlijk heel uitsluitend op don voorgrond gesteld de financieele quaestie, de kosten, welke de gemeente, zou moeten maken voor weg en brug. Nu moet al dadelijk op twee zaken gewezen worden. Ten eerste hierop, dat wanneer die nieuwe weg tot stand kwam, dat een verbazende ontlasting zou geven van het vervoer op straat van zware vrachten, waarop door de Commissie voor Openbare Werken ook in haar rapport is gewezen. De Directeur heeft al gezegd, dat de brugjes op het Noordvliet van vervoer ontlast zullen worden. Maar als die nieuwe brug tut stand komt, zal dat wezen lijk voor het straatvervoer in het algemeen een voordeel zijn. Hieromtrent is door den Directeur een opgave gedaan, waarbij hij het volgende in het midden brengt: Wanneer die weg tot stand kwam, dan zouden van af den Groninger straatweg de voertuigen en voor een gedeelte de boeren, die langs het Kalverdijkje wonen, niet meer het vervoer laten gaan langs den Groninger straatweg, de herberg „de Bleek", Oostersingel, Grachts- wal en Emmakade voor zoover zij naar de Zuivelfabriek moeten, om den zelfden weg weer terug te gaan, maar dat, wat nu ongeveer een afstand aflegt van 3000 meter, zou dan langs den nieuwen weg gaan, waardoor de. melk wagens dan slechts een afstand zouden hebben af te leggen die geschat wordt op 1000 meter, liet gevolg daarvan zal wezen, dat de nieuwe weg inplaats van een nadeel een voordeel zal geven aan de gemeente. Nu wat de kosten van aanleg betreft. De Directeur, en daar wordt ook op gewezen in het rapport van de Bouwcommissie, meent dat er eenig voordeel voor de gemeente in zou steken wat betreft het terrein sectie G. no. 0247. Daar wordt door de Commissie zelf op gewezen, dat daar een broodje voor de gemeente als spreker het zoo noemen mag in zou zitten. De Commissie meent, dat het een zeer klein voordeel zal zijn. Maar terwijl de oppervlakte 14,897 M bedraagt, mag men sekuur wel aannemen, dat die terreinen, die nu wegens hun diepte en ligging niet goed verkoopbaar zijn, stellig wel één gulden per Min prijs zullen stijgen. Dat zou een tegemoetkoming zijn van 15,000. Spreker meent, dat dit een punt is, waarop zeer de aandacht gevestigd verdient te worden. En dan meent hij, dat de groote voordeden, die ook in het prae-advies van Burgemeester en Wethouders aangewezen zijn, als men verder in de toekomst ziet, niet te gering te schatten zijn. Zooals de leden van de Bouwcommissie weten, heeft de Directeur van Gemeentewerken een plan in bewerking omtrent de bouwgrondverdeeling in verband met art. 28 van de Woningwet, dat tot een zeer uitgebreid uitbrei dingsplan geworden is, dat den raad nog niet heeft bereikt, maar waarover ook naar aanleiding der missieve van Gedeputeerde Staten, die zoo juist onder de inge komen stukken is voorgelezen, weldra zal moeten worden beslist. Daarbij is ook gerekend op den aanleg van den weg, die nu wordt voorgesteld. Nu wordt in het rapport der commissie voor Openbare Werken wel gezegd, dat het veel voordeeliger is als de ingezetenen, die bouwen willen zelf de straten aanleggen waarna de gemeente die kan overnemen zonder er iets voor te betalen, dat is spreker wel met de commissie eens, doch men moet niet vergeten, dat het hier niet een gewone straat geldt, maar een weg. Het zal de uiterste grens der gemeente zijn, zoo als blijkt uit de kaart, die voor de leden opgehangen is. Aansluitende aan het Kalverdijkje staat de weg in verband met den aanbouw achter liet Noordvliet waarheen straten zullen uitgaan naar School 11, de herberg de Bleek enz. waarvan de nieuwe weg de basis is. Zulk een weg kan men niet ten laste van particulieren brengen. En juist daarom ook vooral kan het plan niet door een verbetering van den weg naar Cambuur vervangen worden. Men moet het oog houden op de verbetering in het stadplan, die het college van Burgemeester en Wethouders zich voorstelt. Spreker wil nog even dit doen opmerken: wanneer die weg is aangelegd en overeenkomstig het plan als basis wordt beschouwd, waarvan straten zullen uitgaan, worden de Noordvlictstraat en de weg naar Cambuur in dat stratenplan betrokken. Zij blijven dan niet een hoofd weg, waarlangs met zware wagens gereden zal worden, het blijven gewone binnenstraten, zooals men die overal heeft in de stad. Nu meent de heer Komter, dat deze straten voor 10,(JOU altijd tot hoofd verkeerswegen gemaakt kunnen worden. Maar spreker gelooft, dat men er in dat geval met die som niet af zou zijn. In het plan van 10,000 is slechts begrepen de aanleg van riolen en verbreeding hier en daar, maar niet geheel tot aan het Kalverdijkje en als de Noordvlictstraat een royale rijweg voor zware vrachten zou worden, moest men dadelijk de geheele tegenwoordige bestrating opbreken, die slechts uit zeer gewone kleine steenen bestaat. De kosten om hier een hoofdverkeersweg van te maken, zouden niet meevallen. Spreker meent, dat de raad goed zal doen, het één te doen en het andere niet te laten, den nieuwen weg te maken en den weg naar Cambuur op meer bescheiden schaal in te richten, wat dan mogelijk is. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari 1905. 9 Op den duur zal men voor de Noordvlictstraat een ijzeren ophaalbrug moeten leggen. Thans ligt weinige schreden ten westen van de Zoutsloot een houten brim, 1 T die nog in vrij goeden staat verkeert en verder naar het westen een ijzeren. Wel zal er na de demping van de Zoutsloot een ijzeren brug ter verbinding noodig zijn, doch die kan dan ook op meer bescheiden voet ge nomen worden. Dan wil spreker nog een misverstand aanduiden, dat bij sommige mcnscheu schijnt te heerschen. Uit het he den onder de ingekomen stukken aangebrachte adres zou men moeten afleiden, dat het hier gaat om de vraag: zal de groote weg er komen of niet, of zal het Cambuur- sterpad verbeterd worden. Maar dat is hier het geval niet. Spreker wil zich alleen op dit standpunt stellen, dat nu de beslissing genomen moet worden over den grooten weg en dat het Cainbuursterpad verbeterd zal worden overeenkomstig bet onlangs door den raad geno men besluit; dat voorts het bouwen van een rijbrug te genover de Zoutsloot en de Noordvlictstraat een zaak is die later aan de orde kan komen. We zijn nog niet eens heer en meester over de Zoutsloot. Als dat een maal het geval zijn, kan men beginnen te dempen en te zijner tijd het Noordvliet gaan verbinden door een brug. Maar het geldt hier nu een wezenlijk groot plan, waar door het Nieuwe Kanaal in verbinding zou komen met den Groninger Straatweg een verbinding, die aan de an dere zijde te eeniger tijd zal kunnen worden doorgetrok ken naar het dorp Huizum. Dit is een mooi, een grootsch plan. Als men in aanmerking neemt, dat het stuk weiland, dat de gemeente daar heeft liggen en waarop straks is gedoeld, reeds een gulden meer per M'. kan opbrengen en wat door niemand is tegengesproken, dan zal dit waar- 1 ijk ten goede komen in de kosten en ook nog andere terreinen om het Kanaal zullen in waarde stijgen. Doch nog ietshet geldt hier „nu of nooit". Nu is de gemeente in de gelegenheid om op de meest ge schikte wijze in het bezit te komen van de noodige ter reinen. Bovendien moeten eerstdaags alle bouwterreinen aan het Kanaal N.-zijde opnieuw geprijsd worden, ook in verband met de nieuwe straat, die door het wegbreken van het op den Grachtswal aangekochte huis open ge legd zal worden. Daar legt spreker ook nadruk op omdat men bij het beoordeelen der prijzen rekening kan houden met het voordeel, dat de nieuwe weg voor deze terreinen geeft. Als de weg er nu niet komt en de prijzen worden vastgesteld, zal men bij lateren aanleg dat voordeel niet meer aan de koopers in rekening kun nen brengen. Uit de warmte, waarmee de voorzitter de zaak verde digt, maakt de lieer Haverschmidt op, dat deze een groot voorstander is van het plan de geheele bouwcommissie was er, op den wethouder na, tegen, na een ernstig on derzoek in twee vergaderingen. Men stelde in de commissie de vraag, welk nut heeft die brug en waartoe dient die rijweg, die eene zeer in directe verbinding zal geven met den Groninger straatweg? De brug is enkel van belang voor de fabriek-Van der Meij, die vanouds een gebrekkige verbinding heeft niet do stad over vaarslooten met harten en langs parti culiere bleekjes. En wanneer de weg moet dienen om het verkeer rechtstreeks te leiden van het Oud-Tolhuis naar Station en Veemarkt dan gaat dit ten koste van de neringdoenden aan de Hoeksterpoort. Het is trouwens nog de vraag of men, bij het Oud-Tolhuis zijnde, niet de voorkeur geeft aan den ouden rechten weg. Schijnbaar kost het werk maar 25 mille, omdat voor het land van de gemeente en de voorhanden grint niets wordt gerekend. Die 25 mille zullen worden verhaald op hot bouwter rein, dat beter en tot hoogeren prijs van de hand zal gaan, maar een blik op de kaart doet zien, dat de ge meente geen terrein van belang meer heeft in dien hoek, wel particulieren, en vlotter dan thans behoeft het terrein niet verkocht, want op enkele plekjes na is er niets meer te koop en moet men weer wegen aanleggen om verkoop baar terrein te krijgen. De Poppebuurt, die dringend verbetering eischt, zal ook niet van dat plan profiteeren, want de weg wordt er eenvoudig om heen gelegd. Met nadruk wijst de bouwcommissie op den weg langs het Schoppershof, dien ze den voorrang wil geven, om dat deze weg het hart van het Kanaalterrein raakt en eene meer directe verbinding geeft al zal de aanleg minder royaal zijn. Beide belangrijke werken op zoo korten afstand van elkaar kan men niet tegelijk ter hand nemen. Ook andere stadsdeelen hebben hunne eischen; spreker wijst slechts op het heden ingekomen adres over de Oude Doelesteeg, die alleen verbeterd kan worden door aan koop van de perceelen aan de Oostzijde. Deze en meer andere overwegingen gaven de bouw commissie aanleiding tot een ongunstig advies. Toen de heer Beucker Andreae liet voorstel voor den eersten keer las, kreeg hij den indruk niet, dat de noodzaak bestond om direct die uitbreiding er aan te geven, die Burgemeester en Wethouders voorstellen, en gevoelde hij veel voor het denkbeeld der Commissie voor Openbare Werken. Maar bij nadere beschouwing is spreker toch tot de overtuiging gekomen, dat wanneer men iets wenscheljjk vindt en noodzakelijk in het belang niet alleen der gemeente, maar ook voor een groot ge deelte der inwoners, die wonen op Vliet, Schilkampen en Poppebuurt, dat men dan zoo spoedig mogelijk moet overgaan tot de voorgestelde verbetering. En vooral om deze redenen, die spreker aan de door den Voorzitter reeds genoemde overwegingen wil toevoegen De Poppebrug is noodig aan herstel toe. Die brug bestaat reeds jaren in zeer gebrekkigen toestand. Niemand zal ontkennen, dat die toestand daar onhoudbaar is. Wanneer men daar nu verbetering aanbrengt, is een algeheele verbetering de beste, te meer omdat men nu op zeer geschikte wijze kan komen aan land ten N. van het vaarwater wat eerst door de Commissie was beweerd, nog wel wat aan de gemeente te zullen kosten, maar waarvan men nu weet, dat liet op deze geschikte wijze verkregen kan worden. De andere gronden zjjn het eigendom der gemeente, er behoeft niets aangekocht te worden, het kan geschieden zonder verdere kosten dan die door den Directeur van gemeentewerken zijn aange wezen. Als het stuk land, dat men voor dit plan noodig heeft, niet in ontvangst wordt genomen van de eige naresse, gelooft spreker en hij meent daar reden voor te hebben, dat nooit weer tot dit plan overgegaan zal kunnen worden. Een evcntueele nieuwe eigenaar zal nooit weer het tegenwoordige aanbod doen en nooit zal men dan de verbinding verkrijgen, die toch waarlijk in liet belang is van de gemeente en haar bewoners. De heer Haverschmidt heeft wel gezegd, dat alleen de heer van der Meij er belang bij heeft, maar spreker gelooft werkelijk, dat dit wel wat heel sterk gesproken is. Inderdaad hebben toch ook vele aan de zuivelfabriek melk leverende landbouwers en inwoners van Leeuwarden zelf die in de omgeving wonen, hier belang bij. Spreker moet eerlijk zeggen dat hij ondanks het kosten- bcdrag, dat de Commissie schijnt af te schrikken, in het belang der gemeente zijn stem meent te moeten geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders. liet ligt wel voor de hand, meent de heer Feddema, dat de leden, belioorende tot de meerderheid der Com missie, niet veel nieuws meer kunnen bijbrengen na het gesprokene door de twee voorafgaande leden dier meer derheid. Doch spreker wil trachten, de aanhangige zaak eens tot haar oorspronkelijke proporties terug te brengen. Het uitgangspunt is geweest een verzoek van den heer van der Meij om een verbinding van zijn fabriek met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 5