22 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Januari 1905.
Het voorstel luidt aldus
Aan den Raad.
Mijne Heeren!
In verhand met ons voorstel om aan Gedeputeerde
Staten in antwoord op een door hen gedane vraag
(circulaire van 28 Juli 1904 no. 69) mede te doelen, dat
wijziging van de bestaande indeeliug der Gemeente in
stemdistricten onnoodig werd geacht, met welk voorstel
uwe vergadering zich den 19 September 1.1. vereenigde,
kwam onder dagteekening van den 8en September te voren
van drie bestuursleden van de Afd. Leeuwarden dor
S. I). A. P. een verzoek in, vergezeld van eene memorie
van toelichting, om tot wijziging in de „verdeeliug van
kiesdistricten" in deze gemeente over te gaan.
Dit adres, dat in dezelfde vergadering in onze handen
was gesteld ten line van prae-advies, blijkt eene gansch
andere zaak te gelden, dan waarop bovenbedoelde circu
laire van Gedeputeerde Staten betrekking had en der
halve minder juist te zijn vastgeknoopt aan de vorenbe
doelde vraag, die door dit college, namens den Minister
van Dinnenlandsche Zaken, aan Uwe vergadering was
voorgelegd. Deze vraag toch betrof slechts de verdeeling
der Gemeenteals onderdeel van het kiesdistrict Leeu
warden voor de verkiezing van leden van de Tweede
kamer der Staten Generaal, in stemdistricten, eene
verdeeling die door voornoemden Minister krachtens art.
12S der kieswet wordt vastgesteld, terwijl adressanten
een gewijzigde verdeeling der gemeente in kiesdistricten
voor de Raadsverkiezingen zouden willen zien tot stand
gebracht.
Deze laatste indeeling nu, die volgens art. 5 der
gemeentewet geldt voor de gemeenten boven de 150(10
zielen, wordt door Gedeputeerde Staten geregeld, den
Raad gehoord.
Als antwoord op het ondeim erpelijke adres hadden
wij dus kunnen volstaan met Uwe vergadering teadviseeren
adressanten naar dat college te verwijzen, ware het niet
dat bij een onderzoek naar het aantal inwoners in elk
district en in aanmerking genomen de inderdaad minder
rationeele indccling, er alleszins reden bestoud U in
overweging te geven, den uitslag van de volgende tien
jarige volkstelling niet af te wachten, als wanneer ver
moedelijk liet getal leden van den Raad tot 25 zal moeten
worden verhoogd en daardoor deze aangelegenheid wel
is waar toch bij Gedeputeerde Staten aan de orde zou
komen, doch reeds thans zelf dezerzijds de zaak aldaar
aanhangig te maken.
Uit den bij de stukken gevoegden staat toch blijkt,
dat naar do bevolking in den aanvang van October 1904.
district I 11771 inwoners telt met 1289 kiezers.
n H 10055 n 880
en III 12014 1190
terwijl bij hetzelfde besluit van Gedeputeerde Staten als
waarbij deze districtsverdeeling is geregeld (9 Juni 1897
no. 55 9e afd. S) het aantal leden van den Raad bedraagt
voor district I 8, district 11 8, district 111 7.
Een blik op de kaart toont verder aan, en hierop
wordt door adressanten voornamelijk gewezen, op hoe
weinig practische wijze de indeeling der districten is
geschied, althans hoe ondoelmatig de steniloealen zijn
gelegen. Een kiezer b.v. in district I, wonende in de
buurt van de Klanderij, zal de Beurs, het stemlocaal
van district III, moeten voorbijgaan om in het Stadhuis
zijn stem uit te brengen; een kiezer van district 111,
wonende aan de Ee, passeert alvorens zjju burgerplicht
in de Beurs te vervullen eerst het Gymnasium (stern-
locaal district II) en vervolgens het Stadhuis. Door
ons is dan ook getracht aan het verlangen te gomoet te
komen door de inderdaad ongeschikt gelegen steniloealen
door andere te vervangen. Het is evenwel niet mogen
gelukken daarvoor zoodanige te vinden, die de
geopperde bezwaren voldoende wegnemen en ook tevens
aan de andere aan een behoorlijk stemlocaal te stellen
eischen beantwoorden. Er bleef derhalve als eenige
oplossing over, eene geheel andere indeeling te ontwerpen,
waarbij in de eerste plaats een tot het aantal Raadsleden
van elk district in juistere verhouding staande verdeeling
van het inwonertal zou wprden verkregen en aldus
rekening werd gehouden met liet voorschrift van art. 5
der Gemeentewet en waarbij voorts, met behoud der
bestaande steniloealen, aan de kiezers de uitoefening
van hun recht minder bezwaarlijk zou worden gemaakt.
Wij meenen die te hebben gevonden op de wijze als
op bijgaande kaart, gemerkt 11, is aangeduid. Blijkens
het mede bijgevoegde overzicht zal alsdan tellen
District. Inwoners. Raadsleden. Kiezers.
I 11557 8 1089
II 11467 8 1004
III 10816 7 1266
Het komt ons voor dat aldus op alleszins aannemelijke
wijze zoowel een meer legale toestand in het leven wordt
geroepen, alsook dat daarmede telrtiaclitige bezwaren
voldoende worden ondervangen en wij hebben, U het
adres wederom aanbiedende, dan ook de eer U in over
weging te geven te besluiten
I. Burgemeester en Wethouders te machtigen de
boven omschreven verdeeling der gemeente in kiesdistric
ten voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad
met behoud van het voor elk district te kiezen getal leden aan
Gedeputeerde Staten in overweging te geven.
II. Aan adressanten in antwoord te doen weten, dat
op hun verzoek is gelet.
Leeuwarden, 28 Dec. 1904.
Burgemeester en Wethouders.
De heer Kumter wenscht naar aanleiding van dit voor
stel een enkele opmerking te maken.
Uit de stukken blijkt, dat in het district, waar de
meeste kiezers wonen, het kleinste getal leden van den
Raad wordt gekozen. Dit zou gemakkelijk zijn te ver
anderen, door van district 5 een gedeelte der Nieuwestad
over te brengen naar district 1, en een gedeelte van de
Tuinen en het Zuidvliet naar district 2. De voorgestelde
regeling is uitgegaan van het aantal inwoners dat elk
district telt: doch zjj blijkt in strijd te zijn niet met de
Kieswet, maar met de billijkheid daar zij eene wanver
houding schept tusschen het aantal kiezers en gekozenen.
Deze wanverhouding zal voortdurend ongunstiger worden,
omdat het Nieuwe Kanaal en omgeving, dat tot'
district 9 behoort, elk jaar door den bijbouw van woningen
meer kiezers zal tellen.
Spreker meende de aandacht op dezen misstand, te
moeten vestigen.
Hierna wordt overeenkomstig de conclusie van het voorstel
zonder discussie en met algemeene stemmen besloten.
6. A/scoren tot verdere uitgifte van bouwterrein en
straataanleg ten zuiden van het Nieuwe Kanaal (bijlage
no. 41 van 190i).
Zonder discussie en met algemeene stemmen wordt
overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten
1. goed te keuren en vast te stellen de bijgaande
situatickaart betreffende verder uit te geven bouw-
terreinen ten Zuiden van het Nieuwe Kanaal (bouwblok
ken XII, XJ1I, XV en XVI);
2. vast te stellen de mede hierbij gevoegde bepalingen
behalve de schippers.
behalve de schippers.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Januari 1905. 23
betreffende de uitgifte dier bouwterreinen met de bijbe-
hoorende lijst, aanwijzende de minimum-prijzen van de
onderscheidene gedeelten der bouwblokken
3. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot de
openbare aanbesteding van wegen- en trottoiraanleg om
die blokken, zich uitstrekkende tot zoover dat college
geraden zal oordeeleu, op voorwaarden nader door hem
vast te stellen
een en ander in afwachting van hunne nadere voor
stellen, wat de voor laatstgemelden aanleg vereischte
kosten betreft.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
hooging der jaarwedden van de politie-dienaren, vastgesteld
bij art. 2 der verordening van 11 Sept. 1900 (Gemeente
blad no. 24) (bijlage no. 2 van 190ö.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Schoondermark wenscht in 't bijzonder tot
den Voorzitter het woord te richten als hoofd der politie,
niet naar aanleiding van dit voorstel, waar wel geen der
leden bedenkingen tegen zal hebben, doch om hem het
verzoek te doen, in afzienbaren tijd vermeerdering van
het getal politieagenten te bewerkstelligen.
Het is spreker bekend, dat in onze gemeente des nachts
slechts door een gering, een te gering getal agenten wordt
gesurveilleerd; naar hij meent, doen in de geheele stad
dan slechts 8 agenten de ronde. Dat dit te weinig is
hebben de herhaalde inbraken bewezen, waarvan de daders
nog zijn te zoeken. Ook de Commissaris van Politie
heeft in zijn advies hierop gewezen en daarom brengt
spreker zijn wenscli tot vermeerdering van personeel aan
den Voorzitter over.
De Voorzitter behoeft niet te zeggen, dat het onder-
werpeljjke voorstel niet van hem, als nieuw benoemd
Burgemeester afkomstig is.
Het is tjjdens de Burgemeesters-vacature door den
waarnemenden titularis voorbereid. Wat de opmerking
van den vorigen spreker betreft,'wenscht hij hierop te
antwoorden dat hij vooralsnog niet zelfstandig heeft kun
nen beoordeelen of hot politiecorps zal behooren te worden
uitgebreid.
Wel kan hij medodeelen, dat do Commissaris van Politie
hem als zjjne meening heeft doen kennen, dat met het
bestaande corps niet naar behooren in den dienst kan
worden voorzien, zoo aan dat corps geen uitbreiding
wordt gegeven.
De beraadslaging wordt hierop gesloten, en het voorstel,
daar niemand zich daartegen verklaart, met algemeene
stemmen aangenomen.
Mitsdien is besloten de jaarwedden van de politie-die-
nareii vast te stellen als volgt
Voor de politiedienaren der
le klasse op 750.— 775.
2e - 650.700.—.
3e - 550.- 625.
In verband met de behandeling van het Rapport der
Commissie voor reclames omtrent aanslagen in den II. O.
dienst 1904, wordt de openbare vergadering door den
Voorzitter gesloten.