28 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Februari 1905.
Besloten wordt, achtereenvolgens een lid uit elk dei-
drie secties van den Baad te benoemen.
Benoeming van een lid uit de eerste sectie. Bij eerste
vrije stemming verkregen de heeren: Koopmans 5, Beucker
Andreae 5, Feddema 5, Feitz 3 en Menalda 1 stem.
Bij tweede vrije stemming de heeren: Koopmans 6,
Feitz 5, Beucker Andreae 4, Feddema 3 en Menalda 1
stem.
Bij herstemming tusschen de heeren Koopmans en Feitz,
waarbij deze heeren zich onthielden, werd de heer Koop
mans benoemd met 9 stemmen tegen 7 op den heer Feitz
en 1 blanco.
Benoeming van een lid uit de tweede sectie. Bij eerste
vrije stemming verkregen do heeren; Oosterhoil 10,
Lautenbaeh 5, Tromp, van Messel, Beerends en Jansen
ieder 1 stem, zoodat de heer Oosterhoff verkozen was.
Benoeming van een lid uit de derde sectie. Bij eerste
vrije stemming verkregen de heeren: Komter 6, Schoonder-
mark 6, Wilhelmij 3, Tigler Wijbrandi 3 en Haverschmidt
1 stem.
tweede vrije stemming verkregen de heeren: Komter
12, Schoondermark 4, Tigler Wijbrandi 2 en Wilhelmij
1 stem, zoodat benoemd was de heer Komter.
De commissie werd dus samengesteld uit de heeren
Koopmans, Oosterhoff en Komter.
4. Benoeming van een lid en plaatsvervangend lid in
de commissie lot het nazien van de rekening der Ambacht
school.
Bij eerste vrije stemming verkregen de heerenOoster
hoff 7, Schoondermark 5, Tromp 3, Komter 2, Wilhelmij
1 en Tigler Wjjbrandi 1 stem.
Bij tweede vrije stemming de heeren: Oosterhoff 8,
Tromp 5, Komter 3 en Schoondermark 3 stemmen.
Bij herstemming tusschen de heeren Oosterhoff en
Tromp, waarbij dezen zich onthielden, verkreeg de heer
Oosterhoff 12 tegen 5 op den heer Tromp zoodat de heer
Oosterhoff benoemd was.
Voor de benoeming tot plaatsvervangend lid verkregen
bij eerste vrije stemming de heeren: Tromp 15, Schoonder
mark 3 en Komter 1 stem, zoodat benoemd was de heer
Tromp.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan van eene overeenkomst met den heer J. Corver
betreffende het opmaken van het Iiaadsverslag
Zonder beraadslaging werd overeenkomstig de conclu
sie van het voorstel met algemeene stemmen besloten
tot het aangaan oener overeenkomst met den heer
Johannes Corver, redacteur der Leeuwarder Courant,
wonende alhier, krachtens welke hij zich verbindt tot het
samenstellen en opmaken op de tot dusver gebruikelijke
wijze van het verslag der handelingen van den gemeen
teraad voor den tijd van een jaar, gerekend te zijn in
gegaan 1 Januari 1905 legen een honorarium van 20.—-
per vergadering, waarin hij persoonlijk werkzaam zal
zijn, wordende, zoo Burgemeester en Wethouders dat
geraden voorkomt, de overeenkomst telkens na verloop
van een jaar voor een volgend jaar geacht verlengd te
zijn, indien zij niet door een van beide partijen in de
voorafgaande maand October is opgezegd.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den heer J. Sloep vergunning te verleenen tot het maken
en houden van een inrit voor zijn perceel aan de Gijsbert
Japicxstraat.
Zonder beraadslaging wordt met algemeene stemmen
overeenkomstig de conclusie van liet voorstel besloten
den heer Johannes Sloep vergunning te verleenen tot
het maken en tot wederopzegging hebben van een inrit
in gemeentegrond vóór zijn fabriek van vruchtensappen,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no.
6872 aan de zjjde van do Gijsbert Japicxstraat, onder
voorwaarde
a. dat do inrit ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders door- en op kosten van adressant worde
aangelegd, voor het eerst van kleine klinkers in zand
en liet trottoir met toebehooren, over de geheele opper
vlakte van liet als inrit gebruikt wordende gedeelte, voor
den duur dezer vergunning steeds ten genoegen van Bur
gemeester en Wethouders worde onderhouden in gelijke
materialen als de overige gedeelten van het trottoir door
de gemeente zullen worden onderhouden
b. dat als erkenning van het eigendomsrecht der ge
meente op den grond waai- do inrit wordt gemaakt, door
adressant en zijne rechtverkrijgenden jaarlijks vóór of op
12 November, het eerst op 12 November 1905, ten kan
tore van de gemeenteontvanger worde betaald eene re
cognitie van ƒ0,50.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den heer G. H. J. ten Brink vergunning te verleenen tot
het maken en houden van een inrit vóór zijn perceel aan
de Emmakade en hem ontheffing te verleenen van de ver
plichting tot het plaatsen van een hek aan de wegzijde
van dat perceel.
Zonder beraadslaging wordt met algemeene stemmen
overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten
1. Aan den heer C. H. J. ten Brink vergunning te
verleenen tot het maken en tot wederopzegging hebben
van een inrit in gemeentegrond voor zijn theepakhuis
aan de Emmakade, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden, sectie G no. 6809 onder voorwaarde:
a en b alsboven.
2. Tot wederopzegging ontheffing te verleenen van
de verplichting om aan de wegzijde van het door hem
aan de Emmakade Z.-Z. gebouwde theepakhuis, een ijze
ren hek te plaatsen en de open ruimte als tuin of gras
veld aan te leggen, onder voorwaarde, dat die ruimte
tusschen de rooilijn van genoemd gebouw en de open
bare straat steeds geheel bestraat zij en als zoodanig ten
genoegen van Burgemeester en Wethouders worde on
derhouden en nimmer worde gebruikt tot opslagplaats
van karren, werktuigen, amballage of anderszins.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
nieuwde vaststelling van het besluit tot heffing en van de
verordening op de invordering van de bruggelden der beide
kanaalbruggen (bijlage no. 3).
Zonder beraadslaging worden de beide verordeningen
bij hoofdelijke stemming met algemeene stemmen vast
gesteld.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
huring van gemeente-eigendommen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Jansen, de stukken naziende, ontdekte in het
rapport van den Directeur van Gemeentewerken, betref
fende dit onderwerp, dat hij voorstelde onder letter m,
verhuring van de bleekerij van Lubberts, den opzeggings
termijn voor deze verhuring veel korter te doen zijn dan
tot dusver, met het oog op de plannen tot stichting van
een badinrichting, waarvoor hier ter plaatse grond noodig
zou zijn.
Als in het voorstel van Burgemeester en Wethouders
een op deze wijziging betrekking hebbende zinsnede
voorkwam, zou spreker een amendement kunnen voor
stellen. Nu dat niet het geval is, wil hij Burgemeester
en Wethouders verzoeken om bij de aan hen overgela
ten vaststelling der voorwaarden, de bepaling niet zoo
straf en den termijn zóó kort te maken als de directeur
voorstelt. Deze wiléén maand voor den grond, drie
maanden voor de gebouwen. Nu begrijpt men wel, dat
met opzegging uit zulk een zaak groote moeilijkheden
gepaard gaan en de man maar niet dadelijk weer wat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Februari 1905. 29
anders heeft. Daarom zou spreker het gaarne iets bil
lijker bepaald zien. Al zou het dan geen zes maanden
zijn, gelijk tot dusver, dan toch ook niet 1 en 3. Dat
is te ingrijpend in dit bedrijf.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
10. Voorstel van Burgemeeeter en Wethouders tot vast
stelling van een rooilijn aan de westzijde van den Dok
kumer trekweg.
Zonder beraadslaging wordt met algemeene stemmen
overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten
als rooilijn langs de geheele Westzijde van den Dok
kumer trekweg, voorzoover deze op het gebied der ge
meente ligt, vast te stellen, een regelmatig gebogen lijn,
die gemiddeld 12 meter verwijderd is uit den bovenkant
van het talud van den weg langs de vaart.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
hen een crediet te verleenen van f2235.tot verbetering
of aanvulling van den boomenaanplant in de gemeente.
Zonder beraadslaging wordt met algemeene stemmen
overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten
In afwachting van nadere voorstellen ten aanzien der
begrooting aan Burgemeester en Wethouders toe te staan
een crcdiet van 2235.ten einde den boomenaanplant
in de gemeente te verbeteren of aan te vullen, op de
wijze als in het rapport van de commissie voor openbare
werken is omschreven.
De heer Baart de la Faille verkrijgt overeenkomstig
de verleende vergunning het woord om een vraag te
richten tot Burgemeester en Wethouders betreffende de
nieuwe bouwverordening. Spreker betuigt dank voor de
hem daartoe geboden gelegenheid.
Het is bekend, dat art. 1 der Woningwet eischt, dat
de gemeentebesturen voorschriften vaststellen omtrent het
bouwen van nieuwe en het inrichten van bestaande wo
ningen. De in de wet gestelde termijn voor de vast
stelling dier voorschriften is overschreden zonder dat
men er mee gereed was en de regeering heeft dien aan
de gemeentebesturen toegestaan termijn met een jaar
verlengd, tot Augustus 1905. Die nieuwe termijn nu,
is al weer voor een goed deel verstreken. Het is Fe
bruari en als met Augustus de verordening niet gereed
en bij Gedeputeerde Staten is ingediend, rust op Gede
puteerde Staten de plicht om de zaak van den Gemeen
teraad over te nemen.
Men weet, dat de gemeentelijke woninginspecteur al
lang met een ontwerp gereed is, dat dus een concept
bestaat. Op het oogeublik laat het zich aanzien, dat
moeilijk voldaan zal kunnen worden aan het ingekomen
verzoek van den Commissaris der Koningin om de ver
ordening vóór 1 April in te zenden.
Zouden Burgemeester en Wethouders dan ook eenige
pressie kunnen oefenen opdat men spoedig gereed kome
met het concept, opdat het den Baad bereike en de da
tum van 1 April niet te ver overschreden worden, men
in elk geval in Augustus niet weer voor het feit komt
i te staan, dat men niet gereed is.
In de instantie waarin deze zaak verkeert, deelde de
Voorzitter mede, zijn Burgemeester en Wethouders niet
in staat, invloed te oefenen op de werkzaamheden der
commissiën uit den Baad bij welke de behandeling aan
hangig is. De strafverordeningscommissie heeft die be
handeling reeds ten einde gebracht en nu is het concept
door Burgemeester en Wethouders in handen der bouw-
j commissie gesteld. De stand der behandeling is mis-
I schien bekend aan den Wethouder, die voorzitter is van
deze commissie, doch thans niet aanwezig. Zeker is
wel, dat het in elk geval later zal worden dan 1 April,
daar de strafverordeningscommissie ook nog kennis zal
willen nemen van de opmerkingen der bouwcommissie.
Bij afwezigheid van den voorzitter kan de heer Ha
verschmidt als lid der bouwcommissie meedeelcn, dat het
ontwerp bouw- en woningverordening bij de commissie
in behandeling is en aanleiding geeft tot uitvoerige be
sprekingen.
Beeds hadden drie vergaderingen plaats en in een
vierde, nog deze week te houden, komt de zaak misschien
tot een einde.
Van de 73 artikelen zijn thans 10 behandeld, maar
tot geruststelling van den heer Baart de la Faille wijst
spreker er op dat deze 10 de meest belangrijke zijn.
Met genoegen vernam de heer Baart de la Faille uit
den mond van een lid der bouwcommissie hoe de zaken
staan. Dan mag spreker aan dit lid wel zijn verzoek
overbrengen, dat de bouwcommissie wat voortmake, want
als het concept na het verlaten dezer commissie nog bij
de Gezondheidscommissie komt, zal de strafverordenings
commissie er nog eens het oog over willen laten gaan
en spreker drukt den wensch uit, dat deze werkzaamheid,
door den Wetgever aan den Baad opgedragen, ook vóór
dat de termijn ten einde loopt, door den Baad volbracht
zal zijn, zoodat niet de noodzakelijkheid vau een ingrijpen
van Gedeputeerde Staten intreedt.
Aan de orde was thans nog
12. Het 2e suppletoir kohier van den Hoofdelijken
omslagdienst 1004.
W ordt besloten om ter behandeling van dit punt in
geheime vergadering te gaan.
De Voorzitter schorst de openbare vergadering.
Na heropening der openbare vergadering wordt mede
gedeeld, dat het 2de suppletoir Kohier van den Hoofde
lijken Omslag, dienst 1904, is vastgesteld tot een bedrag
van ƒ3690.66.
Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.