48 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1905.
AT. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van Burgemeister en Wethouders lot wijziging
der verordeningregelende het gebruik van de Beurs
(bijlage no. G).
Door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld
te besluiten
Art. 5 der verordening regelende het gebruik van de
Beurs (Gemeenteblad 1880 no. 9), zooals dat is gewijzigd
bij raadsbesluit van 6 November 1893 (Gemeenteblad
no. 23), opnieuw te wijzigen door iu het eerste lid in
plaats van 200.-- te lezen ƒ300.-
De beraadslaging wordt geopend.
Den heer Tromp bevreemdt het, dat Burgemeester en
Wethouders niet zijn meegegaan met het advies der
Beurscommissie. In de eerste plaats, omdat deze geheel
met den toestand op de hoogte kan zijn en het beste kan
weten, welk salaris aan den Beursmeestcr toekomt.
In de tweede plaats acht spreker de motiveering van
Burgemeester en Wethouders zeer zwak De appreciatie
van adressants verdiensten moge verschillend zijn
tusschen Burgemeester en Wethouders en de Beurs
commissie bestaat een diepgaand verschil. Waar Burge
meester en Wethouders spreken van één werkdag, spreekt
de Beurscommissie van minstens 2 werkdagen, benevens
eene uitgebreide administratie en voortdurend toezicht op
de Beurs gedurende de overige dagen.
Burgemeester en Wethouders noemen de functie dan
ook een nevenbetrekking. Het zij spreker veroorloofd
te vragen wat dan toch wel de hoofdbetrekking is van
dezen ambtenaar, die aangeslagen is naar een inkomen
van ƒ600—700 per jaar
Spreker meent inderdaad, dat deze functie te licht is
geschat en stelt daarom in den geest der Beurscommissie
voor
Art. 5 der verordening, regelende het gebruik van de
Beurs (Gemeenteblad 1880 no. 9), te wijzigen, door in
liet eerste lid in plaats van ƒ200.te lezen ƒ300.
alinea 2 van het wjjzigings-besluit der bovengenoemde
verordening d.d. 0 Nov. 1893 (Gemeenteblad no. 23)
aldus te wijzigen: en na geschiktheid telkens na 5 jaren
met 50.worden verhoogd, tot een maximum van
ƒ500.-
Dit voorstel wordt ondersteund, en komt dus iu behan
deling.
De lieer KoOpUianS herinnert er aan, dat bij de be
handeling der Gemeente-begrooting van 1003 twee leden
van de le sectie reeds verhooging van het salaris van
den beursmeester bepleitten. Toen werd geantwoord,
dat de verordening dan moest worden gewijzigd.
Hierop terugkomende, wijst spreker er op, dat, als de
titularis des Vrijdags en bovendien nog een dag in de
week aan zijne betrekking moet wijden, het voor hem
moeicljjk zal zijn, er nog iets van belang bij te verdienen.
Een ambtenaar als hij moet goed beloond worden en
spreker meent, dat dit jarenlang reeds is verzuimd.
Daarom zal spreker met het voorstel van den heer Tromp
meegaan.
De heer Hijlkema zegt, dat de hoeren Tromp en
Koopmans het maximum der jaarwedde willen bepalen
op 5UU, in overeenstemming met het gevoelen der
Beurscommissie, terwijl de Beursmeester zelf 600 vraagt.
Het is moeieljjk te bepalen, wat dien titularis nu eigenlijk
toekomt. Burgemeester en AVethouders hebben zicli op
het standpunt geplaatst, dat het hier eene neven betrek
king geldt.
liet valt niet te ontkennen, dat de Beursmeester zijne
betrekking goed waarneemt; alles geschiedt nauwgezet,
hij heeft blijkbaar hart voor de beurs. Eu dit zal er
hem toebrengen, méér te doen dan bij zijne instructie
van hem gevorderd wordt. Een paar voorbeelden Als
handelaren monsters willen zien, gaat hij midden in de
week mee naar de Beurs. Een wisselprotest dat aan de
Beurs beteekend moet worden, neemt hij daar in ontvang,
niettegenstaande de Deurwaarder het exploit, indien dit
gebouw gesloten en de belanghebbende niet aanwezig is,
door den Burgemeester kan doen afteekenen.
Het is dus voor een deel aan den Beursmeester zelf
te wijten, dat zijn ambt bijna een /mo/v/betrekking wordt,
terwijl deze zeer goed als netienbediening kan worden
waargenomen. Daarom juist achtten Burgemeester en
Wethouders 400 als salaris voldoende, doch per slot
van rekening berust de beslissing bij den Baad.
liet voorstel van den heer Tromp wordt hierop in
stemming gebracht, met het resultaat dat de stemmen
staken. Vóór verklaren zich de heeren Oosterhoff, Koop-
mans, Schoondermark, van Ketwich Verschuur, Beerends,
Duparc,- Tromp, Feitz, Baart dc la Faille en AA'ollf.
Tegen stemmen de heeren Beucker Andreae, AA jjbran-
di, Jansen, Haverschmidt, Beekhuis, Kointor, AVilhelmij,
Feddeina, Hijlkema en Meualda.
Dit punt zal dus in eene volgende vergadering op
nieuw aan de orde worden gesteld.
De lieer Tromp wenscht nog een enkele opmerking
omtrent deze zaak te maken. liet heeft hem n. I. ge
troffen, dat, gelijk in het advies der Beurscommissie ook
werd opgemerkt, de Beursmeester zelf moet voorzien in
zijne vervanging, bij ziekte of afwezigheid. Dat is ge
heel tegen het systeem, dat in deze gemeente wordt ge
volgd; andere ambtenaren behoeven zich ook niet op
hunne kosten te laten vervangen en daarom geeft spreker
in overweging, hierin verandering te brengen, zoodra
de gelegenheid daartoe gunstig is.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot her
nieuwde. vaststelling enter verordening tot aanwijzing van
stemlocalen voor de kiesdistrictenwaarin de gemeente
Leeuwarden voor de verkiezing van leden van den Ge
meenteraad is gesplitst (bijlage no. 1).
Overeenkomstig het voorstel wordt zonder discussie
met algemceue stemmen besloten, vast te stellen navol
gende
VERORDENING tot aanwijzing van stemlocalen
voor de kiesdistricten, waarin de gemeente
Leeuwarden voor de verkiezing van leden
van den Gemeenteraad is gesplitst.
De Baad der gemeente Leeuwarden
Gelet op de resolutie d.d. 23 Februari 1905, no. 60,
3e afd. S van Gedeputeerde Staten van Friesland, waar
bij zijn vastgesteld de kiesdistricten, waarin de gemeente
Leeuwarden wordt gesplitst voor de verkiezing van leden
van den raad dezer gemeente
Gelet op art. 65 der Kieswet
Besluit
als stemlokaal aan te wijzen
voor het 1" kiesdistrict
een lokaal in het Stadhuis
voor het 2° kiesdistrict
een lokaal in het Gymnasiumgebouw
voor het 3e kiesdistrict
een bovenlokaal van het Beurs- en Waaggebouw.
3. Voorstel van Burgemeester etl Wethóuilers lot ver
hoog van grond aan de firma Faber en Zcilinga aan de
Westzijde van haar fabrieksterrein bij de tweede Kanaal-
brug,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1905. 49
Zonder discussie en met algemeene stemmen wordt
overeenkomstig het voorstel besloten
Aan de firma Faber en Zcilinga alhier voor den prijs
van 4per M* in koop af te staan eene strook grond,
groot plm. 240 M2 de juiste grootte nader door een
landmeter van het kadaster uit te meten, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden sectie G no. 6445, Noorde
lijk van het Nieuwe Kanaal gelegen en ten westen on
middellijk grenzende aan het fabrieksemplacement van
genoemde firma, onder voorwaarde, dat zij binnen 2 x 24
uren, nadat zij van de provisioneele toewijzing kennis
heeft gekregen ten kantore van den Gemeente-Ontvanger
heeft te storten een waarborgsom van 5 pCt. van de
voorloopig bepaalde koopsom, welke waarborgsom zal
worden teruggeven, wanneer aan al de bij de koopacte
gestelde bepalingen, het bebouwen van het perceel be
treffende, voor zoover van de koopers of hunne recht
verkrijgenden afhankelijk, zal zijn voldaan
de kosten op den verkoop en de overschrijving der
acte in de openbare registers vallende te dragen dooi
de koopster
en verder op de voorwaarden, die Burgemeester en
AVethouders geraden zullen voorkomen.
4. Voorstel om de Friesehe Maatschappij van Land
bouw te ontslaan van de huur der bovenverdieping van het
Veemarktgebouwdeze in te richten tot woning van den
veemarktmeesteren zijne tegenwoordige woning gedeeltelijk
in te richten voor telegraafkantoor en als zoodanig te
verhuren aan het Rijk.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
I. De Friesehe Maatschappij van Landbouw met in
gang van 12 Alei e k. te ontslaan van de huur van de
bovenverdieping van het Veemarktgebouw onder voor
waarde, dat door haar op eerste aanmaning ten kantore
van den Gemeente-Ontvanger worde betaald eene ver
goeding in eens van 75U, blijvende do aldaar aan
wezige meubelen ter beschikking van voornoemde Alaat-
schappij en verder op voorwaarden, die Burgemeester en
AAVthouders geraden zullen voorkomen.
II. Burgemeester en AVethouders te machtigen de
bovenverdieping van het Veemarktgebouw in te richten
tot woning van den Veemarktmeester, op de wijze als
door den Directeur der Gemeentewerken is omschreven
en volgens de bijgevoegde teekeniug en begrooting en
voorts de geheele Oostelijke benedenverdieping ter be
schikking te stellen van de politie.
III. De tegenwoordige woning van den Marktmeester
der Veemarkt gedeeltelijk in te richten voor telegraaf
kantoor ten dienste van het Rijk, zulks in afwachting
van de nadere voorstellen van Burgemeester en AVethou
ders ten aanzien van het overblijvende gedeelte dier
woning en de aldus ingerichte kantoorruimte aan het
Rijk in huur af te staan voor eene jaarlijksche huursom,
als door Burgemeester en Wethouders kan worden be
dongen en verder tegen het tijdstip, van den duur en
op voorwaarden, als hun geraden zullen voorkomen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Ketwich Verschuur wenscht in de eerste
plaats met een enkel woord de geschiedenis van het
Veemarktgebouw in herinnering te brengen.
In 1896 werd het gesticht als een passende hoofdin
gang voor het marktplein en, om te voldoen aan de be
hoefte aan een lokaal voor politie en veeartsen, terwijl
boven een paar vertrekken werden gemaakt ten dienste
van de Friesehe Maatschappij van Landbouw. Daarvoor
zou de gemeente jaarlijks ƒ250 huur ontvangen, zoolang
de Maatschappij subsidie van Rijk en Provincie ontving.
Nu is gebleken, dat de Maatschappij ontgroeid is aan
die localiteit en dat zij behoefte heeft aan meer en rui
mer lokalen, die zij in een eigen gebouw „het Land-
bouwhuis" heeft gevonden en nu verzoekt zij haar van
de huur te ontheffen. Daarnaast is een verzoek van den
handel, ondersteund door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier, ingekomen ten einde verbetering te
brengen in do verzending der telegrammen van en naai
de Veemarkt; dit geschiedt thans door wielrijders, die
de dépêches naar het hoofdkantoor overbrengen.
Het verzoek om ontslag van de huur en de wensch
naar een betere inrichting van de telegrafische gemeen
schap zijn de motieven, die Burgemeester en AVethouders
hebben geleid tot het aanhangige voorstel en dit college
meent op gelukkige wijze er in te zijn geslaagd, om aan de
onderscheidene belangen tegemoet te komen. Spreker
meent echter, dat de voorgestelde regeling juist minder
gelukkig gekozen is en dat eene betere is te treffen.
Burgemeester en Wethouders stellen in de eerste plaats
voor, de Maatschappij te ontslaan van dc huur doch tegen
750 schadevergoeding. Maar spreker oordeelt, dat
men van de Maatschappij die van zooveel belang is voor
provincie en gemeente, en wier finantiën zeer beperkt
zijn, dat otter niet mag vragen. Burgemeester en AVet
houders hadden in dit opzicht wel wat royaler mogen
zijn en gerust de ontbinding der huurovereenkomst zonder
geldelijke vergoeding kunnen voorstellen. Het is slechts
uit noodzaak, dat de Maatschappij van gebouw gaat ver
anderen, daar het bestaande haar te klein is geworden.
Doch de verdieping van het Veemarktgebouw behoeft
nu niet leeg te staan, en daarmede komt spreker tot het
2e punt. Burgemeester en Wethouders wenschen deze
verdieping iu te richten tot woning van den marktmeester,
welke verandering 1040 moet kostendiens woning
zou dan tot telefoonkantoor worden ingericht. Maar nu
is bij den Raad ingekomen en heeft bij de stukken ter-
visie gelegen, een adres van 44 veehandelaars en expor
teurs van vee, waarbij zij zich sterk tegen de voorgestelde
verplaatsing van dat kantoor verklaren, omdat dit dan
te ver (ongeveer 125 pas) van het centrum van den
handel zou zijn verwijderd, terwijl het thans in de on-
middeliijke nabjheid daarvan is. Spreker acht dit bezwaar
gegrond het is veel beter, die inrichting in het Markt-
gebouw te houden. De telegrammen kunnen beneden
worden aangeboden en zeer gemakkelijk door een liftje,
aan te brengen in een bestaande muurkast, naar boven
worden vervocid van waar dan de afzending plaats heeft
dit heeft bovendien het voordeel, dat de benedenstaando
personen niets van het telefoneeren kunnen hooren.
Het andere gedeelte van de bovenverdieping zou zeer
geschikt zijn voor vergaderingen, b.v. van den Gezond
heidsraad enz.; de gemeente tobt steeds met te weinig
ruimte voor vele doeleinden. Zoo houdt o.a. de Commissie
van Toezicht L. O. reeds jaren hare vergaderingen in een
slecht, voor een zoo talrijke Commissie onmogelijk klein
lokaal; een goed gebruik zou van het bovengebouw kunnen
worden gemaakt. Dan kon de woning van den Markt
meester intact, de daarvoor geraamde uitgaaf bespaard
blijven en met het verlangen van den handel rekening
worden gehouden. In 1896 werd een klein beneden
lokaal voor de politie ingericht, het grootere word voor
de veeartsen beschikbaar gesteld. Door verwisseling van
lokalen zou misschien de politie meer ruimte verkrijgen
en mogelijk voor den Inspecteur van politie nog een
afzonderlijk kamertje, wellicht boven, kunnen worden
ingericht. Aan alle eischen ware dan voldaan en alleen
het kleine fiuaucieele bezwaar overblijven van de 250.—
die de gemeente bij ontbinding der huur derft; doch die
opoffering mag men zich wel getroosten.
Het is op deze gronden, dat spreker het volgende
amendement op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders indient
De Raad besluite
I. de Friesehe Maatschappij van Landbouw met
ingang van 12 Mei e.k. te ontslaan van de huur der
bovenverdieping van het Veemarktgebouw.
II. Burgemeester en AVethouders te verzoeken, een
nader voorstel bij den Raad in te dienen betrekkelijk de
inrichting van het Veernarktgebouw voor telefoon, politie
en veeartsen.