50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1905.
De heer Wiihelmij heeft met genoegen liet amendement
van den heer van Ketwieh Verschuur gehoord, doch
kan met het le gedeelte daarvan niet medegaau. In
1896 werd met de Friesche Maatschappij van Landbouw
omtrent de verhuring der bovenverdieping eene overeen
komst geslotendeze zou van kracht blijven zoolang de
Maatschappij subsidie verkreeg van de Provincie of het
Bijk. Die subsidie ontvangt de Maatschappij nog altijd,
en daarom mag voor de contractbreuk wel eenige ver
goeding worden gevraagd. Zoo ƒ750 te bezwarend
wordt geacht, dan zal ƒ250 of één jaar huur wel zeer
billijk zijn. Daar kan de Maatschappij niets op tegen
hebben. De meubelen zal zij wel willen overnemen,
desnoods kan zij ze wel cadeau krijgen, want de waarde
daarvan is gering.
Spreker heeft de gebouwen op de veemarkt eens in
oogenschouw genomen en het is liem voorgekomen, dat
het hoofdgebouw met weinig kosten in orde is te maken
voor het telegraafbureau. Dat kaii met een lift zeer
gemakkelijk geschieden. Bovendien moet ook acht worden
geslagen op liet adres der 44 belanghebbenden, die ver
plaatsing van het telegraafbureau zeer ontraden. De
gelijkvloersche vertrekken zouden voor de politie kunnen
worden ingericht.
Wat aangaat het toezicht van den marktmeester op
do veemarkt, dat volgens Burgemeester en Wethouders
zoo goed van uit liet hoofdgebouw kan geschieden, kan
dat alleen plaats hebben door een raam in de gang. In
de week is toezicht echter ook dringend noodig, omdat
dan gemakkelijk jongens op de markt hunne lust tot
vernielen ten uitvoer kunnen brengen.
Spreker zal dus met liet eerste gedeelte van het amen
dement van den heer van Ketwieh Verschuur niet kunnen
medegaan, doch met liet tweede lid wel.
De heer Schoondermark kan iu allen deele met den
heer van Ketwieh Verschuur medegaan. Waar de lieer
Wiihelmij van contractbreuk spreekt, daar wenscht spreker
te wijzen op het vele goede, dat de maatschappij reeds
tot stand heeft gebracht. En bovendien men vergete
niet, dat zij financieel heel zwak staat. Men moet het
Bestuur bewonderen, dat met zoo weinig middelen zulke
schoone uitkomsten heeft bereikt. Daarom vrage men
geen 3 X 250.schadevergoeding. Hoe vaak toch
wordt voor vereenigingen, waarvan het algemeen nut
wordt erkend, geen subsidie gevraagd P Vaak wordt dat
toegestaan en nu zou van deze Maatschappij nog ver
goeding worden gevraagd, omdat zij door de omstandig
heden gedwongen, een andere localiteit heeft gezocht
en gevonden P Spreker hoopt, dat de Baad het met den
heer van Ketwieh Verschuur eens is, dat de vergoeding
aan de gemeente moet worden geschrapt.
Dc lieer Haverschhiidt wenscht ook het advies te volgen,
Straks uit een der adressen voorgelezen, om de zaak nog
eens onder de oogeu te zien.
Spreker vindt dat de gemeente weinig plezier beleeft
van het poortgebouw. Ka 8waren strijd kwam men in
1896 tot de stichting en nu de Landbouw-Maatschappij
van de huur wenscht ontslagen te worden, is er weer
heel wat verschil van ineening over de nadere bestemming
van liet gebouw.
Verschillende belangen moeten worden behartigd en
nu meent spreker, dat de politie wel wat het kind van
de rekening wordt. V an de beide lokalen werd reeds
een afgestaan aan de telegraaf en het wachtlokaal voor
het personeel wordt tevens gebruikt als fietsenstal en als
uanueemlokaal voor telegrammen. liet voorstel van
Burgemeester eii Wethouders geeft althans nu de politie
terug, wat oorspronkelijk voor haar bestemd was.
Spreker kan zich voorstellen, dat de marktmeester
ongaarne zijn rustieke woning verruilt tegen een matig
ingerichte bovenwoning, maar vreemd vindt hij diens
advies om eene bovenverdieping voor telegraafkantoor
in te richten.
Het is daarvoor weinig geschikt en ieder Leeuwarder
weet bij ervaring hoe lastig het trappenklimmen is bij
een telegraafkantoor. Nu wordt uit den Baad het denkbeeld
aan de hand gedaan van een lift, maar die lift kost een
vertrek aan de politie.
Sprekers wensch is, dat men de Landbouw-Maatschappij
op gemakkelijke conditie ontkeffe van de overeenkomst
en dat men daarna de lokalen alleen ontruime en den
marktmeester in zijn huis laatj.wonen tot tijd en wijle
die woning door uitbreiding van de markt eene andere
bestemming krijgt.
Inmiddels geve men den Commissaris van politie een
tweede vertrek boven, om hem tegemoet te komen in den
onvoldoenden toestaud beneden.
De heer Beucker Andreae heeft het amendement van
den heer van Ketwieh Verschuur ondersteund, omdat hij
het met het door dezen gesprokene geheel eens is. Hij heeft
zich op het terrein persoonlijk overtuigd, dat diens voor
stel in alle opzichten de beste oplossing zal geven. In
dien alleen het bezwaar van den Commissaris van Poli
tie overblijft, dat het lokaal, te zijnen dienste gesteld, te
klein is, zal door omwisseling met dat van de veeartsen
gemakkelijk aan dat bezwaar kunnen worden tegemoet
gekomen. Waarschijnlijk zullen de kosten niet meer dan
lüü.bedragen, liet bezwaar van een trap naar de
bovenverdieping kan vervallen, door de aanbieding van
de telegrammen in het achterlokaal te doen plaats heb
ben. Verder zal een doorgang voor het lokaal bestemd
voor het ontvangen der telegrammen worden verkregen,
als in de plaats van een der ramen aldaar een deur
wordt gemaakt.
Inderdaad, spreker gelooft, dat het voorstel van den
heer van Ketwieh Verschuur verre de voorkeur verdient
boven dat van Burgemeester en Wethouders.
De lieer Duparc kan, na den steun, dien het amende
ment-van Ketwieh Verschuur reeds heelt mogen onder
vinden, zich ontslagen rekenen, ten voordeele daarvan
nog iets in het midden te brengen. Hij wenscht alleen
er op te wijzen dat in elk geval zorg moet worden ge
dragen, dat de politie eene behoorlijke lokaliteit verkrijgt.
Bij de groote uitgebreidheid der veemarkt is een vol
doende politiemacht een eerste vereisckte, en zij dient
dan ook over een geschikte localiteit te kunnen beschik
ken. Spreker meent Burgemeester en Wethouders zeer
te mogen aanbevelen, om, indien het amendement van
den heer van Ketwieh Verschuur wordt aangenomen,
daarop vooral ook te letten.
De heer Komter zal met den heer van Ketwieh Ver
schuur kunnen medegaan, niet wat het eerste deel van
diens amendement betreft, doch wel wat aangaat het
tweede lid. Spreker wenscht in herinnering te brengen
dat men veearts en politie veel goedkooper onderdak
had kunnen brengen, doch dat de Baad vrij zeker tot
de stichting van het bestaande gebouw besloot, ter wille
van de Maatschappij van Landbouw en omdat tegenover
de belangrijk lioogere kosten eene jaarlijksclie bijdrage
stond van ƒ250.
Die ƒ250.was overigens slechts eene tegemoetko
ming. Als huurprijs voor de gelieolo bovenverdieping is
het bedrag veel te laag. Thans is de Maatschappij door
onvoorziene omstandigheden de lokalen niet meer noodig.
En dan oordeelt spreker, dat ƒ750.schadevergoeding
reeds als eene aanmerkelijke concessie is te beschouwen
en blijk geeft van eene zeer royale opvatting. De ge-
meente erlangt weliswaar bovendien de beschikking weder
over de lokalen, maar dit laatste voordeel beteekent niet
veel, want zij zijn niet geschikt voor het houden van
vergaderingen. De (Gezondheidscommissie en de Commis-
sie van Toezicht op het Lager Onderwijs, zoo even ge
noemd, zullen wel niet in dit afgelegen gedeelte der stad
willen vergaderen. Spreker oordeelt dus, dat 750.—
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1905.
51
schadevergoeding redelijk en billijk is en de Maatschappij
geen reden zal geven tot klagen.
Wat het 2e onderdeel van het besproken amendement
betreft, spreker is van oordeel, dat men hoofdzakelijk
met de belangen van den handel rekening moot houden.
Waar deze dus de verplaatsing van het telegraafkantoor
niet wenschelijk acht, moet spreker bezwaar maken, zijn
stem aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders
te geven.
Spreker zal dus het 1ste onderdeel van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders steunen en met het tweede
gedeelte van des heeren van Ketwieh Verschuur's amen
dement medegaan.
De Voorzitter meent den hoer Komter te moeten op
merken, dat het tweede lid van het voorstel van den
heer van Ketwieh Verschuur niet spreekt over de in
richting van het gebouw, doch slechts bedoelt de aanhou
ding der bestemming daarvan.
De heer Tromp wenscht zijne stem te motivecren. lijj
gaat zonder voorbehoud mede met het eerste deel van het
voorstel des heeren van Ketwieh Verschuurde
Friesche Maatschappij van Landbouw bevordert het
algemeen belang in zoo hooge mate, dat hij het met
den heer Schoondermark eens is, ook met het oog op
haar finantieelen toestand, dat retributie ongewenscht mag
lieeten.
Met het tweede gedeelte van het voorstel gaat hij
onder voorbehoud mede n.l., dat men zich dan ook aan
de toelichting van het voorstel houde, vooral wat gezegd
is nopens de ruimte, die de l'olitie tot hare dispositie zal
krijgen. Deze is thans ten eenenmale onvoldoende, om
dat het afnemen van een getuigenverhoor onmogelijk is.
Dit is niet alleen een last voor de Politie, maar berok
kent den handelaren soms zéér groote schade.
Ook wenscht hij de opmerking te maken, dat het voorstel
tot het inrichten van een aanneenikantoor beneden in zich
sluit dat er door de administratie der Posterijen en
Telegrafie twee ambtenaren ter beschikking moeten worden
gesteld. Hij voor zich is niet overtuigd dat genoemde
administratie, gezien hare schrielheid, daartoe zal overgaan.
De heer Baart de la Faille kan zijne adhaesie betuigen
aan het amendement van den heer van Ketwieh Verschuur,
vooral aan de verschillende argumenten en denkbeelden,
in de toelichting ontwikkeld. Spreker zou in de eerste
plaats vrijgevigheid willen bepleiten; men kan toch niet
de stichtingskosten als basis van berekening nemen. Wat
is daartegenover een bedrag van ƒ750.En nu heeft
de Maatschappij van Landbouw zoo groote verdienste
voor stad en provincie, dat deze som zeker wel mag
wegvallen.
Intusschen moeten die 750.— voornamelijk dienen
om de onkosten te dekken, die gemaakt moeten worden
voor veranderingen, waarvan het nut minstens twijfel
achtig is. Zoo willen Burgemeester en Wethouders
den marktmeester de bovenverdieping van liet hoofdgebouw
tot woning aanwijzen, welke daarvoor niet is ingericht.
Het komt spreker voor, dat dit een onnoodige uitgaaf
is. De marktmeester is met zijne tegenwoordige woning
zeer tevreden, en zal die niet gaarne ruilen tegen de
geprojecteerde bovenwoning.
De heer van Ketwieh Verschuur gaf verschillende
plannen aan de hand, wat met het hoofdgebouw zou
kunnen worden gedaan. Zoo wilde hij het bovengedeelte
bestemmen voor een vergaderlokaal, maar spreker acht
de opmerking van den heer Komter juist, dat het gebouw
daarvoor ongeschikt is, omdat het te ver uit de buurt
is. De meubels, in het gebouw aanwezig, zijn voor de
Maatschappij van Landbouw van geene waarde. Die
kunnen gerust blijven staan.
Dan zal het gebouw binnen een kort tijdperk wel weer
van dienst kunnen zijn. Spreker heeft n.l. het oog op
ven bureau voor vleeschkeur en voor onderzoek van
levensmiddelen, waaraan de behoefte zich hoe langer zoo
meer doet gevoelen, en waarvoor het laboratorium uit
nemend kan dienen. Vooreerst kan het lokaal wellicht
den Commissaris van Politie nog van dienst zjjn voor
het verhoeren van getuigen en later voor het aangegeven
doel worden ingericht.
De heer Schoondermark meent op twee punten te
moeten wijzen, door de heeren llaverschmidt en Tromp
aangeroerd. De eerste is bevreesd, dat de politie een
vertrek komt te verliezen door de te maken lift, de heer
Tromp zegt, dat daardoor 't Bijk een ambtenaar meer
zal moeten aanstellen, een boven en een beneden. Doch
de heer Van Ketwieh Verschuur heeft er toch op gewezen
dat de politie in het lokaal der veeartsen kan worden
ondergebracht en deze lokaliteit door een muur in tweeën
kan worden gesplitst, waardoor het dienstdoend hoofd
du* politie gelijkvloers een apart vertrek krijgt.
Wat den heer Tromp betreft merkt spreker op, dat
het li ijk er één ambtenaar bij zal uitsparen, want thans
zijn twee bestellers noodig, die de telegrammen per fiets
overbrengen en 1 ambtenaar, die ze ontvangt.
De lieer Haverschmidt meent, dat de heer Schoondermark
zich vergist ten opzichte van de inrichting van het gebouw.
De veeartsen kunnen geen plaats vinden in de wacht
kamer van de politieagenten, want dat is en blijft aan
neenikantoor voor telegrammen en het publiek heeft er
vrijen toegang.
De heer Koopmans wil niet in details het voorstel van
Burgemeester en Wethouders bespreken Spreker vindt
echter in de onderdeden van het amendement des heeren
van Ketwieh Verschuur zooveel verband, dat hij dezen
vraagt, of hij genegen is, een voorstel van spreker, om
het geheide voorstel van Burgemeester en Wethouders
aan te houden, over te nemen.
In verband hiermede dient spreker de volgende motie in:
De Baad,
Gehoord de discussion over het voorstel tot inrichting
van de woning van den Marktmeester tot telegraafkantoor;
geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, het
voorstel nader in overweging te nemen en daarna bij den
Baad aan te brengen.
Deze motie wordt ondersteund en komt dus in beiiaude-
linj
Den heer Kijlkema ontbreekt bijna de moed, om na
de veelzijdige bestrijding van het voorstel, daarover nog
ter verdediging het woord te voeren. Toch wil spreker
hieromtrent iets in het midden brengen, omdat, naar het
hem voorkomt, vele leden zich een verkeerd begrip hebben
gevormd over de telegraafkwestie.
Toen de Directeur der gemeentewerken zijn den leden
bekend plan opperde, vond dit bij Burgemeester en Wet
houders algemeene instemming. Dcstemeer bevreemdt
het hem, dat zoo 'n groot getal Baadsleden met dit plan
alles behalve zijn ingenomen.
De bestrijding is in drie onderdeelen te splitsen. Ten
eerste de te geringe clementie, die Burgemeester en
Wethouders tegenover de Landbouwmaatschappij zouden
hebben betracht. Wat dit betreft, spreker gelooft met
de heeren Komter en Wiihelmij, dat vele leden van den
Baad thans zijn „plus royaliste que le roi". Men vergete
niet, dat dc stichtingskosten voor het gebouw in do
Baadszittingen van 1896 hoog werden genoemd. Als du
huur van 250.per jaar niet voor geruimen tijd
gegarandeerd ware geweest, zou het gebouw er zeker niet
zijn gekomen. Thans vraagt de Landbouw-Maatschappij
eenvoudig verbreking van de overeenkomst. Spreker
acht het in elk geval niet aanbevelenswaard, haar geheel van
eene vergoeding vrij te stellen. Burgemeester en Wet
houders stellen voor eene vergoeding van 750— en
dit bedrag vond bij haar, althans bij een lid van het