52 Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leenwarden van Dinsdag 28 Maart 1905. Landbouwbestuur, geen tegenkanting. Laat men nu de vergoeding geheel vervallen, dan kan de Maatschappij, later misschien weer in soortgelijk geval verkeerende, hierop wijzen. Bij de interlocale telefooncel in de Beurs wordt ook een kleine retributie geheven; die is daar toch ook voor het algemeen belang gesticht. Waarom hier van deze gedragslijn nu afgeweken liet tweede bezwaar betrof de inrichting van de Markt meesterswoning tot telegraafkantoor. Tegen den woningvnW heeft de Marktmeester geen bezwaren ingebracht, wel en een aantal veekoopcrs met hem tegen de verplaatsing- van het telegraafbureau wegens den grooteren afstand. Spreker gelooft, dat het bezwaar van den grooteren afstand denkbeeldig isdie afstand is gering en meer schijn dan werkelijkheid. Als er geen telegraafkantoor was en het voorstel zou zijn, om het in de marktmoes- terswoniug te vestigen, dan zou men zeggen; „wat een uitmuntende plaats!" Nu heet het „te ver af". Ten derdede kooplieden hebben intercommunale telefoon-verbinding op de veemarkt gevraagd. Burge meester en Wethouders, in alle opzichten den handel gaarne tegemoet willende komen, verklaarden zich bereid, den raad een voorstel daaromtrent te doen, doch wezen de aanvragers er op dat zij zich van de voordeeleu en vooral den spoed van interlocale gesprekken geen te groote illusie moesten maken. Als de kooplieden op de markt of in de hotels en cafe's zich bevinden en voor eene aansluiting worden opgeroepen, kan het lang duren voor zij zijn gevonden, terwijl bij hun komst in de cel de aanvrager misschien weer vertrokken is. Zij hebben dit zelf ingezien, en toen een bijkantoor der telegraphic gevraagd, wat een enorme verbetering zou te weeg brengen. l)e Directeur-Generaal wil echter slechts eene telefonische verbinding aanleggen van de markt met het telegraafkantoor. Die verbetering acht spre ker van weinig beteekenis, de veemarkt zou dan nog eerder gebaat zijn met de aanstelling van nog één wielrijder, zoodat telkens de eene heen, de andere terug reed met zijn berichten. Om ter wille dier telefoon kostbare veranderingen van wege de Gemeente te maken, acht spreker niet gewenscht. De heer van Kctwich Verschuur wil het 2e punt aanhouden, de heer Koopmans ook het eerste. Spreker verwacht van „aanhouden" niet veel heilin elk geval kan men zijns inziens nu wel eene beslissing nemen omtrent liet verzoek van de Maatschappij van Landbouw. Over de andere punten, de woningkwestie en het telegraaf- telefooukantoor, zouden Burgemeester en Wethouders hun gedachten nog wel eens kunnen laten gaan; spreker zou daartegen althans persoonlijk geen bezwaar hebben. Ten slotte weuscht hij er nog met nadruk op te wjjzen, dat in elk geval voor de politie eene behoorlijke localiteit dient te worden gereserveerd. De heer Feddertta had aanvankelijk plan zich iu het debat omtrent de aanhangige kwestie niet te mengen Wjjl ik eenigszins debet beu aan het landbouwhuis, zegt spreker, was mij vooraf verzocht, zoo mogelijk buiten de zaak te blijven. Maar waar nu door den lieer Iljjlkema wordt verklaard, dat het hem bekend is, dat het Dnge- lijksch Bestuur der Maatschappij genoegen neemt met het voorstel van Burgemeester en Wethouders en de liaad mitsdien, door op de voorstellen van den heer van Ketwich Verschuur in te gaan, zal zijn „plus royaliste que le roi", daar wil spreker zich niet stil houden, maar verklaren dat het hem bekend is, dat deze eisch van Burgemeester en Wethouders het Dageljjksch Bestuur bij lange na niet is meegevallen. Omtrent dit onderdeel van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wil spreker niet dieper ingaan. Omtrent het volgend onderdeel, de wijziging van de tegenwoordige woning van deu marktmeester, waarbij de bedoeling wordt medegedeeld een gedeelte daarvan te verhuren, merkt spreker op, dat het te verhuren over blijvende gedeelte niet beantwoordt aan de tegenwoordige en toekomende verordening omtrent het bouwen en inrich ten van woningen. Alléén daarom is verhuring onmo gelijk; de gemeente zelf zal toch in de eerste plaats geroepen zijn de verordeningen na te komen. Eu het pleit voor het onpartijdig rapport van den marktmeester, dat deze niet rept in zijn verslag over zijne aanstaande nieuwe woning zijne argumenten hebben al léén het belang van den handel op het oog. Laten wij, waar de tegenwoordige woning uitstekend geschikt is voor den marktmeester en van het zooge naamde hoofdgebouw wel iets anders valt in te richten, geen geld noodeloos uitgeven om den marktmeester eene nieuwe woning maar een mindere te scheppen en de overige toestand nog verminderen. Zegt onze wethouder llijlkema niet daareven, dat hij de geheele verbetering van de telephonische gemeenschap tu8scheu de veemarkt en het telegraafbureau gelijk nul beschouwt voor den handel Welnu, mijne heeren, waar een der leden van het College van Burgemeester en Wethouders het nut der verbetering tot nul reduceert, daar mag de Baad niet anders dan de voorstellen verwerpen. De heer Beekhuis gelooft wel, dat Burgemeeeter en Wethouders zich niet tegen de aanneming van het tweede punt van het voorstel van den lieer van Ketwich Verschuur zullen verzetten, en dus zullen meegaan oin de inrichting van het veemarktgebouw nader te overwegen. Spreker kan zich dus ontslagen rekenen, om het voorstel van Burgemeester en Wethouders op dat punt thans te ver dedigen, doch wil alleen verklaren, dat hij nog altijd van meening is dat het voorstel van Burgemeester en Wet houders eene betere oplossing der verschillende betrokken kwestiün geeft, dan de door den heer van Ketwich Verschuur ontwikkelde plannen. Wat echter betreft de voorgestelde vrijstelling der te betalen vergoeding, daartegen moet spreker zich met kracht verzetten. Er is reeds op gewezen, dat eerst na harden strijd tot de stichting van het gebouw is besloten en niet dan nadat het vooruitzicht op eene jaarlijksche tegemoetkoming was geopend. Deze was laag gesteld, omdat men in de Landbouw-Maatschappjj eene nut tige vereeniging wilde steunen. Thans wordt sterk gedrukt op den zwakken linancieelen toestand dier Maatschappij maar spreker vraagt, of de Baad deze dan nu zooveel minder acht dan in 189(1? De financieële toestand moge niet zeer gunstig zjjn, doch welke ver eeniging van dien aard, steunende op subsidiën, heeft niet met geldelijke inoeielijkheden te kampen Er bestaat z.i. geen voldoende grond om de Maatschappij nu geheel zonder vergoeding van hare verplichtingen te ontslaan. De berekening is geschied als met andere huurders dei- gemeente, 3 jaar huur als schadevergoeding, dus 750. Spreker acht dit een aannemelijke grondslag. De lieer Beerends heeft met belangstelling de discus sion gevolgd. JIij zal, zoowel wat het eerste als het tweede gedeelte van het amendement betreft, kunnen meegaan met den heer van Ketwich Verschuur. Verge lijking van den finanticelen toestand der Landbouw-Maat- schappij met 189(1 gaat niet op; de behoeften, die zij moet bevredigen door de eischen, die aan Landbouw en Veeteelt worden gesteld, zijn belangrijk toegenomen. Door het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen, wordt zij dubbel belast, daar zij ook aan het Landbouwhuis heeft te betalen voor hetzelfde doel. En waar nu het gebouw voor haar niet meer aan liet doel beantwoordt, zal men haar welwillend tegemoet dienen te komen. liet hoofddenkbeeld, waarvan Burgemeester en Wet houders uitgaan bij hunne voordracht, is om het den handel zooveel mogelijk gemakkelijk te maken. Spreker meent echter, dat juist thans het telegraafkantoor voor den handel het meest geschikt is gelegen. In den on- middelljjken omtrek van het hoofdgebouw is de handel Verslag van de handelingen van den gemeenteraad-van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1005. 53 het meest geconcentreerd. Wie de veemarkt op Vrijdag bezoekt, zal dit al aanstonds bemerken en ook, dat de handelaren al hun tijd noodig hebben; elke minuut ver traging kan verlies tengevolge hebben, -luist daarom moet men den afstand tot het telegraafkantoor niet ver- grooten, en het is uit deze overweging, dat spreker zjjn stem zal geven aan het amendement-van Ketwich Ver schuur. De heer Duparc meent, dat nog een argument kan worden aangevoerd tot aanneming van het amendement van den heer van Ketwich Verschuur, n.l. dat hier geen eigenlijke winstderving voor de gemeente plaats heeft. De lokaliteit toch, die door de Friesche Maatschappij van Landbouw is verlaten, zal zeer spoedig door de gemeente in haar eigen belang worden ingenomen of daarjoe aan het Bjjk tegen vergoeding worden afgestaan. De heer van Ketwich Verschuur wenscht nog met een enkel woord op de zaak terug te komen en sommige leden te beantwoorden, liet doet hem echter genoegen dat zijn amendement zooveel adhaesie ondervindt. Spreker heeft de geschiedenis van de stichting van dit gebouw nog eens nagegaan en herinnert, dat het oorspronkelijk ontwerp veel kostbaarder was dan het thans bestaande gebouw. Oorspronkelijk werd een bedrag- van 15500.— geraamd, doch dit ontwerp viel in den Baad op 11 Februari 1896 met 15 tegen 7 stemmen. Toen hebben Burgemeester en Wethouders een nieuw ontwerp doen uitwerken van een meer bescheiden ge bouw, waarin ook weder de veeartsen, de politie en de zuivelcontrêle onderdak konden worden gebracht. Dit zou eerst ƒ8000.kosten en toen er eene speci ale inrichting voor zuivelcontrêle bij kwam naar den wensch der Friesche Landbouw-Mautschappij, werd het kostenbedrag ƒ9000.Dit voteerde de Baad op 14 April 1896 met algemeeue stemmen. Eu nu gaat het toch niet aan, nadat zoovele jaren ƒ250.huur is betaald en de Maatschappij thans andere, ruimere localen kan krijgen daar, waar alles den land bouw rakende onder één dak is gebracht, eene som van drie jaren huur of 750.van die zoo hoogst nuttige Maatschappij te vragen, vooral nu blijkt, dat de open vallende localen op zeer nuttige wijze door de gemeente te gebruiken zijn. Wat voorts de beschouwing van den heer llaverschmidt betreft, dezen zij herinnerd, dat volgens de laatste sta tistische gegevens van uitbreiding aan de oostzijde van de markt, waar het groot vee geplaatst is, geen sprake kan zijn, eenvoudig omdat daaraan in de eerste jaren althans, niet de minste behoefte bestaat. Wat het idéé van de lift betreft, ook voor die in stallatie zijn slechts twee personen noodig, de aannemer van het telegram beneden en de telephonist boven de twee wielrijders komen dan te vervallen. Als het tele foonbureau boven komt, heeft men ook dit voordeel, dat er geen gehoprigheid bestaat voor de omstanders en de concurrenten-kooplui dus eikaars berichten niet te weten komen. Dat de marktmeester in zjjn rapport geen bezwaar heeft gemaakt tegen de verandering van zijne woning, al zag hij die natuurlijk zeer ongaarne, pleit zeker voor hem; overigens wijst ook deze er op, dat verplaatsing van het telefoonkantoor zeker niet wenscheljjk is elke verdere afstand van het markt-centrum is ongewenscht voor den handel. De heer Koopmans wilde de behandeling Van het ge heele voorstel van Burgemeester en Wethouders uitstel len; maar spreker doet opmerken, dat de tinancieele kwestie, in punt no. 1 vervat, onafhankelijk is van de onderdeelen 2 en 3. Spreker meent overigens, dat op de door hem voorgestelde wjjze, ook opzichtens die beide punten de beste oplossing wordt verkregen en de dis cussies hebben hem hierin versterk!; aan Burgemeester en Wethouders verblijve de uitwerking van de hier ge opperde denkbeelden. Wat het adres der 44 belanghebbende veehandelaren betreft, spreker stemt toe, dat het in 't algemeen gemak kelijk is, lnindteekeningen op eenig adres te verzamelen, maar dit adres is mede door de grootste belanghebbenden, de beste exporthandelaars, ingediend, en met deze zal toch, waar liet een marktbelang aangaat, wel in de eer ste plaats rekening moeten worden gehoudenhun handel concentreert zich bij het veemarktgebouw, aldaar blijve dus ook de gelegenheid tot telefoneeren zooals dit tot heden 't geval is. Ook de politiepost behoort in de onmiddellijke nabjj- heid der beweging !e zijn; het veemarktgebouw blijve ook daarvoor de eenige en aangewezen plaats evenals tot heden. De heer Komt er wenscht den heer van Ketwich Verschuur er opmerkzaam op te inakeu, dat het niet juist kan zijn, dat de verdieping op het gebouw slechts IU00.— heeft gekost. De heer van Ketwich Verschuur zal dit zelf gemakkelijk inzien. Destijds zijn verschillende plannen besproken en zeer zeker zou toen niet zijn overgegaan tot bet bouwen van eene 2de verdieping voor den zuivel- consulent, zonder de jaarlijksche bijdrage van ƒ250. De voor-gestelde schadevergoeding komt spreker daarom billijk voor. De heer Hijlkema wijst er den heer van Ketwich Verschuur oj», dat er iu 1896 twee plannen voor de stichting van het gebouw op de Veemarkt zijn ingediend, waarvan het goedkoopste is aangenomen. Spreker vestigt de aandacht er op, dat bij het duurste plan 400.— huur door de Landbouw-Maatschappij werd aangeboden. Intusschen, wordt het amendement van den heer van Ketwich Verschuur aangenomen, dan kan nader worden onderzocht wat met het gebouw aan te vangen. De heer Feddema heeft het doen voorkomen alsof spreker zich aan onwaarheid zou hebben schuldig gemaakt met te zeggen, dat een lid van het Landbouwbestuur met de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde vergoeding van 750.genoegen zou hebben genomen. Spreker acht zich geroepen, zich van dien blaam te zuiveren. Zooals bekend, vioeg de Directeur der Ge meentewerken 1000 Burgemeester en Wethouders hoorden van de bezwaren daartegen bij de Maatschappij van Landbouw, de Burgemeester telefoneerde daarop met den Voorzitter van die Maatschappij en vroeg dezen, of, indien die 1000.door Burgemeester en Wethouders werden teruggebracht tot bijvoorbeeld ƒ750.dit de sympathie van het bestuur zou hebben, waarop een toe stemmend antwoord van den Voorzitter volgde, —ƒ500. zou hem natuurlijk nog liever zijn van welke mededeeling de Burgemeester aan Burgemeester en Wethouders kennis gaf en waarop deze besloten, de vergoeding op ƒ750.— voor te stellen. Ziedaar de toedracht del- zaak. De heer Wolff heeft het woord gevraagd, doch na de repliek van den heer van Ketwich Verschuur kan hij zeer kort zijn. Spreker had zich voorgesteld, dat de Baad zich unaniem misschien de Wethouders uitge zonderd vóór het amendement zou hebben verklaard. Wat betreft de gevoerde onderhandelingen, wil spreker er op wijzen, dat volgens de door hem verkregen inlich tingen Burgemeester en Wethouders aanvankelijk zich weinig genegen betoonden, met een voorstel tot onthef- ling van de huur bij den Baad te komen en de Maat schappij geheel aan het contract wilden houden. Nu kali het niemand verwonderen, dat de Voorzitter der Maat schappij eindelijk, indien hij er niet anders van kon af komen, er in toestemde 750.vergoeding te betalen. Bij de beoordeeling van een en ander behoort geeu gevoel van clementie voor te zitten, doch moet eene op vatting van royaliteit gehuldigd worden. Men vei'gcto niet, dat de Maatschappij de heer Beerends heeft er ook nog op gewezen van den huurprijs, dien zjj tot nu aan de gemeente heeft moeten betalen, ook voortaan niets zal overhouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 4