54 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 11)05. Spreker kan ten slotte Deventer als voorbeeld ter na volging aanhalen. Daar stelde de Raad zoo hoogen prijs er op dat de Overijsselsch-Geldersche Maatschappij van Landbouw in die stad haar zetel had, dat de gemeente een gebouw stichtte en kosteloos aan het Hoofdbestuur ter be schikking stelde. Waar Deventer zóó voorging, mag Leeuwarden, centrum en hoofdplaats eener provincie, waar landbouw de hoofdfactor van het bestaan is, voorzeker wel volgen. no; De Voorzitter sluit do discussiën en vraagt, of thans het voorstel van den heer Koopmans wordt onder steund. Dit blijkt niet het geval te zijn. De heer Koopmans wijst er op, dat het bij de indie ning blijkbaar wel ondersteund werd, anders zou het niet behandeld zijn geworden. De Voorzitter antwoordt, dat de heer Koopmans hierin gelijk heeft en daarom dan ook zijn voorstel een onder werp van beraadslaging heeft uitgemaakt. Nu echter de heer Kom ter zooeven zijne ondersteuning van het voorstel des heeren Koopmans introk en geen der andere leden van den Raad bereid schijnt, daaraan alsnog steun te verleenen, mag het doelloos worden ge acht het thans nog in stemming te brengen. De heer Koopmans zegt, dat, indien hij dit geweten had, hij het niet zou hebben ingediend. Nu het echter vóór de behandeling ondersteund werd, meent hij, dat het ook in stemming behoort te worden gebracht, vooral, omdat de heer Komter zooeven juist heeft aangetoond, dat tusschen punt 1 en 2 van het voorstel van den heer van Ketwich Verschuur een finantieel verband bestaat. De Voorzitter, toegevende dat de heer Koopmans kan verlangen, dat zijn voorstel alsnog in stemming wordt gebracht, geeft den spreker in overweging, nu hij het lot er van kan voorzien, het in te trekken ten einde den Raad eene noodelooze stemming te besparen. De heer Koopmans trekt alsnu zijn voorstel in. Hierop wordt het eerste lid van het amendement-van Ketwich Verschuur in stemming gebracht en aangeno men met 14 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Beucker Andreae, "Wijbran- di, Oosterhoff, Jansen, Schoondermark, van Ketwich Ver schuur, Beerends, Ilaverschmidt, Duparc, Feitz, Baart de la Faille, Feddeina, Wolff en Menalda. Tegen stemmen de heeren Koopmans, Beekhuis, Kom ter, Wilhelmij en Hijlkema. De heer Tromp heeft intusschen de vergadering ver laten. Hierna deelt de Voorzitter mede, dat Burgemeester en Wethouders geen bezwaar hebben tegen het tweede lid van het amendement, waarna dit gedeelte met alge- meene stemmen wordt aangenomen. Alzoo is besloten I. De Friesche Maatschappij van Landbouw met in gang van 12 Mei e. k. te ontslaan van de huur der bovenverdieping van het veemarktgebouw. II. Burgemeester en Wethouders te verzoeken een nader voorstel bij den Raad in te dienen betrekkelijk de inrichting van het Veemarktgebouw voor telefoon, poli tie en veeartsen. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij ziging der bij Raadsbesluit van 27 December 1904 vast gestelde verordeningen op de heffing en de invordering van het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein bijlage no, 8.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Bij art. 3 der heffingsverordening vraagt de heer Oos terhoff of het niet beter zou zijn om te spreken van „de vaststelling der huurwaarde geschiedt jaarlijks tus schen 15 Maart en 10 April", iu plaats van schatting omdat de schatters deze eigenlijk verrichten en Burge meester en Wethouders naar aanleiding van dit advies de huurwaarde bepalen. De Voorzitter geeft den heer Oosterhoff toe, dat diens redactie beter is, en neemt deze over. Hierna worden de onderscheidene artikelen van het ontwerp-besluit en daarna dit in zijn geheel zonder ver dere discussie en met algemeene stemmen aangenomen. (3. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van den 6en suppletoiren staat der openbare tot den genieenen dienst van allen bestemde waterstaatswerken in de gemeente Leeuwardentot wijziging van de primitieve staten dier werken. De heer Duparc wenscht de behandeling van dit voorstel tot een volgende vergadering uit te stellen. Het heeft slechts een paar dagen ter inzage gelegen en bij spreker zijn eenige bedenkingen van ernstigen aard tegen het voor stel gerezen, tot het uitwerken waarvan hem de noodige tijd heeft ontbroken. Wordt de behandeling uitgesteld dan wenscht spreker zijn bezwaren op schrift te stellen om namelijk den leden de gelegenheid te geven, er a tête reposée over te kunnen nadenken. Het voorstel van den heer Duparc wordt ondersteund en komt dus in behandeling. De Voorzitter wijst den heer Duparc er op, dat de Raad, onbekend met den aard van de gerezen bedenkingen, bezwaarlijk beoordeelen kan, of uitstel gewettigd is. De heer Duparc meent, dat waar de voorbereiding van deze kwestie toch reeds zoo veel tijd heeft gevorderd, allicht een vertraging van veertien dagen niet het meeste gewicht in de schaal mag werpen. Dit geldt vooral, omdat spreker waarschijnlijk veel van de aandacht van den Raad zou moeten vergen, indien hij de zaak thans mondeling zou moeten uiteenzetten, terwijl de Raad er j niet op voorbereid is. Daarbij komt, dat de tijd reeds ver is gevorderd en verscheidene leden reeds zijn ver trokken. De heer Beerends heeft het voorstel van den heer Duparc ondersteund, omdat inderdaad de tijd te kort was, om voldoende met de stukken op de hoogte te komen. De Voorzitter vindt het argument van den heer Duparc, dat de uiteenzetting van zijne bedenkingen te veel tijd zou vorderen, slecht gekozen. Dit mag nooit als zoodanig gelden, want de Raad is thans vergaderd j en er is, het uur in aanmerking genomen, nog alle ge- legenheid om een aanvang te maken met de behandeling j van het onderwerp, dat thans aan de orde is gesteld. Indien echter de heer Beerends zegt, dat hij te weinig gelegenheid heeft gehad, van de stukken kennis te nemen, kan dit als een reden worden geaccepteerd om het punt van de agenda voor heden af te voeren, omdat in casu j de zaak onmiddellijk door Burgemeester en Wethouders tot behandeling is voorgedragen, zonder dat zij te voren was aangebracht. Den heer van Ketwich Verschuur gevoelt veel voor het bezwaar van den heer Duparc. Bij de behandeling van i dit punt zullen onderscheidene wetsartikelen en een provin- ciaal reglement geraadpleegd moeten worden; dit kan Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1905. 55 thans moeielijk door de leden geschieden. Spreker acht daarom de Raadsleden inderdaad niet in staat, om zich thans een oordeel over de aanhangige zaak te vormen. Dc Voorzitter brengt hierop het voorstel van den heer Duparc, om de behandeling uit te stellen, in stemming. Het wordt aangenomen met l(i stemmen tegen 1, die van den heer Koopmans. De heeren Beucker Andreae en Baart de la Faille zijn reeds vertrokken. 7. Alsvoren om aan de 1'riesche Tuinbonwvereeniging een gedeelte der overdekte Visch markt, voorloopig voor den tijd van één jaar, ten gebruike af te staan. Zonder discussie en met algemeene stemmen wordt overeenkomstig de conclusie van dit voorstel besloten aan het bestuur der Friesche Tuinbouwvereeniging: in o o gebruik tc geven tot wederopzegging, uiterlijk tot 1 April 1906 toe, liet gebouw de overdekte Visch markt aan de Uosterkade, voor zoover het niet in gebruik is bij den brugwachter der Üosterbrug, ten einde aldaar veilingen hij afslag te houden van groenten en fruit, zonder dat door de voornoemde vereeniging voor dit gebruik eenige vergoeding voor huur zal verschuldigd zijn, doch onder verplichting harerzijds op hare kosten en naar genoegen van Burgemeester en Wethouders het gebouw voor liet beoogde doel iu te richten en te onderhouden en verder op de voorwaarden, die Burgemeester en Wethouders geraden zullen voorkomen. 8. Rapport der commissie, belast geweest met het on derzoek eener af- en overschrijving op de, begrooting van het nieuwe Stads- Weeshuis, dienst 1904. Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en met al gemeene stemmen besloten. De lieer Beucker Andreae heeft tot het nemen van dit besluit niet medegewerkt. YI. De lieer Hijlkema wenscht kortelijk den heer Schoondermark te beantwoorden, die in de vorige ver gadering eenige inlichtingen heeft gevraagd omtrent den Brinsentuin, welke toelichtingen door Burgemeester en Wethouders zijn toegezegd. In de eerste plaats vraagt het geachte lid, of de kaarten weder tegen denzelfden prijs zullen worden uit gegeven, en disponibel gesteld in sigarenwinkels of weer biljetten rondgezonden zooals vroeger. Up die vraag kan spreker mededeelen, dat Burgemeester en Wethouders hebben besloten, dit jaar de kaarten a 1.50 verkrijgbaar te stellen bij den sigarenhandelaar Richter Rohdeus. Verleden jaar verkocht de boekhandelaar van der Velde ze, doch daar deze des Zondags is gesloten, veroorzaakt dit ongerief aan het publiek. Door deze wijze van verkoop is het rondzenden van billctten ter invulling niet noodig. De tweede vraag van den heer Schoondermark luidt, of er ook maatregelen zullen worden genomen om de muziek beter tot haar recht te doen komen Burgemeester en Wethouders hebben besloten, teneinde aan de klachten hieromtrent tegemoet te komen, bij wijze van proef het wandelen 0111 den vijver en onder de luifels te verbieden gedurende de uitvoering van een muziek nummer. Burgemeester en Wethouders hopen, dat deze maatregelen zullen leiden tot het gewenschte gevolg. De lieer Schoandermark betuigt zijn dank voor het bekomen antwoord. Toch is hij niet tevreden. Bij de wijziging der ver ordening op het gebruik en beheer van den Brinsentuin in 1901, toen de maximumprijs der kaarten op/1.50- werd bepaald, zeide de heer Hijlkema zelf, „dat als men moet komen tot dat maximum, het nieuwe stelsel niet deugt." Spreker weet geen ander stelsel aan te wjjzen. Waarom dan niet tot het oude stelsel teruggekeerd Het was spreker trouwens reeds ter oore gekomen, dat de prijs der kaarten op ƒ1.50— zou worden gesteld. Ilij had verwacht, dat Burgemeester en Wethouders thans het nieuwe stelsel zouden hebben verlaten en het oude weer aangenomen. De verordening verbiedt niet, dat billetten worden rondgezonden. Spreker hoopt, dat dit alsnog voor het komend seizoen zal geschieden, wat ongetwijfeld op het aantal te nemen kaarten van goeden invloed zal zij 11. De heer Duparc wijst er op, dat uit het heden door hem uitgebrachte rapport omtrent de rekening van den Brinsentuin reeds de aandacht is gevestigd op deu ach teruitgang der ontvangsten, voortvloeiende uit den verkoop der abonnementskaarten, niettegenstaande de opbrengst der dagkaarten zooveel grooter is geweest. Die achteruitgang is zeker het gevolg daarvan, dat velen zich niet meer willen abonneeren wegens de wanorde, die er Zondagsavonds nóg meer dan vroeger heerscht bij de muziekuitvoeringen, grootendeels als het gevolg van het nieuwe stelsel. Iu 1901 lachte het nieuwe stelsel velen toe. Nu echter de ervaring heeft bewezen, dat het stelsel verkeerd werkt, moet het zoo spoedig mogelijk worden verlaten. roeger toch waren de kaarten strikt persoonlijk eu dc bureaulist eu zijn assistent kenden meerendeels hun Bappenheimers. Thans zijn de kaartjes niet meer persoonlijk, waardoor meuschen van allerlei slag in den tuin komen, die zich alles behalve fatsoenlijk weten te gedragen. Dit nu houdt velen terug zich te abonneereu. Men keere daarom terug tot het vroegere stelsel, onder do werking waarvan du misbruiken al minder en minder waren geworden. De heer Boekhuis verbaast er zich over, dat de heer Duparc, die anders altijd zoo goed iu de geschiedenis eener kwestie thuis is, haar hier geheel negeert. Dat geachte lid zeide, dat de controleurs de bezoekers wel kenden. Dit is echter niet waar; de controleurs kenden voor een groot deel de hoofden van huisgezinnen, doch geenszins de verdere leden van de familie, Toen had de groote han del in huisgenootenkaarten plaats. Juist 0111 de contro le te verbeteren is de nieuwe regeling ingevoerd. Een andere vraag is, of ook weer billetten ter intee- kening zullen worden rondgezonden; dit punt kan bij Burgemeester en Wethouders nader in overweging wor den genomen. De lieer Duparc erkent, dat onder het vroegere stelsel ook misbruiken werden gepleegd, doch ouder het nieuwe is dc toestand er veel erger op geworden. De Voor2iiter sluit hierop de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 5