Vergadering van Dinsdag 11 April 1905.
b. vergunning is verleend tot het maken van eene
vaste brug over het Vliet, onder daarbij gestelde voor
waarden
N
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden vau Dinsdag 11 April 1905. 57
Tegenwoordig 17, later 20 leden, te weten de lieeren
Wilhelmij, Schoondermark, Beucker Andreae, Beerends,
van Ketwich Verschuur, Feddema, Tigler Wijbrandij,
Menalda, Troelstra, Kointer, Oosterhoft', I lijlkema, lvoop-
mans, Haversehmidt, Duparc, Wolfl', Fcitz en later nog
de hoeren Tromp, Beekhuis en Baart de la Faille.
Afwezig de lieeren Lautenbach, Jansen en van .Messel.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 28 Maart 1.1. ge
houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. Bericht van afwezigheid van de heeren Lauten
bach en Jansen en bericht van den heer Beekhuis, dat
hij eerst later ter vergadering kan komen.
2. dat door Gedeputeerde Staten
a. is vastgesteld de gemeenterekening over 1903
in ontvang tot een bedrag van 1.206.254.96.
uitgaaf 1.109.769.56.1
de rekening der d.d. schutterij in ontvang en uitgaaf
op 3.688.15.
Aangenomen voor kennisgeving.
Naar aanleiding van dit besluit zullen aan den Raad
nadere voorstellen worden gedaan, verband houdende met
de finaneieele gevolgen van de voorwaarden, door Gede
puteerde Staten gesteld.
c. de eindbeslissing is aangehouden op het Raadsbesluit
dd. 10 Januari 1.1. no. 5 tot overname van grond aan
het Vliet van Mej. Beekhuis, totdat bij hen zal zijn in
gekomen een besluit, waarbij de kosten, voor de bij ge
noemd Raadsbesluit bedoelde werken op de Geineente-
begrooting worden gebracht;
Naar aanleiding van dit besluit zal den Baad eerlang
een voorstel tot wijziging der Gemeente-begrooting, dienst
1905, bereiken.
d. zijn goedgekeurd, de Raadsbesluiten tot het in gebruik
geven der overdekte Vischmarkt aan de Friesche Tuin-
botiwvereeniging en tot aankoop van rechten van eigenaren
der Zoutsloot.
Wordt aangenomen voor kennisgeving.
3. Adres van II. II. Schroder en 10 anderen, eigenaren
van inrichtingen aan het Vliet, om ter vervanging van
de Poppebrug geen vaste, doch een beweegbare rijbrug
over genoemd vaarwater te leggen.
Wordt voorgesteld door Burgemeester en Wethouders
naar aanleiding van dit adres over te gaan tot de orde
van den dag.
De beraadslaging Wordt geopend.
De heel' Feddmna verklaart, dat dit adres van TL li.
Schroder en 10 anderen wel een beetje meer aandacht
verdient, dan men eraan bew ijst door het ter griffie te
deponeeren. Onder het adres staan de handteekeningen
van de grootste kooplieden hier ter stede, en allen zeer
ernstige mannen. Wanneer die heeren, aan wie Leeu
warden groote verplichtingen heeft, ernstig bezwaar maken
tegen een vaste brug, verdient bun adres meer aandacht.
Daarbij komt, dat dc tijd nu blijkbaar niet ver meer is
of Leeuwarden zal aan de zijde van den Groninger
straatweg aangesloten worden aan een tramlijn. Spreker
meent gelezen te hebben, dat nu twee commissiën daarvoor
werkzaam zijn. En hoe het dan ook komt, het plan is
Steeds, de tramliju aan deze zijde orn de stad heen te
leggen, zoodat een hooge, vaste brug, zeker een bezwaar
zal opleveren voor die verbinding.
Spreker stelt daarom voor, het adres te verzenden aan
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies.
De Voorzitter wil den spreker doen opmerken, dat
zooeven aan den Raad is kennis gegeven van oen besluit
van Gedeputeerde Staten, waarbij voorwaardelijk vergun
ning wordt verleend tot bet leggen der brug over het
Vliet. De voorwaarden, door Gedeputeerde Staten gesteld,
wijken af van hetgeen Burgemeester en Wethouders zich
hadden voorgesteld. De eischen zijn hooger. Daarom
is reeds gezegd, dat Burgemeester en Wethouders met
nadere voorstellen bij den Raad zullen komen. Burge
meester en Wethouders stellen zich voor, de zaak weldra
weder ter tafel te brengen en dan is dat het geschikte oogen-
blik om de vraag onder oogen te zien of het met het
oog op de door Gedeputeerde Staten gestelde eischen ook
wenschelijk zou kunnen zijn, in de oorspronkelijk aan
genomen plannen wijziging te brengen.
Er bestaat dus geen vrees, dat de zaak aan den Raad
ontgaat, omdat de door Gedeputeerde Staten gestelde
voorwaarden, die hoogere kosten meebrengen, aanleiding
zullen geven om de beraadslaging over de uitvoering der
brug te heropenen. Wanneer de heer Feddema dan ter
sprake brengt, hetgeen hij daarover te zeggen heeft, be
reikt hij zijn doel volkomen. Nu is bij den Raad alleen
bekend, dat besloten is tot het leggen eener vaste brug,
hetgeen door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Up
zulk een adres, dat na het vallen van het besluit inkomt,
kan niet anders beslist worden dan door overgaan tot de
orde van den dag. Doch, gelijk gezegd is, de zaak ont
gaat nu aan den Raad toch niet meer.
De heer Komter geeft toe, dat waar is, wat de Voor
zitter zegt, maar zonder er vooraf met den heer Feddema
over gesproken te hebben, had ook spreker op de nieuwe
tramplannen willen wijzen. Bij de behandeling der zaak
in de vergadering van den Raad van 1U Januari j.l. is
een motie in stemming geweest van den heer Wolif,
waarvan de strekking toen wellicht niet door alle ledeu
volkomen is overzien. Men heeft toen misschien weinig
geloof gehecht aan de gestelde mogelijkheid, dat de aan
geduide plannen tot verwezenlijking zouden komen.
Maar nu zijn nieuwe tramplannen in de maak, die ook
wijzen op een verbinding langs het kanaal over een brug
over het V liet. Welnu de door Gedeputeerde Staten
gestelde voorwaarden vergemakkelijken het eenigszius aan
den Raad, om het verlangen van adressanten alsnog in
overweging te nemen. Zal toch een andere nog grootere
hoogte aan de brug gegeven worden, dan wordt het be
zwaar voor de tram nog meer vau beteekenis. Als niet-
deskundige meende spreker reeds, dat de nu ontworpen
brug al te veel helling noodig maakte bij de opritten,
zoodat er iugeval van tramaanleg nog een tweede brug
voor de tram naast zou moeten komen.
Dergelijke wel niet in bijzonderheden uitgewerkte,
maar toch wel degelijk bestaande overwegingen verleunen
aan het voorstel-Feddema dit voordeel, dat Burgemeester
en Wethouders, nu zij de zaak toch weer ter sprake
mouten brengen, haar in vollen omvang kunnen overwegen,
misschien in overleg treden met het nieuwe tram-comité
om een brug te leggen, die voor gemeenschappelijke
rekening zou komen. Voor den Raad zou dat ook zeer
aannemelijk zijn. Do Raad zou een ontwerp en een
kostenberekening voor een beweegbare brug mede in
onderzoek kunnen nemen en zoodoende de vraag in haar
ganschen omvang beoordeelen.
Dat alles zou pleiten vóór de aanneming van het
voorstel-Feddema, dat de geheele zaak weder in handen
van Burgemeester en Wethouders zou brengen in haar
gezamenlijk verband.
De lieer t roelstr J gelooft, dat do Raad het besl doet,
het voorstel van Jen Voorzitter aan tu nemen, dus tot