58 Verslag Van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 A pril 1905. de orde van den dag over te gaan. Men moet niet uit het oog verliezen, dat niet alleen de Raad na ampele discussie het plan voor een vaste brug heeft goedgekeurd, maar dat daarop ook reeds de goedkeuring van Gedepu teerde Staten is verkregen. De zaak verkeert in zooverre nu in staat van wijzen, dat de kosten nu op de begroo ting moeten worden gebracht en ook deze goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Spreker meent, dat men on der die omstandigheden niet meer kan letten op een adres. De belanghebbenden hebben tijd genoeg gehad om adressen in te dienen. Toen hebben zij het niet gedaan. Spreker heeft ook gehoord, dat zij er eerst inderdaad niet zooveel bezwaar tegen hadden. Nu eerst komen zij met hun bezwaren aan. Bij Gedeputeerde Staten was maar één bedenking. De hoogte van de brug, die in liet midden gelijk kon blijven, moest aan de kanten grooter genomen worden, opdat zij wat vlakker kwam te liggen. Nu heeft de heer Komter het bezwaar voor een tram te berde gebracht. Spreker ge looft, dat het daarbij veel vau de lengte der opritten afhangt. De Directeur van Gemeentewerken, zooveel weten Burgemeester en Wethouders reeds, is van oordeel, dat de glooiingen grooter genomen moeten worden. Dat zal ongeveer ƒ800.meer kosten. Mot die oplossing voor oogen zal men de tramplannen, die nog in de lucht hangen, waarvan wellicht even weinig komt als van vroegere plannen en waaropmen in elk geval nog maanden en jaren zal kunnen wachten, niet verder in rekening mogen brengen. Overigens is een vaste brug nog beter voor de tram dan een draaibare. Alleen verkrijgt zij grootere helling, maar die glooiing kan men zoo maken, dat zij geen bezwaar oplevert. Spreker meent, dat het voorstel van den Voorzitter alleszins aanbeveling verdient. Op liet adres wordt nu niet meer gelet. "Wel wordt gelet op hetgeen Gedepu teerde Staten aanvoeren; daarover wordt de Directeur der Gemeentewerken gehoord en die kan daarbij overwegen. of de thans door Gedeputeerde Staten gestelde eischen wellicht een draaibrug aanbevelenswaardig zouden maken. Men moet hier niet op losse schroeven plaatsen wat eenmaal besloten is en dat niet weer ongedaan maken. Daarom kan men niet nu nog ingaan op een adres van belanghebbenden. Blijkt echter bij de behandeling der bezwaren van Gedeputeerde Staten, dat die een wijziging der plannen zelf wenschelijk maken, dan kan men dat altijd nog overwegen. \Vat de kosten der brug betreft, volgens het genomen besluit moet er een vaste brug komen, maar de Directeur heeft verzekerd, dat die zoo zal worden, dat daarover een tram passeeren kan. Spreker wil in herinnering brengen, dat toen de concessie aan de Nederlandsche Tramweg maatschappij werd verleend, deze verplicht werd, een brug te leggen. Maar nu is alles uit. Op verzoek der Maatschappij zelf heeft de regeering haar concessie in getrokken. Als dezelfde Maatschappij nu weer kwam, zou men toch nog met haar overleggen over het dragen van een deel der kosten, maar nu de brug ei moet zijn en de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij er zich niet meer mee bemoeit, kan men op andere vragen eerst letten, als in ernst aanvraag om concessie wordt gedaan en dan kan men ook later nog spreken bij het verleeuen der concessie over de kosten der brug. De heer Fetldema is door de redeneering van den heer Troelstra niet overtuigd. Deze zegt, dat de zaak door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd en in staat van wij zen verkeert. Die opvatting kan spreker niet huldigen. Als de zaak in staat van wijzen verkeerde zou er niet nog een nieuw voorstel van Burgemeester en Wethouders behoeven te komen, en wat de goedkeuring van Gede puteerde Staten betreft, als spreker goed is ingelicht, hebben zij lang geaarzeld, eer zij hun goedkeuring ver leenden en dat onder overwegingen, die een nieuw besluit van den Baad noodig maken. Als de nieuwe tram er komt, zoo wordt gezegd, kan over het dragen van een deel der kosten van de brug altijd nog in overleg worden getreden. Maar een brug van 3.25 M. bovenkant brug boven Pr. Zomerpoil, zal de tram die willen gebruiken? En dan komt de vraag: wat wordt de waarde van de terreinen, die langs die, zoo ver opgehoogde hellingen komen te liggen In het belang van den aanliggenden grond, van de doorvaart en van de handelaren, die het adres inzonden, verdient de zaak nog wel eens ernstig onder oogen gezien te worden. Spreker wil niet ingaan tegen het genomen besluit, niet een bepaalde beslissing uitlokkon achterna, maar wenscht, dat op al het aangevoerde worde gelet. Wat is er tegen Aan het besluit, dat de brug er zal komen, valt niet te tornen. Dit is ook niet het doel. Maar wanneer achterna blijkt, dat een Raadsbesluit niet in het belang is van velen, dan behoeft de Raad zich niet te schamen, erop terug te komen. De heer van Ketwich Verschuur appuyeert het voorstel van den heer Feddema. Wanneer er zoovele belangen op het spel staan, en zoo groote belangen van de scheep vaart en den omwonenden handel, dan meent spreker ook, dat men een adres als waarmee men hier heeft te doen, niet zoomaar ter zijde mag leggen. Er is te meer reden tot overweging, aangezien die nieuwe weg toch nog eens bij den Raad aan de orde moet komen. Spreker acht het voorstel van den heer Feddema volkomen juist en waar de gelegenheid ertoe zich voordoettengevolge van de bezwaren van Gedeputeerde Staten, moet men inderdaad de gerezen bedenkingen alsnog onder de oogen zien. Wanneer men doet, hetgeen de Voorzitter voorstelt, gaat het adres naar de Secretarie en ziet de Raad het wellicht nooit terug. De Voorzitter wil er toch op wijzen, dat de Raad besloten heeft, een vaste brug te leggen. De leden, die nu ten aanzien van het adres niet tot de orde van den dag willen overgaan, omdat zij zeggen, dat op de daarin aangevoerde zaak niet gepraejudicieerd mag worden, grijpen zelf de door dit adres geboden gelegenheid aan om af te wijken van het genomen raadsbesluit, en daartegen te reageeren. Daartoe is hier te minder reden, omdat ineu de zaak toch onder oogen krijgt bjj de wijziging der begrooting, waar Burgemeester en Wethouders de juiste fiiiancieele voorstellen hebben te doen. De heer DuparC erkent, dat het volkomen waar is, dat men met het amendement-Feddema gaat reageeren tegen het vroegere raadsbesluit. Maar er is een spreekwoord dat zegt: „Beter ten halve gekeerd dan ten heele ge dwaald". Op dit oogenblik zou spreker moeilijk kunnen zeggen, overtuigd te zijn van het voordeel eener beweeg bare brug, hij meent echter, dat het voorstel-Feddema toch geen kwaad kan. Voor zoover spreker den heer Troelstra heeft kunnen verstaan, is hij het met dezen wel eens, dat het niet aangaat, Burgemeester en Wet houders en den Raad een werk te laten doen en dan achterna met bezwaren te komen. Doch indien later mocht blijken, dat er gegronde bezwaren zijn tegen het genomen besluit, dan zou men daaraan kunnen tegemoet komen, al wil men dat ook reageeren noemen tegen een eens genomen besluit. Als men besluit, over te gaan tot de orde van den dag, dan kan het wezen dat meu de kwestie daarmee praejudicieert. Wel zou men het begraven adres weer kunnen opgraven, spreker is van oordeel, dat men het zoover niet moet laten komen en daarom ingaan op het voor stel-Feddema. liet bevreemdt den heer Troelstrd eenigszins, dat de heer Duparc nu de meening verkondigt, dat het adres moet behandeld worden als ware het op tjjd ingediend. De heer Duparc toch houdt steeds den eerbied voor 's Raads besluiten hoog. Nu is in den Raad de kwestie van vaste brug of draaibrug toch ook wel bespl'okeu Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1905. 59 en met groote meerderheid heeft de Raad tot een vaste brug besloten. Gedeputeerde Staten hebben dat ook al goed gekeurd. Adressanten hadden bijtijds met hun bezwaren moeten komen, liet gaat niet aan, als alles gereed is, nog op een adres te letten. De Raad declineert daarmee zichzelf. Het zou net zijn alsof men de kwestie toen, bij de behandeling van het voorstel, niet onder oogen had gezien. Het is geheel zooals de Voorzitter het voorsteltals de stukken nu in handen worden gesteld van den Directeur van Gemeentewerken en de bezwaren blijken gegrond, de oprit te hoog, dan kan dat misschien aanleiding geven om alsnog een voorstel te doen tot het leggen eener draaibare brug. Dan gebeurt dat echter niet op grond van het bij den Raad te laat ingezonden adres, maar tengevolge van de opmerkingen van Gedepu teerde Staten. De heer Duparc moet naar aanleiding van het compli mentje van den heer Troelstra, dat spreker altijd eerbied toont voor besluiten van den Raad, doen opmerken, dat wel niet één der overige leden daarin voor spreker zal behoeven onder te doen. Eerbiediging van genomen be sluiten willen allen, maar spreker gelooft toch, dat als de zaak nu nader onderzocht wordt en het advies over het adres dan ongunstig luidt, degenen, die voor een vaste brug zijn, evenals Burgemeester en Wethouders zelf, zich des te sterker zullen gevoelen, en dat het daarom geen kwaad kan, de zaak nog eens onder oogen te zien, waarmee spreker echter volstrekt niet wil zeg gen hoe hij bjj een eventueel nader voorstel zal stemmen. Spreker denkt aan een soortgelijken strijd, hier jaren geleden gevoerd. Het ging toen over do vraag of de Wirdumerpoortsbrug vast of beweegbaar zou worden. Dat was een zeer felle strijd. Nadat men er op een 1 Donderdag van 's morgens 10 tot 's namiddags 4 uur over had beraadslaagd, stond het besluit bijna vast ten gunste eener vaste brug. Wegens het vergevorderde uur werd de verdere behandeling tot den volgenden avond uitgesteld. En toen bleek do waarheid van het spreek woord „La nuit porto conseil"we kregen gelukkig een beweegbare brug. Evenals toen zou ook hier de meerderheid misschien bij nadere overweging op haar besluit wenschen terug te komen. De Voorzitter constateert hier een verschil in appre ciatie van het genomen besluit. De heer Troelstra heeft terecht gezegd: wat de hoeren Duparc en van Ketwich Verschuur willen, is, dat de zaak opnieuw in overweging zal worden genomen, nadat zij ampel overwogen en reeds beslist is. De Raad heeft zich toch inderdaad rekenschap gegeven van de vraag of het een vaste of een beweeg bare brug zou worden en van de daarbij betrokken scheep vaart- en andere belangen. Nu na ernstige overweging tot een vaste brug is besloten, wil men nog eens gaan overwegen of men niet toch een draaibare zal leggen. Wat spreker aan den heer Feddema heeft geantwoord, blijft volkomen waar, de zaak wordt nog eens onder de oogen gezien maar niet op grond van adressen, die slechts argumenten aanvoeren, waarvan men te voren de volle waarde heeft gekend en die men dan ook heeft over wogen, maar op grond van hetgeen Gedeputeerde Staten willen, hetgeen misschien zware oilers zou vereischen. Dan blijft het toch waar, dat men naar aanleiding van dit adres alleen kan overgaan tot de orde van den dag. Dar adres bevat niets nieuws en wanneer de Raad een adres ontvangt, waarin niets staat, dat niet reeds in over weging is geweest, is geen ander besluit mogelijk dan over te gaan tot de orde van den dag. De lieer van Ketwich Verschuur doet naar aanleiding van het door den Voorzitter gesprokene opmerken, dat hij alleen Wenscht, dat het adres niet doodgezwegen zal worden. Spreker wil niet op grond van dat adres reeds nu een bepaald voorstel doen, maar wenscht het in over weging genomen te Zien, nu daarvoor gelegenheid bestaat. De heer Komter wil even in herinnering brengen, dut bjj de behandeling der kwestie de vraag waar de brug zou komen, zoodanig domineerde, dat de vraag of de brug vast of beweegbaar zou worden, misschien niet aan allen zoo heel sehcr|> heeft voorgestaan Pleitende vóór het voorstel-Feddema, wil spreker niet geacht worden bepaald reeds vóór een beweegbare brug te zijn, maar alleen wenscht spreker, dat de Raad bij de nadere voorstellen van Burgemeester en Wethouders ook toegelicht krijgt, wat de kosten zouden zijn eener beweeg bare brug, zoowel van aanleg als van onderhoud en bediening. Wanneer de zaak op deze wijze wordt voor bereid, zal de Raad daarover met vrucht kunnen oordeelen. Spreker komt het voor, dat de heer Troelstra de mogelijkheid van tram-aanleg naar een te verre toekomst opschuift. En als er een tram komt, staat het wel vast, dat deze tegenover een subsidie voor den aanleg der brug voorwaarden zal willen stellen van hoogte en oprit, die men daarbij in acht zal moeten nemen. Dat pleit vóór het voorstel-Feddema en spreker ziet niet in wat er tegen is. De Voorzitter wil er even de aandacht op vestigen, dat hetgeen het laatst door den heer van Ketwich Ver schuur is gesproken, steun geeft aan spreker 's voorstel. De heer van Ketwich Verschuur wil niet het adres in behandeling brengen, maar er de aandacht op vestigen. Dat wordt met spreker's voorstel toch geheel bereikt. Alle leden van den Raad kunnen kennis nemen van het adres, maar dit is ingekomen na het nemen van het Raadsbesluit en als men nu zegt, niet te weten wat er tegen is, het als tijdig ingekomen te behandelen, zegt sprekerde waardigheid van den Raad verzet zich er tegen. Waar deze alles overwogen heeft wat in het adres staat en met groote meerderheid tot een vaste brug heeft besloten, moet ten aanzien van dit zoo laat inge komen adi os fot.de orde van den dag worden overgegaan ter wille van de waardigheid van den Raad. De heer Troelstra kan naar aanleiding van hetgeen de heer Komter zegt over de tramplannen wel mede- doelen, dat Burgemeester en Wethouders eenige dagen geleden een rapport hebben ontvangen van den opzichter Garrels, waaruit blijkt, dat de Poppebrug in haar tegen- woordigen staat werkelijk gevaar oplevert en bij de vervanging dus meer haast is, dan dat men zou kunnen wachten, totdat meu zekerheid heeft over de tramplannen, In stemming gebracht, wordt het voorstel-Feddema aangenomen met 11 tegen (J stemmen. Vóór de heeren Komter, Koopinans, Haverschmidt, Duparc, Feitz, Wilhelmij, Sehoondermark, Beerends, van Ketwich Verschuur, Feddeina en Tigler Wijbrandij. Tegen de heeren Menalda, Troelstra, üosterhoff, Hijl- kema, Wolff en Beucker Andreae. Zoodat besloten is, het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. 4. Adres van liet Bestuur van de vereeniging voor Veldarbeiders, om een lokaal beschikbaar te willen stellen voor maaiers en hooiers voor het houden eener arbeids beurs, met adressen van adhaesie van den Leeuwarder Bestuurdersbond en het Bestuur der Volkskiesvereeniging „Iluizum". Spoedshalve wordt onmiddellijk prae-advies uitgebracht, opdat op het verzoek nog in deze maand kunne worden beschikt. 5. Adres van het Noord-Xeder). Spoorweg-comité om een subsidie of renteloos voorschot ten behoeve van do oprichting eener Maatschappij tot aanlog en exploitatie eener spoorlijn Groningen—-Roden enz. Wordt gesteld in handen van Burgemeester eu Wet houders ten hue van prae-advies.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 2