Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1905.
het karakter van doorloopend vaarwater). Waar Gedepu
teerde Staten dit alles schrijven, kan men niet goed spre
ken van de goedkeuring, die zij aan de zaak gehecht
zouden hebben.
Er is gezegd, dat toch altijd voor belanghebbenden
beroep op de Kroon openstaat, maar in casu zou de heer
de A'ries Feijens, die de plaatselijke bladen en de Hande
lingen van den Raad waarschijnlijk niet leest, aangezien
hij te Rrussel woont, onmogelijk kennis hebben kunnen
nemen van de aangelegenheid, dan door de kennisgeving,
die hem krachtens het reglement is toegezonden en waarin
hij aanleiding heeft gevonden tot inzending van een be
zwaarschrift. Hem zou al direct de gelegenheid ontno
men zijn geweest, zijn bezwaren te laten hooren, ware
hij slechts op het door de Gemeentewet opengestelde be
roep op de Kroon aangewezen geweest.
De heer Duparc heeft geen nieuwe argumenten tegen
zijn Nota hooren aanvoeren. De heer Wolff heeft echter
getracht, te betoogen, dat er in 1903 een bijzondere re
den was om niet terstond over te gaan tot den nu door
Burgemeester en Wethouders voorgestelden maatregel.
Maar tusschen Juni 1903 en thans is zooveel tijd ver-
loopen, dat, toen de zaak der cartonfabriek in orde was,
Burgemeester en Wethouders dan toch in hun stelsel
eerder hadden moeten handelen. Waarom dan nu zooveel
haast F
Beide leden, die sprekers meening hebben bestreden,
zij ii intusschen schuldig gebleven het antwoord op spre
kers vraag, hoe men ooit kan spreken van een in de
Potmarge liggenden dam, terwijl de dam nog moet wor
den gelegd, en hoe men tevens daarom ooit kan voldoen aan
het uitdrukkelijk voorschrift van art. 2 van het reglement,
dat de staat een duidelijke omschrijving der werken
moet bevatten. Hoe is het ooit mogelijk, vraagt spreker,
iets wat er nog niet is, duidelijk te omschrijven F
Met den heer Wolff heeft spreker nog een taalkundige
kwestie af te doen. Up het door dit geachte lid aan
spreker gebracht compliment, wil spreker van zijn kant
gaarne de verklaring afleggen, dat dit lid voor spreker
mede steeds een autoriteit is geweest bj de uitlegging
van wetten, óók in taalkundig opzicht. Maar waar de
heer Wolff nu zegt, dat de behoefte, waarvan art. 4
spreekt, er reeds is, als de omstandigheden er zijn, die tot
wijziging voeren, daar zegt sprekerdat is eerst het
geval als de dam is gelegd.
De hoeren Beekhuis en Wolff ontkennen beiden, dat
de goed keuring der begrooting in zich zou sluiten goedkeuring
van den aanleg van den dam, afgescheiden van de vraag
hoe die zou moeten worden ingericht. Spreker houdt
echter vol, dat Gedeputeerde Staten eerst implicite, later
onvoorwaardelijk het leggen van een dam in de l'otmarge
hebben goedgekeurd. En daarom wenseht spreker nogmaals
te vragen, of het denkbaar is te achten, dat Gedepu
teerde Staten, na herhaaldelijk een cjjferpost in ontvangst
te hebben goedgekeurd, later, als alles geregeld is, het
uitvoeren van het, hier trouwens vrij eenvoudige werk
niet zouden goedkeuren.
Van weerlegging der geleverde critiek op het regle
ment wil spreker zich onthouden. Dit ligt trouwens ook
niet op zijn weg Alleen dit, dat, als men de geschie
denis van het reglement nagaat, zal bl ij ken, dat het doel
van het reglement alléén was om er voor te waken dat
werken niet zoo maar voetstoots aan den publieken dienst
zouden worden onttrokken, geheel, in aansluiting bij art.
23Ü der Gemeentewet. Het was wat men zou kunnen
noemen een heele lijdensgeschiedenis, want de bevoegdheid
der Staten tot vaststelling van het reglement werd in
en buiten hun midden niet weinig betwist. De heeren
Wolft' en Beekhuis zijn daarmede misschien niet geheel
bekend. De heer van Ketwich Verschuur heeft er blijk
baar studie van gemaakt.
Spreker wenseht ten slotte den raadsleden, die in twijfel
Verkeeren, of zij hun stem al dan niet aan het voorstel
kobben te geven, toe te roepen In dubio abstine
In stemming gebracht, wordt het voorstel van den heer
Duparc verworpen met 16 stemmen tegen en 4 stemmen
vóór, die der heeren Duparc, Baart de la Faille, Schoon-
dermark en van Ketwich Verschuur.
De beide onderdeelen van bet voorstel van Burgemees
ter en Wethouders worden daarna achtereenvolgens bij
hoofdelijke stemming aangenomen mot 16 stemmen vóór
en 4 stemmen tegen, die derzelfde heeren.
Zoodat besloten is:
I. aan het gemeentebestuur van Leeuwarderadeel en
aan Mr. L. A. K. J. de Vries Feijens te Brussel te doen
weten, dat de door hen tegen den ontworpen suppletoiren
staat van verandering in den staat van de openbare wa
terstaatswerken in de gemeente Leeuwarden ingediende
bezwaren, den Raad na onderzoek, geene aanleiding heb
ben gegeven in dien staat wijziging aan te brengen dat
wat liet door laatstgenoemden reclamant sub lo verlangde
betreft, tegen het plaatsen van eene voldoende veekee-
rende afscheiding op den te leggen dam op kosten der
gemeente geen bezwaar bestaat, doch dat hetgeen verder
door hem wordt verzocht, niet voor inwilliging vatbaar is;
II. voorloopig vast te stellen den 6eu suppletoiren
staat der openbare tot den genieenen dienst van allen
bestemde waterstaatswerken in de gemeente Leeuwarden,
tot wijziging van de primitieve staten der bedoelde wa
terstaatswerken, zooals die zijn vastgesteld bij besluit van
de Gedeputeerde Staten van Friesland d.d. I Februari
1883 no. 58, gelijk die staat is ontworpen bij besluit
van Burgemeester en Wethouders van 8 Februari 1905.
10. Stemming over het voorst el-Trompe.g. verdere
behandeling van het voorstel, van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging der verordeningregelende het gebruik
van de Beurs Bijlage no. 6).
De Voorzitter heropent de beraadslaging over liet voor
stel van Burgemeester en Wethouders en het voorstel-
Tromp, waarover in de vorige vergadering de stemmen
staakten.
De heer Van Ketwich Verschuur heeft vernomen, dat
de titularis behalve zijn vaste traetemeut nog belangrijke
baten heeft en een toelage voor door zijn vrouw vervulde
functies. Zou daaromtrent ook iets naders kunnen
worden medegedeeld F
De heer Hijlkema kan die vraag wel beantwoorden.
De vrouw van den Beursmeester krijgt een toelage van
100 voor de inning der Beursrechten. Zij geeft Vrijdags
de toegangspenningen uit. Die toelage komt den Beurs
meester wel niet direct maar toch indirect ten goede.
De lieer Tromp wil over die kwestie nog iets in het
midden brengen. Uok spreker was ter oore gekomen,
dat de vrouw van den Beursmeester op dit oogeublik
een functie aan de Beurs vervult, waarvoor zij een be
looning ontvangt. Maar als men den schijn wil wekken
dat dit een toelage is op het tractement van den Beurs
meester, dan is dat onjuist. Vroeger had men een anderen
titularis voor dezelfde functie en die dezelfde bezoldiging
ontving als nu de vrouw van den Beursmeester. Haar
is gevraagd destijds namens Burgemeester en Wethouders
of zij die functie wilde vervullen, toen die andere titularis
ophield. Die functie en het daarvoor betaalde salaris
hebben met liet salaris van den Beursmeester niets te
maken.
De heer Feddema wenseht naar aanleiding der gemaakte
opmerking wel een vraag te stellen Behoort het innen
der Beursrechten tot het werk van den Beursmeester F
Als hij die gelden moet innen en zijn vrouw krijgt
daarvoor iets extra's, dan is dat een belooning boven zijn
gewone salaris. Maar als dit het werk is van een ander,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1905. 67
is de toelage aan zijn vrouw ook een bezoldiging voor mag dit thans gezegd worden van het standpunt van
een afzonderlijk werk. Burgemeester en Wethouders. De heer Hijlkema zeide
n.l. dat de Beursmeester te veel ijver toonde en dat
De heer Hijlkema deelt mede, dat in de instructie van daardoor de betrekking zwaarder leek dan zij was. Daarin
den Beursmeester de inning der Beursrechten niet voor- ligt opgesloten dat het voor den functionaris beter zou
komt. Dat is iets aparts. Als hef tot zijn functie be- zijn geweest wat minder ijver te hebben. Men lacht
hoorde, zou het in de instructie staan. daarom, maar te veel is tochmeer dan goed is.
Spreker moet den heer Tromp toegeven, dat men strikt Andere ambtenaren konden daardoor wel eens er toe
genomen de twee bezoldigingen niet mag vereenigen bij geleid worden zich wat minder in te spannen, omdat de
de beschouwing der aanhangige zaak. liet zou mogelijk promotie dan wat beter gaat. Daarin zit het gevaarlijke van
zijn, dat die post aan een ander was gegeven dan aan de i het standpunt van Burgemeester en Wethouders. Spreker
vrouw van den Beursmeester. Toch, als men nu het geheel doet opmerken, dat dit 't eenige argument is van
in aanmerking neemt, kan men ook ertoe overhellen, Burgemeester en Wethouders,
het één en ander bij de beschouwing niet geheel te
scheiden. Dat is een zaak van persoonlijke opvatting. In stemming gebracht wordt sub lo van het voorstel
van den heer Tromp (gelijkluidend met het voorstel van Bur-
De heer Tromp is het geheel eens met de opvatting genieester en Wethouders) dat met algemeene stemmen
van den Wethouder, die het zelf bloot toeval noemt, wordt aangenomen, waarmee besloten is
dat de vrouw van den Beursmeester die functie bekleedt. Art. 5 der verordening, regelende het gebruik van de
De beide salarissen zijn dus volstrekt afgescheiden van Beurs (Gemeenteblad 1880 no. 9) zooals dat is gewijzigd
elkaar en komen slechts toevallig in één huishouden, bij Raadsbesluit van 6 November 1893 (Gemeenteblad
En het is niet de kwestie of dat huishouden met die no. 23) opnieuw te wijzigen door in het eerste lid in
100 nu wel bestaan kan, maar of deze man, die 20 plaats van 200 te lezen 300.
jaar lang met eere een betrekking waarneemt, waarin
hij de gemeente representeert, die volgens de Beurscom- De Voorzitter vraagt den heer Tromp of deze goed-
missie in aanmerking komt voor het maximum-tractement vindt, dat ter verduidelijking aan sub. 2o van zijn voorstel
en geen andere vaste betrekking naast deze kan bekleeden, worden toegevoegd de woorden: „is bereikt". Dan zal
hier dus volgens de Commissie zijn hoofdbetrekking heeft, dat voorstel luiden:
voldoende beloond wordt met 400. Er is ontkend, dat alinea 2 van liet wijzigingsbesluit der bovengenoemde
dit een hoofdbetrekking voor iemand zou zijn. Maar als verordening d.d. 6 Nov. 1893 (Gemeenteblad no. 23)
men weet, dat deze titularis naar een tractement van aldus te wijzigenen na geschiktheid telkens na 5 jaren
600700 gulden is aangeslagen en men rekent de/100 met 50 worden verhoogd, tot een maximum van500
van zijn vrouw mee, dan blijft er nog 200 over aan is bereikt,
inkomsten uit andere bron. Wat is dan wél zijn hoofd
betrekking F Waar in hot geheel geen motief wordt De heer Tromp hecht daaraan zijn goedkeuring,
aangevoerd tegen het advies der Beurscommissie, meent
spreker, dat men goed zal doen, volgens dat advies te Sub 2o van liet voorstel-Tromp daarna in stemming
handelen. komende, verklaren 10 leden zich daar vóór en 10 daar
tegen.
De heer Beerends wenseht ook nog een vraag te stellen. Vóór stemmen de heeren Baart de la Faille, Oosterhoff,
Wanneer de Raad besluit, vergunning te verleenen tot Wolff, Schoondermark, Beerends, Feitz, Tromp, Duparc,
het houden eeuer tentoonstelling van schilderjjen of iets van Ketwich Verschuur en Koopmans.
dergelijks in dó Beurs, en de Beursmeester wordt belast Tegen de heeren Beekhuis, Wilhelmij, Beucker Andreae,
met het toezicht, krijgt hij daarvoor dan ook extra ver- Feddema, Tigler Wijbrandij, Menalda, Troelstra, Komter,
goeding, of behoort dat tot zijn bezigheden F Ilaverschmidt en Hijlkema.
De heer Hijlkema deelt mede, dat de Beursmeester De Voorzitter constateert, dat de stemmen ten tweeden
voor alle buitengewone zaken wordt beloond, of hij moest male staken en het voorstel dus geacht moet worden to
het uit persoonlijke overwegingen of ambitie misschien z.ijn verworpen,
gratis doen. Het zal velen leden bekend zijn, dat hij
ook altijd bij het stembureau is. Daarvoor wordt hij ook 11. Primitief kohier can den HoofdeUjken Omslag
afzonderlijk beloond. Overigens doet hij uit hart voor dienst 1005.
de Beurs meer dan lijj behoeft. Zijn vrouw is nu aan
gesteld als chef over interlocale telefoon-cellen, en geniet In verband met de behandeling van het primitief ko-
daarvoor eene bezoldiging van/1.50 per Beursdag. Spreker hier van den Iloofdclijken Omslag dienst 1905, wordt do
wil gaarne verklaren, dat Burgemeester en Wethouders openbare vergadering geschorst en in comité overgegaan,
ongetwijfeld de ambitie van den titularis zeer op prijs Na heropening der deuren wordt besloten
stellen. De afzonderlijke inkomsten kan men zeker wel 1. het kohier vast te stellen op een totaal der cijfers
gescheiden beschouwen, maar spreker ziet er toch eeuig van aanslag ad 6873.719 en met een totaal van aanslagen
verband in. ten bedrage van 244.545,171
II. te bepalen, dat van iederen aanslag zal worden
De heer Tfomp had zooeven nog een punt vergeten, ingevorderd 99 percent, in verband waarmede het te
maar wordt daar nu van zelf op teruggebracht. Bij de innen bedrag zal bedragen eene som van ƒ242.098.79.
behandeling van het vorige punt is gesproken over het
inslaan van een gevaarlijken weg; met veel meer recht Re Voorzitter sluit hierna de vergadering.