70 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1905. gen van twee vaste brugjes over de sloot tusschen het terrein der gemeente en het sportterrein aan den Wester singel en tot het dempen van een gedeelte sloot naast den bestaanden dam bij de brugwachterswoning aldaar. De beraadslaging wordt geopend. Het komt den heer Duparc vóór, dat de Kaad op dit voorstel of liever op dit verzoek geen beschikking mag nemen, liet adres is onderteekend en ingediend door C. Lerk namens de Friesche Sportclub. Jn verband daar mede wenscbt spreker te wijzen op het tweede lid van art. 8 der Grondwet, waarbij is bepaald, dat onderteeke- ning van verzoeken uit naam van anderen alléén kan geschieden krachtens schriftelijke bij liet adres overge legde volmacht. Daar hier zulk een volmacht niet is overgelegd, zou het nemen eener beschikking op het ver zoek dus zijn in strijd met de Grondwet. Het best is, de zaak aan te houden en aan Lerk of aan het bestuur der Sportclub in overweging te geven een nader ver zoekschrift in te dienen, overeenkomstig het uitdrukke lijk voorschrift der Grondwet. De Voorzitter is van oordeel, dat de heer Duparc ge lijk heeft, liet verzoekschrift is onderteekend door den heer Lerk namens de Sportclub en van een machtiging is bij Burgemeester en Wethouders niets bekend. Er is niets waaruit blijkt, dat de onderteekenaar bevoegd is tot requestreeren namens de Sportclub. De heer Beekhuis gelooft toch niet, dat men de be paling der Grondwet zoo beperkend moet opvatten. Er is toch niet altijd een volmacht noodig. Het is mogelijk, dat de statuten aan een enkel bestuurslid de vereischte volmacht reeds geven. Spreker weet niet hoe de statu ten der club luiden. Vóór dat men een antwoord geeft gelijk de heer Duparc wil, dient dat eerst onderzocht te worden. De heer Duparc had de gemaakte opmerking min of meer voorzien. Hij antwoordt er op, dat de adressant dan bij het adres de statuten had moeten overleggen, waarbij hem de bedoelde bevoegdheid is verleend. Men weet trouwens in het geheel niet in welke qualiteit Lerk optreedtspreker hoort zeggen, dat hij slechts als aan nemer van het werk optreedt, niet eens lid is van het bestuur. Iloe het intussehen ook zij, de Grondwet ver biedt den Raad,op het verzoek, zooals het ligt, te beschikken. De lieer Koopmans kan mededeelen, dat de statuten van de Friesche Sportclub zijn goedgekeurd, maar nog niet in de Staatscourant opgenomen. De lieer Lerk is aandeelhouder-commissaris der vereeniging. Hij nam op zich om het verzoek te doen, omdat men meende, dat het zoo wel koner bestond nog geen vereeniging en de tijd drong. Ten einde nog dit jaar van de renbaan te kunnen profiteeren, meende men, dezen weg wel te kun nen iuslaan. Spreker kan overigens ook niets anders mededeelen, dan dat de heer Lerk aandeelhouder-com missaris is van de nu opgerichte vereeniging. De Voorzitter blijft het ook na het gesprokene door andere leden eens met den heer Duparc, dat het beter is, nu geen beschikking op het verzoek te nemen, maar te wachten totdat iemand het verzoek met bepaalde mach tiging der vereeniging herhaalt. Met algemeene stemmen wordt besloten, geen beschik king op het verzoek te nemen. 2. Brae-advics van Burgemeester en Wethouders omtrent het adres van T. van der Hoek en J. Bietstraom eene strook grond vóór hunne woningen aan den Stienserweg nos. 44a44b en 44c in erfpacht te bekomen. Met algemeene stemmen wordt, overeenkomstig de con clusie van het prae-advies besloten, aan adressanten, aan wie vroeger onder nader omschreven voorwaarden ver gunning is verleend tot het dempen der sloot vóór hunne woningen en tot het plaatsen van een hek op de eigen- domsgrens, te kennen te geven a. dat op hun verzoek niet kan worden ingegaan en de Raad mitsdien aan de eenmaal vastgestelde voorwaar den blijft vasthouden b. dat binnen twee maanden na dagteekening van dit besluit door hen moet zijn voldaan aan alle de voorwaar den, vermeld in het raadsbesluit van 9 Augustus 1904, no. 7, en bij gebreke daarvan de daarbij aan hen verleende vergunning zal geacht worden te zijn ingetrokken. 8. l'rac-advies van Burgemeester en Wethouders om trent het verzoek der vereeniging van Veldarbeiders om voor de maaiers en hooiers een in het centrum der stad gelegen lokaal beschikbaar te willen stellen voor ai beidsbeurs. De beraadslaging wordt geopend. De heer Koopmans woont als lid dezer vergadering nu voor de tweede maal de behandeling van deze zaak bij. De vorige maal is er wel over gediscussieerd maar vooral over het feit, dat de zaak toen te laat in behan deling kwam. De gronden, waarop Burgemeester en Wethouders dit prae-advies laten rusten, zijn een vervolg op vroegere adviezen. Aan spreker zijn die niet bekend, maar hij zou den Raad wel willen wijzen op hetzelfde feit, dat ook reeds ofschoon misschien wat schril, in het adres is genoemd. Dat men veel over heeft voor landbouw en veeteelt, kan de mooie veemarkt hier ter stede getuigen. Die kan nu voor het vee zijn, doch spreker wil maar veronderstellen, dat die mooie luifels voor de kooplieden zijn, die ter markt komen. Spreker wil het vee op zijn plaats laten staan en rekenen, dat de luifels enkel dienen om de kooplieden tegen regen en zonneschijn te beschutten. Welnu, als dat het geval is, wenscht spreker de veldarbeiders op één lijn te stellen met de kooplieden. Zonder uit te weiden over liet groote algemeene belang, dat de veldarbeiders door hun werkkracht helpen bevorderen, wil spreker er alleen op wijzen, dat men toch wel iets voor hen over mag hebben. Groote afstanden leggen zij meest te voet af om naar hier te komen en dan moeten zij des namiddags weer naar huis of naar den boer, bij wien zij zich verhuurd hebben, en veelal hebben zij niet het geld om gebruik te maken van trein, train of boot. Zij willen gedurende den tijd dien zij hier in de stad doorbrengen, wel eenige rust vinden. Er mag iets zijn tcgeii de inwilliging van hun verzoek. Maar kan dan niet op eenige andere wijze aan hun wensch worden tegemoet gekomen, nu deze op tijd is kenbaar gemaakt P Spreker heeft een tegenvoorstel gereed, aangezien hij met het prae-advies niet kan meegaan en stelt voor Aan adressanten te berichten, dat gedurende de maan den Mei en Juni zal worden disponibel gesteld een deel van het Uude Waaggebouw, onder nader door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden. liet laatste voegt spreker er aan toe, opdat Burgemeester en Wethouders eenige beperkende voorwaarden kunnen stellen, omtrent liet gebruik dier lokaliteit. liet voorstel wordt ondersteund en komt dus mede in behandeling. De heer Jansen deelt mede, dat de reden, waarom hij het voorstel-Koopmans ondersteunt, hierin is gelegen, dat ook spreker veel gevoelt voor het verschatten eener lokaliteit aan deze menschcn. 's Nachts komen zij al van huis naar de stad loopen, om hier in aanraking te komen met de landbouwers, van wie zij werk hopen te verkrijgen. Jaren en jaren hebben zij op den hoek van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1905. 71 Nieuwestad en Wirdumerdijk vóór Loyenga gestaan en de politie had dan altijd heel wat werk om hen van de straat af te houden. Zij stonden daar onbeschermd voor zonneschijn en regen, vaak vermoeid en zonder geld om ergens in te gaan, terwijl zij bovendien, als zij zich ver spreidden, de mogelijkheid misliepen, om in aanraking te komen met de landbouwers. De heer Koopmans zeide, dat deze zaak voor de tweede maal werd behandeld, maar spreker meent, dat het zeker al de derde, zoo niet vierde maal is. Bij een vorige gelegenheid is ook al eens gewezen op de Waag. De argumenten, die daartegen werden aangevoerd, ten bctooge dat dit niet zou kunnen, waren gewoonlijk niet sterk. Het heette, dat dan eenige kleine kooplieden met hun dischjes zouden moeten verschikken op Vrijdag. Spreker heeft dat nooit een sterk argument gevonden en is er altijd mee vóór geweest om voor de veldarbeiders eenige gelegenheid beschikbaar te stellen, liet is waar, het is niet zoo heel gemakkelijk, aan deze menschen een lokaal in een school of waar dan ook aan te wijzen zij komen hier in de stad stoffig en bezweet en zien er niet zoo heel eomme-il-faut uit, maar in de Waag, waar het onder- en bovenzaaltje Vrijdags ongebruikt staat zou volgens het voorstel-Koopmans met ecnigen goeden wil wel een gedeelte aangewezen kunnen worden ter beschut ting voor die lieden. liet is nooit gebleken, dat die goede wil bij Burge meester en Wethouders niet bestond. Ook zij verklaarden wel aan het verzoek te willen voldoen, als er maar een lokaal was. Maar als de goede wil nu toch besbiat, is er ook wel iets te vinden om die menschen tegen regen en zonneschijn te beschutten. Het nut voor die menschen zelf behoeft spreker waarlijk niet aan te tooncn, maar ook het algemeen belang brengt mede om aan deze werk zoekenden een goede gelegenheid te geven. Het is wel niet bepaald een stadsbelangal die menschen gaan naar buiten, maar waar de stad zoo veel belang heeft bij de provincie, mag zij ook wel iets opofferen voor een zaak, die zoowel deze menschen als ook andere belanghebben de marktgangers aangaat. Spreker hoopt, dat er nog vele Raadsleden zullen zijn, die er wat voor gevoelen, dat hier een schikking getrof fen wordt. De heer Hijlkema kan niet veel nieuw licht ontsteken. Bjj den Raad is de geheele zaak bekend, die al meer dan eens is behandeld. Het verwondert spreker, dat de Vereeniging van Veldarbeiders ieder jaar met ditzelfde verzoek terugkomt, waar zij toch weet, dat onoverko melijke bezwaren bestaan om er aan te voldoen. Ver leden jaar in Juli is het vóór en tegen hier weer in den breede bekeken. Dok is erkend, dat bij Burgemeester en Wethouders en den Raad de goede wil niet ontbreekt, maar spreker meent, dat het werkelijk onmogelijk is gebleken aan het verzoek te voldoen. Destijds is op voorstel van Burgemeester en Wethouders de Vischmarkt aangewezen. Maar de veldarbeiders willen per só op de Wirdumerdijk zjjn, en daar is geen plaats. Men heeft ge zegd de Oude Waag; ook de Nieuwe Waag is wel ge noemd. Die laatste moet echter voor den handel in boter en kaas gereserveerd blijven. En het komt spreker voor, dat men ook aan de Uude Waag, als men het beneden gedeelte daarvan voor het doel zou inrichten, in conflict zou komen met de menschen, die er nu zjjn. Up Vrijdagen is nu de geheele omtrek ingenomen door men schen in klein-bedrijf. Die kan men wel wegsturen voor de maaiers, maar spreker zou dat onbillijk vinden. In dat klein-bedrijf vinden grootendaels stedelingen een bestaan. Dan zou er niets overblijven dan boven de Uude Waag. Under den luifel gaat niet, beneden ook nietmaar tegen het aanwijzen van de bovenzaal is ook al weer bezwaar. De boeren moeten toch ook gelegenheid hebben om de plaats, waar de maaiers zijn, te bezoeken. Daarom is de ruimte boven de Waag ongeschikt. Als aan het verzoek voldaan kon worden, zouden Burgemeester en Wethouders het werkelijk wel doen. Maar het staat er precies even zoo mee als vorige jaren. Er blijft niets over dan aan adressanten te {berichten, dat aan hun verzoek niet kan worden voldaan. De heer Koopmans is van oordeel, dat juist dat telkens terugkomen van adressanten met hun verzoek tot den Raad, dit telkens weer slaan op hetzelfde aanbeeld, wel doet denken, dat hier werkelijk een groote behoefte be staat. En spreker kan zich niet voorstellen, dat die menschen niet te helpen zouden zjjn. Do heer Hjjlkema komt met de modedecling, dat vroeger onoverkomelijke bezwaren zjjn gebleken, maar spreker moet eerlijk be kennen, eigenlijk geen enkel bezwaar te hebben gehoord. De ruimte onder den luifel van de Waag is bezet, zoo is gezegd. Dat ontkent spreker niet, maar hij vraagt ook slechts „een gedeelte van het Uude Waag-gebouw." De heer Hjjlkema zegt nuin het benedengedeelte kan het niet, maar spreker heeft het onoverkomelijke bezwaar niet gehoord. Tegen de openstelling van het bovengedeelte wordt aangevoerd: de boeren moeten er ook kunnen komen, maar waar de veldarbeiders kunnen komen, kunnen de boeren het toch ook wel. Spreker vraagt, hem het onoverkomelijk bezwaar mede te doelen, liet is misschien mogelijk, dat dit vroeger is besproken, verleden jaar is dit niet het geval geweest en in elk geval zou spreker er gaarne nog kennis van nemen. De Voorzitter doet opmerken, dat de argumenten toch verleden jaar wel besproken zjjn. Spreker meent, dat toen ook de aandacht is gevestigd op de Uude Waag en dat de geheele Raad dit toen onmogeljjk heeft geacht, met het oog op de markt en de ingezetenen, die rondom de Wa ag hun standplaats hebben, liet inwendige van de Uude Waag is niet geschikt. Spreker weet niet of alle leden met de inrichting voldoende bekend zjjn. Be neden zjjn liet eenige hokjes en brandbluschmateriaal. Boven heeft men de ruimte waar het Stedelijk Muziek korps zjjn repetition houdt, maar dat is geen lokaliteit voor het doel, waarvoor die nu gevraagd wordt, het is een flinke kamer, meer niet. Toen verleden jaar hier het gebouw der Uude Waag werd genoemd, is er niemand geweest, die heeft gezegd, dat men dit gebouw met eenigen goeden wil voor liet doel kon inrichten. Door deii heer Feddema is naar spreker meent toen wel gezegd laat ons dan een ander gebouw zoekenmaar op de door adressanten gewenschte plaats is geen ander gebouw beschikbaar gevonden. De heer Jansen kan kort zjjn, maar wil toch deze opmerking maken, dat bjj niet bepaald het beneden-ge deelte van het Waaggebouw bedoelde, maar de ruimte onder den luifel, die al heel wat beschutting geeft. De Wethouder de heer Hjjlkema heeft gezegd, dat die ruimte reeds door andoren wordt ingenomendat is echter maar één gedeelte aan den kant van de Langepjjp. De heer Hjjlkema, die des Vrijdags altijd op de Beurs is, weet dat misschien niet zoo. Maar aan dien kant staan altjjd eenige handelaars met pluimvee en konijnen, liet andere gedeelte is op enkele kramers en dischjes na geheel vrjj. En dan blijft men beneden. Boven willen zjj misschien liever niet. Als die arbeiders boven zjjnde een boer zien loopen, willen zjj dien zien te spreken. Dat gaat moei- ljjk, als zjj ergens op een bovenzaal zjjn. Met goeden wil zou de luifel voor die enkele Vrjjdagen toch wil ruim te maken zjjn. De heer Koopmans spreekt van Mei en Juni. Dat zou doen denken, dat het om 8 weken te doen was. Maar het wordt inderdaad niet meer dan 4, 5, hoogstens ti weken. Als dan de Waag met zjjn luifels beschikbaar was, zou dit al van groot nut voor de veldarbeiders zjjn en is dat nu met wat goeden wil niet te verkrijgen De heer Hjjlkema verklaart niet te begrijpen, dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 2