156 Verslag van dc handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Augustus 1005. zwaar maakten, dan zouden ,zj niet aan het raadsbesluit hebben voldaan. Doch zij wisten, dat elke dag vertraging- de voltooiing der fabriek vóór 1 December e.k. zou belem meren, zoo niet onmogelijk maken, en daarom hebben zij zicli gehaast met Humphreys en Glasgow eene over eenkomst te treffen. Hadden zij niet dien spoed betracht, dan hadden zij de kans beloopen, dat do Raad zou zeg gen „Waarom u toen niet gehaast en Humphreys en Glasgow de levering opgedragen, gij had immers volmacht." De Voorzitter sluit thans de discussion, waarna de mededeeling voor kennisgeving wordt aangenomen. III. Rapporten wórden uitgebracht door den heer Schooiuiermark, bij afwezigheid van den heer van Vessel, namens de Oommissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van inkomsten en uitgaven van de d.d. schutterij, dienst 19U0 en door den heer van Ketwich Verschuur namens de Commissie, belast geweest met liet onderzoek van de rekening der inkomsten en uitgaven dezer gemeente, dienst 1904. Deze rapporten zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel vcui Burgemeester en Wethouders om aan mej. A. Faher op kuur verzoek eervol ontslag teverleenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 1. Overeenkomstig het voorstel wordt zonder discussie en met algemeene stemmen besloten, het gevraagde eervol ontslag met ingang van 15 September 1905 te verleenen. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om een gedeelte der hindenludioore ide hij de boerenplaats aan het Ka! verdijkjeverhuurd aan ld. W. Tijsmaaan de huur te onttrekken. Zonder discussie en met algemeene stemmen wordt overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten Burgemeester en Wethouders te machtigen, van de krachtens 's Raads besluit van 24 November 1903 no. 11 aan IJ. W. Tijsma verhuurde per'ceelen land uit de huur te nemen de navolgende perceelen: van het land perceel sectie G no. 2830 1401 M2 n 2864 2588 2863 990 2860 1900 2859 260 Totaal 7139 M2, tegen een door hen nader te bepalen tijdstip, waar tegenover aan den huurder eene schadeloosstelling in eens van 72.zal verschuldigd zijn en de huursom jaar lijks met eenzelfde bedrag, in te gaan met het loopend huurjaar, zal worden verminderd. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van een verzoek van .1. Visser om huur van de woning Doelestraat no. 7. Overeenkomstig het voorstel wordt zonder discussie en met algemeene stemmen besloten adressant te berichten, dat op het verzoek, als zijnde op ongezegeld papier, gcene beschikking kan worden ge nomen, doch overigens al ware dit wel het geval, be zwaar bestaat aan zijn verlangen te voldoen. 4 Rapport der Commissiebelast geweest met het on derzoek van de begrooting der inkomsten en uitgaven van de Stads-Armenkainer, dienst 1906. Zonder discussie eil met algemeene stemmen wordt overeenkomstig de conclusie van het rapport besloten 1. De subsidie aan de Stads-Armenkamer voor het jaar 1906 te bepalen op ƒ35608.61 en vast te stellen het bjgaand ontwerp-besluit. 2. De door llceren Voogden ingediende begrooting voor 1906 goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een be drag van ƒ41300.08. 5. Rapport der Commissiebelast geweest niet het on derzoek van de begrooting der inkomsten en uitgaven van het Stuvls-Ziekenhuisdienst 1906. Overeenkomstig de conclusie van het rapport wordt zonder discussie en met algemeene stemmen besloten deze begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 12.371. 6. 1 oorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijzi ging van a. de verordeningregelende den ranghet getalde bezoldig mg en de wijze van benoem ing van de ambtenaren en bediendenbelast met de exploitatie der gemeentelijke gasfabriek b. de instructie voor den Directeur dier fabriek (Bij lage no. 22). Algemeene beschouwingen worden niet gehouden, zoo dat tot behandeling der artikels van de verordening sub a wordt overgegaan. Art. 1. De werkzaamheden van en de zorg voor de exploitatie van de gemeentelijke gasfabriek zijn, onder het toezicht van Burgemeester en Wethouders, opgedragen aan a. een directeur: b. een boekhouder, tevens belast met het geldelijk beheer c. een opzichter. De heer Menalda vindt art. 1 minder gelukkig gere digeerd. Het lezende krijgt men den indruk, alsof al het werk is opgedragen aan den directeur, den boekhouder en den opzichter, terwijl toch een groot deel der werkzaamheden neerkomt op de werklieden, en wat het administratieve gedeelte betreft, op het kantoorpersoneel. Daarom vindt spreker het beter te lezen: „de leiding der werkzaam heden." De heer Hijlkema zegt, dat niemand zich in de betee- kenis dezer woorden zal vergissen. Wel is waar zullen alle werkzaamheden niet door deze drie ambtenaren wor den verricht, maar de geest dezer bepaling kan niet wor den misverstaan, in andere verordeningen trouwens wordt deze redactie ook aangetroffen. Evenwel zal tegen de door den heer Menalda bedoelde in- lassching wel geen bezwaar bestaan. Hierna wordt het artikel overeenkomstig de door den heer Menalda aangegeven redactie met algemeene stem men goedgekeurd. Art. 2 wordt zonder discussie en met algemeene stem men aangenomen. Art. 3. De jaarljksche bezoldiging van de in art. 1 genoemde ambtenaren bedraagt Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Augustus 1905. 157 voor den directeur van 2500.tot 3000. voor den boekhouder van 1500.2000. voor den opzichter van 900.1200. De heer Duparc zegt, dat het hem heeft getroffen, dat de jaarwedde van den boekhouder door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld te behouden op hetzelfde bedrag als in de bestaande verordening, niettegenstaande elk verzoek van den nu reeds veel langer dan twintig jaren in dienst zjnden boekhouder steeds met overgroote meerderheid door den Raad werd afgewezen tegen sprekers zin. Hij voorziet, dat ook verder de bepaling zal blijken wat men noemt een wassen neus. Daaraan moet een einde worden gemaakt en daarom vindt spreker het beter, het ma- ximum te bepalen op 1700, het aanvangsalaris op ƒ1300. Zonder iets te willen afdingen op de verdienste van den tegenwoordigen boekhouder, acht spreker de door hem bedoelde regeling ook alleszins voldoende. De be trekking zelve is niet hooger te stellen dan die van de commiezen ter gemeente-secretariewier jaarwedde mede is vastgesteld op 1300f 1700. Voor den tegen woordigen boekhouder, die op een maximum van 2000 is aangesteld, zal echter een overgangsbepaling belmoren te worden gemaakt, die spreker bij aanneming van zjn amendement zal voorstellen. Dit voorstel wordt ondersteund en komt dus in be handeling. De heer Wilhelmij meent het voorstel gerust te kunnen ondersteunen. Spreker heeft voor zich een Ijst der trac- tementen van boekhouders van andere gasfabrieken, en dan maakt Leeuwarden geen slecht figuur. Slechts een enkele heeft 1700.de meeste ƒ1200.sommige 1300.a ƒ1400.—. Rotterdam geeft ƒ2400. maar die plaats kan met Leeuwarden niet worden vergeleken. De Voorzitter kan namens Burgemeester en Wethou ders inededeelen, dat zj het voorstel van den heer Du parc overnemen. Hierna wordt het aldus gewijzigd artikel met alge meene stemmen aangenomen. Art. 4 wordt zonder discussie en met algemeene stem men vastgesteld. Art. 5. De directeur, de boekhouder en de opzichter mogen buiten goedkeuring van Burgemeester en Wethouders gecne andere openbare ambten of bedieningen bekleeden, noch eenig ander beroep of bedrijf aanvaarden of waar nemen, noch onmiddellijk of middellijk deelnemen aan leveringen of aannemingen ten behoeve der fabriek. Den heer Schaondermark bevreemdt het, dat Burge meester en Wethouders de redactie vau het oude art. aldus hebben veranderd. Zj is er niet beter op gewor den. Thans toch is de duidelijke beteekenis, dat de di recteur, de boekhouder en de opzichter met verkregen goedkeuring van Burgemeester en Wethouders wel een ander beroep enz: mogen aanvaarden en wc! onmiddellijk of middellijk aan leveringen ten behoeve der fabriek mo gen deelnemen. De bedoeling is natuurlijk, dat hot nooit is toegestaan; daarom geeft spreker in overweging het laatste gedeelte van dit artikel te lezen als volgt „Zj mogen noch onmiddellijk of middelljk" enz. Met algemeene stemmen wordt deze wijziging goedge keurd en het artikel daarna vastgesteld. Op voorstel van den heer Duparc wordt besloten in de eerste alinea van art. 6 te lezenin plaats van ambts instructie „instructie." Art. 6 aldus gewijzigd en art. 7 worden hierna zon der discussie en met algemeene stemmen aangenomen. Art. 8. Ten kantore van de gemeentelijke gasfabriek worden werkzaam gesteld een eerste klerk op eene jaarljksche bezoldiging van ƒ650—ƒ858 een tweede klerk op eene jaarljksche bezoldiging van 416^ 624. De heer Koopmans heeft ten opzichte van de hier ge noemde salarissen het bezwaar, dat z j niet aan elkander sluiten. Bovendien is het maximumsalaris van den len klerk laag gesteld. Als men het met dat in andere ste den van ongeveer gelijken omvang als Leeuwarden ver- geijkt, zal men ontwaren, dat ƒ900.— niet te hoog is. De genoemde betrekking kan geljk gesteld worden met die der adjunct-commiezen ter secretarie het maximum van een adj. commies 2e klasse is ook ƒ900.terwijl de le klasse van ƒ900ƒ1300 loopt. Op deze gronden doet spreker het voorstel, het maxi mum der jaarwedde van den len klerk te bepalen op 900. Het voorstel wordt ondersteund, en maakt dus een punt van behandeling uit. De heer Hijlkema wijst er op, dat deze wjziging inci denteel wordt voorgesteld. Dat heeft bj het bepalen van salarissen altijd zjn zwakke zijde. Ook bedenke de Raad, dat dc hier bedoelde bezoldigingen eerst sedert kort zjn vastgesteld, terwijl het bovendien regel en ook voor den goeden gang van zaken wenscheljk is, dat hierover vooral het gevoelen van de Gascommissio en van Burgemeester en Wethouders wordt gevraagd. De discussion worden gesloten, en tot stemming over gegaan. De uitslag hiervan is, dat het amendement met alge meene stemmen wordt aangenomen, Het aldus gewijzigde artikel wordt hierna met alge meene stemmen vastgesteld, evenals art. 9. Door den lieer Duparc wordt voorgesteld als art. 10 eene overgangsbepaling in te lasschen ten opzichte van het salaris van den thans in dienst zjnden boekhouder, noodzakelijk wegens het verlaagde salaris van opvolgende titularissen, luidende „Voor den tegenwoordigen boekhouder bedraagt dein „art. 3 genoemde jaarljksche bezoldiging 1500 ƒ2000." Art. 10 (nieuw) wordt hierop met algemeene stemmen aangenomen, evenals het art. 10 oud, dat wordt vernum merd in 11, waarna de verordening in haar geheel met algemeene stemmen wordt vastgesteld. Thans komt aan de orde de ONTWERP-INSTRUCTIE voor den directeur der gemeentelijke gasfabriek te Leeuwarden. Algemeene beschouwingen worden niet gehouden en dc artt. 1-3 zonder discussie en met algemeene stemmen vastgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 3