208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 October 1905. 2o. dat de overweg over liet kadastrale perceel sectie F 110. 650 op bijgaande situatieteekening gemerkt A 15 onbelemmerd blijve bestaan. 3o. dat bet bassin, waarin liet uit de draineering van bet land loopende water zich verzamelt, op de teekeuing gemerkt E, groot 10 bij 5 Meter, voor zooveel uoodig worde verplaatst en in goeden staat gebracht, een en ander in overleg met den directeur der Gemeentewerken. 4o. dat de aanleg van bedoeld voetpad geschiede in overleg met Burgemeester en Wethouders en daarbij worden opgevolgd do door of van hunnentwege te geven aanwijzingen. 5o. dat zoolang liet aan te leggen voetpad bestaat, de tegenwoordige toegang tot bet kadastrale perceel sectie E no. 644 op de teekeuing aangeduid ouder letter 1), zal vervallen en de dam en bet hek door en voor rekening van bet Iiijk moeten worden verwijderd. 6o. dat wanneer de thans bij bet Rijk in huur zijnde gemeentelijke schietbaan buiten gebruik wordt gesteld, door bet Rijk aan de gemeente zal worden betaald als vergoeding in de kosten, voortvloeiende uit bet slechten dier baan, een bedrag van 60U. 11Voordel van Burgemeester en Wethouders om aan den Nederlundschen Bond van gemeente-ambtenaren eene bij<lrage te verleenen in de kosten van eene tentoonstelling op het gebied der gemeente-administratie. De beraadslaging wordt geopend. De beer Besuijen beeft met genoegen gezien, dat de conclusie van dit voorstel strekt tot het toekennen eener bijdrage van ƒ25 voor deze tentoonstelling. Met be langstelling heeft spreker o.a. in het prae-advies den volgenden zin gelezen: „Is de deelneming algemeen, dan mag bet groote nut, dat bet plan ook voor onze gemeente kan afwerpen, niet worden ontkend. Het komt ons voor dat een bijdrage uit de gemeentekas om tot bet welsla gen mede te werken, alleszins gerechtvaardigd mag hoeten." liet doet spreker genoegen deze clausule in bet prae- advies te ontwaren, omdat hieruit blijkt dat bet college zoo liberaal is, ook gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen voor goede doeleinden, al betreffen die dan ook geen speciaal Leeuwarder gemeentebelang. In de toelichting van bet bestuur van den bond van gemeenteambtenaren intusscben, welke toelichting Bur gemeester en Wethouders bijzonder ter lezing hebben aanbevolen, zoodat zij er wel geheel mee instemmen, frappeerde spreker nog de opmerking dat het over 'tal- gemeen karig salaris, dat de gemeenteambtenaren ver dienen, hen niet in staat stelt, uitgaven te besteden aan het doel, om zich op de hoogte te stellen van nieuwe denkbeelden of stelsels. Daaruit volgt, dat men met aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wet houders een halven maatregel zou nemen. Men zou wel bijdragen tot het houden der tentoonstelling te Amster dam, maar niet tegelijk de gemeenteambtenaren helpen om die tentoonstelling te bezoeken. Als men dus accoord gaat met de memorie van toelichting of kennis neemt van de verordening, regelende de bezoldiging van ambtenaren ter gemeente-secretarie, van salarissen van 900, 600 a 300, dan zal men toegeven dat aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders iets mankeert. Het is daarom, dat spreker voorstelt, de conclusie aan te vullen als volgt b. de ambtenaren, werkzaam bjj de Leeuwarder Gemeente-administratie, die bovenbedoelde tentoonstel ling bezoeken, ontvangen ieder ƒ15 reis- en verblijf kosten uit de gemeentekas. Eerst bjj aanneming van deze aanvulling woidt het een heelc maatregel. Het voorstel wordt ondersteund en komt dus met de conclusie van Burgemeester en Wethouders in bchan- ling. De heer Jansen vraagt, hoe veel ambtenaren hier zijn, die in de termen zouden vallen om die ƒ15 per persoon te ontvangen. Wat zou het kosten De Voorzitter meent, dat ingeval van aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, het in den aard der zaak ligt, dat deze en gene ambtenaar in de gelegenheid zal moeten worden gesteld om eens een kijkje op de tentoonstelling te gaan .nemen. Deze staat in verband met de wijze van werken ter secretarie en het kan zijn nut hebben, dat bijv. eens inzage wordt genomen van de inrichting van bevolkingskaarten, sta tistieken, lijsten van den hoofdelijken omslag enz. Bur gemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat het we zenlijk van belang is den Bond in de gelegenheid te stellen, een tentoonstelling van al die zaken te houden, maar dan spreekt het ook van zelf, dat men de uitzen ding van enkele ambtenaren daarheen zal overwegen, ook zonder bepaald besluit van den Raad en zonder dat er expres een som voor wordt uitgetrokken. Het uitkiezen, wie er naar toe moeten en het bepalen der vergoeding kan men wel overlaten aan Burgemeester en Wethouders. Persoonlijk is spreker van oordeel, dat bijv. de chefs van afdeelingen en misschien nog anderen in de gelegenheid gesteld moeten worden, liet hangt er ook van af of iemand er reeds als lid van den Bond heen gaathet zal hierop neerkomen, dat eenige vergoeding zal worden gegeven, maar liet is beter, dit aan de prudentie van Burgemeester en Wethouders over te laten. De heer Besuijen had ernstige bestrijding verwacht. I let antwoord van den Voorzitter doet spreker genoegen en valt hem bepaald nog mee. Alleen bevalt het spreker niet, dat gesproken wordt van „enkele personen", die zullen gaan; hij vreest, dat enkele vrindjes dan alleen het voorrecht zullen liebtien. Daarom handhaaft spreker toch zijn voorstel, liet aantal ambtenaren, dat hier in aanmerking komt, zal niet meer dan 2U zijn. I)e Voorzitter meent, als hij het voorstel goed leest, dat bij aanneming daarvan Burgemeester en Wethouders toch evenzeer in staat zullen blijven, om slechts „epnige vrindjes" er van te laten profiteeren. De heer Fetlilema gelooft, dat het voorstel-Besuijen niet zoo onschuldig is als het wel lijkt. Een aantal leden van den Raad is wel geneigd, er nog weer eens om te lachen, maar liet komt spreker voor, dat onmo gelijk alle in de termen vallende ambtenaren de tentoon stelling tegelijk kunnen gaan bezoeken. Men kan hen niet allen missen en toch niet do secretarie één of twee dagen sluiten. Daarbij komt, dat het een gevaarlijke zaak wordt, een antecedent voor elk ander dergelijk geval, dat zich al licht weer eens voordoet en waarbij weer voor alle betrokken ambtenaren reisgeld gevraagd zal worden. Daarom is spreker ten sterkste tegen het voorstel-Besuijen. De heer Beekhuis zou liet werkelijk raadzaam achten, dat de voorsteller zijn voorstel introk. Als toch zijn amendement wordt verworpen, wordt het toch voor Bur gemeester en Wethouders moeilijker om gebruik te ma ken van hetgeen de Voorzitter reeds heeft gezegd. Dan wordt toch eenigszins uitgemaakt, dat de Raad niet dezen kant op wil, zoodat een verwerping, na de toelichting van den Voorzitter, die beschouwd kan worden als ge geven namens Burgemeester en Wethouders, dit college zich minder vrij zal gevoelen om in den aangeduiden geest te handelen. Juist met het oog op het doel, dat de voorsteller wil bereiken, acht spreker het dus beter, dat hij zijn voorstel intrekt. De lieer van Ketwich Verschuur is speciaal om de toelichting, door den heer Besuijen aan zijn voorstel ge geven, daar sterk tegen en hij vraagt daarom ook den Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 October 1905. 209 Raad dringend, het te verwerpen. Waar toch gezegd wordt, dat men zijn voorstel doet, uit vrees, dat alleen „vrindjes" door Burgemeester en Wethouders uitgezonden zouden worden, daar zal de Raad door verwerping van het voorstel tooncn, ook in deze volkomen vertrouwen in Burgemeester en Wethouders te stellen. De heer Besuijen doet den heer Peddema opmerken, dat hij niet heeft beweerd, dat alle ambtenaren tegelijk naar de tentoonstelling moeten gaan; deze is in één of twee dagen niet afgeloopen. Het bezoek kan groepsge wijze geschieden, waarmee het bezwaar van den heer Peddema vervalt. Spreker .handhaaft zijn amendement en wanneer Burgemeester en Wethouders bang zijn, bij verwerping hun vrijheid te verliezen, kunnen de tegen stemmers dit voorkomen door motivcering hunner stem. Den heer van Ketwich Verschuur wil spreker toelichten, dat door hem werd bedoeld, dat Burgemeester en Wet houders bij een beperkte keuze uit de ambtenaren altijd zullen moeten afgaan op de voorlichting van een of an deren chef. liet bezoek is voor allen noodig en dan is men tevens zeker dat geen invloeden, van welken aard ook, kunnen werken. De heer Koopmans wensclit even toe te lichten, waarom li ij het voorstel blijft steunen- Met om te treden in de zedelijke rechten van Burgemeester en Wethouders, maar omdat spreker voor zich het wel nuttig acht, dat alle ambtenaren er heen gaan. Spreker gaat volstrekt niet mee met het denkbeeld, dat Burgemeester en Wet houders alleen „vrindjes" zouden uitpikken, maar acht het van belang, dat zoowel de lagcren als de hoogeren hiervan profiteeren. Er kunnen afdeelingen zijn, waar de oudere ambtenaren zelfs minder geschikt zijn om met dit doel uitgezonden te worden dan de jongeren, lageren in rang. De Voorzitter heeft oorspronkelijk in de voorgestelde aanvulling gelezen, dat het niet de bedoeling daarvan was, alle ambtenaren te laten gaan, maar alleen die, welke Burgemeester en Wethouders zouden aanwijzen; er staat„de ambtenaren die bovenbedoelde tentoonstelling bezoeken." Spreker leidde daaruit af: door Burgemeester en Wethouders te bepalen, wie dat zullen zijn, want in elk geval moeten die ambtenaren toch aan Burgemeester en Wethouders verlof vragen. Daarom had spreker be grepen, dat ook dit voorstel een meer beperkt doel had. Maar nu begrijpt spreker dat het doel is, dat men per sé allen er naar toe moet sturen. Spreker's opvatting daarentegen is, dat wie er heen gaat, moet worden uit gezonden met het oog op het nut voor de eigen gemeente administratie en nu dat is toegezegd, gelooft spreker, dat er volstrekt geen argument is om de aanvulling aan te nemen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stem men aangenomen. Het aanvullingsvoorstel-Besuijen in stemming gebracht, wordt verworpen met 16 tegen 3 stemmen, die der heeren Besuijen, Koopmans en Jansen (Behalve de heeren Wilhelmjj, Tigler Wijbrandi en van Messel, was opk de heer Tromp vertrokken). Zoodat besloten is 1. Aan den Nederlandschen bond van gemeenteamb tenaren als bijdrage in de kosten van eene tentoonstel ling op het gebied der gemeente-administratie in den nazomer van 1906 te Amsterdam, volgens het in de cir culaire van 28 Augustus 1905 omschreven plan, te houden eene som toe te kennen van ƒ25. 2. Burgemeester en Wethouders te machtigen, deze uitgave ten laste te brengen van volgno. 85 der begroo ting van uitgaven, dienst 1905: „schrijf- en kantoorbe hoeften, bindwerk, briefport, expresloon en andere kleine uitgaven." De heer Schoondermark vraagt of het verdere deel der agenda nu niet kan worden verdaagd. Over het eerstvolgende punt, wrak vee op de veemarkt, zou spreker het woord willen voeren en het is reeds kwartier voor zes uur. De Voorzitter gelooft, dat de gcheelo vergadering met de opschorting der resteerende punten zal instemmen. Spreker wensclit alleen nog mede te doelen, dat het plan bestaat om den eersten Dinsdag in November voor de behandeling der begrooting te bestemmen en dan te ver gaderen des voormiddags om tien uur. De vergadering wordt gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 6