36 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Februari 1906. De Voorzitter vestigt de aandacht op de artikelen 31 en 60 van het reglement van orde, die door spreker worden voorgelezen. Spreker wil niet al het gewicht leggen op dat reglement, maar het komt hem wenschelijk voor, om, waar de Raad een voorstel in behandeling krijgt, dat meer beteekenis heeft dan er door den heer Koopmans aan wordt gehecht, eerst het prae-advies van Burgemeester en Wethouders te hooren. De heer Koopmans heeft gehoord, dat de Voorzitter gewezen heeft op de artikelen 31 en 60 van het reglement van orde, ook, dat zijn voorstel van ver strekkende gevol gen is en dat er veel aan vast zit. Fa- wordt echter niets bijzonders vermeld en spreker blijft opzijn standpunt staan om het voorstel dadelijk te behandelen. De Voorzitter is niet ongenegen het voorstel in stemming te brengen, want het is ondersteund. Het komt hem echter in het belang van het voorstel en in dat van den voorsteller beter voor, eerst uit te maken, of de Raad directe behandeling wenschelijk acht. Daarover wil spreker laten stemmen. De heer Besuijen heeft het voorstel wel ondersteund, maar daarbij niet de bedoeling gehad, dat het nog heden zou worden behandeld. Spreker gaat mee met het voorstel van den Voorzitter om eerst prae-advies uit te brengen. De heer Koopmans repliceert te hebben gehoopt, dat er over zijn voorstel zou worden gediscussieerd. Uit die dis cussion had spreker dan kunnen afleiden, wat het meest wenschelijk was, óf het voorstel terugnemen, óf blijven aandringen op dadelijke behandeling, of zending aan Bur gemeester en Wethouders of eene commissie ten fine van prae-advies. Thans kan hij geen conclusie trekken en vindt daarom goed, dat het in handen van Burgemeester en Wethouders wordt gesteld. Na deze discussion wordt met algemeene stemmen besloten het voorstel in handen te stellen van Burge meester en Wethouders om prae-advies. Thans wordt overgegaan tot de benoeming van een Wethouder, tengevolge van het bedanken van den heer Mr. A. Burger (vacature Mr. C. Beekhuis). Bij de eerste stemming verkrijgen van de 20 uitge brachte stemmen, de hoeren Mr. C. Beekhuis 8 stemmen. Z. S. Feddema 4 Mr. A. Burger 2 H. Beucker Andreae 2 A. 1). Beerends 1 stem. P. A. Wilhelmjj I terwijl twee briefjes in blanco zijn ingeleverd. Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming. De uitslag hiervan is, dat worden uitgebracht op de heeren Mr. C. Beekhuis 10 stemmen. Z. S. Feddema 4 H. Beucker Andreae 1 stem. Mr. A. Burger 1 P. A. Wilhelmij 1 A. I). Beerends 1 v terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer Mr. C. Beekhuis is alzoo benoemd. De Voorzitter vraagt den heer Beekhuis, of hij de benoeming aanneemt. i De heer Beekhuis antwoordt, dat hij uit de stemming meent te moeten opmaken, dat de Raad het wenschelijk acht, dat een jurist zitting heeft in het college van Bur gemeester en Wethouders. Hij zal de benoeming nu aannemen, totdat in de in den Raad bestaande vacature j zal zijn voorzien. De Voorzitter wenscht den Raad geluk met het besluit van den heer Mr. C. Beekhuis, wiens aanblijven als Wet houder ook door Burgemeester en Wethouders ten zeerste wordt geapprecieerd. Thans wordt overgegaan tot de benoeming van een Wethouder wegens het bedanken van den heer T. Komter: (vacature Troelstra). Bij de eerste stemming verkrijgen van de 20 uitge brachte stemmen, de heeren H. Beucker Andreae 8 stemmen. T. Komter 3 N T. Haversclnnidt 2 Z. S. Feddema 2 A. I). Beereuds 2 S. J. van Messel 1 stem. P. A. Wilhelmij 1 terwijl 1 briefje in blanco is iugeleverd. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkre gen wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming. Het resultaat hiervan is, dat zijn uitgebracht op de heeren II. Beucker Andreae 8 stemmen. T. Komter 6 Z. S. Feddema 2 A. D. Beerends 2 X. T. Haverschmidt 1 stem. 1'. A.' Wilhelmij 1 zoodat eene herstemming uoodig is tusschen de heeren H. Beucker Andreae en T. Komter. Deze beide heeren onthouden zich van medestemmen. De uitslag der herstemming is, dat worden uitgebracht op den heer H. Beucker Andreae 8 stemmen, op den heer T. Komter 9 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer T. Komter is dus benoemd. De Voorzitter vraagt den heer Komter, of hij de be noeming aanneemt. De heer Komter antwoordt, dat hij onverwacht voor een moeilijk geval staat, llet is den Voorzitter bekend, dat de redenen, waarom spreker de vorige keer heeft bedankt, niet uitsluitend redenen waren van persoonlijken aard. Au weet hij niet, in hoeverre die bezwaren onder de gewijzigde omstandigheden uit den weg geruimd of voorloopig ter zijde gesteld kunnen worden. Daarom wil spreker zich den bij de wet vastgestelden termijn van beraad voorbehouden. Dan is daarvoor nog eene bijkomstige reden gelegen in het voorstel-Koopmans. Door den termijn var. beraad wordt toch eene eventueele nieuwe benoeming 8 dagen verschoven zoodat de mogelijkheid bestaat, dat Burgemeester eu Wethouders in dien tijd klaar kunnen zijn met hun prae-advies. De Voorzitter zegt, dat de heer Komter gebruik wenscht te maken van den bij de wet gestelden termijn van beraad van 24 uur. Die tijd is voor Burgemeester en Wet houders natuurlijk te kort om te voldoen aan den wensch van den heei Komter, zoodat spreker, zelfs al waren Burgemeester en Wethouders ook over 8 dagen gereed met hun prae-advies, zich niet kan voorstellen, dat dit van invloed zou kunnen zijn op de beslissing van den heer Komter. Spreker heeft dit alleen willen zeggen, omdat hij den indruk kreeg dat de heer Komter meende, 8 dagen tijd van beraad te hebben. Verslag van de handelingen van den gemeenteras De heer Komter repliceert, dat zijne bedoeling deze was, dat de overwegingen, die spreker leiden, ten deele beheerscht worden door de samenstelling van het college van Burgemeester en Wethouders, en dat, als hij onver hoopt weer mocht bedanken, het hem gewenscht schijnt tot de nieuwe benoeming over te gaan, na afdoening van het voorstel Koopmans. De heer van Messel wil geen inbreuk maken op den tijd van beraad van den heer Komter, doch gelooft, dat de bedoeling van dat geachte lid omtrent het prae-advies niet juist is. Wanneer door Burgemeester en Wethou ders prae-advies wordt uitgebracht, kan dat toch niet in dezelfde vergadering worden behandeld. De raadsleden moeten immers den tijd hebben dit te bestudeeren. De heer Schoondermark noemt het een unicum, dat er debat gevoerd wordt over de redenen, die iemand er toe leiden om voor eene benoeming te bedanken, of die van Leeuwarden van Dinsdag 13 Februari 1906. 37 iu overweging te nemen. De bloote inededeeling moet den Raad voldoende zijn. De heer Komter is zoo beleefd geweest daaromtrent inlichtingen te geven. Spreker stelt daarom voor het debat te sluiten, want hij vindt deze manier van doen onbehoorlijk. 2. Rapport der commissie, belast geweest met het onder zoek can eene wijziging der gemeente-heg rootingdienst 190(J. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring van de voorgestelde wijziging der gemeente-be- grooting dienst 1906 en de begrooting vast te stellen tot een totaal van inkomsten en uitgaven ad 1.238.408.71», wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter sluit hierna de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 2