46
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van den 20 Februari 19 06.
De Voorzitter bewondert den ijver van den heer
Besuijen en feliciteert hem met het resultaat hetwelk
hij heeft verkregen. Burgemeester en Wethouders echter
raadplegen niet den heer Lovink, maar den deskundige,
die door den Raad is benoemd, in dit geval den gemeente
veearts. Waar deze nu zijn stem laat hooren tegen een
maatregel, zijn Burgemeester en Wethouders verantwoord,
zoo zij diens advies volgen. De directeur der liijksserum-
inrichting wenscht den directeur der markt de bevoegd
heid te geven ziek of verdacht vee te weren. Dit voor
schrift bestaat in de le alinea van art. 19 der verordening.
Juist dit, voorschrift heeft Burgemeester en Wethouders
geintluenceerd het advies van den gemeenteveearts te
volgen. Waar steeds de gemeente- en de districtsveearts
aan de poort der markt aanwezig zijn, kunnen zij lijdend
of verdacht vee weren. De Raad behoeft dus niet bevreesd
te zijn, dat er veel verdacht vee ter markt komt.
De heer Besuijen hoopt niet, dat iemand in zijn betoog
een verwijt heeft gelezen aan het adres van Burgemeester
en Wethouders. Wanneer twee deskundigen strijd heb
ben heeft ecu leek het recht er eene meening op na te
houden. De veearts kan wel is waar ieder verdacht stuk
vee weren, maar het is de vraag, in verband met het
uitgebracht rapport, doet hij dit, en daarom acht spreker
opname van clinische tuberculose in de verordening wen-
schelijk.
De heer Tromp heeft zich de vorige keer, toen er
sprake was van het hospitaal op de veemarkt, geschaard
aan de zijde van de handhavers. Spreker zal niet ont
kennen, dat tuberculose besmettelijk is, maar er zijn
graden van besmettelijkheid. Spreker acht nu tubercu
lose niet als zéér besmettelijk en stelt zich liever op het
practisch standpunt van den gemeentelijken deskundige,
dan oj) het officieel wetenschappelijke, dat der bacillen-
jacht. Bij spreker bestaat geen bezwaar om vee, verdacht
van klinische tuberculose op de markt toe te laten, mits
liet onder de noodige voorzorgen naar het hospitaal geleid
wordt, d.w.z. niet dwars door het andere vee over de
markt, maar buiten langs de markt naar de bestemde
plaats. If ij meent, dat indien men nog van tuberculose
verdacht vee gaat weigerener zich bronnen van be
smetting zullen vormen buiten de markt van veel grooter
beteekenis, zoodat het dubieuse voordeel, dat men meent
te behalen door dezen maatregel in een positief nadeel
verandert.
De heer Beereillls behoort tot lien, die zich indertijd
hebben verklaard tegen het adres der Friesche .Maat
schappij om wrak vee van de veemarkt te weren.
Behalve de toen door hem ontwikkelde bezwaren, is
hij ook nu tegen de door den heer Besuijen voorgestelde
bijvoeging, omdat die bijvoeging aanleiding zou zijn tot
het in het leven roepen van strafbepalingen op hoogst
moeilijk te constateeren overtredingen, daar volgens de
adviezen van onze veeartsen het veelal niet te onder
scheiden is of clinische tuberculose aanwezig is.
Als eenmaal een verordening is vastgesteld moet men
die ook kunnen handhaven.
Met de door de commissie voor de strafverordeningen
voorgestelde wijzigingen kan spreker zich vereenigen en
zal vóór het ontwerp stemmen.
De lieer Besuijen dient zijn voorstel iu oiii „clinische
tuberculose" iu de verordening op te nemen. De redactie
zal dan gewijzigd moeten worden, want zooals die nu
is, zijn alleen opgenomen de ziekten genoemd in het
Koninklijk Besluit. Zij moet dan luiden
Onverminderd het bepaalde bij artikel 1 van het Ko
ninklijk besluit wordt voor de toepassing eveneens cli
nische tuberculose opgenomen.
De heer Sehoonderraurk ondersteunt het voorstel.
De heer Baart de la Faille zegt, dat de heer Besuijen
dus wenscht uitgesproken te zien door den Raad, dat
tuberculose besmettelijk is. In de Rijkswetgeving wordt
dit niet bepaald, zoodat er kans bestaat, dat Gedeputeerde
Staten het besluit niet zullen goedkeuren.
De heer Besuijen zegt, dat daarvoor geen kans bestaat,
want dat de toevoeging in andere gemeenten bestaat.
De Voorzitter is ook van meening, dat het gevaar
voor vernietiging niet bestaat. Spreker ontkent echter,
dat het practisch uitvoerbaar is.
Het voorstel-Besuijen iu stemming gebracht, wordt
verworpen met 3 tegen 18 stemmen.
Vóór stemmen de heerenJansen, Schooudermark,
Besuijen en
tegen de heeren Beucker Andreae, ïigler Wijbrandij,
Hjjlkema, Burger, Koopmans, Wilhelmjj, Beerends, Kom-
ter, van Messel, Beekhuis, Lautenbach, Feitz, Duparc,
Havcrschmidt, Menalda, Baart de la Faille en Feddema.
Met algemeene stemmen wordt hierna het voorstel van
de commissie voor de strafverordeningen aangenomen.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aanwijzen van particuliere terreinenwelke niet mogen
worden bebouwd.
Met algemeene stemmen wordt besloten volgens bijgaand
ontwerp.
14. Motie van. den heer Besuijen inzake de vervanging
van nog beslaande veld keibestrating door bevloering met
Belgische steenen of Waal klinkers.
De heer Besuijen is liet dagelijksch bestuur dankbaar
voor het advies en liet rapport van den Directeur der
gemeentewerken. Ilier mankeert echter de hoofdzaak,
n.l. de kostenberekening, de begrooting-bezwariug per
jaar. Spreker wenscht te vragen, of de Raad niet te
vinden zou zijn, 0111 de behandeling van dit punt uit te
stellen, totdat spreker met zijne berekeningen, die hij
te dezen opzichte zal maken, gereed is.
De Voorzitter antwoordt, dat de Raad zeker bereid
zal zijn om, waar een lid, dat een motie voorstelde, ver
klaart nog niet alle gegevens te bezitten om zijn motie
te verdedigen, te zijnen wille de behandeling der zaak
aan te houden Hij zegt er alsdan op te rekenen, dat
de lieer Besuijen zijne nadere voorstellen of gegevens bjj
Burgemeester en Wethouders zal inzenden.
liet punt in kwestie wordt thans van de agenda af
gevoerd.
15. I'na-advies van Burgemeester en Wethouders in
zake de adressen om subsidie voor den aanleg van den
spoorweg BozumDrachten—Groningen met een zijtak
WargaLeeuwarden.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Schoontlermark zegt, dat de Raad heden heeft
te beslissen over een voor Leeuwarden zeer srewichti"'
belang. b
V aar de iiuantiëele toestand van onze gemeente helaas
geen gunstige uitzondering maakt op die van andere ge
meenten van ons land, waar wij telkens en telkens ge
noodzaakt zijn het budget van uitgaven te verhoogen,
Verslag van de handelingen van den gemeentera:
waar de finantiëele draagkracht der belastingschuldigen
alhier over het algemeen niet groot kan worden genoemd,
waar van die draagkracht, behalve door verhooging van
het budget der uitgaven, in afzienbaren tijd door het
verdwijnen van groote kapitalen veel meer zal worden
geëiseht, ligt het volgens spreker op onzen weg een zaak
als deze, die in zoo nauw verband staat met de welvaart
van Leeuwardens ingezetenen, goed onder de oogen te
zien, want hierom gaat het.
Er is n.l. ingekomen een adres van het Koord-Kederl.
Spoorwegcomité, om eene subsidie of renteloos voorschot
ter bevordering van de oprichting eener Maatschappij tot
aanleg en exploitatie eener spoorlijn GroningenDrach
tenLeeuwarden, met een zijtak Warga-Bozum, aan
sluitende aan de lijn der II. IJ. S. M. Leeuwarden
Stavoren.
Wat door het aanleggen van die lijnen verkregen wordt,
is het best te overzien, als we de trajecten in vijf groe
pen verdeelen t.w.
1. lijn LeeuwardenWargaBozumSneekAm
sterdam
2. lijn GroningenWargaBozum -Sneek -Amster
dam
3. lijn LeeuwardenGroningen
4. lijn GroningenDrachtenWjjnjeterp;
5. lijn LeeuwardenDrachtenWijnjeterp;
I. De lijn LeeuwardenWarga—BozumSneek
Amsterdam.
Burgemeester en Wethouders spreken in hun prae-
advies als hunne meening uit, dat deze lijn het hart
der kwestie raakt. Waar spreker in vele, ja in de meeste
gevallen vol vertrouwen de medische hulp van Burge
meester en Wethouders zou inroepen tot genezing van
zieke toestanden, daar moet hij thans verklaren, dat lijj
in dit geval niet het minste vertrouwen in Burgemeester
en Wethouders heeft, omdat zij zich in deze op anato
misch gebied vergissen het hart ligt niet in deze ljjn,
doch in den Zuid-Oosthoek van Friesland. Deze lijn
heeft voor Leeuwarden niet de minste beteekenis niemand
zal van hier over WargaBozum naar Amsterdam reizen.
Wij kunnen deze lijn dus buiten beschouwing laten.
II. Lijn GroningenWargaBozum—SneekAm
sterdam.
Een ieder zal begrijpen, dat het doel van de H. IJ.
S. M. is Groningen met Amsterdam te verbinden. Spre
ker wijst hierop met nadruk, omdat dit plan, zooals het
daar ligt, in nauw verband staat met het belang van
Leeuwarden. Straks komt spreker daar nog op terug.
Zal deze lijn van eenigen invloed zijn op Leeuwarden
Spreker ziet het niet in, trouwens Burgemeester en Wet
houders zijn dit met hem eens, want in lnin prae-advies
zeggen zij: „Voor een dergelijk transito-verkeer zijn
„de voordeden voor de tusschengelegen stations al heel
„gering en wij hebben, om slechts een voorbeeld te noe-
„men, er dan ook nimmer van gehoord dat Stavoren en
„Enkhuizen een groote vlucht hebben genomen, sinds
„de (nu) Hollandsche lijn Amsterdam Leeuwarden tot
„stand kwam".
III. Lijn LeeuwardenGroningen.
Waar Burgemeester en Wethouders beweren, dat de
vereeniging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer
en de afdeeling Leeuwarden e. o. der Friesche Maat
schappij van Landbouw de zaak wel wat al te zeer van
eenzijdig standpunt hebben beschouwd, daar veroorlooft
spreker zich op te merken, dat Burgemeester en Wet
houders de zaak zeer oppervlakkig hebben bekeken, waar
zij in hun prae-advies zeggen: „dan kan reeds dadelijk
ter zijde worden gesteld liet voordeel der snellere ver
binding met Groningen.' Burgemeester en NV ethouders
hechten waarde aan een snellere verbinding met Groningen
en dit is zeer gerechtvaardigdook in liet belang van Liet
goederenvervoer.
Door die lijn komt Leeuwarden dichter bij Groningen
te liggen. NV el is waar is de afstand dan 63 K. M. en
langs den Staatsspoorweg 55 K. M., maar door de grootore
van Leeuwarden van Dinsdag 20 Februari 1906. 47
snelheid wordt dit traject in een even korten tijd afgelegd.
Kan men nu Groningen bereiken per H. IJ. S. M., dan
wordt er concurrentie geschapen. Deze concurrentie zal
voordeel afwerpen, want de vrachtprijzen zullen lager
worden. Spreker staaft dit met cijfers.
Thans kost een retourbillet le klasse ƒ4.25, per II.
IJ. S. NL zal dit niet meer worden dan ƒ3.80; een
retourbillet 2e klasse kost nu ƒ3.25, per H. IJ. S. M.
zal dit worden ƒ2.85, terwijl de vrachtprijs van een
retourbillet 3e klasse, die nu 2.25 bedraagt zal worden
gereduceerd tot ƒ1.90.
Het eerste gevolg is dus, dat wij goedkooper te Gro
ningen kunnen komen en het tweede, dat wij sneller
reizen, want als de Staatsspoor de vrachtprijzen verlaagt,
dan staan de beide maatschappijen nog gelijk. Dan wordt
de concurrentie nog oorzaak dat er eene snel verbinding
per Staatsspoor tot stand zal komen en daardoor Leeu
warden en Groningen dichter bjj elkaar komen te liggen.
Ook zullen wij prettiger reizen, want wij zullen niet
meer behoeven te zitten in die ellendige bakken, die
hier iu het Koorden op de lijnen loopen.
IV. Lijn GroningenDrachten.
Dit is de boeman van Burgemeester en NVethouders.
Door deze lijn zal Groningen bevoordeeld worden, niet
Leeuwarden. Dit is volkomen waar, niemand zal het
tegendeel durven beweren. De vereeniging tot bevorde
ring van Vreemdelingenverkeer beaamt dit in haar adres
immers ook.
Zjj toch zegt
„Waar de Zuid-Oosthoek der provincie Friesland voor
boschcultuur, industrie enz. allicht op Groningen is aan
gewezen enz. Maar, indien wij niet alles kunnen krijgen,
moeten wij dan niets willen hebben? Dit zal per sé het
gevolg zijn, als het voorstel van Burgemeester en Wet
houders onverhoopt wordt aangenomen. Hoe is de toe
stand nu? De bewoners van den Zuid-Oosthoek kunnen
èn Groningen èu Leeuwarden langs zeer gebrekkige
wegen bereiken. Als gevolg hiervan gaan dan ook
weinig menschen èn naar Groningen èn naar Leeuwar
den. Die toestand verandert natuurlijk, wanneer de ver
bindingswegen verbeterd worden. Nu behandelt spreker
de lijn Groningen—DrachtenWijnjeterp in verband met
de lijn Wijnjeterp—Drachten —Leeuwarden. Spreker
vraagt nu, meenen Burgemeester en Wethouders werke-
ljjk, dat die bewoners allen naar Groningen zullen gaan?
Hebben we hier dan geen veemarkt, die met de beste
van den lande kan wedijveren, is de veestapel, zooals
blijkt uit de cijfers van liet adres van Vreemdelingen-
verkeer, niet zeer belangrijk
Hebben we hier niet een uitgebreide boterliandel
terwijl in den Zuid-Oosthoek vele, zeer vele zuivel
fabrieken zijn? Hebben we hier geen ambachtsschool,
die een eereplaats onder hare zusters inneemt Mogen
gymnasium en 11. 11. B. S. niet op een lijn worden gesteld
met die van Groningen
Is het lager en M. U. L. onderwijs te dezer stede
niet uitstekend
Hebben de handelaars en winkeliers uit Leeuwarden
zoo weinig feu sacrédat zij niet kunnen en durven
concurreeren met die van Groningen, en dus de klanten
maar liever naar liuune concurrenten in Groningen laten
gaan
Zou het geen groote attractie voor Frieslands hoofd
stad zijn indien men op korten afstand de schoone
wouden van Olterterp en Beetsterzwaag had liggen?
Heeft Leeuwarden niet het voorrecht 13 K.M. dichter
bij Drachten te liggen dan Groningenwat heen en
terug een verschil geeft van 26 K. M., waardoor de prijs
der retourkaarten 40 cents goedkooper moet worden
dan die van Drachten naar Groningen? Dan nog: ün
revient toujours a ses premiers amours.
In 1903 opperde spreker het plan, toen het verplaatsen
I van liet aschland aan de orde was, om dat plan te ver-
binden aan dat van den aanleg van een lijn van hier
naar Drachten. Men raakte daardoor, zoo redeneerde