Vergadering van Donderdag 15 Maart 1906.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 1 5 Ma a rt 1906.
>3
Tegenwoordig eerst 17, naderhand 18 leden, te weten
de heeren Jansen, Feddema, Wilhelm ij, Schoonderinark,
Komter, Heucker Andreae, Besuijen, Feitz, Koopinans,
Beerends, Burger, Beekhuis, Duparc, van .Mossel, Haver-
schmidt, Hjjlkema en Tigler AVijbrandi. Later de heer
van Ketwich Verschuur.
Eene vacature.
Afwezig de hoeren: Baart de la Faille, Menalda, Tromp
en Lautenbach.
Voorzitter: de heer T. Komter, Wethouder.
I. De notulen der op Dmedag 20 Februari IJ. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. Bericht van afwezigheid van den lieer Menalda;
2. Resolutie van Gedeputeerde Staten d.d. I Maart
1906, no. 90, houdende mededeeling, dat bij hen is
ingekomen afschrift van het raadsbesluit tot wijziging
van de verordening op de marktpolitic.
3. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd liet
raadsbesluit d.d. 13 Februari 1906, tot wijziging der
gcmeeutebegrooting, dienst 1906;
4. dat bij Koninklijk besluit van den 26 Februari
1906, no. 30, zijn goedgekeurd de raadsbesluiten tot
wijziging der verordening tot het heften van schoolgelden
en die op de hefting van veergelden
5. dankbetuigingen van Mej. M. Dethmers, Mej. G.
Leopold en de heeren G. Kramer en K. Postiua voor
hunne benoeming tot onderwijzeres en onderwijzer aan
gemeentescholen alhier.
De punten 1—5 worden voor kennisgeving aangenomen
6. Verslag der Commissie tot wering van schoolver
zuim over 1905.
7. Verslag van den toestand van het Gymnasium over
1905.
De punten 6 en 7 worden aangenomen voor notificatie.
Zullen nog eenigen tijd voor de leden van den Baad ter
visie liggen.
8. Rekening en verantwoording der Commissie van
Administratie over de Stads Bank van Leening, dienst
1905.
Wordt in handen gesteld van de heeren van Ketwicli
Verschuur, Wilhelmij en Baart de la Kaille, om onder
zoek en rapport.
9. Verzoek van de Voogden der Stads-Armenkamer
om af- en overschrijving op de begroeting dier instelling,
dienst 1905.
Wordt gesteld iu handen van de heeren Menalda,
Schoonderinark en Tromp, 0111 onderzoek en rapport.
10. Verzoek van de Commissie van beheer over bet
Stads-Ziekenhuis om versterking van oonigc artikelen
van uitgaaf op de begroeting dier instelling, dienst 1905.
Wordt gesteld in handen van de heerenBaart de la
Faille, Burger en Jansen, om onderzoek en rapport.
11. Missive van Mej. M. M. E. Uoelants, houdende
bericht, dat zij bij de gemeentelijke pensioenregeling
wcnsclit aangesloten te blijven.
Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd.
12. Adres van II. J. ('ordes omtrent de uitoefening
van het toezicht op de uitvoering der wit- en stueadoor-
werken in gemeenteschool uo. 12.
Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders, ter afdoening.
De heer Besuijnn zegt, dat als het adres wordt terug
gezonden aan Burgemeester en Wethouders, de Raad niet
zal te weten komen wat de uitslag is van het iu te
stellen onderzoek. Hjj zou er voor zijn, dat het werd
gereuvoyeerd ten fine van prae-advies.
De Voorzitter antwoordt, dat de afdoening van het
adres behoort tot de bevoegdheid van Burgemeester en
Wethouders. De Raad kan later altijd vragen tot Bur
gemeester en Wethouders richten omtrent de wijze waarop
deze zaak is afgedaan.
De heer lansen deelt mede, dat de persoon in kwestie
hem heeft opgezocht en gevraagd, of een adres om on
derzoek in deze zaak den Raad zou bereiken. Op deze
vraag heeft spreker geen definitief antwoord kunnen
geven ook hij is van oordeeldat de zaak tot de be
voegdheid van Burgemeester en Wethouders behoort.
Waar liet adres echter aan den Raad is gericht, zal
spreker er zich niet bij neerleggen, dat het eenvoudig
wordt gerenvoyeerd aan Burgemeester en Wethouders
ten fine van afdoening.
Spreker wil er uug aan toevoegen, dat hij van den
heer Garrelds zelden iets gehoord heeft, als waarvan in
bet adres sprake is, maar is daarom op een grondig
onderzoek bijzonder gesteld, en schaart zich aan de zijde
van hen, die hot adres zoo mogelijk in den Raad behan
deld willen zien.
liet komt den heer Hijlkfiina voor, dat de eerste vraag,
die men moet stellen deze is: waar hoort dit adres thuis
en dan is spreker liet met den Voorzitter eens, dat bet
bij Burgemeester en Wethouders thuis behoort.
De lieer Burger boort in het adres verwijzen naar de
memorie van toelichting. Spreker heeft echter Zoudag,
toen hij de stukken heeft ingezien, noch het adres noch
de memorie van toelichting aangetroffen. M aar nu echter
het adres gericht is aan den Raad, dient deze toch wel
allerminst van hei adres en van de daarbij behooroude
toelichting iets te weten. Hij zou de beslissing willen
uitstellen tot de volgende vergadering.
De heer Beekhuis zegt, dat hetgeen door den heer
Jansen in het midden is gebracht, niet opgaat, want,
indien een onderwerp bij Burgemeester en Wethouders
behoort, kan liet niet in den Raad worden behandeld.
Spreker kan wel niedegaau met het denkbeeld van den
heer Burger om de stukken 14 dagen ter visie te leggen,
alvorens ze aan Burgemeester en Wethouders worden
gerenvojjeerd ter afdoening. De leden kunnen dan later
altijd bij wijze van interpellatie te weten komen, hoede
zaak is behandeld.
De heer Duparc zegt, dat er voorbeelden te over zijn,
dat stukken, die kennelijk niet bij den Raad maar bij
Burgemeester en Wethouders belmoren aan laatstgenoemd
college terstond ter beschikking worden gezonden. Hij
behoeft slechts te wijzen op klachten over de bestrating,
de straatverlichting enz. Spreker beeft er echter niets
tegen, de zaak aan te houden.
De Voorzitter merkt op, dat liet niet duidelijk is of
bot adres gericht is aan den Raad of aan Burgemeester
en Wethouders. Spreker heeft cr echter niets tegen de
stukken 14 dagen ter visie te leggen. Wanneer de Raad
kennis beeft genomen van de toelichting, kan dan het
voorstel in behandeling komen om het adres te stellen
in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
13. de dagen en uren, waarop openbare lessen zullen
worden gegeven aan de gemeentelijke bewaarscholen alhier.
Tot bijwoning worden uitgonoodigd de heerenTigler
ijbrandi, Jansen en Wilhelmij.
1 1. dat provisioneel in koop zijn afgestaan
een gedeelte ad 1149 M* van bouwblok XVet ei} d