104
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Mei 1906.
namen een uniform cijfer van 25 gulden, dat den, als
zoodanig door hem aangeduiden, minimumlijder bijna
geheel, en de andereu voor een groot deel van de 5 p(Jt.
extra ontheft. Hun voorstel luidt
Ter tegemoetkoming in de bijdrage voor pensionneering
van weduwen en weezen der onderwijzers het mannelijk
personeel van bijstand der openbare scholen 111 eene
jaarlijksche toelage te geven van 25 gulden.
De heer Besuijen zegt, dat de vergadering heeft kun
nen bemerken, dat er onder de onderwijzers geen groote
tevredenheid heerscht over het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders. Dit kan ook moeielijk anders, want
het is niet prettig, om met een fooi van ƒ28 naar huis
te worden gezonden. Zoo welwillend men zich hier te
genover de leeraressen betoonde, zoo schriel is men tegen
over liet personeel der lagere schoolwaar nog zooveel
te verbeteren valtvooral voor den Baad die er prat
op gaat goed voor het onderwijs zorg te dragen.
In den korten tijd, die is verloopen tusschen het
bekend worden van bet voorstel van Burgemeester en
Wethouders en deze raadszitting is er zooveel geschre
ven en gehoord dat de meeste argumenten voor eene
betere regeling aan dit college bekend kunnen zijn. Spre
ker wil echter nog op enkele punten de aandacht vestigen.
In do eerste plaats over het belang dat bet onderwijs,
dus de geheele gemeente heeft bij eene behoorlijke sala
risregeling.
Dat belang zit in de meerdere stabiliteit van bet onder
wijs. de verminderde mutatie. Het artikel in de Leeu
warder Courant, klaarblijkelijk van een degelijk vakman,
zal den Baad dit duidelijk hebben gemaakt, liet wordt
trouwens erkend door ieder, die met het onderwijs iets
te maken heeft, ook door den Baad en Burgemeester en
Wethouders; door den Baad, die de salarissen aan school
12 blijkens bjjlage no. 8 van 29 Maart 1904 hoogcr
maakte out het onderwijs Ie, verbeterendoor de mutatie
te verminderendoor Burgemeester en Wethouders, die
in hun prae-advies van heden pag. 98 eveneens erkennen,
dat meerdere stabiliteit noodig is. Eu terechtin een
kort tijdsverloop van drie jaar vertrokken de onderwijzers
Brassinga naar Den Haag
Wolters
Bingma
Zwaagstra
Bult
Buwalda
Swart
Groen
de Vries
Amsterdam
1 ndië
Amsterdam.
Dit is reeds 10 pCt. van liet corps en natuurlijk ver
trekken niet de slechtste.
Spreker neemt aanals vaststaand,dat de slechte sala
risregeling oorzaak is van, sterke mutatie en dientengevolge
van slechten, onberekenbaar slechten invloed op het onderwijs.
Er moet dus een gewijzigde regeling komen. Men ging
nu aan het vergelijken met andere steden.
Is die vergelijking bruikbaar en goed
Neen de staat met 13 steden waarbij Leeuwarden
is onbruikbaar, omdat bij geen enkele gemeente de
datum staat van de regeling; hoeveel oudjes daaronder
zitten, die op sterven liggen, valt niet te meten. Van
één regeling is spreker bekend dat ze jong is, nl. Delft.
Daar heeft een onderwijzer in 14 jaar het maximum
/'900.met hoofdacte ƒ1100.en ƒ100.vergoeding
voor huishuur. Dit is dus de eenigste stad, waarmee
Leeuwarden kan worden vergeleken, ook omdat er juist
evenveel inwoners zijn, 33000. Indien een regeling als
de Delftsche was voorgesteld had men er over kunnen
praten, want zelfs dan nog moest Leeuwarden een betere
hebben, terwijl nu een slechtere wordt voorgesteld.
Waarom moet Leeuwarden een betere hebben In de
eerste plaats omdat Delft bij gelijke regeling dan nog
een attractie zou blijven om de nabijheid der groote
steden, en in de tweede plaats, en dat is door Burge-
jgccster en Wethouders en de schoolcommissie vergeten
de gemeente Leeuwarden is een der eerste gemeentenzoo
niet de eerstedie de salarisregeling herziet onder vigueur
van de pensioenwet van Kuyper.
De onderwijzers moeten sedert 1 Januari 1906 5 <y0 van
hun salaris per jaar storten in het weduw- en weezen-
fonds. Bij een gemiddeld inkomen van 760.zooals de
berekening aangeeft, wordt dit 38.—. De onderwijzers,
met hun gering inkomen, hadden minstens recht te ver
wachten, dat die zware zorg zou worden overgenomen
door de gemeente. Denk eens aan de vriendelijkheid
tegenover de leeraressen. De ouderwijzers hebben dan
ook vertrouwddat het gemeentebestuur hun niet teleur
zou stellen.
Toen de gemeentebegrooting van 1905 behandeld werd,
had spreker het voornemen voor te stellen, den post voor
onderwijzers-salarissen met 5 °/c te verhoogen in verband
met de pensioenwet. Spreker meende dat een adres den
Baad zou bereiken, liet afdeelingsbestuur van den Houd
echter deelde spreker mede, dat eene reorganisatie zou
worden aangevraagd men rekende vast op een grooten
vooruitgang.
Het blijkt dus, dat spreker beter beeft gezien, de heeren
hier beter kent dan de onderwijzers, die nu eens aan
schouwelijk les in de economie krijgen.
Zal de Baad het voorstel van Burgemeester en Wet
houders ongewijzigd aannemen? Zal de Baad een voorstel
aannemen, dat voor het onderwijs niet het minste effect
zal hebben omdat de mutatie niet zal verminderen? Waar
om niet de regeling van school 12, dan is men zeker,
dat er geen mutatie is, of is het niet erg als de mutatie
alleen het volksonderwijs benadeelt, of is het ouderwijs
van de onderwijzers buiten school 12 van minder gehalte,
waar zit de verklaring van het hoogere tractement Wat
zou de toestand zijn? Spreker neemt een voorbeeld:
Een jong onderwijzer aanvangssalaris 60U.
af voor pensioen 7 - 42.
558.
Deze krijgt dus 558.in de portemonnaie.
Een jong politie-agent aanvangssalaris 550.
bij voor kleeding - 72.-
622.—
Deze krijgt dus j 622.in de portemonnaie.
Is dit niet een aardig beeld De verdedigers der brand
kast zijn de bourgeoisie ƒ64.of 12^ meer waard dan
de opvoeders der volksjeugd.
Zelfs bij verhooging van het minimum met 25.
blijft die schrille tegenstelling, evenwel, dan kan ten
minste een onderwijzer bestaan. Die verhooging is dus
meer dan noodzakelijk. Ook bestaat daarvoor een andere
rechtsgrond. Leeuwarden staat in de 5e klasse der Per-
soneele belasting. Het wettelijk minimum van een hoofd
is ƒ950.Hij krijgt als minimum 1200.dus pl.m. s/i
maal het wettelijk minimum. Past men ditzelfde toe op
de onderwijzers, dan wordt hun minimum xƒ50U.—
625.-.
Een ander voorbeeld
De zichzelf verheerlijkende liberalen naast de Christenen.
Wat verdient een onderwijzer op 28-jarigen leeftijd
(dan mag hij trouwen van den Baad) bij het openbaar
en bij het bijzonder onderwijs
Leeuwarden geeft minimum600.
2 X verhooging a 50.- 100.
vergoeding huishuur- 75.
775.-
De Christelijke school minimum 600.
2 x verhoogiug ii 50.- 100.
Diploma schoolraad voor Chr. Nationaal en
Geref. onderwijs- 50.
vergoeding huishuur- 100.
850. -
Leeuwarden geeft voor de hoofdacte al of niet verplicht
100.—. De Christelijke school daarentegen voor ver
plichte hoofdacte 200.voor de niet-verplichte 100.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Mei 1906.
Een aangenaam beeld voor do Leeuwarder mannen
van „Volksonderwijs" en het liberale Leeuwarden.
De Baad weet dus wat hij doetals het voorstel
van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen.
Spreker zal nu eenige critiek uitoefenen op het idee
van Burgemeester en Wethouders om de onderwijzers
zonder hoofdacte totaal uit te sluiten van eenige verbe
tering en op de toelage van ƒ10.— per kind.
Waarom krijgen de onderwijzers zonder hoofdacte geen
rooie cent Ook zij moeten betalen in het pensioenfonds,
7 pCt. Zijn zij van minder kwaliteit? Waar halen de
heeren de wjsheid van daan, dat de onderwijzers zonder
hoofdacte minder zijn? Zeker niet van de hoofden, die
soms onderwijzers zonder hoofdacte voor laten gaan bij
vacatures. Als werkelijk de hoofdacte de onderwijzers
maakt tot je onderwijzerswaarom dan niet zoo als in
Amsterdam alleen onderwijzers met hoofdacte aangesteld?
De wijsheid van de leeken gaat weer in tegen een heel
corps van practici. De onderwijzers met de hoofdacte
beweren zelfdat zjj aan dat papier bij het onderwijs
niets hebben. Gedurende den tijd, dat voor de hoofdacte
wordt gestudeerdzijn de onderwijzers dikwijls halve
krachten in school. Dit is eveneens meermalen het geval
met hen, die blijven blokken voor de vergelijkende exa
mens voor hoold Deze toch kunnen zoo vervuld zjjn
van hun doeldat het dagelijksch werk er door op den
achtergrond gedrongen wordt.
Waar de wet ƒ100.meer waarborgt aan de bezit
ters der acte is er geen enkele reden voor de gemeente,
om nog verder onderscheid in het leven te roepeneen
nieuwigheid als hier voorgestelddie zeker in niet veel
gemeenten te vinden zal zijn.
Spreker hoopt van harte, dat de Baad de onbillijkheid
er van zal inzien.
Ten slotte wil spreker iets zeggen over de ƒ10.
vergoeding voor huishuur oftewel de twintig centense
kindertjes. Spreker heeft vreemd opgezien, toen hij dat
in het voorstel las. In sommige socialistische geschriften
leest men over eventueele regeling der distributie in de
socialistische maatschappij van een uit keering naar be
hoeften.
Dit principe kan men hierin ontwaren. Indien spreker
het had voorgesteld, zou men ongetwijfeld met den heil
staat hebben geschermd. Burgemeester en Wethouders
zijn in dit gevalmet eene variatie op des heeren Du-
pares spreekwoorden: plus soeiaiiste que le socialist, liet
gaat spreker nu te vlug. Hij wil niet treden in appre
ciatie over het systeem maar bij eventueele aanneming
zal spreker de vrijheid nemen bij de begrooting ten op
zichte van het loon der gemeentewerklieden eens aan de
regeling der ouderwijzers te herinneren. Uwe consequentie,
heerenWaar blijft de beroemde werking van vraag
en aanbod en gelijk loon bij gelijken arbeid Het voor
stel komt spreker eenigszins verdacht voor. Het heeft
de strekking een laag minimum aannemelijk te doen
schijnen, men voelt wel, dat liet met de salarieering
dunnetjes is en begint, in plaats van Hink te verbeteren,
wat klein bij te spijkeren. Er zitten in het voorstel
twee zaken, die er niet bij amendement uit kunnen, want
zij betreffen het principe. Het zjj spreker vergund daar
om alvorens tot de behandeling der punten over te g;au
eerst door middel van twee moties hot oordeel van den
Baad te vernemen.
De moties luiden
1. „Het minimum salaris worde met 25.verhoogd."
De verhoogingen daarop te baseeren.
2. „De Baad overwegende dat door art. 26 van de Wet
op het Lager Onderwijshet bezit der hoofdacte vol
doende wordt gewaardeerdbesluit geen verder onder
scheid in salarieering in te voeren."
Spreker zal nog een enkel woord zeggen naar aanlei
ding van het voorstel der schoolcommissie. Hij gelooft,
dat de wet op het Lager Onderwijs zich verzet tegen
het geven eener bijdrage. Zij laat wel verhooging van
salaris toe en tegemoetkoming in de huishuurverder
evenwel niets. Sprekers voorstel heeft hetzelfde resul
taatalleen met dit verschil, dat bij aanneming ook dé
onderwijzeressen verhooging krijgen.
Hij zou dus den heeren Haverschmidt c. s. in over
weging willen geven hun voorstel in te trekken.
De heer Schoondermark zegt, dat het den Baad wol
zal bevreemden, dat de 3 leden, die met een amendement
komen, juist zijn leden van de commissie van toezicht.
In de commissie van toezicht meende men, dat de kans
bestond, dat de provincie tegemoet zou komen in de bij
dragen voor het weduwen- en weezenpensioen. Het is
echter gebleken, dat dit geenszins het geval is en van
daar hun amendement.
De heer Besuijen vergelijkt een onderwijzer bij een
agent van politie. Deze vergelijking echter gaat niet op.
Men moet n.l. niet vergeten, dat een politieagent reeds
een gevestigde positie heeft, terwijl een jong onderwijzer
nog slechts op de eerste sport staat van den maatschap-
peljjken ladder. Deze moet zich nog een positie scheppen.
Het zou dus verkeerd zijn, deze een zoo hoog salaris te
geven, dat hij kon komen tot de gedachte, ik blijf hier,
want ik ben onder dak. Door een te hoog salaris wordt
alle ambitie tot verdere studie bovendien weggenomen.
Geen lid der schoolcommissie zal toegeven, dat de on
derwijzers met en zonder hoofdacte vrijwel op één lijn
zijn te stellen. De heer Besuijen heeft gezegd, dat de
heeren, die in de schoolcommissie zitting hebben, nooit
bij het Lager Onderwijs werkzaam zijn geweest en er
dus niets vanaf weten. Spreker constateert, dat de heer
Besuijen zich in deze vergist, want spreker zelf is bij
het Lager Ouderwijs werkzaam geweest. Wat de verge
lijking met Delft aangaat, waar in 14 jaar het maximum
wordt bereikt, terwijl dit hier volgens bet voorstel van
Burgemeester en Wethouders 16 jaar duurt, spreker
begrjjpt niet, hoe dit geringe verschil als argument tegen
het voorstel van Burgemeester en Wethouders kan wor
den gebezigd.
Nu nog iets over do mutatie. Spreker gelooft dat bet
een gevaarlijke weg is, als men die tracht te bezweren
door telkens meer geld te geven. De heer Besuijen noemde
een onderwijzer, die naar Indie vertrok. Spreker kent
dezen man persoonlijk en weet, dat hij alleen daarom
vertrok, omdat bij graag wilde trouwen en in Indie met
het aanvangssalaris dit wel kon doen en hier niet. Wat
aangaat de scherpe opmerking van den heer Besuijen,
dat aan school 12 hooge salarissen worden gegeven, om
dat dit niet een school is voor het volk, hierop kan
spreker antwoorden, dat het bekend genoeg is, dat er
veel kinderen uit het volk schoolgaan.
De heer Burger is liet in beginsel met den heer Ha
verschmidt eens. Waar de wet een 10-jaarl ijksche her
ziening voorschrijft, is ook spreker van oordeel, dat wij
ons moeten onthouden van herziening binnen dien ter
mijn naar aanleiding van het eerste het beste verzoek
om tractementsverhooging. Met bitter weinig sympathie
heeft spreker dan ook het voorstel van Burgemeester en
Wethouders begroet, waarbij zonder bijzondere aanleiding
eene zeer weinig beduidende greep in de bestaande regeling
wordt gedaan en dat, zooals spreker nader hoopt aan te
toonen, in die regeling op zonderlinge wijze ingrijpt.
Spreker zou zich dan ook liefst bepaald hebben tot het
advies om het geheele voorstel te verwerpen, indien niet
de pensioenkwestie door de wet met ingang van 1 Ja
nuari 1.1. in het leven geroepen, aanleiding gaf om het
denkbeeld van eene herziening der salarissen te aanvaar
den. Dit is een nieuw punt en het verbaast spreker ten
zeerste, dat de Commissie van Toezicht eerst nu met
voorstellen te dien opzichte komt. De onderwijzers be
taalden tot nu toe 2 pCt. voor eigen pensioen. Nu is daarbij
gekomen 5 pCt. voor weduwen- en weezenpensioen.
Spreker is er voor, de onderwijzers, die door den hun
alzoo nieuw opgelegden last ernstig worden gedrukt,
daarin tegemoet te komen. Voor een onderwijzer, die