erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1906. De Voorzitter deelde aan spreker mede, dat de heeren hier zich door spreker lieten biologeeren en maar met Besuijen meestemden „die zou 't wel weten". Ongelukkigerwijs heeft spreker dat zelf nooit bemerkt. Voor zoover hij zich herinneren kan had hij nooit eenig direct succes buiten de geschiedenis met de ronsel-ci reu - laire en den datum, waarop de verbeterde onderwijzers- salarissen ingaan. Het voorstel-Besuijen wordt in onderdeden in stemming gebracht. a. In de plaats van art. 196 te lezen Voor onderwijzeressen bjj een diensttijd als zoodanig van minder dan 5 jaren500,- 5 en meer doch minder dan 10 jaren. 550, 10 jaren600,— Dit voorstel wordt verworpen met 12 tegen 6 stemmen. óór stemmen de heeren: Besuijen, Jansen, Beerends, Lautenbach, Koopmans en Burger en tegen de heerenBeucker Andreae, Schoondermark, Oosterhoft, Beekhuis, Tigler Wijbrandi, llaverschmidt, Feddema, van Ivetwich Verschuur, Komter, Hjjlkema, Menalda en Baart de la Faille. b. In de plaats van artikel 19c te lezen Voor de hulponderwijzeressen bij een diensttijd als zoo danig van minder dan 3 jaren 200, 3 en meer doch minder dan 6 jaren. 250,— 6 en „9 jaren. 300,— jaren350,— Dit voorstel wordt verworpen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Besuijen, Oosterhoff, Jansen, Beerends, Feddema, Lautenbach, Koopmans en Burger tegen de heeren Beucker Andreae, Schoondermark, Beekhuis, Tigler "Wijbrandi, llaverschmidt, van Ketwich Verschuur, Komter, Hijlkema, Menalda en Baart de la Faille r. In de plaats van art. 19</ te lezen Voor de hulponderwijzeressen, die een acte van toe lating als bewaarschoolhouderes bezitten f 150.— meer als onder c is bepaald. Dit voorstel wordt verworpen met 13 tegen 5 stemmen: Vóór stemmen de heeren: Besuijen, Jansen, Beerends, Lautenbach en Koopmans, tegen de heerenBeucker Andreae, Schoondermark, Oosterhoff, Beekhuis, Tigler Wijbrandi, llaverschmidt, Feddema, van Ketwich Verschuur, Komter, Hijlkema, Menalda, Baart de la Faille en Burger. d, In de plaats van art. 19e te lezen: van de oppas- sters 200. Dit voorstel wordt verworpen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heerenBesuijen, Oosterhoff, Jansen, Beerends, Lautenbach, Koopmans, Baart de la Faille en Burger. Tegen de heerenBeucker Andreae, Schoondermark, Beekhuis, Tigler Wijbrandi, llaverschmidt, Feddema, van Ketwich Verschuur, Komter, Hijlkema en Menalda. Hierna komt in stemming het voorstel der heeren llaverschmidt en Beucker Andreae om het salaris met 50 te verhoogen. Dit voorstel wordt aangenomen met 15 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heerenBeucker Andreae, Schoon dermark, Besuijen, Oosterhoff, Jansen, Tigler Wijbrandi, llaverschmidt, Beerends, Feddema, van Ketwich Ver schuur, Lautenbach, Koopmans, Menalda, Baart de la Faille en Burger; tegen de heeren: Beekhuis, Hijlkema en Komter. De heer Baart de la Faille merkt op, dat in de laatste i alinea van art. 19 staat, dat kweekelingen, die eene hulponderwijzeres tjjdelijk vervangen, daarvoor worden beloond met eene toelage berekend naar 50 per jaar. Spreker stelt voor die kweekelingen te beloonen met hetzelfde salaris dat de hulponderwijzeres geniet met wier werkzaamheden zij worden belast, dus naar ƒ150. De heer Beucker Andreae gelooft, dat als de heer Baart de la Faille zijne herinnering raadpleegt, deze zich zal herinneren, dat het salaris der kweekelingen, die een onderwijzeres tijdelijk vervangen, expres lager is gesteld, omdat zij slechts een gedeelte der schooluren dienst doen en zjj in functie worden gesteld om zich practisch te bekwamen. De heer Baart de la Faille herinnert zich het door den geachten vorige spreker genoemde motief niet, maar hij vindt het billijk, dat een kweekeling, die eene hulp onderwijzeres vervangt en dus als zoodanig fungeert hetzelfde salaris geniet. Spreker handhaaft zijn voorstel. De Voorzitter zegt, dat door den heer Baart de la Faille wordt voorgesteld, in de laatste alinea van artikel 19 te lezen in plaats van 50.150. De kweekelingen, die de onderwijzeressen kunnen vervangen, zijn de leerlingen uit de hoogste klasse van den opleidingscursus. Haar, die nog opgeleid worden, het salaris toe te kennen van eene hulponderwijzeres, acht spreker ten eeneumale onnoodjghaar zijn aan de school is voor hare verdere vorming van belang en mochten zij soms voor eene hulponderwijzeres moeten inspringen, dan vervangen zjj die toch immers niet in mate van bekwaamheid. De heer Burger is van oordeel, dat de woorden van art. 7 der verordening den heer Baart de la Faille grond geven tot het doen van zijn voorstel. Daar leest spreker dat die kweekelingen inspringen als er een on derwijzeres ontbreekt. Als spreker echter goed is inge licht, dan is de praktijk anders en geschiedt de tijdelijke aanstelling niet zoo zeer om in eene bestaande behoefte te voorzien, als wel om de meisjes op deze manier practisch te vormen. Wanneer dit het geval is, dan gaat spreker met den Voorzitter mee, want dan geeft de ge meente een salaris voor de aardigheid, ter aanmoediging, en dat behoeft niet hoog te zijn. De heer Baart de la Faille zegt, dat wanneer dit de bedoeling is, de zaak heel anders wordt. Spreker leest die niet uit de redactie van de alinea. De lieer Besuijen zegt, dat als de opvatting van den heer Burger de juiste is, er niet wordt gehandeld naai de letter der verordening en houdt de gemeente zich volgens den heer Burger bezig met aardigheidjes welke geld kosten. Spreker meent, dat de verordening gelezen moet worden in den geest van den heer Baart de la Faille. Wanneer minder wordt gegeven dan het minimum salaris voor de hulponderwijzeressen, kan het streven ontstaan om niet in bestaande vacatures te voorzien, maar de kweekelingen te laten werken om zoodoende goedkoope arbeidskrachten te hebben. De heer Beucker Andreae heeft zooeven gezegd, dat de meisjes niet den geheelen dag werkzaam zijn, maar slechts enkele uren. Reeds daarom en omdat het voor hare practische vorming geschiedt en zij dus niet gelijk gesteld kunnen worden met de hulponderwijzeressen moet spreker zich tegen het voorstel van den heer Baart de la Faille verklaren. De Voorzttter ziet in het door den heer Besuijen ge sprokene opnieuw een bewijs, dat dat raadslid geneigd is alles tot groote proporties op te voèren. Nu zoekt de lieer Besuijen er weer een streven achter om goedkoope arbeidskrachten te krijgen. De meisjes, waarvan thans Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1906. 135 sprake is, zijn leerlingen uit de hoogste klasse van den I uit het hoogste leerjaar op dit oogenblik tijdelijk als cursus, die de gemeente dus niet kan vasthouden, want hulponderwijzeres dienst doet, zoodat er van misbruik dan zijn ze niet meer op den cursus, terwijl zij die ver- j geen sprake mag zijn. vangen, leerlingen van dien cursus moeten zijn. De 1 De verordening noemt het een toelage, die vóór 1902 meisjes worden, als gunst, over dag op de bewaarscholen aan de oudste kweekelingen, thans alleen wordt toegekend toegelaten om zich te bekwamen, terwijl zij 's avonds aan haar die de hulponderwijzeres tijdelijk vervangt, en les hebben. Wanneer het noodig is kan dus een hoofd 1 al was de opvatting van den heer de la Faille juist, zeggen, ik wilde je vandaag als onderwijzeres gebruiken, dan zou toch geen 150 gulden als maatstaf kunnen Voor dergelijke werkzaamheden wordt door de gemeente j worden genomen. Tijdelijk personeel krijgt in deze ge- iets vergoed, maar alleen wanneer tijdelijk eene huipon- I meente slechts 500.gulden, terwijl het minimum voor derwijzeres ontbreekt: dus juist om te voorkomen dat vast personeel ƒ600.— bedraagt, men, als de heer Besuijen, van misbruik zou gaan spreken. De heer Baart de la Faille, hoewel zich niet aanslui tende bij de veronderstelling van den heer Besuijen, vraagt De heer Besuijen antwoordt dat er staat: de meisjes stemming over zijn voorstel, kunnen tijdelijk worden belast. Spreker vindt het te j dwaas om aan leerlingen ook maar eenige vergoeding te j Het wordt in stemming gebracht en verworpen met geven. Is er echter gebrek aan onderwijskrachten en 13 tegon 4 stemmen, profiteert de gemeente van die leerlingen, dan moeten zjj worden betaald, en wel met hetzelfde salaris als de Vóór stemmen de heeren: Besuijen, Oosterhoff, Koop- hulponderwijzeres. Spreker heeft niet gezegd, men vult mans en Baart de la Faille; en bestaande vacatures niet aan, maar het kan gebeuren. tegen de heeren: Beucker Andreae, Beekhuis, Jansen, De V oorzitter zegt, wij kunnen de meisjes niet vast- Tigler Wijbrandi, llaverschmidt, Beerends, Feddema, van houden, dat is zoo, maar elk jaar komen er nieuwe. Ketwich Verschuur, Lautenbach, Komter, Hijlkema, Me- Van slimmigheidjes is hier geen sprake, alleen van be- naida en Burger, hoorlijk uitkijken en van zoodanig regelen dat geen ge legenheid wordt geopend voor eenig bestuur nu of later Ten slotte wordt met algemeene stemmen aangenomen om door exploitatie van kweekelingen op de loonen te het voorstel van de heeren Beucker Andreae en Haver- gaan uitsparen. schmidt om de voorgestelde verhooging te doen ingaan op 1 Juli a s. en sluit de Voorzitter de openbare verga- De heer Haverschmidt zegt, dat geen enkele kweekeling dering. De Raad gaat hierna in comité.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 6