172 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1906. Dit verwondert spreker, omdat, als aangenomen zou wor den wat de heer Besuijen wil, de gemeente voortdurend moet steuneniets waar de lieer Burger zieli in zijne vorige rede tegen heeft verklaard. Zooals reeds door den Voorzitter en den lieer Beek huis is uitgelogd, heeft de gemeente voor 20 jaar zich door de toen heerschende malaise genoodzaakt gezien de commissie te steunen. Thans leven wij in een tjjd van vooruitgangvan luxe zou spreker willen zeggen zoodat de aanleiding om te helpen nu in mindere mate aanwezig is. Burgemeester en Wethouders hebben hunne sympathie betoond aan de commissie door het terrein te willen afstaan en daardoor te willen helpen De kwestie is nu eenvoudig hoe groot de hulp moet zijn; het meer of minder. Op advocaatachtige manier heeft de heer Burger het 3e lid aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders toegevoegd hij zegt alleen „dit lost de kwestie van het juridisch bezwaar op"'. Het gevolg van de aanneming van zijn amendement zal tevens zijn, dat de Vereoniging tot werkverschaffing zich opnieuw tot den Baad wendt en de vóórstemmers dan zedelijk gehouden zjjn verder te gaan dan wat Burgemeester en Wethouders nu voor stellen. De heer Beucker Andreae zegt, dat de heer Besuijen de gewoonte heeft den Baad te verrassen met moties, die dikwijls veel te denken geven. Als deze motie nu direct werd behandeld zou het gevolg kunnen zijn dat zij veel meer beteekende, dan men eerst had vermoed. Spreker gelooft dat liet beter is de motie te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies, want als dit is uitgebracht, zal de Baad beter in staat zijn te oordeelen. Spreker wil den heer Besuijen in overweging geven voor te stellen de motie in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies. Wil dat raadslid dit niet, dan geeft spreker den Baad in overweging het bij meerderheid van stemmen te doen. De Voorzitter was van plan voor te stellen, de verdere behandeling der inotie-Besuijen te verdagen. Als echter het voorstel van den heer Beucker Andreac bijval vindt, dan is spreker bereid hieraan mede te werken. Spreker geeft den lieer Besuijen in overweging zijn voorstel in den aangegeven zin te wijzigen. De lieer Besuijen zegt, dat de heer Iljjlkéma begint met de opmerking, dat de motie is ingediend om ver warring te scheppen. Spreker herinnert zich, dat de heer llijlkcma ontstemd was, toen de heer Feddema op trad voor de Christelijke School en beweerde dat Bur gemeester en Wethouders opzettelijk die school moeilijk heden in den weg legden. Van den heer llijlkcma hadden wij dus een opmerking als boven niet mogen verwachten. Spreker heeft de motie ingediend ter completeering van het voorstel, niet om verwarring te stichten integendeel, juist ter voorkoming daarvan, vroeg hij behandeling nadat i over 't prac-advies-werkverschaffing beslist was. Wat betreft de opmerking van den lieer Beucker Andreae, dat de motie in handen moet worden gesteld van Bur gemeester en Wethouders om prae-advies, spreker begrijpt niet, wat prae-advies daarop moet worden uitgebracht. W at bezwaar kunnen Burgemeester en Wethouders heb ben 't Zou een bewijs van kolossale zwakte zijn als het instellen van een onderzoek geweigerd werd. Alleen als de motie in gevaar komt, is spreker bereid den weg te volgen door den heer Beucker Andreae aangegeven. Do lieer Beucker Andreae is van meening, dat de vorige spreker hem niet goed heeft begrepen. Sprekers bedoeling was dat de motie niet in handen van 3 leden gesteld werd, maar in die van Burgemeester en Wet houders. Deze zjn in het bezit van vele gegevens en het best in staat de vereisclite inlichtingen in te winnen. De heer Hijlkema zegt, dat de heer Besuijen het heeft laten voorkomen als zou door spreker zijn gezegd, dat liet de bedoeling van dat raadslid is om verwarring te stichten. Dit is onjuist. Spreker heeft alleen gezegd dat de motie verwarring schept. Een dergelijke bedoelutg zou spreker niet gaarne aan eenig raadslid toedichten, liet komt spreker voor dat liet voorstel van den heer Beucker Andreae geen aanbeveling verdient, want spreker is het met den heer Besuijen eens niet te weten wat prae-advies zou moeten worden uitgebracht. Spreker acht het beter dat de heer Besuijen in eene volgende vergadering met een nieuw* voorstel komt, dan blijven de beide zaken thans van elkaar gescheiden. Dc heer Burger heeft met genoegen ook door de me dedelingen van den lieer Besuijen zich bevestigd gezien in zijne meening, dat diens motie en het voorstel van Burgemeester en Wethouders elkaar niet in den weg zitten. Js er verwarring, dan ontstaat die door de ge lijktijdige behandeling en niet door den invloed van het een op het andere. Spreker heeft den lieer Besuijen toegeknikt, toen deze vroeg of hij niet voor diens motie zou willen stemmen. Nu meent spreker van een knik geen rekenschap verschuldigd te zijn; hij zal er zich dan ook toe bepalen te verklaren, dat er volstrekt geen in consequentie ligt in het stemmen vóór subsidiëering van eene overigens door de werklieden zeiven bekostigde ver zekering, terwijl men zich verklaren zou tegen geregelde subsidiëering van de werkverschaffing. Van de sympathie, waarover door dc heeren Hijlkema en Beekhuis voor de adresseerende vereoniging is ge sproken, heeft spreker niet veel in liet voorstel gevonden, liet verheugt hein echter, ook van die zijde te vernemen dat het bezwaar tegen subsidiëering niet principieel is, doch zooals de heer Beekhuis zegt, een kweste van meer of minder. Hiervoor voelt spreker wel iets, want ook hij vindt 8UUÜ. verbazend veel. En daarom doet het hem genoegen aan liet door hem gesprokene nog iets te kunnen toevoegen. Wanneer sprekers voorstel wordt aangenomen en de commissie wordt medegedeeld dat de Raad eerst nader moet worden ingelicht, zal zij volgens art. 60 moeten bewijzen, dat zij langs anderen weg het j benoodigde geld niet kan krijgen. II ij zou de commissie willen aanraden te trachten om voor dit buitengewone doel ook buitengewonen steun van particulieren te krijgen. Blijkt die steun te gering, dan zou dit voor de commissie een reden kunnen zijn hare plannen te herzien in ieder geval zou dan liet door haar aan te vragen subsidie ver minderd kunnen worden met het van particuliere zijde bijeengebrachte bedrag, liet verwijt, dat spreker advo caatachtig gesproken heeft, zal spreker zich niet aantrekken; het is hem te kinderachtig, en voor zoover het iets be- teekent, heeft hij het zeker niet verdiend. De Voorzitter is van oordeel, dat de zaak nu genoeg zaam van alle kanten bekeken is. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is in overeenstemming met den gang van zaken. Toen de nood hoog was, werd niet zooveel gevraagd als nu. Voor 20 jaar was liet aantal wcrkeloozen, dat door de commissie aan werk ge holpen werd, geregeld pl.m. 150 en nu in de laatste 4 jaren nog geen 100. Bij teruggaanden nood moet toch de vraag naar steun niet stijgende zijn. Burgemeester en Wethouders konden dus moeieljjk komen met een voor stel om de gevraagde ƒ8000.toe te staan. De beraadslaging wordt gesloten. Dc conclusie van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders en daarna het ontwcrp-besluit in zijn geheel wordt met algemoene stemmen aangenomen. De Voorzitter brengt hierna in stemming het voorstel van den heer Burner. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1906. 173 De heer Beekhuis wil even in het licht stellen de portee van dit voorstel. De Baad zal n.l. daardoor heb ben uit te maken of door de gemeente met het zooeven aangenomen voorstel genoeg is gedaan, of dat zij nog verder moet gaan. Het spreekt van zelf, dat als men de Vereoniging bericht dat zij moet komen met eene rekening en verantwoording, er dan bij die Vereeniging gegronde hoop wordt gewektdat de gemeente nog verder zal willen gaan. De heer Burger repliceertdat de heer Beekhuis in hoofdzaak gelijk heeft. Deze stelt de zaak echter wel wat te somber voor, want dc Baad wordt niet gebonden zooveel te geven als gevraagd wordt. Do heer Duparc zou geneigd zijn met het voorstel van den heer Burger mee te gaan daar het gevraagd bedrag van ƒ8000.—- hem wel wat heeft afgeschrikt. Door zijn stem aan het voorstel te geven wenseht hij echter niet te worden beschouwd in ieder geval voor subsidie te zullen stemmen. Het voorstel van den heer Burger wordt verworpen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren Jansen, Lautenbaeh, lvoop- mans, Feitz, Burger, Duparc, Besuijen en Baart de la Faille en togen de heerenSchoondermark, Beucker Andreae, Komter, Wilhelm ij, Menalda, Feddema, Beekhuis, van Messel, Tigler Wijbrandi en Hijlkema. De heer Besuijen heeft rui den heer Beucker Andreae begrepen en wijzigt zijn voorstel in verband met de opmerking van dezen lieer, zoodat het nu luidt „De Baad noodigt Burgemeester en Wethouders uit „een onderzoek in te stellen naar den besten vorm van „bestrijding der geldelijke gevolgen van werkeloosheid „en rapport over te leggen aan den Baad." Deze motie moet dan beschouwd worden in het licht der toelichting. De Voorzitter zou den heer Besujjen willen voorstellen het aldus gewijzigde voorstel aan te houden tot de vol gende vergadering. Dienovereenkomstig wordt besloten. 9. I' rae-ad vies van Burgemeester en Wethouders inzake het verzoek run het bestuur der Woning vereeniging Le.eu- wardenom steun van gemeentewege. (Bijlage no. 20). De beraadslaging wordt geopend. De heer Feddema zegt, dat speciaal art. 30 der wo ningwet aan verecnigingen, werkzaam in het belang der volkshuisvesting, het recht geeft een voorschot en oen bijdrage te vragen. Dat nu een vereeniging als dc adres seerende, een voorschot krijgt, daar heeft spreker niets tegentegen eene bijdrage wel. V anneer een zaak le vensvatbaarheid zal 'hebben, moet zij zoo worden opgezet, dat zij uit kan. Dit kan zoo het schijnt met de zaak dezer vereeniging niet. Burgemeester en Wethouders willen een bijdrage verlecnen van 4000.zondereenig motief en liet ligt voor dc hand, dat wij van Burgemeester en Wethouders hadden moeten hooren, dat de zaak zon der bijdrage niet kan bestaan. Spreker is van oordeel, dat een dergelijke zaak wel degel ijk kan rendoeren als de administratie goed gevoerd wordt. Spreker heeft inzage gehad van de laatste balans van dc vereeniging „Eigen brood bovenal". Deze vereeniging heeft aan bezittingen 152.000 en een reservefonds van 37.000. De schulden, die daar tegenover staan zijn pl.m. 115.000. In de veertig jaren van haar bestaan heeft de vereeniging getoond,dat dooreene goede administratie bij zeer lage li uur, ƒ1.30 per week, het mogelijk is een rekening op te zetten, die zonder steun van gemeentewege uit kan. En waar deze vereeniging, die in het vorig jaar nog 60 nieuwe woningen heeft gebouwd, bestaan kan, moet de vereeni ging „Leeuwarden" het ook kunnen. En alhoewel spreker den finaneiëelen toestand van de vereeniging „Werkmans- lust" niet van nabij kent, zooveel is toch zeker dat ook deze vereeniging zich zelf kan bedruipen. Uit de toelichting kunnen wij zien, dat de vereeniging zich voorstelt woningen te bouwen, n.l. 11 van ƒ2.80, 5 van f 1.75, 1 van ƒ2.80, 5 van ƒ2.00, 5 van ƒ2.40 a ƒ2 50 en ten slotte 108 van ƒ1.40 a ƒ1.50. liet aantal van ƒ1.35 a ƒ1.40 is 24. Het gaat echter vol gens spreker niet aan van de gemeenschap subsidie to vragen voor woningen boven de ƒ2.00 huur. Spreker is van oordeel, dat liet niet aangaat om, waar dc gemeente belasting heft van inkomens vanaf ƒ450.—, aan den anderen kant den gegoeden werkmansstand een aalmoes te geven. Aan den „Wissesdwinger" komt zelfs een huis van ƒ230.huurwaarde. Spreker begrijpt niet, hoe eene vereeniging als deze, die werkzaam is in het belang der volkhuisvesting met dergelijke plannen kan komen aandragen. Deze vereeniging kan ook de straten gratis aan de gemeente in onderhoud overdoen, dit hoeft zij met Eigen Brood gemeen, liet groote aantal dun wo ningen maakt, dat de rekening niet uitkomt. Als de ver eeniging die had weggelaten zou zij zich zonder subsidie kunnen redden. Spreker gaat niet mee met het voorstel betreffende de jaarlijksche bijdrage. De Voorzitter is genoodzaakt te wijzen op een paar door den heer Feddema genoemde cijfers die niet juist zjjn. In de eerste plaats wordt van de gemeente niet ƒ4UUU. gevraagd als bijdrage voor woningbouw maar ƒ857. Verder spreekt de heer Feddema van 21 wo ningen van ƒ1.50, terwijl in het plan voorkomen 131 woningen van dien huurprijs en nog 10 van ƒ1.80. De bijdrage wordt gevraagd, omdat de vereeniging geen andere inkomsten heeft dan de huur en zij liet voorge schoten geld in 50 jaren moet terugbetalen. De lieer Koopmans zegt, dat hij in de Leeuwarder courant een ingezonden stuk heeft gelezen over eene woningvereeniging in het Bildt. Deze vereeniging had ook van de gemeente een voorschot en eene bijdrage volgens de wet gevraagd. Door Gedeputeerde Staten is echter het betrekkelijk raadsbesluit niet goedgekeurd. Zou dit ook niet kunnen geschieden met een besluit als het onderhavige? De heer Feddema heeft de cijfers geput uit het advies van Burgemeester en Wethouders op pag. 191. liet is mogelijk dat spreker zich ten opzichte van dit cijfer heeft vergist; bij nader inzien blijkt hem dat de jaar lijksche bijdrage pl.m. ƒ1450.bedraagt, liet andere cijfer heeft hij echter niet genoemd. Ilij heeft gespro ken van 108 woningen type F en gewezen op het groote getal woningen boven de ƒ2.—. Deze zijn de redenen, waarom de rekening niet opgaat. De voorzitter sprak, alsof hij meende dat na verloop van 50 jaren de wo ningen door de huurders in eigendom zouden zjjn ver kregen. Maar al wonen de aanstaande huurders ook vijftig jaren lang in deze woningen, dan hebben ze nog geen steen eigendom daaraan. De huurders en daarop 'komt het aan zjjn verplicht te betalen wat noodig is voor rente en aflossing, voor zooverre die afschrijving op waardevermindering kan heeten; eene annuïtcitslee- ning tot algeheele zuivering van hypotheekschuld behoeft de gemeente niet te helpen bevorderen. De heer Jansen wil er toch den heer Feddema even op wijzen, dat deze de zaak niet juist beschouwt als hij meent, dat huurders van de duurste woningen zullen pro-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 4