138 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juli 1906.
Tromp maar eenvoudig te leggen op de schouders van
de gemeente. De speeltuin is opgericht voor de Vereeni-
ging. Er is gezegd geef den kinderen zand om er in te j
spelen en mee te spelen, dan geeft men ze werk, levens
lust en gezondheid. Welnu zand is er in overvloed.
Wanneer er buiten de afrastering een toegang, door den
voorzitter besproken, ook nog een schutting en eene
waranda moeten worden gebouwd, zou dat zeer duur komen
en het park bovendien niet mooier maken. Spreker be- j
twijfelt zeer of het de bedoeling is geweest van den Raad
om zoover te gaan. De Vereeniging moet trachten door
contributies en vrijwillige bijdragen fondsen te krijgen j
voor de inrichting van den tuin. Dit ligt, volgens spreker, I
niet op den weg der gemeente. Hoe meer bovendien
de gemeente zelf zou ingrijpen, des te meer trekt zich
het particulier initiatief terug.
De heer Tromp wil nog een enkel woord zeggen ten
einde een mogelijk misverstand te voorkomen.
De heer llijlkema heeft gezegd, dat de kinderspeeltuin
hoofdzakelijk in het belang der Vereeniging is opgericht, j
Spreker wil aannemen dat de heer llijlkema bedoelde in j
het algemeen belang en speciaal in dat van de Leeuwar- I
der jeugd, liet zou te dwaas zijn om te zeggen, dat de j
gemeenteraad van Leeuwarden den kinderspeeltuin had
opgericht in het belang eener vereeniging.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot op
heffing van de in 1896 aangegane gemeenschappelijke
onderwijsrcgeling met Menaldumadeel.
2. Prae-advies op het adres van de heeren Mr. H. J.
Ladenius te Almelo en N. T. Ladenius te Arnhem om
vergunning tot het hebben van uitweg van en naar don
Poppeweg.
3. Alsvoren op het voorstel van heeren Voogden der
Stads-Armenkamer tot wijziging van Art. 56 van het
Reglement op het bestuur dier kamer.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
reorganisatie der Burgeravondschool en in verband daar
mede tot herziening of vaststelling van onderscheidene
verordeningen en voorts tot onderbrenging van die school
in het gebouw „de Ambachtsschool".
De punten 1—4 zullen in eene volgende vergadering
worden behandeld.
5. Alsvoren om over een nieuw drie-jarig tijdvak de
gemeentelijke schietbaan aan liet Rijk in huur af te staan.
Is voor heden aan de orde gesteld.
6. Alsvoren tot het toestaan van een crediet voor de
plaatsing van een olietank en een teerafscheider ten be
hoeve der gasfabriek.
Is voor heden aan de orde gesteld.
7. Aanbeveling van personen die in aanmerking komen
om geplaatst te worden op de aan den Commissaris der
Koningin in te zenden opgave van benoembaren in het
college van zetters.
Zal in eene volgende vergadering worden behandeld.
IV. Rapporten.
V. Hierna komen de voor heden op den oproepingsbrief
geplaatste punten aan de orde.
1Benoeming van eene onderwijzeres aan gemeenteschool
no. 7, vacature Mej. A. Kink.
De Voorzitter deelt mede, dat de voordracht door
Burgemeester en Wethouders is terug genomen, omdat
gisteren van no. 1, mej. Wilkens te Witmarsum, bericht
is ingekomen, dat zij wegens plotseling sterfgeval in hare
familie het onderwijs gaat verlaten. Spreker stelt voor
de nieuwe voordracht in eene volgende vergadering te
behandelen.
De heer Schoondermark zegt dat dit z. i. geen wettige
reden is om niet tot eene benoeming over te gaan. Wij
zouden desnoods no. 1 kunnen benoemen, hoewel dit in
de gegeven omstandigheden te dwaas zou zijn. Er is
echter haast bij. Wanneer wij pas over 14 dagen be
noemen, duurt het weer zooveel langer eer de benoemde
in dienst kan treden.
De Voorzitter repliceert, dat hij, daar Burgemeester
en Wethouders gisteren niet vergaderd waren, van oordeel
is, dat dit college in de gelegenheid moet worden gesteld
om die voordracht te herzien en dat het niet meer dan
betamelijk is ook den Arrondissements-schoolopziener in
overleg met wien de voordracht werd opgemaakt, in
kennis te stellen met het zich terugtrekken van nummer
een en om desgewenscht ook nog het hoofd der school
te hooren. Wat de haast aangaat, waarop door den heer
Schoondermark is gewezen, ten opzichte hiervan is spreker
het niet met dat raadslid eens. Dringende haast is er
niet bij, omdat de gemeente zeer vrijgevig is in het
verstrekken van tijdelijke hulp. Al is nu eene spoedige
infunctietreding van de vaste onderwijzeres altijd ver
kieslijk, zoolang eene tijdelijke aangesteld en naar ge
noegen werkzaam is, kan men niet zeggen dat er drin
gende haast is bij het vervullen der vacature.
Den heer Koopmans is geen wetsartikel bekend, dat
aanleiding geeft de voordracht terug te nemen. Hij on
dersteunt het idee van den heer Schoondermark. Burge
meester en Wethouders hebben de voordracht opgemaakt
volgens de wet en alle drie voorgedragenen hebben de
bij de wet vereischte bevoegdheid. Mej. Wilkens heeft
wel bericht, dat zij het onderwijs gaat verlaten, maar zij
heeft dat nog niet gedaan en kan ten allen tijde op dat
besluit terug komen, zelfs heden nog. Er is gelegenheid
genoeg om eene keuze te doen, want van no. 2 en 3
zijn de gegevens voldoende; ook ten opzichte der poli
tieke richting zal wel onderzoek zijn gedaan en geen
bezwaar bestaan omdat ze op de voordracht voorkomen.
Spreker is van oordeel, dat, als de Raad er mee begint,
hij dikwijls voor dezelfde feiten kan komen te staan b.v.
wanneer dit tal weder is aangevuld gaat er zich weer
één terugtrekken. Hierdoor zal het onderwijs schade lijden.
Spreker stelt voor heden tot benoeming over te gaan.
De heer Schoondermark brengt rapport uit ter zake
het onderzoek van de rekening en verantwoording der
Stads-Armenkamer en het Stads-Armhuis. De commissie
adviseert de rekening van de Stads-Armenkamer goed
te keuren in ontvang met ƒ47.764.78, en in uitgaaf
met 47.611.20"', die van het Stads-Armhuis in ontvang
en uitgaaf met f 13.366.36'.
De Voorzitter stelt voor de rekening en het rapport
in eene volgende vergadering te behandelen en dankt de
commissie voor den door haar verrichten arbeid.
Hiertoe wordt besloten.
Dit voorstel wordt door den heer Jansen ondersteund.
De Voorzitter behoeft niets aan het zooeven door hem
gesprokene toe te voegen. Spreker heeft geen wetsartikel
genoemd, doch alleen gewaagd van de betamelijkheid om
den arrondissements-schoolopziener in de gelegenheid te
stellen in overleg met Burgemeester en Wethouders de
voordracht te herzien.
De heer Wilhelmij sluit zich bij Burgemeester en Wet
houders aan. Spreker is niet in de gelegenheid geweest
de stukken in te zien en zou daarom ook gaarne de
benoeming willen uitstellen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juli 1906. 139
De heer Koopmans zegt, na het gesprokene door den
heer Wilhelmij, zijn voorstel eenigszins te willen wijzigen
en wel in dier voege, dat in de volgende vergadering
uit de ingediende voordracht tot de benoeming zal wor
den overgegaan. De raadsleden hebben dan ook de
gelegenheid de stukken nog in te zien.
De heer van Ketwich Verschuur zegt, dat de wet eene
voordracht wil van minstens drie bevoegden. Waar nu
no. 1 verklaart, dat zij eene eventueele benoeming niet
wenscht op zich te nemen, voldoet de voordracht niet
meer aan den eisch, dat ze uit een bepaald getal personen
zal bestaan. Al mocht nu deze redeneering volgens som
migen voor tegenspraak vatbaar zijn, dan toch schaart
spreker zich aan de zijde van den Voorzitter, nu de
voordracht uit de andere sollicitanten kan worden aan
gevuld tot eene uit het legaal getal personen bestaande.
De heer Schoondermark kan niet meegaan met den
heer Koopmans. De reden, waarom spreker nog heden
zou willen benoemen is, dat de benoeming wat sneller
zou geschieden. Dit vervalt nu bij het gewijzigde voor-
stel-Koopmans. Spreker geeft den Voorzitter in over
weging te vragen of dit voorstel wordt ondersteund. Hij
gelooft, dat zelfs de heer Jansen dit niet zal doen.
De Voorzitter vraagt of het gewijzigde voorstel van
den heer Koopmans ondersteund wordt.
Dit is niet het geval, zoodat het geen onderwerp van
beraadslaging meer uitmaakt.
De Voorzitter zal het schrijven van Mej. Wilkens bij
Burgemeester en Wethouders ter tafel brengen. Van de
daarover gevoerde besprekingen zal het afhangen welke
voordracht wordt opgemaakt.
2. Benoeming van eene voogdes van het Nieuwe Stads
weeshuisvacature Mevr. Heeling Brouwer.
Benoemd wordt Mevr. de Wed. A. S. baronesse van
Harinxma tlioe SlootenOollot d'Escury met 12 stemmen.
Op Mevr. M. StoopSeeuweu zijn 2 stemmen uitgebracht,
op Mevr. C. HaverschmidtRooseboom 1, terwijl 2
briefjes in blanco zijn ingeleverd.
3. Rapport der commissie, belast geweest met het on
derzoek der rekening en verantwoording van het Nieuwe
Stads- Weeshuis.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der rekening en verantwoording
in ontvang op 33.847.49"'
in uitgaaf op 32.093.93
met een batig saldo van 1.753.56"',
wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders totvoor-
loopige vaststelling van den 7en suppletoiren staal van
waterstaatswerken, niet in onderhoud of beheer bij het
Rijkde Provincie of bij Waterschappen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om
dien suppletoiren staat, zooals hij werd ontworpen, voor-
loopig vast te stellen, wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om van
Gebrs. I'. en I). Hoeksema alhier, in koop over te nemen
een gedeelte van het kad. perceel gemeente Leeuwarden
sectie F no. 2289.
Met algemeene stemmen wordt besloten
I van Ropko en Derk Hoeksema alhier, in koop over
te nemen voor den prijs van/1.het op de overgelegde
teekening met roodo arcure aangeduide gedeelte van het
kadastrale perceel gemeente Leeuwarden sectie E no.
2289, groot pl.m. 36 X 1.65 M-., de kosten van over
dracht en uitmeting te dragen door de gemeente, doch
onder verplichting van de verkoopers om het in de nieuwe
grensscheiding op kosten der gemeente te verplaatsen
ijzeren hek voor hunne rekening te bljjven onderhouden
II. na de overdracht de bovenomschreven strook grond
te bestemmen voor den openbaren dienst.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om voor
een nieuw driejarig tijdvak de gemeentelijke schietbaan
aan het Rijk in huur af te staan.
Met algemeene stemmen wordt besloten
de aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende schiet
baan, kadastraal bekend in sectie E no. 1569, te rekenen
met ingang van 4 Juni 1906 voor den tijd van drie
achtereenvolgende jaren aan het Rijk in huur af te staan
tegen eene jaarlijksche huursom van ƒ275 en verderop
de voorwaarden, opgenomen in het overgelegd ontwerp-
contract.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
toestaan van een crediet voor de plaatsing van een olietank
en teerafscheider ten behoeve van de gasfabriek.
Met algemeene stemmen wordt besloten
Burgemeester en Wethouders voor de plaatsing van
een olietank van 200 MA inhoud op eene fundeering van
gewapend beton en voor de aanschaffing van een teer
afscheider, systeem Pelouze en Andouin, met eene capaci
teit van 25000 MA per etmaal, een en ander ten behoeve
der gasfabriek, een crediet te verleenen van ƒ5925.
8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake
bezwaarschriften tegen aanslagen in de belasting op het
houden van honden.
Met algemeene stemmen wordt besloten
a. afwijzend te beschikken op de bezwaarschriften van
D. v. d. Zwaan, II. van Duijsen en 11. Barkema
b. niet ontvankelijk te verklaren in hunne bezwaar
schriften
J. v. d. Weide, J. Engelaar en Pieter de Vries;
c. toe te wijzen het bezwaarschrift van O. Stienstra
en in verband daarmede ontheffing te verleenen op den
aanslag, voorkomende onder volgno. 856 van de lijst no.
1 der belastingschuldigen wegens het houden van honden
over het belastingjaar 1906, ten bedrage van f 3.
d. den gemeenteontvanger te machtigen het sub c
vermelde bedrag ad ƒ3.van het totaal der aanslagen
af te schrijven.
De openbare vergadering wordt hierna gesloten. De
Raad gaat in comité ter behandeling van het rapport
der commissie, belast geweest met het onderzoek van
reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag,
zoo in eersten aanleg als in beroep.