Voortgezet Donderdag j NOV.
240 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906.
Een schaftlokaal is er niot. Spreker zal geen be
drag voorstellen, maar hij vestigt er de aandacht op;
misschien kan er op de een of andere manier in
worden voorzien.
De verlichting is mede niet voldoende. Het sterke
electrisch licht van de stroocartonfabriek, waarin men
ziet, verblindt en maakt het land met zijn vele put
ten en grachten gevaarlijk, als dit niet voldoende
wordt verlicht. De lantaarns toch zijn zonder gas.
Aanschaffen van meerdere gasolinelampen wordt ge-
wenscht.
Dit zijn alle nog kleinere kwesties. Spreker komt
thans aan de groote en zal beginnen met het verlof.
Art. 10 van het besluit van Burgemeester en Wet
houders (gemeenteblad no. 23 van 1900) zegt: „De
directeuren zijn bevoegd aan eiken onder hen ge
stelden werkman ten hoogste zeven dagen in het
jaar verlof te verleenen, mits de dienst dit toelaat
en alzoo geheel op hunne verantwoording."
Wat blijkt nu in de praktijk Dat vooral de tonne-
lieden hevig moeten zeuren om het verlof te bemach
tigen. Het heet altijd dat de dienst het niet toelaat.
Is de tonneman niet eenvoudig te vervangen door
een los werkman Is het werk, dat voor zoo weinig
geld verricht wordt, zoo gewichtig, dat een los werk
man niet in kan vallen Het staat wel aardig, zoo'n
staatje met verlofdagen in de Memorie van Antwoord,
't Lijkt wel of de klacht ongegrond is, al moesten
toch eigenlijk geen 64 maar 78 man verlof zijn ge
geven en niet 5, maar 7 dagen. Bovendien heeft
het ook waarde te weten, hoe men eigenlijk zoo'n
staatje krijgt. Een enkel voorbeeld.
Een aschbaklediger vroeg 1 dag verlof voor zijn
35jarig huwelijksfeest. Het werd geweigerd. Later
vroeg hij '/2 dag. Dit kon ook niet omdat hij op
Maandag 35 jaar getrouwd was Midden in de week
wel. Is dat niet sterk
Een voerman vraagt op 10 Augustus verlof om te
verhuizen. Hij kreeg '/a dag.
Een voerman vraagt 2 dagen om te verhuizen,
(deze heeft haast nog geen verlof gehad) kreeg 1 dag.
Een tonnenbezorger vraagt 2 dagen voor een logé en
trouwen van zijn dochter. Kreeg 1 dag voor het
trouwen.
Het kan misschien wel eens voorkomen, dat een
verlofaanvrage wat ongelegen komt, maar wanneer
een werkman daarop behoorlijk attent werd gemaakt,
zou deze zeker zijn verzoek intrekken. In plaats
daarvan is de Directeur moeielijk te genaken. Dat
het anders kan, is gebleken. Nadat de opmerking
over het verlof in het voorloopig verslag had gestaan,
werd geen verlof meer geweigerd. Spreker had mis
schien daarom de woorden over het verlof kunnen
inhouden, maar hij hoopt dat nu de aandacht van
Burgemeester en Wethouders er op gevestigd blijft
en de toestand niet weer vermindert.
De tweede groote kwestie is de vaste werkdag
der tonnenbezorgers.
Terecht is in verschillende sectiën (le en 3e) aan
gedrongen op een vasten werkdag der tonnenbezor
gers. Het is toch niet meer dan billijkdat men
weet waarvoor men werktdat men voor zulk soort
arbeid een loon krijgt naar een vast aantal uren per
week.
Wat antwoorden Burgemeester en Wethouders'?
De theorie is goed, de praktijk deugt niet. De mo
tiveering van die phrase. Blanco. Maar die
praktijk hebben de heeren niet meegemaakt en ken
nen ze dus niet. Hoe ging het nu in de praktijk Om 6
uur moesten zij in dienst zijn, zij kwamen om half
zes, eerder kon al niet omdat de burgers nog slie
pen. Zij begonnen te jakkeren, namen er geen mor-
genschaft af, krompen hun tijd voor maaltijd in van
11/2 op 1 uur, namen geen middagkwartier, alles om
spoedig gereed te zijn. Door elkaar was dit 5 uur
half 6.
Maar de stad breidt zich uit, het aantal tonnen
stijgt reusachtig en zal nog stijgen. Toen begrepen
de arbeiders, dat zij het kind van de rekening wer
den. Zij gingen reglementair werken en 't wordt
nu altijd 7 uur; dit zal nog later worden.
In de Kloostersteeg op de Oldegalileën is nog één
ton op 11 gezinnen of 11 gezinnen op 1 ton.
In 't Klooster 1 ton op 7 gezinnen.
1
11 11 x 11 11 u 11
Steenhouwerij (Oldegalileën) 4 voor 5 gezinnen.
1 4
11 11 T 11
Johannesbuurt 1 op 9 gezinnen.
Panbakkerspoortje 2 op S gezinnen enz.
Dit zal door de bouwverordening anders worden,
de uitbreiding van personeel zal helpen, maar stelt
hen bloot aan de mogelijkheid om na een jaar het
zelfde te ondervinden.
Dit verlangen naar een vasten werkdag is billijk
en inwilliging mogelijk, zoo goed als het voor ilc
aschlieden mogelijk is. Dergelijke niets zeggende op
merkingen over „de praktijk" hoorden wij vroeger
ook. toen bij de gasfabriek om IV2 uur middagschal't
werd gevraagd. Met waardeering sloegen wij van bui
ten den raad, den strijd om 11/2 uur schaft gade, gevoerd
door den heer Schoondermark (toen nog geen Wet
houder en meer vooruitstrevend dan sedert het oogen-
blik dat hij daar achter de bestuurstafel ging
zitten). In de praktijk heette het, kon het niet,
nu er een andere Directeur is kan 't plotseling wel.
Om een staaltje van het nadeel voor de tonnelieden
aan den niet-vasten werkdag verbondente doen zien
Voor eenigen tijd waren geen tonnen in voorraad én
moest er tweemaal worden gereden. Natuurlijk ging
dit ten koste van de tonnelieden; die toch niet konden
helpen dat er tonnen waren afgekeurd. 14 dagen
moesten zij boeten. Wel werd hun eenige vergoeding
beloofd, doch tot nu toe is daar niets van gekomen.
Nog een bewijs. De heer Hijlkema had het vorig jaar
nog al een aardig voorbeeld. Om te laten zien, dat de
aschlui veel verval hadden, vertelde hij van een aschman
die geen tonneman wenschteteworden,ofschoon hij toch
direct/' 1.-- loon meer ontving. Het leek spreker op
dat moment onverklaarbaar; hij heeft nagevraagd en
vernam, dat in de le plaats het tonnewerk veel zwaar
der is dan het aschrijden, dat men het tonnewerk zelfs
maar een tijdlang kan doen. Inderdaad is de ge
middelde leeftijd der tonnelieden ruim 6 jaar beneden
dien der aschlieden. Bij de tonnelieden vindt men slechts
een enkele boven de 50 jaar aschlieden zelfs van
60, en een boven de 70 jaar.
Het tweede argument voor een preferentie voor de
aschkar isde tonnelieden hebben geen vasten werkdag.
Ten einde aan deze misstanden een einde te maken,
dient spreker de volgende motie in
„De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit
een vasten werkdag voor de tonnelieden in te voeren
(tusschen de uren 6 uur voormiddags en 6 uur na
middags, met inbegrip van de gebruikelijke schaft
tijden)."
Spreker heeft met genoegen de loonsverhoogingen
gezien; hoe echter het aannemen van fooien zou
kunnen worden verboden zonder overleg met de
werklieden en restitutie in den vorm van loon, be
grijpt hij niet. Had men hen het vorig jaar voor
de keus gesteld: 1.— meer en het aannemen van
fooien verbodenmen had het waarschijnlijk gedaan
gekregen.
Waarom blijven de aschlieden 25 cent achter?
Omdat zij vodden ontvangen Dit is echter geen
argument, daarvoor blijft het loon immers 1.—
achter bij dat der tonnelieden. Evenals het vorig jaar
blijft spreker aandringen op het uitzoeken der vodden
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. 241
op de belt. Het sorteeren op straat is ongezond en
veroorzaakt een smeerboel. Daarbij dwingt de ge
meente tot vreemde toestanden. In een eenkamer
woning bij moeder en kroost zit vader vodden te
schiften. Hij zit daar tusschen vodden en vlooien
te werken. Vraagt men hem wat is je vak of be
trokking? Antwoord gemeentereiniger. Waarom hij
dan zijn huis tot lompenpakhuis maakt? Antwoord:
„Mijnheer Hijlkema geeft maar 8.25 en zegt, de
rest moet je maar uit de opbrengst der vodden zien
te halen. Nu verkoopen de kleine lui hun vodden
aan den voddenkoopman, het smurrie gooien ze in
de asch er zit dus al niet veel in, maar als wij 't
nou sorteeren en wasschen komt er wekelijks nog
wel 0.50 of ƒ1.- uit, daarvoor moet ongeveer 5
uur gewerkt."
Bij andere reinigingsdiensten sorteert men op de belt
voor rekening der gemeente. Wat zegt de Memorie van
antwoord? Uit practisch oogpunt is dit af te keuren.
Bom, ook een argument. De aschlieden maken wel
1.— a ƒ2.- per week, zeggen Burgemeester en Wet
houders. Het vorig jaar heeft spreker geen voorstel
gedaan. Hij stelt nu voor het loon te brengen op
dat van de tonnelieden f 9.50 en de vodden voor reke
ning der gemeente te nemen. Volgens Burgemeester
en Wethouders is dit voor de gemeente een voor
deeltje, want het zou maar 20 xƒ ,25 x 52 /T300.
kosten en bijna 2 x zooveel, dus pl.m. f 2600. - op
brengst. Spreker is echter ook per ongeluk bij volgno.
143 verzeild. Hij hoopt dat dit hem niet kwalijk
wordt genomen.
De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Besuijen
niet per ongeluk in volgno. 143 verzeild is. Spreker
heeft hem toch het woord gegeven 0111 algemeene
beschouwingen te houden ovor Af'deeling V en hij
vertrouwt alsnu dat de heer Besuijen er bij volgno.
143 niet weer op terug zal komen. Spreker deelt
mede dat hij de voorgestelde verhooging van volgno.
143 bij dat volgno in behandeling zal brengen en de
motie vóór dat tot behandeling van het artikel wordt
overgegaan.
De heer Hijlkema antwoordt, dat als men den heer
Besuijen gehoord heeft, men zou denken dat er aan
de gemeentereiniging niet veel goeds was. Spreker
is overtuigd, dat dat raadslid de zaak van den zwarten
kant beschouwt. Hij zal trachten het betoog stap
voor stap te volgen.
Door den heer Besuijen wordt voorgesteld verhoo
ging van volgno. 143 met 1300. -. Hierin ligt op
gesloten, dat dat raadslid niet tevreden is met het
bedrag dat thans reeds is voorgesteld. Spreker had
gedacht dat de heer Besuijen nu eens tevreden zou
zijn geweest met de voorgestelde verhooging van
1573 vooral als men in aanmerking neemt de
wijze, waarop het is geschied, n.l. omdat daarmede
in toepassing is gebracht een betere regeling.
Wat de hooileverantie aangaat, op dit punt kan
spreker den heer Besuijen niet nader inlichten. Hij
weet wei dat het geleverde hooi altijd van de beste
kwaliteit is en de prijs billijk. Spreker wil wel on
derzoeken of er in de stad ook goede hooileveran-
ciers zijn.
Van de waschinrichting zegt de heer Besuijen, dat die
is in onvoldoenden toestand en de werklieden worden
tegengewerkt in het gebruik maken er van, omdat
zij door de smidswerkplaats moeten om er te komen.
Wat de waschinrichting zelf betreft, spreker verwijst
ten opzichte hiervan naar de Memorie van Antwoord.
Zij is in een toestand gebracht, die de verwachting
van den Inspecteur te boven gaat. Er blijft dus alleen
I bestaan de kwestie hoe de werklieden er moeten
komen. Dat zij door de smidswerkplaats moeten is
praktisch. De afstand is van geenerlei beteekenis
en behoeft de werklieden zeker niet te weerhouden
er gebruik van te maken. Het is daarom zoo gere
geld, dat de smid toezicht kan houden op het vullen
der reservoirs, en dat de inrichting netjes wordt ge
houden. Dit is wel noodig, adres aan de gasfabriek.
De heer Besuijen zou de menschen willen ammeeren
er gebruik van te maken. Allen weten dat de wasch
inrichting er is. Niemand kan te dezen opzichte on
wetendheid voorwenden. Wanneer de werklui er
niet komen, ligt dit geheel aan hen zelf.
Een schaftlokaal is er niet, zegt de heer Besuijen.
Dit is ook niet noodig, want er wordt niet geschaft.
Bij eventueele verplaatsing van het aschland even
wel kan daar, zoo dan noodig, rekening mee worden
gehouden.
De verlichting, hebben Burgemeester en Wethou
ders gezegd, is voldoende. Er zijn 8 petroleumlan-
taarns, waarvan enkele in gasolinelampen zijn of wor
den veranderd. Bovendien zijn er bij buitengewone
gelegenheden 10 gasflambouwen aanwezig. De verlich
ting zou beter kunnen zijn. In 1874 is er op het
aschland een gasleiding aangelegd, eorst bovengronds,
dit beviel niet, toen in 1887 ondergronds. Jn 1902
bleek bij onderzoek dat de leidingen waren vergaan.
Spreker zou thans geen post van misschien wel
ƒ1000.— op de begrooting durven brengen voor beter
verlichting, vooral met het oog op de eventueele ver
plaatsing van hot aschland Dat er aan den overkant
electrisch licht gebruikt wordt, kan de gemeente niet
helpen.
Met betrekking tot het verlof, herinnert spreker
er aan, dat de werklieden dit kunnen aanvragen en
de directeur bevoegd is het te verstrekken. Het is
echter geen recht, want de directeur is gemachtigd
verlof te verleenen voor zoover de dienst het toelaat.
Hier kan lang en breed over worden gesproken; de
tijd waarop ieder zijn verlof krijgt dient aan den
Directeur te worden overgelaten, in verband met den
dienst.
Door den heer Besuijen worden verscheidene voor
beelden aangehaald. Wanneer men goed onderzoekt
blijkt vrij zeker, dat voor s/4 de schuld ligt aan de
menschen zelf. Sommigen vragen soms 6 a 8 weken
te vroeg aan en dan kan de Directeur niet beoordeelen
of de man over 6 a 8 weken gemist kan worden,
anderen vragen slechts een dag te voren. De Direc
teur is inschikkelijk genoeg.
Spreker komt nu tot den vasten werkdag voor
de tonnelieden. Deze kwestie is al meer ter sprake
geweest. Die werklieden hebben een wijk die zij
moeten beredden, zij hebben een zekere dagtaak.
Is die dagtaak volbracht, dan kunnen zij naar huis
gaan en aan den opzichter is het dan overgelaten
0111 na te gaan of het werk dat gedaan is goed is.
Nooit heeft deze regeling aanleiding tot klachten
gegeven en spreker zou gaarne willen dat alles op
dezo manier kon worden geregeld. Bij een derge
lijke regeling is aan het eigen initiatief eens iets
overgelaten; de mannen kunnen b.v. hun eigen be
gin- en schafttijden regelen. De heer Besuijen zegt,
dat zij om hun dagtaak af te krijgenafgejakkerd
worden. Als een onbevooroordeelde die mannen ziet
werken, krijgt hij zeker dien indruk niet, integen-
gendeelDit raakt echter de kwestie niet. Er wordt
n.l. aangestuurd op het maken van overuren, die
met 25 en 50 pCt. plus worden betaald. Het is dan
ook wel opmmerkelijk dat juist met 19 Juli eensklaps
een kentering is gekomen in de uren waarop hun
werk af is.
Spreker leest ten bewijze hiervan hot volgend
staatje voor, waarin de uren van aanvang en einde
der werkzaamheden van de tonnenlui met pramen
zijn aangegeven.