Voorfgezef Donderdag i Mo", ippp
250 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag3l October 1906.
Volgnos. 158 160 worden ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 161. Onderhoud van den Prinsentuin en
daarin aanwezige gebouwen.
De heer Besuijen vraagt: is het antwoord van Bur
gemeester en Wethouders hier soms een grap? Het
lid in de sectie waarschuwt tegen wit geëmailleerde
bordjes. Burgemeester en Wethouders zeggen: wees
maar niet bang, je krijgt ze.
Spreker is geen voorstander van die naambordjes,
men ontsiert het plantsoen er moe, het herinnert te
veel aan een kruidtuin van een of andere Burgerschool
of Landbouwinrichting. Meenende de plaatsing van
den naam niet te kunnen keeren, heeft spreker ten
minste gewaarschuwd voor witte bordjes. Men
vindt ze in Sneek. Gelukkig staau ze er spaar
zaam; op één plaatsje lijkt het wel een hondenkerk-
hofje. Hier en daar is het witte émail door de jeugd
met stok of steen afgeslagen. De bordjes zijn zoo
lang als een potlood, half zoo breed Amsterdam
doet beter, heeft zwart houten bordjes, voel kleiner,
misschien 1 dm. lang, dm. breed, men moet ze
zoeken. Ook in den Haag bemerkte spreker dat men
kleine zwarte houten naambordjes had. Gewichtig
is de kwestie niet. Spreker heeft echter gewaar
schuwd, het kan loelijk tegenvallen.
De heer Haverschmidt wenscht kleine houten bord
jes, waarop in witte letters de namen in Nederlandsch
en Latijn met het land van horkomstzooals in
Utrecht.
Ook de namen der vreemde vogels in den Prinsen
tuin zag hij gaarne op deze wijze aangeduid.
De Voorzitter deelt mede dat de opmerkingen, dooi
de heeren Besuijen en Haverschmidt gemaakt, een
punt van nadere overweging bij Burgemeester en
Wethouders zullen uitmaken.
Volgno. 161 wordt hierna ongewijzigd goedgekeurd.
Volgnos. 162— 168 worden ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 169. Jaarwedden van keurmeesters van
vleesch en visch.
De heer Haverschmidt wijst op het nut van den
gemeentelijken keuringsdienst voor eet- en drinkwa
ren, zooals te Leiden. Om de kosten behoeft men
het niet te laten. In Leiden kost de geheele dienst
f 5000. en zelden is daar een uitgaaf gedaandie
aan de gemeentenaren zooveel baten oplevert. De
kwaliteit van alle levensmiddelen is belangrijk ver
beterd en alleen het artikel melk onderging, volgens
den directeur-scheikundige, Dr. Filippo, in 4 jaren
een waardevermeerdering van 40 a 50.000 gulden.
De Voorzitter verwijst naar hetgeen gisteren dooi
den heer Duparc ter zake melkkeuring is medegedeeld.
Deze kwestie heeft een onderworp van beraadslaging
uitgemaakt in de Commissie voor de Strafverorde
ningen.
De heer Duparc sprak gisteren reeds van oen vleesch-
keuring. Hier betreft het echter de melkkeuring.
Deze zaak heeft reeds van 1904 af bij de Gezond
heids-commissie een punt van ernstig onderzoekuit-
gemaakt, met het gevolg, dat door haar aan Burge
meester en Wethouders een voorstel werd gedaan,
om eene verordening op den verkoop en de keuring
van melk in het leven te roepen. De poging der
Commissie heeft echter tot nu toe niet het gewenscht
gevolg gehad.
De heer Beerends zegt, dat de Gezondheids-com
missie langer dan een jaar geleden, bij Burgemeester
en Wethouders heeft aangedrongen om eene veror
dening op den melkverkoop bij den Raad aanhangig
te maken.
Bij een desbetreffend adres is door haar daarbij o.a.
overgelegd het rapport van een door haar ingestelde
enquête op den melkverkoop hier ter stede, en het
ontwerp van eenige bepalingen die in zoodanige ver
ordening behooren.
Burgemeester en Wethouders hebben toen daarop
geantwoord, dat de uitvoering op vele practische be
zwaren zou stuiten, en de zaak niet zoo urgent is,
om nu reeds stappen in die richting van Burgemeester
en Wethouders te kunnen yerwachten.
Onder de vele misstanden, in dat rapport genoemd
wil spreker slechts op één geval de aandacht vestigen,
om aan te toonen dat bij de behandeling van melk
vreeselijke toestanden voorkomen, die niet mogen
worden bestendigd.
In een verkoophuis n.l. vond men de melk bewaard
in open pannen in de onmiddellijke nabijheid van
het bed van een ernstigen lijder aan tuberculose, op
kleinen afstand van een open privaat.
Volgnos. 170-173 worden zonder wijziging goed
gekeurd.
Volgno. 174. Kosten ter uitvoering der verorde
ning op de prostitutie.
De heer Tromp zegt, dat de afwezigheid van den
heer Baart de la Faille hem spijt. Wist hij dat zijn
collega spoedig terugkwam, dan zou hij voorstellen
dit punt aan te houden, want men zal nu na de toe
lichting kunnen zeggen: wij hebben slechts één me
dicus gehoord en de andere niet. Sprekers tijd is
echter beperkt.
De Voorzitter doet opmerken, dat het hem bekend
is dat de heer Tromp aangedrongen heeft op intrek
king der verordening op do huizen van ontucht.
Dinsdag 6 November vergadert de commissie voor de
strafverordeningen en zal alsdan ook over de al of
niet wenschelijkheid daarvan beraadslagen. Spreker
zou daarom den heer Tromp in overweging willen
geven af te wachten hoe het besluit der commissie
uitvalt, om dan te zijner tijd met voorstellen te komen.
De hoer Tromp zou in deze schikking kunnen tre
den als de kwestie medisch ware toegelicht. Spreker
grijpt de gelegenheid aan om zijne inzichten in eenige
trekken kenbaar te maken, voor de commissie voor de
strafverordeningen met een prae-advies komt. Het
zij spreker daarom vergund enkele woorden in het
midden te brengen.
De Voorzitter vindt dat de heer Tromp niet geheel
binnen de orde is. Spreker wil hem echter het woord
wel geven, vertrouwende dat hij er een zeer beschei
den gebruik van zal maken.
De heer Tromp zegt, dat zijn verzoek tot intrek
king der verordening niet nieuw is. In de laatste
jaren zijn in ons land op verscheidene plaatsen der
gelijke verordeningen ingetrokken, terwijl er nergens
nieuwe zijn uitgevaardigd. Reeds sedert jaren waait
de wind uit een anderen hoek dan in 1875, toen de
bacteriologie nog in hare kinderschoenen stond. Toen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. 251
kon men nog meenen met zekerheid te kunnen uit
maken of een prostituée gezond was of ziek. Thans
weet èlk medicus beter. Toen kon men nog meenen.
dat een zieke prostituée gevaarlijk wasthans weet
elk medicus dat ook een zoogenaamde gezonde door
middellijke besmetting gevaar voor den bezoeker op
levert. Thans kan men van medisch standpunt slechts
dit getuigen„elke prostituée is altijd en overal
gevaarlijk."
Op medisch gezag moet men dus van overheids
wege waarschuwen, verbiedenniet tolereeren en
vooral niet toelaten onder den valschen schijn het
gevaar beperkt te hebben. Want dit weet men totaal
niet. Het is niet statistisch aan te toonen. Daarmee
is het nut, uit hygiënisch oogpunt, van de keuring
hoogstens problematief geworden en het gaat aller
minst aan op dezen grond een verordening te hand -
haven.
Door dit te doen neemt de overheid een ontzag
lijke verantwoordelijkheid op zich, die zich uit geen
enkel oogpunt laat verdedigen. Men kome nu niet
aan met te zeggendie verantwoordelijkheid willen
wij niet dragen, we weten zeer goed dat het bezoek
gevaarlijk blijft, want dan past niet deze houding,
maar wel een die waarschuwend en verbiedend
optreedt. Men kome ook niet met het afgezaagde
motief: wij verwijderen toch enkele bepaald zieke,
en dus beslist gevaarlijke individuen en dus wer
ken wij met succes, want men weet zeer goed dat de
keuring vele indirecte gevolgen heeft die in hun draag
wijdte niet te schatten zijn, doch allen moeten wor
den geboekt op de creditzijde.
Daardoor kan men onmogelijk met zekerheid ver
klaren, dat de indirecte nadeelen kleiner zijn dan de
directe voordeelen.
Van medisch standpunt weet men niet of men goed
of kioaad doet en aangezien dit laatste mogelijk
misschien waarschijnlijk is, mist de verordening een
positieve basis en is daarmee reeds veroordeeld.
Dat spreker op het oogenblik de vrijmoedigheid
vindt om de opheffing te bepleitengrondt zich op
het feit, dat de voorstanders der keuring bordeelen
noodzakelijk achten voor de volvoering van hunne
voornemens. De toestand te dezer stede pleit voor
dit inzicht. Immers werd in de laatste jaren nimmer
gekeurd buiten het bordeel en bij de behandeling der
vorige begrooting verklaarde de toenmalige voorzitter,
de heer Troelstra, het voor onmogelijk, dat de clan
destine en straatpinstitutie onder het bereik van het
toezicht kon worden gebracht.
Waar spreker nu op grond van antecedenten in
den voorzitter den man meent te zien, genegen, om
de verordening van 1876 namens het college van
Burgemeester en Wethouders den Raad ter intrek
king aan te bieden, ziet hij een voorstel hunnerzijds
met vertrouwen tegemoet
Dc Voorzitter vraagt of hij het betoog van den heer
Tromp mag beschouwen als eene voorlichting voor
de commissie van strafverordeningen. Ook de ge
zondheidscommissie zou over een voorstel van den
heer Tromp tot intrekking der verordening moeten
worden gehoord.
Do heer Tromp antwoordt bevestigend.
Yolgno. 174 blijft voor memorie uitgetrokken.
Volgnos. 175—178 worden gewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 179. Kosten van politie.
De heer Lautenbach kan bij de behandeling van dezen
post niet nalaten een enkel woord over de kleeding
in het midden te brengen. Spreker keurde in de
sectie af, dat de leverantie telkens door dezelfde
firma plaats had. In de Memorie van Antwoord ech
ter merken Burgemeester en Wethouders op, dat het
lid, dat de opmerking gemaakt heeft, verkeerd is
ingelicht, daar in het afgeloopen jaar een nieuwe
leverancier met de levering werd belast. De Voor
zitter van de sectie had spreker dit wel kunnen
zeggen. Er is geen reden om dit zoo triomfantelijk
in de Memorie van Antwoord te plaatsen. In 1900
is te dezer zake een motie aangenomen, doch een
simpel briefje van de politie-agenten was voldoende
om de oude regeling te handhaven. Spreker heeft
er naar geïnformeerd en het is toen gebleken dat de
tegenwoordige kleeding niet minder van kwaliteit,
doch wel 10 pCt. te duur is. Niettegenstaande dezen
hoogen prijs ijverden de agenten voor het behouden
van den bestaanden toestand, zoodat hij zich ver
baasd heeft over hun weinig doorzicht: op eigen ver
zoek jaarlijks ongeveer f 6. - schade te hebben is
kras
Doch het is ook mogelijk, dat zij minder juist in
gelicht zijn geworden; hoe het ook zij, dat juist agenten
van politie zoo weinig hun eigen belang verstaan, is
verbazend.
Spreker dankt den Voorzitter voor het genomen
besluit, maar hij wenscht de verzekering te ontvan
gen dat het niet bij een 3e of 4o zal blijven want
hij noemt het een onrecht, dat jaar in jaar uit de
leverantie aan een paar leveranciers is opgedragen.
Hij hoopt dat alle solide leveranciers een kans krij
gen. Sprekers bedoeling is niet dat iedere kleerma
ker leverancier wordthet is alleen sprekers wensch
dat, waar een sponzedoos, een lei enz. wordt aanbe
steed, ook de politiekleeding concurreerend wordt
geleverd.
De heer Besuijen betreurt de afwezigheid van den
heer Beekbuisdeze toch zou zich zeer in spre
kers woorden kunnen vermeien. Spreker wil n.l.
den Burgemeester dank zeggen voor de invoering
van meerdere vrije dagen voor de politie. Thans
zal spreker een enkel woord over de surveillanten
spreken.
Met een volharding, gelijk aan die van den Romein
Cato in betrekking tot z'n actie tegen Carthago, zoo
zal spreker blijven herinneren aan en hameren op
de loonen der surveillanten totdat hier in den toe
stand verandering is gekomen. Voor de gemeente
is het een klein bedrag, voor de betrokkenen is het
van eenige beteekenis. Rapportours steunen spreker
in deze pogingen om het loon der surveillanten op
f 9.50 te brengen. Is het niet treurig om te ant
woorden, dat de menschen blij zijn met hun tijdelijk
baantje en „zeer tevreden met het loon." „Zeer te
vreden", zei iemand in de eerste sectie, maar, toen
de surveillanten het lazen, bleek wel anders. Wat
te denken van iemand die namens anderen beweert
dat deze „zeer tevreden" zijn terwijl hot omgekeerde
blijkt Dat argument de commissie van rappor
teurs zocht naar een kwalificatie er voor en riep,
met verontwaardiging ,,'t Is minimaal".
Een is sedert 20 jaar los in gemeentedienst, de
andere ook niet sedert gister. Adresseeren of klagen
durven zij niet uit vrees niet weer te worden her
benoemd. Op die manier houdt men zijn arbeiders
„zeer tevreden". Wat antwoorden Burgemeester en
Wethouders? Sedert verwerping van het voorstel-
Besuijen van het vorig jaar zijn de wedden uitge
trokken op de oude bedragen. Wil dat zeggen, dat
men wel iets voor verhooging voelt Dan behoefde
men echter die verwerping niet aan te halen. Hoe