Voortgezet Donderdag NOV.lppe, 252 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad vond die plaats? De Burgemeester was er niet en de Voorzitter zeidewacht af wat door den Burge meester „Hoofd van politie" wordt voorgesteld. Wij moeten hem geen geld opdringen, hij zou er geen gebruik van behoeven te maken. Op dat argument stemden 10 tegen, nog 5 vóór. Nu is de Burgemeester er wel. Verzet deze zich niet, dan is het voorstel volgens meerdere van de 10 vroegere tegenstemmers nu voor aanneming vatbaar. Waarom is het minimum voor een politie-man 11.—? Gelden de argumenten daarvoor niet even goed voor deze werklui Toch gaat sprekers voor stel niet verder dan ƒ9.50 en hij stelt dus voor dit volgno. met 84.— te verhoogen. De heer Oosterhoff geeft te kennen, dat rapporteurs in het voorloopig verslag hebben opgenomen eene uiting van verbazing van een der leden der 3e sectie. Het was verbazing over de voorgestelde verlagingen, waar kort geleden de vermeerdering met 18 man als minimaal werd voorgesteld. Burgemeester en Wethouders antwoorden, dat die verbazing een gevolg is van de misvatting van het voorstel van den Commissaris van politie, Er wordt n.l. niet gesproken over afschaffing van drie politieagenten 4e klassemaar van een minder gebruik maken daarvan Rapporteurs stemmen toedat Burgemeester en Wethouders gelijk hebben; het resultaat echter blijft daardoor onveranderd, omdat het geval toch zou zijn dat van de 3e klasse agenten meer diensten zullen moe ten worden gevraagd. Spreker is dan ook van gevoelen, dat bij het voorstel tot vermeerdering met 18 man wel een weinig overvraagd is. Nu zeggen Burge meester en Wethouders dat het thans in hehandeling zijnde voorstel toen nog niet kon worden gedaan, omdat men niet wist of de vermeerdering met 18 man zou worden toegestaan. Dit is volkomen waar, maar hot voornemen daartoe had dan toch kenbaar ge maakt kunnen worden. Wanneer Burgemeester en Wethouders bij de voor stellen betreffende deze zaak hadden medegedeeld, dat het niet alleen de bedoeling was het corps uit te breidenmaar ook te verbeteren zou spreker even goed hebben vóór gestemd. Ook lag het in de bedoeling van het hoofd der politie het getal rustdagen uit te breiden tot één om de 10 dagen en waar door dat hoofd te kennen is gegeven, dat hij met die vermeerdering nog verder zou willen gaan geven rapporteurs in overweging den post op het uitgetrokken bedrag 49240.— te handhaven om daardoor de gelegenheid te geven het aantal rustdagen nog uit te breiden. De Voorzitter deelt mede, dat bij hem zijn inge komen twee voorstellen. Een van den heer Besuijen om dit volgno. met 84, te verhoogen en een van den heer Oosterhoff om den post uit te trekken op 49240, Dit laatste voorstel wordt niet ondersteund en maakt dus geen onderwerp van bespreking uit. De Voorzitter zal de sprekers met een enkel woord beantwoorden. Spreker meent er de aandacht op te moeten vestigen, dat bij verordening den Burgemeester is opgedragen te voorzien in de bovenkleeding der politie-dienaren. Burgemeester en Wethouders meen den daarom te kunnen volstaan met er op te wijzen dat in het afgeloopen jaar de leverantie aan een nieuwen leverancier is opgedragen. Spreker stelt zich van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. voor op den ingeslagen weg voort te gaan, doch wil zich niet verbinden elk jaar een nieuwen leverancier aan te wijzen. Hij wenscht de levering minstens drie jaar achtereen aan den zelfden leverancier, die zich daarvoor heeft in te richten, te laten. 1 Januari 1905 heeft hij een nieuwen leverancier genomen en niet vóór 1 Januari 1908 stelt spreker zich voor weer een andere te nemen. Voor hetgeen vroeger gebeurd is, is spreker niet aansprakelijk. Hem is bekend, wat de heer Lautenbach aanhaalde over de vergade ring van 30 October 1900. De heer Lautenbach zeg- dat een simpel briefje van de politie-agenten in staat was om niet te doen wat besloten was. Spreket moet te dezen opzichte zijn ambtsvoorganger in be scherming nemen. Het simpel briefje, waarvan de heer Lautenbach gewaagde, was geen simpel briefje, maar een behoorlijk gemotiveerd adres, waarin alle 42 politier dienaren de tusschenkomst van den Commissaris inriepen, om den toenmaligen Burgemeester van aan besteding der uniformkleeding af te houden. Daarop heeft sprekers ambtsvoorganger, het billijke van het verzoek erkennende, gedaan wat hem door het politiecorps werd verzocht. Ook spreker wenscht rekening te houden met de belangen van het corps op dit punt, al zal hij zich niet uitsluitend door die belangen kunnen laten leiden. Toen hij dat wel kon, heeft hij dat onlangs ook gedaan en o.a. voor de schoenenleverantie den schoenmaker aangewezen, die hem door het corps werd gevraagd. Wat aangaat hot voorstel van den heer Besuijen, om dit volgno. met ƒ84.— te verhoogen ten behoeve der weeksurveillanten, kan spreker het volgende me- dedeelen. De heer Besuijen steunt er op, dat nu het hoofd van Politie zelf aanwezig is, deze zich wel zal uitlaten. Spreker heeft geen vrijheid dit te doen. De Raad had in deze te beslissen en aan diens be slissing van verleden jaar, eene beslissing afwijkende van wat de heer Besuijen wil, wenscht spreker zich te onderwerpen. Wat de personen aangaat, over wie het feitelijk te doen is, spreker is van oordeel, dat die niet allen gelijk moeten worden beschouwd. H. Bakker, de surveillant in het Rengerspark, heeft spreker verzocht Vrijdags vrij temogen zijn omdat hij op dc veemarkt 2.50 kan verdienen. Spreker heeft hem dit toege staan, als hij voor een vervanger zorgdroeg. Dit doet hij en hij betaalt dien man met 1.50. Zoo doende houdt hij over en verdient hij dus al de ƒ9.50, die de heer Besuijen meent, dat hij moet hebben. Spreker meent zich ontslagen te kunnen rekenen van eene beantwoording van den heer Oosterhoff, nu diens voorstel geen punt van bespreking meer uit maakt. Echter wenscht hij dat lid toch mede te deelen dat hij reeds daarom bij de behandeling van zijn voorstel tot uitbreiding der politie aan den Raad geen voorspiegelingen over mindere kosten heeft gedaan, omdat hij niet wilde, wat men noemt „doror la pilu le", maar zijn voorstel aangenomen wilde zien in den vollen omvang waarin hij meende het te moeten doen. De heer Lautenbach dankt den Voorzitter voor de toezegging dat hij met de oude sleur zal breken. Dit zal tevredenheid wekken bij de betrokkene hande laren, die, tot nu toe als paria's behandeld, als ge lijken worden beschouwd. Dit zal een uitstekende indruk in onze gemeente maken, waardoor bij vernieuwing zal blijken dat de Voorzitter gelijk recht voor allen betracht. De heer Besuijen wijzigt, in verband met het dooi den Voorzitter gesprokene, het bedrag van zijn voor stel in 56. Verslag van de handelingen van den gomeenteraa Het wordt verworpen met 12 togen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren Koopmans, Oosterhoff, Lautenbach, Baart de la Faille, Beerends, Schoonder- mark, Jansen en Besuijen. Tegen de heeren Beucker Andreae, Wilhelmij, Kornter, Burger, Haverschmidt, Menalda, Hijlkema, Beekhuis, Tigler Wijbrandi, van Ketwich Verschuur, Duparc en van Messel. Volgno. 179 wordt goedgekeurd, zooals het bij nota van wijziging is vastgesteld. Volgnos. 180- 190 worden ongewijzigd goedgekeurd. Volgno. 191. Verpleging skosten voor behoeftige krankzinnigen. De heer Lautenbach dankt Burgemeester en Wet houders voor de beantwoording zijner vraag in de Memorie van Antwoord vooral wat de verpleging van idioten betreft is veel onzekerheid weggenomen, Volgno. 191 wordt ongewijzigd goedgekeurd. Volgno 192 200 worden ongewijzigd goedgekeurd. Volgno. 201. Kosten der middelbare school voor Meisjes. De Voorzitter deelt mede dat door den heer Besuijen verlof is gevraagd bij de afdeeling Onderwijs alge- meene beschouwingen te mogen houden. Spreker zal hem hiertoe het woord geven De hoer Besuijen geeft te kenen dat hij met den heer Lautenbach is overeengekomen dat deze eerst zal spreken. De Voorzitter geeft dan eerst het woord aan den heer Lautenbach. De heer Lautenbach constateert, dat de begrooting van dit volgno. als eindcijfer aangeeft 19645. - Dit bedrag is als volgt gespecifieerd Jaarwedden f 17750. Vuur en licht 500,- Leermiddelen 280.— Onderhoud 695.— Schoonmaak 330.— Diversen90.- Blijkens mededeeling van den gemeente secretaris is het aantal leerlingen 73, waarvan 25 van buiten de gemeente. Do school heeft een 5-jarigen cursus, zoodat het gemiddeld aantal leerlingen per cursus 15 bedraagt, tiet schoolgeld brongt op ƒ3400 zoodat de gemeente moet bijpassen ƒ19645. ƒ3400.— ƒ16245.-, por leerling alzoo 222.50. De ouders van leerlingen die van buiten de gemeente komen ontvangen dus van de gemeente een cadeau van 25 X ƒ222.50 ƒ5562.50, terwijl de ouders van leerlingen uit de gemeente 10680 ontvangen. In de secties werd opgemerktdat vele ouders zich om de inrichting in onze gomeente gaan vestigen Spreker zal niet ontkennen, dat dit het geval kan zijn ja hij wil zelfs aannemendat dit met 20 het geval is. Zal dan de gemeente van die 20 zooveel belasting ontvangendat daarmee het tekort voor die school gedekt is? Die ouders ontvangen toch van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. 253 een bedrag van 4450.— van de gemeente en wat betalen zij daartegenover aan belasting? Wanneer de buitengemeenten zienhoeveel Leeu warden voor deze inrichting opoffert en daarbij be denken hoe den kinderen uit Leeuwarderadeel en Menaldumadeel de toegang tot de scholen is ontzegd, zullen zij mompelen: dat is de mug uitzuigen en den kemel doorzwelgen. De kinderen, die er schoolgaan, behooren tot de élite, wier ouders hen niet wenschen bezoedeld te zien door den omgang met kinderen van lageren stand. Welnu, dit is eene opvatting, die weliswaar geene bewondering verdient, maar zij bestaat en uit zich op ook nog wel andere wijze. Hij wil den ouders vrijheid laten hunne kinderen naar eene bijzondere inrichting van onderwijs te sturen, maar is van oor deel, dat daarvoor dc gemeentekas niet zoo mag worden geplunderd. Werd alleen het gebouw afgestaan, daar tegen zou spreker zich niet verzetten. Spreker wil de school geleidelijk opheffen. Deze toestand mag toch niet langer bestaan. De heer Besuijen doet opmerken, dat hij is een voorstander van goed onderwijs en tevens van oor deel, dat het lager onderwijs en in het algemeen het onderwijs dat de leerlingen maatschappelijk meer productief maaktdoor de gemeenschap moet worden bekostigd. De door sprekers partijgenooten in de 2e Kamer ingediende motie betreffende kosteloos onderwijsonze Groninger motie zijn daar om het te bewijzen. De Middelbare Meisjesschool voldoet evenwel niet aan de eischen, zoo even genoemd. Het onderwijs leidt niet op voor eenig beroep of betrekkingnoch maakt hot de leerlingen meer productief; bevoegdheid tot het afleggen van examens aan Technische Hooge- school of Universiteit geeft de Middelbare Meisjes school niet. De leerlingen, die zich na het verlaten dier school voor eene betrekking bekwamen, b.v. onderwijzeres, hadden beter hunne opleiding elders kunnen krijgen, b.v. aan de Normaalschool De meeste leerlingen komen dan ook niet in de hoogste klas, maar verlaten de school en gaan niet in betrokking. Van eenig maatschappelijk belang is dus de school niet. Zij moet beschouwd worden als eene jongedames kostschool, zonder kost, men vormt er juffertjes met handschoenen aan, die Fransch kunnen spreken. De inrichting is dus een luxe-artikel en niet een inrichting van maatschappelijk nut, zooals b.v. hot gymnasium. De uitgaven uit de gemeentekas daar voor zijn daarom niet gerechtvaardigd. Zijn hier in de gemeente enkele ouders er op gesteld, dat hunne kinderen een kostschool-opleiding genieten dan hebben zij daarvoor gelegenheid, door hunne kinderen naar eene particuliere inrichting te zenden, en op deze manier het particulier initiatief te steunen. Ook kunnen zij zelf het initiatief tot oprichting van een dergelijke inrichting ter hand nemen. Zooals nu de toestand is, teeren de heeren op de zakken van de kleine burgers en arbeiders. Een voorbeeld. Iemand heeft 4000.— inkomen en komt of woont in Leeuwarden. Hij betaalt Hoofd. Omslag volgens de 17e klasse 186.36. Zijn dochters gaan naar de Meisjesschool. Per kind en per jaar legt de gemeente daar 229.— bij. Zoo gauw er dus maar één is gaat die naar de meisjesschool en ontvangt de man meer uit de gemeentekas, als hij er aan Hoofdelijken Omslag inbrengt. Toch is hij kiezer, want hij betaalt gemeentebelasting (sic). Komt zijn tweede dochter erbij, dan verdient hij circa 298.— per jaar. Verdienen is het goede woord niet, hij wordt bedeeld met ƒ298.— per jaar, zooals

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 20