218 Verslag van cle handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. o. a. de stadsgeneesheer in die wijk Hij blijft de zaak warm aanbevelen. De heer Komter wil op twee zaken de aandacht vestigen. De heer Baart de la Faille heeft gesproken van een reeks woningendie gebouwd zijn op de plaats der voormalige Tonslagerij. Toen die woningen zijn gebouwd, bestond de sloot in kwestie al sedert jaren en nu zou spreker willen vragen, of het dan niet beter ware geweest die woningen daar ter plaatse niet te bouwen Verder moet niet worden vergeten dat men hier te doen heeft met particulier terrein. Ër is nu on langs begonnen met het opmaken van leggers der particuliere, niet aan de gemeente behoorende straten, wegen enz. Hieidoor zullen meer slechte toestanden aan het licht komen en als nu de gemeente begint op groote schaal in te grijpen om dergelijke toestan den te verbeteren komt zij voor enorme uitgaven te staan. Spreker vreest, dat, als de Raad op het voor stel van den heer Baart de la Faille ingaat, er een precedent geschapen wordt. Om deze reden zal de Raad goed doen zich wel tweemaal te bedenken alvorens te besluiten tot verbetering van particulier eigendom voor gemeenterekening. De heer Baart de la Faille repliceert, dat door den heer Komter is gezegd, dat, toen de woningen ge bouwd werden op de plaats der voormalige Tonsla gerij, de sloot er al was. Spreker geeft dit toe, doch toen was de toestand niet zoo ellendig als nu en die wordt ieder jaar slechter, want de sloot is totaal verwaarloosd Niet in ieder jaargetijde is de toestand even slecht. Bij hoog water is het iets beter dan bij laag water. Wat antecedenten aangaat, spreker kan zich voor stellen, dat er te oeniger tijd nog meer misstanden ter sprake zullen komen, die verbetering behoeven. De heer Besuijen toch heeft gewezen op de Land- buurt en nu is het zeer wel mogelijk, dat de toe standen aldaar op den duur ingrijpen nuttigen nood zakelijk zullen maken. Maar spreker zou hier niet schromen de hand aan de ploeg te slaan en een werk te doen dat z. i. op den weg der gemeente ligt. Voor het scheppen van een precedent is spreker niet bevreesd. De Voorzitter zal eerst het voorstel van Burge meester en Wethouders in stemming brengen en daarna, als het wordt verworpen, dat van den heer Baart de la Faille. De conclusie van het prae advies om te besluiten: adressanten in antwoord te kennen te geven, dat voorshands voor inwilliging van hun verzoek geene termen bestaan, wordt aangenomen met 13 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren Boucker Andreae, Koop- mans, Wilhelmy, Oosterhoff, Komter, Burger, Schoon- dermark, Menalda, Feitz, Hijlkema, Beekhuis, Tigler Wijbrandi en van Ketwich Verschuur. Tegen de heeren: Lautenbach, Uaverschmidt, Baart de la Faille, Beerends, Jansen en Besuijen. 3. De ontwerp-gemeentebegrootingdienst 1007 (Bij lagen nos. 1 van 1007 en 26 en 27 van 1906) De algemeene beraadslagingen worden geopend. Het zij den heer Besuijen vergund enkele algemeene beschouwingen te houden over den financieelen toe stand van onze gemeente in verband met de zinsnede, voorkomende in Bijlage 24, welke aldus luidt: „Mede zijn van invloed op de uitkomst van het „jaar 1905 de uitgaven tengevolge van hot Koninklijk „bezoek in September van dat jaar, die bezwaarlijk „anders dan uit de gewone inkomsten konden worden „bestreden. „Was dientengevolge de begrooting voor 1907 niet „dan met veel moeite zonder belastingverhooging „sluitende te krijgen en slechts na van verschillende „posten te hebben geschrapt uitgaven, die, hoe nood zakelijk ookzoo liet moetwellicht nog eenigen tijd konden worden uitgesteldondanks de omstandigheid „dat het saldo van 1906 niet in die mate den invloed „van andere dan gewone uitgaven zal ondervinden „als dat van het vorige jaar, noopt de toestand niet temin tot voorzichtigheid." Wij lezen hierin, dat verschillende noodzakelijke uitgaven zijn geschrapt, omdat ze wellicht nog eenigen tijd kunnen worden uitgesteld. Deze uitdrukkingswijze is zeer voorzichtig. En terechte in de Memorie van Antwoord vinden wij b.v. onder volgn. 81 de opmerking, dat: „met het oog op den stand der begroeiingmeent „het Dagelijksch Bestuur de jaarwedden der com- „miezen voor het tegenwoordige niet verder dan met 100.— te moeten verhoogen." Het Dagelijksch Bestuur erkent dus zijdelings, dat een grootere verhooging wel is verdiend Maar de stand der begrooting. Wellicht kan het worden uitgesteld. Zeker, wellicht, dat is het juiste woord, want zoo heel zeker is het niet. Het kan immers ook gebeuren, dat die ambtenaren geen lust gevoelen om te wachten op een anderen stand der begrooting en solliciteeren naar een ge meente, waar zij naar verdienste worden beloond. Het kon dan blijken, dat uitstel niet goed was ge weest. Men kan dan wel nieuwe aanstellen, maar alle verandering is geen verbetering. Zoo is het ook met do ambtenaren van gemeentewerken, waaronder een kleik die met 12.— naar huis gaat en volgens oordeel van do superieuren bijna het dubbele waard is Verlaat straks een dergelijk ambtenaar onzen ge meentedienst dan zal de zuinigheid de wijsheid hebben bedrogen. In tegenstelling met het Dagelijksch Bestuur is spreker van meening, dat er geen bijzondere reden in den financieelen toestand is, die. tot voorzichtig heid noopt en tot bezuiniging dwingt, maar dat juist eventueele bezuinigingen met de grootste voorzich tigheid moeten worden ter hand genomen. Overigens heeft de voorgelezen clausule spreker bij zonder onaangenaam getroffen. Men ziet hier wat pessi mistisch, er zijn nog heel wat gemeenten waar de be lastingdruk sterker is dan hier. Wat zal het gevolg wezen van dergelijke uitingen Dat ze de boeman worden waarmee men zich gaat verzetten tegen sociale maatregelen. In plaats van dergelijke verzuchtingen had men de gemeente kunnen verblijden met een reorganisatie onzer financiën. Voorstellen haddon ons kunnen bereiken betreffende een herziening van de verorde ning op den hoofdelijken omslagwaarbij meer pro gressie in de heffing werd gebracht. In verband mot de becijfering betreffende de landen aan hot Nieuwe Kanaalwaarbij een verlies van minstens f 84,000 blijkt, zou eenc toezegging tot ernstige overweging van uitgifte in erfpacht eene poging kunnen heeten om het verlies door de later te verwachten waardevermeerdering eenigszins te neutraliseeren. Vervolgens kon men bij het Rijk aandringen op spoedige verbetering van de finantieele verhouding tüsschen Rijk en gemeente, b.v. hierin bestaande, dat de onderwijstoelage niet in mindering werd ge bracht van de toelage naar het inwonertal. Dergelijke maatregelen kunnen gepaard gaan met Verslag van de handelingen van den gemeenteraa kleinere voorstellen, als een matige belasting op too- neelvoorstellingendaarnaast het schrappen van eenige luxeuitgaven: 1. het niet al te gul zijn in het verhoogen der groote salarissen 2. vermindering van uitgaven voor onderwijs door het geven van een klas aan de schoolhoofden, waar door allicht een f 10,000 wordt bespaard; 3. door de opheffing van de Middelbare school voor meisjes, hetgeen eveneens een afschaffing van luxe heeten mag. Door deze voorstellen, die een versterking van de inkomsten beoogden, worden verschillende uitgaven, noodzakelijke uitgavenmogelijk gemaakt. Men kreeg ruimte tot stichting van een gemeen telijk badhuis, kon de gelden aanwenden tot het salarieëren van schoolartsen, voor subsidieeren van werkeloozenfondsen van vakvereenigingen, of tot be hoorlijke bezoldiging der lagere ambtenaren en werk lieden, tot het vormen van een weduwen en weezen- fonds, een pensioenfonds, tot stichting van een bureau tot gratis keuren van levensmiddelen. Eindelijk kon de belasting op het verbruik van gas vervallen, het geen zeer zeker in het belang der kleine luiden en vooral van den middenstand, winkeliers en kleinin- dustrie zou zijn. Met het vervallen der belasting op het gas bedoelt spreker het doen vervallen van den post „retributiën voor buizenleiding f 30494." Deze post is in werkelijkheid een verdekt opgestelde winst post van de gasfabriek, welke ieder jaar in de gewone middelen onzer gemeentekas vloeit, een speciale belasting op de gasverbruikers, zeker in strijd met het verleden der liberale partij, welke er zich op beroemt do heffing der accijnsen te hebben bestreden en met succes. In art. 241 der Gemeentewet lezen wij dan ook als uitvloeisel van dezen strijd „Belas tingen op voorwerpen van verbruik worden niet geheven". Nu zou hot gas per Ma verkocht kunnen worden voor 5 cent, de vermoedelijke winst in de begrooting aangegeven onder volgno. 141 /18092,93s zou er gelijk om blijven, maar de retributiën moesten ver vallen. Men zet nu 1 cent belasting op den M». Deze kost daardoor 6 cent en dan wordt de cent niet onder den naam accijns, maar onder dien van retributie in de gemeentekas gestort. De pl m. f 30.000, die de gemeente dan niet meer uit de gasbelasting zou krijgen, moest uit den Hoof delijken omslag komen, welke met 0,40/« zou stijgen. Iemand met een inkomen van f h00— betaalde dan /"0.10 meer, met 1000. - inkomen f2.27 meer, met f 2000. - inkomen f 8.82 meer. Ze zouden echter per Ma gas 1 cent sparen, dat is voor arbeiders of kleine burgers gauw f 5.— a7.— per jaar. Bij winkeliers en klein-industrieëlen bedraagt die be sparing tientallen guldens. Spreker heeft dit voor enkele winkeliers nagegaan en kwam tot eene be sparing van f 15.— tot f 33. Zooals de regeling dan werd, moesten de aangeslagenen in de 64 e klasse 718. - meer betalen. Hieruit blijkt reeds, hoe bij de bestaande regeling de groote vermogens, hoogstaangeslagenen als de heeren baron Rengers, Sprenger, Kymmell, Harmens e. a. profiteeren ten koste van verbruikers van gas en cokes, van den middenstand en de arbeiders. Men zal misschien opmerken, dat een dergelijke reorganisatie alleen aan do arbeiders en kleine bur gers ten goede zou komen. Dit is inderdaad zoo. Daartegen kan echter worden opgemerkt, dat het pauvre paysan, pauvre royaumne en omgekeerd van vroeger is verbannen door de waarheid, dat bij oen floreeren van de arbeidersklasse, de vruchten voor den middenstand niet uitblijven. Zie b. v. in Am sterdam, waar door de momenteel goede loonen van van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. 219 de diamantbewerkers de heele stad profiteert en op leeft. Een streven naar verbetering van de positie der arbeidersklasse komt dus de heele maatschappij ten goede. De genoemde voorstellen, die naar sprekers meening Leeuwarden een heel eind vooruit zouden brengen, kunnen natuurlijk ook uit den boezem dezer ver gadering komen, al moet het voor Burgemeester en Wethouders gemakkelijker zijn, met hun corps van ambtenaren, een dergelijk werk te verrichten Spre ker heeft zich dan ook voorgenomen om behalve enkele pogingen tot verbetering van arbeidsvoorwaar den van ambtenaren en werklieden, te pogen op dezen weg van reorganisatie een enkele stap te doen en te beginnen met, wat hier wel het aangenaamst moet klinken, te bezuinigenal is dan ook niet de bedoeling bij spreker aanwezig om daardoor belasting vermindering d. w. z. vermindering van den Hoofde lijken Omslag te krijgen Een voorstel daartoe in te dienen bij behandeling van Hoofdstuk VII afdeeling II art. 5, lager onder wijs, heeft ten doel na te gaan of het geven van een klas aan de schoolhoofden mogelijk is en gewenscht. Het andere voorstel, eveneens bezuiniging ten gevolge hebbende, zal zich nog meer in de sympathie der vergadering verheugen, aangezien niet alleen bezuiniging van de aanneming het gevolg zal zijn, maar bovendien, iets wat men van spreker haast niet kan verwachten een schoone gelegenheid wordt gegeven aan de voorstanders van het particu lier initiatief om zich te verheugen in het ver dwijnen van een stuk gemeente-bemoeiing. Het zal spreker aangenaam zijn te kunnen indienen een voor stel bedoelende de opheffing van de Middelbare school voor Meisjes of wel de gemeentelijke vormschool voor rijkeluisdochters. Bij voorbaat verheugt spreker zich reeds in den steun van de heeren Hijlkema, Duparc, van Ketwich Verschuur e. a. die nog bij de behandeling van sprekers motie inzake werkeloozen- verzekering zoo luid de loftrompet staken voor dat particulier initiatief en nu toch zeker tot de eersten zullen behooren om aan dat particulier initiatief de gelegenheid te verleencn van zijn bestaan krachtig blijk te geven op dit terrein, door oprichting van een particuliere jongedames-kostschool. Naar aanleiding der Memorie van antwoord heeft spreker nog enkele opmerkingen te maken onder algemeene beschouwingen. Er blijkt n.l. uit, dat men nog slechts aan het verzamelen is van gegevens voor de samenstelling van een werkliedenreglement. Ondertusschen is de wet op het arbeidscontract aangenomen, waarin onder arbeidsreglementen hot volgende wordt bepaald (Zie Mr. E. M. Meyers): „Het kan voorkomen dat een arbeider reeds in „dienst iseer de werkgever er toe overgaat een „arbeidsreglement in te voeren of een bestaand re glement te wijzigen Alsdan moet niet alleen de „arbeider een schriftelijke verklaring afgeven, dat hij „zich met het nieuwe of gewijzigde reglement ver- „eenigt, maar hij moet ook een volledig exemplaar „van het ontwerp of van de ontworpen wijzigingen „een korten tijd voor de vaststelling ter inzage ont vangen. Deze tijd moet voldoende zijn om hem in „staat te stellen zich behoorlijk over den inhoud te „beraden. Indien de arbeider na vaststelling van het „nieuwe of gewijzigde reglement, weigert de verkla ring af te geven, dat hij zich daarmee vereenigt, „dan wordt deze weigering aangemerkt als opzegging „der dienstbetrekking, uiterlijk tegen den dag waarop „dit nieuwe of gewijzigde reglement in werking zal „treden. „Treedt dus het reglement op denzelfden dag in „werking als waarop het is vastgesteld, en weigert

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 3