230 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906.
ken en verspreiden wat slaat op den Raad en zijne
handelingen, en hier zal spreker tegenstemmen.
De heer Besuijen repliceert dat de heer van Messel
abuis heeft Er is geen motie ingediend. Spreker
heeft gezegd zich te kunnen voorstellen dat Burge
meester en Wethouders een contract sluiten met een
of ander blad en hij gelooft, dat zij met open armen
zullen worden ontvangen. Spreker heeft gezegd de
som is hem onverschillig, hij zou ook wel 1.—
kunnen nemen.
De heer Komter zegtdatals hij voorstemthij
dit doet naar aanleiding van de laatste toelichting
van den heer Besuijen. Spreker voelt er veel voor dat
er meerdere stukken zullen worden gedrukt. Wan
neer het doel zonder veel verhooging van kosten
kan worden bereikt, zal spreker daartoe gaarne mede
werken.
Burgemeester en Wethouders zouden kunnen over
wegen of op andere wijze meer drukwerk en publi
citeit te verkrijgen is zonder veel verhooging der
uitgaven.
De heer Hijlkema merkt op, gezegd te hebben, dat
hij het voorstel van den heer Besuijen thans zóó
opvat, dat het eventueel de bedoeling van den Raad
is enkele, stukken meer gedrukt te hebben. Als spre
ker dan ook voorstemt, beteekent zijne stem alleen
dit: dat aan Burgemeester en Wethouders een meer
der crediet van 100. werdt toegestaan om enkele
meerdere stukken te kunnen drukken. Er is gezegd:
men kan het doel bereiken door overschrijving. Zeker,
doch spreker vindt het niet practisch, om als men
vrij zeker vooruit weet dat een post zal worden
overschredendien post niet zóó hoog op te voeren,
dat dit niet het geval wordt.
Het voorstel van den heer Besuijen om volgno.
87 met ƒ100. te verhoogen, wordt aangenomen
met 15 tegen 6 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Koopmans, Wilhelmy,
Oosterhoff, Lautenbach, Komter, Burger, Haverschmidt,
Beerends, Menalda, Feitz, Jansen, Hijlkema, Tigler
Wijbrandi, Besuijen en Tromp.
Tegen de heeren Beucker Andreae, Schoondermark,
Beekhuis, van Ketwich Verschuur, Duparc en van
Messel.
De heer Baart de la Faille was bij deze stemming
afwezig.
Volgno. 88 wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno 89. Drukkosten van het verslag van 's Raads
handelingen en belooning van den verslaggever.
De heer van Messel zegt, dat de opmerking in de
2c sectie over het raadsverslag is beantwoord met
„Ten aanzien van de hulp van stenografen bij de
„opmaking van het raadsverslag vereenigen Burge
meester en Wethouders zich met de te dezer zake
„door Rapporteurs uitgesproken meening."
Die meer.ing is, dat het belang van een verbeterd
verslag niet opweegt tegen de daarvoor te maken
kosten. Uit die mededeeling spruit echter de con
clusie voort, dat het raadsverslag niet is zooals het
moet zijn. Spreker wil niets afdingen op de capa
citeit, den ijver en de vlijt van den verslaggever, die
staan buiten elke verdenking, doch het is voor één man
een onmogelijke taak om alles terug te geven wat
gesproken wordt in Raadsvergaderingen, waarvan het
usance is geworden, dat zij in de laatste tijden uren
duren. Het is spreker wel gebleken dat re- en du
pliek in de verslagen totaal niet op elkaar kloppen.
Het is toch ook niet te vorderen van de leden van
den Raad, dat zij zich nog uren bezighouden met
corrigeeren. Bovendien kunnen zij zich ook niet
precies herinneren, wat zij hebben gezegd. Het is
een hoofdvereischte dat zoo nauwkeurig mogelijk het
gesprokene wordt weergegeven, terwijl de re- en du
plieken op elkaar moeten kloppen. Spreker stelt voor
volgno. 89 met 1000.- te verhoogen en de uit
voering over te laten aan Burgemeester en Wethou
ders.
Dit voorstel wordt niet ondersteund en maakt geen
onderwerp van beraadslaging uit.
Volgno. 89 wordt hierna ongewijzigd goedgekeurd.
De volgnos. 90-95 worden ongewijzigd goed
gekeurd.
Volgno. 96. Bezoldiging van beambten.
De heer Besuijen zegtdat ingevolge zijn aange
nomen voorstel om punt 81 te verhoogen, ook dit volgno.
met 100.— moet worden verhoogd.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De volgnos 97—119 worden ongewijzigd goed
gekeurd.
Bij volgno. 120, onderhoud van stratenpleinen
kadenkolkenriolenleuningensluitboomenpalen
bankenboomkokersenz., wijst de heer Tromp er op,
dat hij een wensch heeft over te brengen aan Bur
gemeester en Wethouders. In de beschoeiing der
Willemskade tegenover de Beurs is eene inkeeping,
die niet gewaarmerkt is. Het is gebleken een gevaar
lijke plaats te zijn vooral voor kinderen, die rechtuit
loopen en waarvan er in de korte jaren, dat spreker
op die hoogte woont, zeker wel een dozijn te water
zijn geraakt, tot nu toe gelukkig niet met doodelijken
afloop. Door het plaatsen van een paar hekjes zou
hieraan een einde kunnen worden gemaakt.
De Voorzitter zal de wensch van den heer Tromp
bij Burgemeester en Wethouders ter tafel brengen.
De heer Lautenbach zegt het lid zijn dat in de
sectie de opmerking over de banken heeft gemaakt.
Spreker zou meer banken wenschen in de plantsoe
nen, met het oog op de ouden van dagen die daar
dan konden uitrusten. Dat deze banken gebruikt
worden voor een minder goed doel, is geen motief
om het niet te doendaar er veel verbeteringen
worden ingevoerd die op zich zelf goed zijn, doch bij
misbruik maken er van verkeerd werken. Bovendien
zal de welstand door het plaatsen van meerdere
banken niet verminderd worden. Spreker blijft op
plaatsing aandringen.
De Voorzitter antwoordt, dat het plaatsen van
meerdere banken voor een deel is afgestuit op de
hooge kosten en voor een ander deel, omdat er,
zooals door den heer Lautenbach reeds is opgemerkt,
een verkeerd gebruik van wordt gemaakt. Een bank zal
plm. 25.— kosten en reeds daarom achten Burge
meester en Wethouders uitbreiding niet raadzaam.
Volgno 120 wordt hierna ongewijzigd aangenomen.
Volgnu. 121. Onderhoud van vaarten, waterleidingen
Verslag van de han delingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. 231
bruggen, pijpen, steenen en h,outen wallenwater gor
dingen, stalten en ponten.
De heer Koopmans heeft vergeten in de sectie te
vragen naar den toestand van den Dokkumer trekweg.
Spreker was daar voor eenigen tijd en toen was er
iemand bezig afval uit een praam tegen den wal te
scheppen. Spreker weet niet of het van gemeente-
wegè gebeurde, maar door particulieren moest het in
het geheel niet plaats hebben. Door den golfslag toch
wordt dit losliggende goedje er afgeslagen en komt
terecht in de Dokkumer Ee, die daardoor op die plaats
verondiept wordt. Als het van gemeentewege gebeurd
is, wil spreker het onder de aandacht van Burge
meester en Wethouders brengen, is het geschied door
een particulier, dan dringt spreker aan op meer po
litietoezicht
De Voorzitter kan den heer Koopmans geen anh
woord geven. Hem is niet bekend of er van ge
meentewege een praam is gelost.
De heer Beekhuis zegt, dat deze zaak, die door den
heer Koopmans te berde is gebracht, niet bij dit
volgno. thuis behoort. De gemeente toch heeft niet
het onderhoud der Dokkumer Ee. Het feit in kwes
tie zal dus wel door een particulier zijn bedreven.
Volgno. 121 wordt hierna ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 122 Kosten van aankoop van boomen,plan
ten, zaden enz., zoomede uitgaven voor gereedschappen
voor het plantsoen en arbeidsloonen der werklieden.
De heer Haverschmidt vestigt de aandacht op den
aanleg van het plantsoen in den Arendstuin. Tot
groote ergernis van vele ingezetenen vallen er dage
lijks kerngezonde platanen, esschen en ijpen. Men
krijgt den indruk alsof de ontwerper een blad papier
heeft genomen, daarop perken en paden heeft getee-
kend en dat nu elke mooie boom, die toevallig in
den weg staat, maar moet worden opgeofferd, in
plaats van zich de vraag te stellen, hoe men met
behoud van de fraaie boomen een goeden aanleg kan
krijgen. Spreker vraagt of het waar is, dat de direc
teur het plan heeft ontworpen en ook uitvoert, ter
wijl de deskundige opzichter der beplantingen mag toe
kijken
Spreker voegt er nog bij dat de vorige Burgemeester,
de zienswijze van don Raad over het rooien van
boomen kennende, nooit boomen liet vellen of ver-
koopen, zonder een voorafgaand raadsbesluit en hij
betreurt, dat de Raad ook nu niet werd geraadpleegd.
De heer Koopmans stelt namens rapporteurs voor
dit volgno. met 26.— te verhoogen, om het moge
lijk te maken dat de eenige werkman, die voor ƒ8.50
is uitgetrokken, por week ƒ9.— kan krijgen. Spre
ker acht het niet noodig op dit oogenblik uit te
weiden over den loonstandaard. De behoeften nemen
toe en spreker acht het noodzakelijkdat een goed
werkman 9.— verdient.
De heer Besuijen zegt dat hij nog altijd op het
standpunt staat dat de gemeente verplicht is tot het
geven van een minimum loon van 10. (zie Alk
maar) maar dat hij, nu pas een jaar verloopen is
sedert door spreker werd gepoogd de loonen op min
stens dit minimum te brengen, daartoe nu geen po
ging zal doen, mede in verband met het te verwach
ten werkliedenreglement. Hier doet zich een zonder
ling geval voor. Een werkman krijgt een loon van
8.50 moet het ^gevaarlijkste werk doen boomen-
klimmen, snoeien enz., en verdient niet eens zooveel
dat hij in de gemeentebelasting le klas wordt aan
geslagen. De voorzitter zal doen opmerken, dat die per
soon ongehuwd is. Hij is echter 26 jaar, en trouwt
niet omdat het loon zoo laag ismen zou kunnen
zeggenhij krijgt 8.50 omdat hij ongetrouwd is
hij trouwt niet omdat hij maar 8.50 krijgt. Zoo
ontstaat een noodlottige cirkelredeneering. Spreker
zou het toejuichen, wanneer die man ƒ9— werd
gegeven evenals zijn voorganger Hofman die maar
twee jaar eerder in dienst kwam. Spreker acht dit
loon dan nog te laagmaar zal bij de behandeling
van het werkliedenreglement over loonen in het al
gemeen spreken.
Wordt dit voorstel aangenomen, dan is er ten
minste bij de plantsoenarbeiders geen meerdie bui
ten de gemeentebelasting valt uit armoede. Men
vergete daarbij nietdat de plantsoenarbeidors vak
lieden, bloemisten zijn.
De heer van Messel vraagtwie is de plantsoen
arbeider voor ƒ2.— per week?
De Voorzitter antwoordtdat de hier bedoelde
plantsoenwachter is H. Bottinga, geboren 1 October
1833, die des Vrijdags en Zondags dienst doet in het
Sophiapark, dat op die dagen bewaakt wordt.
Wat de eenige plantsoen werker aangaat, die op
/8.50 is uitgetrokken, dit is de jongste, n.l. J. Visser
dieals spreker zich niet bedriegtten vorige jare
van 8 op 8,50 is gebracht.
De heer Hijlkema zegt dat de zaak, op zich zelf
beschouwd, heel klein is en dat er geen bezwaar
bestaat als de verhooging beperkt wordt tot één persoon.
Het moet echter niet gebruikt worden als brug om
tot de erkenning te komen van een algemeen mini
mum Dan wordt er een gevaarlijk precedent go-
schapen.
De lieer Jansen spreekt in tegenstelling met den
heer Hijlkema de hoop uit, dat er een precedent ge
schapen wordt en dat er daardoor geen volwassen
werkman voor minder dan ƒ9.— in gemeentedienst
werkzaam zal zijn.
De heer Hijlkema had wel gedacht dat het daarop
zou aangaan. Het vorig jaar is deze kwestie breed
voerig besproken, toen de heer Besuijen een minimum
voorstelde van 10. Toen heeft de heer Jansen
ook gezegd tot ƒ9.— te zullen teruggaan omdat hij
10 onbereikbaar achtte. Spreker vestigt nogmaals
de aandacht op het gevaarlijke van het principe. Hij
zal daarom tegen de voorgestelde verhooging stemmen.
De Voorzitter isdaar de loonen door Burge
meester en Wethouders worden bepaald, bereid de
voorgestelde verhooging bij Burgemeester en Wet
houders aan te bevelen.
Spreker is den heer Haverschmidt nog een antwoord
schuldig. Deze toch heeft zijn misnoegen uitgespro
ken over het vellen van boomen in den Arendstuin.
Spreker geeft toe, dat er inderdaad boomen zijn ge
rooid, die hij liever had laten staan. Het is echter
niet in het wilde en niet buiten weten van den op
zichter der beplanting geschied. De zaak is n.l. deze.
In het Dagelijksch Bestuur is de zaak ter tafel ge
bracht en is aan spreker opgedragen een onderzoek
in loco in te stellen. De leiding van het werk is,
zooals spreker is gebleken, in handen van den Di-
tecteur, die door Bosnia als adviseur ter zijde wordt
gestaan. Spreker heeft den indruk gekregen, dat de
bedoeling der verandering is meer licht en lucht te