86 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Mei 1907. Vries Feijens getuigt, naar sprekers oordeel, v in zucht tot medewerking en daarvoor mag men dankbaar zijn. Want daardoor zal het dan toch mogelijk worden om zonder al te groote kosten, althans aan die zijde den oever te verhoogen en aldus van de septic-tank een bak met hoogere wanden te maken, hetgeen noodig is omdat bij winterpeil het buitenwater binnenstroomen kon, aldus de reeds gevormde korst vernielde en daarmede de werking der tank verijdelde. De andere oevereigenaar, de lieer Feitz, wilde geen verhooging van zijn land, maar was daarentegen wel bereid den noodigen grond af te staan om langs dat land een sloot te graven, die de beide deelen der Potmarge zou verbinden. De daarvoor gevraagde prijs scheen Burgemeester on Wethouders echter te hoog en zij willen dus, nadat de ééne zijde der tank in orde zal zijn gebracht, nader overwegen welke maatregelen genomen moeten worden om op minder kostbare wijze dan waarop de heer Feitz zij no medewerking wil verleenen, ook do andore zijde in den gewenschten toestand te brengen. De heer Beekhuis voelt veel voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders, maar geeft in over weging het maken van een dijk uit te stellen totdat aan do andere zijde ook iets kan worden gedaan. Voorloopig zou men kunnen volstaan met het plaatsen van een hek. Na do woorden door den heer Baart do la Faille gesproken en do daarop door den Voorzitter gegoven inlichtingen, wordt hot den heer Feddema duidelijk dat aan do septic-tank meer hapert, dan wel uit de stukken kan blijken. Do septic-tank is nog steeds niet rijp kunnen worden, omdat de afsluiting van hot boezemwater onvoldoende is. Spreker wil op nieuw zijn spijt er over uitdrukken, dat deze zaak niet bij do bouwcommissio aanhangig is gemaakt. Ook bij andere gelegenheden gaf hij van zijne teleurstelling blijk, dat de bouwcommissie wordt gepasseerd. Ware deze commissie gehoord, dan waren hare leden althans in de gelegenheid geweest zich een duidelijke voorstelling van de zaak te maken. En het wil hem voorkomen, dat eene voldoende af sluiting van de tank wel op eigen terrein is te créeeren. Het dunkt spreker, dat het vóór alles noodig is dat de septic-tank zoo spoedig mogelijk beantwoordt aan het doel, waarvoor zij is gemaakt en oppervlakkig beschouwd is een afdoende afsluiting met het dubbele bedrag laugs beide oevers wel te bereiken. Aangezien hij echter de gelegenheid miste tot per soonlijke opname, zou hij gaarno zien dat Burge meester en Wethouders de zaak nog 14 dagen aan hielden, opdat hij, desnoods mot den Burgemeester of den Directeur, een onderzoek in loco in dien geest kan instellen. Sproker meent, in aansluiting aan het gesprokeno door don heer Beokhuis, dat het geld nu vrijwel noodeloos wordt uitgegeven, omdat ook de heer Feitz zijne medewerking zoo bezwarend maakt. Op grond van een en ander stelt spreker voor, de behandeling van dit punt 14 dagen uit te stellen. De heer Baart de ia Faille voelt veel voor het voorstel van den heer Feddema; want wat nu wordt voorgesteld is maar half werk. Als eenmaal do spade in den grond wordt gestoken wenscht spreker dat de septic-tank geheel van den boezem wordt afgesloten. Het is spreker niet duidelijk, dat de heer Feitz afkeerig is om het voorbeeld van den heer de Vries Feijens te volgen. Het zou toch kunnen zijn, dat de heer Feitz hiertoe wel genegen was en dan kan aan weerszijden een dam worden gelegd. Ook door den Directeur der Gemeentewerken wordt aangedrongen op het in orde maken van de beide oevers. Spreker ondersteunt het denkbeeld van den heer Feddema om de behandeling 14 dagen uit te stellen. Dan kan ook de bouwcommissie worden gehoord. De Voorzitter doet opmerken dat, waar de heer Feddema uitstel van behandeling bepleit o.a. omdat hij alsnog niet voldoende van de zaak op de hoogte is en zich ter plaatse wil gaan vergewissen vóór hij zijn stem over het voorstel van Burgemeester en Wethouders kan bepalen, spreker do laatste zal zijn om zich tegen uitstel te verzetten, wanneer het gemeente belang althans geen onmiddellijke afdoening vordert. Hij zal dus over het verzoek tot uitstel van behan deling zoo aanstonds den Baad laten beslissen. Iets anders echter is het, waar de heer Feddema een tweede reden tot uitstel van behandeling scheen te vinden in het feit dat de commissie van bijstand voor de openbare werken niet was gehoord, van welk feit aan Burgemeester en Wethouders een grief werd gemaakt. Spreker is van oordeel dat Burgemeester en Wethouders zelf hebben te beslissen of zij in eenige zaak die zij voorbereiden, bijstand van noode hebbenmeenen zij die niet noodig te hebben gehad, dan mag hun daarvan, allerminst door de leden dei- commissie van bijstand, een verwijt worden gemaakt. Wat het verschil in medewerking der beide oever- eigonaren betreft, zoo is dit door den heer Feitz aan spreker aldus verklaard, dat de landen ter wederzijden van de Potmarge onder verschillend peil zijn gelegen, waardoor de heer de Vries Feijens meer met ver hooging van zijn land door een dam, de heer Feitz moer met een open sloot langs zijn land zou zijn gebaat. Het door den heer Feddema ter sprake gebrachte denkbeeld om op eigen terrein de dammen te leggen, is door Burgemeester en Wethouders wel degelijk overwogen, maar als te kostbaar, voorloopig terzijde gelegd. Dat eigen terrein is water en daarin legt men niet de goedkoopste dammen. Iutusschen, wanneer geen enkele andere, min kost bare oplossing te vinden is, zal in dien geest onge twijfeld een voorstel worden gedaan. De heer Feddema zegt, dat hij na de door den Voorzitter gesproken woorden, zijn voorstel intrekt. De heer Baart de la Faille heeft het voorstel ondersteund en het spijt spreker, dat Burgemeester en Wethouders den bijstand van de bouwcommissie niet noodig hebben geacht. Hij dacht daarom, dat er wel oen stem uit den Raad mocht opgaan om Burgemeester en Wethouders te verzoeken die com missie te hooien. Zijn Burgemeester en Wethouders genegen dit alsnog te doen Anders dient uitstel van behandeling nergens toe. Is de commissie gehoord, dan wordt allicht meer licht onstoken. Dit is nu roods geschied door des voorzitters mededeeling omtrent liet verschil in peil van de aan weerszijden gelegen landen. Het zou dan in dien tijd ook nog kunnen blijken, dat het gowenscht is spoedig met de werkzaamheden te beginnen, opdat de tank zoodra mogelijk volkomen aan het doel beantwoorde. Kan de Voorzitter spreker de toezegging doen, dat de bouwcommissio alsnog zal worden gehoord? De Voorzitter kan de gevraagde toezegging niet geven. Hij zou dat moeten doen namens Burgemeester en Wethouders en die zijn op dit oogenblik niet vergaderd. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 15 tegen 2 stemmen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Mei 1907. 87 Vóór stemmen de hoeren Beucker Andreae, Tigler Wijbrandi, Schoondermark, Wilhelmij, Beekhuis, Oos- terhoff, Zandstra, Haverschmidt, van Ketwich Ver schuur, Lautenbach, van Messel, J. Koopmans, Burger, G. W. Koopmans en Menalda. Tegen de heeren: Feddema en Baart de la Faille. 5. Prae-advien van Burgemeester en Wethouders inzake het adres ran het Hoofdbestuur ran den Alge- meenen Xederlandschen Politiebond .om subsidie in de Icosfen van het examen voor politiebeambte. Dit prae-advies luidt als volgt Door den President en den Secretaris van het Hoofdbestuur van den Algemeenen Nederlandschen Politiebond wordt bij uitvoerig gemotiveerd adres aan Uwe Vergadering verzocht van gemeentewege een subsidie te willen beschikbaar stellen in de kosten van het jaarlijksch door den Bond gehouden examen voor politiebeambte. De Commissaris van Politie over het adres, naar aanleiding waarvan door U ons prae-advies is ge vraagd, gehoord, is van oordeel, dat het verzoek niet behoort te worden ingewilligd, met welke meening onze voorzitter zich vereenigt. Ons naar deze adviezen gedragende, hebben wij, U voor de motieven naar het bij de stukken gevoegde schrijven van den Commissaris van politte verwij zende, de eer U, onder wederoverlegging van het adres, voor te stellen te besluiten aan adressanten in antwoord op het daarin ver vatte verzoek te doen weten, dat voor inwilliging ervan geene termen kunnen worden gevonden. De conclusie van dit prae-advies wordt met alge- meene stemmen aangenomen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de ver gadering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 3