116 Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Juni 1907. den Raad van dienst kunnen zijn bij de booordeoling van het vraagstuk in het algemeen. Burgemeester en Wethouders stellen voor met dit terrein een proef te nemen. Een der moeilijkheden, waarvoor een gemeentebestuur komt te staan, als het een terrein, dat voor geleend geld is gekocht, in erf pacht uitgeeft, is de aflossing. Alvorens te dezen opzichte ook voor andere bouwterreinen middelen te beramen, wenschen Burgemeester en Wethouders te vernemen, hoe de Raad er over denkt. Voor het terrein aan den Hoekstersingel geldt het genoemde bezwaar in mindere mate. Dit terrein toch is voor jaren gekocht en reeds voor het grootste deel afgelost. De kwestie bij dit terrein is slechts deze als het wordt verkocht, dan moet de opbrengst dienen tot buitengewone aflossing van een °/0 leening, terwijl bij uitgifte in erfpacht de opbrengst komt in de plaats van de huur, die tot nu toe voor de bleekerij werd betaald. De heer Beekhuis heeft gezegd, dat bij verplichte erfpacht de uitgifte trager zal gaan. Het is de vraag of dat een bezwaar is, daar de verkoop nu zeer snel gaat. Het vorig jaar toch is voor nagenoeg ƒ78,000 verkocht en dit jaar reeds voor ƒ55,000. Over de vraag of de kanaalterreinen ook in erf pacht zullen worden uitgegeven of dat zij zullen worden verkocht, zal de Raad, gelijk straks is gezegd, beter kunnen oordeelen wanneer de stukken, die op de erfpachtskwestie betrekking hebben, bekend zijn. De erfpachtsovereenkomst is met geringe wijziging ook voor andere terreinen geschikt. Op grond van een en ander meent spr. het voorstel van den heer G. W. Koopmans op dit oogenblik te moeten ontraden. De heer G. W. Koopmans wijst er op, dat de heer Beekhuis heeft gezegd, dat koop of erfpacht facul tatief is gesteld. Dit is echter het grondbeginsel niet waarop wij, spreker durft gerust zeggen wij, want ook meerdere leden in den Raad denken er zoo over staan ten opzichte van het erfpachtsvraagstuk. Het is n.l. te doen om de meerwaarde van den grond voor de gemeente te bewaren. Dat de gegadigden liever koopen is duidelijk. Ook spreker koopt liever, als hij dat kan doen, dan dat hij terrein in erfpacht neemt. Hij wil Burgemeester en Wethouders een pluimpje geven voor hun werken in de goede richting en na het aangevoerde door den Wethouder van Financiën zou spreker geneigd zijn, voor te stellen, de behandeling van het onderhavige punt aan te houden, tot zoolang de kwestie over de terreinen aan den Hoekstersingel in alle onderdeelen is behandeld. De terreinen bij het Nieuwe Kanaal leve ren toch een deficit op van 100,000.en al kan niet de aflossing geregeld geschieden, dan nog komt die aflossing als rento terug. Wat verder aangaat de terreinen aan het Kanaal, de waarde dier terreinen zal stijgen als eenmaal de tram OostermeerLeeuwarden zal zijn gelegd en een ceintuurbaan om de stad vormt. Spreker vraagt ol er ook bezwaar bestaat dit voorstel te behandelen na dat over de terreinen aan den Hoekstersingel door den Raad een besluit is genomen. De heer Komter antwoordt dat er zoo zoetjes aan be- hoefto komt aan bouwterrein. Aan de zuidzijde is eigen lijk niet veel meer te koop en moet weer grond ver krijgbaar worden gesteld. In de slotbepaling van het voorstel, dat nu in behandeling is, staat bovendien: „Do Raad behoudt zich het recht voor de bepalingen „van dit besluit en de hierbij gevoegde lijst van „minimum-prijzen, alsmede de situatiekaarten te „allen tijde aan te vullen of te wijzigen". Door deze bepaling wordt het mogelijk ook op de terreinen aan het Kanaal te allen tijde de erfpachts- voorwaarden toepasselijk te verklaren. Het komt den heer Feddema voor, dat aan de uit gifte van deze terreinen in erfpacht en in het alge meen aan uitgifte in erfpacht, vooral practische be zwaren zijn verbonden. Dit gevoelt de heer Koopmans zelf. AVanneer men toch een principe voorstaat, moet men het ook aandurven met al zijn consequenties. Waar men nu den heer Koopmans hoort zeggen, dat hij zelf ook liever zou koopen dan in erfpacht nemen, merkt men duidelijk, dat deze zich op een gladde baan bevindt, terdege het prac.tisch bezwaar gevoelt en een ander wil laten opdraaien voor het geen hij zelf niet aandurft. Aan uitgifte in erfpacht is een groot practisch be zwaar verbonden. Bij uitgifte in erfpacht met veran derlijken canon is deze afhankelijk van de schatting van deskundigen, terwijl kans op teruggang in waarde ook niet is uitgesloten. Wanneer zich de stad nu eenmaal in deze bepaalde richting heeft uitgebreid en alles op de kanaalgron- den is volgebouwd, hoe zal dan de waarde van den grond zuiver kunnen worden geschat? Wanneer men b.v. aan spreker of aan een anderen deskundige die het moet weten, vroeg wat de waarde van den grond is midden in de stad, afgescheiden van den opstal die er op staat, zou deze voor een moeilijk probleem staan. Het is bijna ondoenlijk de waarde te schatten van grond, als die grond geen bouwterrein meer is. Een eigenaar van een gebouwd eigendom ziet de waarde van den opstal verminderen en mag althans de kans wel behouden van het gelijk in waarde blijven van den grond. Wanneer nu de juiste waarde voor de partijen niet kan worden vastgesteld als alles vol gebouwd is, meent spreker, dat het verstandiger is het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen, dan in te gaan op het voorstel van den heer Koopmans. De heer G. W. Koopmans wil den heer Feddema tegenvoeren, dat hij hier zit in het belang der gemeente, waaraan hij zijne persoonlijke belangen opoffert. Als persoon handelt spreker anders dan als raadslid. Spreker zou gaarne willen weten of het voorstel omtrent de terreinen aan den Hoekstersingel binnen kort aan de orde komt. Bij een toestemmend ant woord op deze vraag zal spreker, na het door den heer Komter aangevoerde, geen voorstel doen. De Voorzitter antwoordt, dat zooeven is aangebracht het voorstel tot uitgifte in erfpacht der terreinen aan den Hoekstersingel, met een stel voorwaarden om dit mogelijk te maken. Het voorstel is gedrukt en heeft alle stadiën doorgemaakt, zoodat spreker veronderstelt, dat het in den loop dezer week de leden zal berei ken. Mocht dit gebeuren, dan zal het voorstel op de agenda der volgende of daaraanvolgende vergadering worden geplaatst. De algemeene beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt onderdeel 1 van het voorstel aangenomen, luidende goed te keuren en vast te stellen de bij het voorstel gevoegde situatiekaarten B1 en B* betreffende de uit te geven bouwterreinen ten zuiden van het Nieuwe Kanaal (bouwblokken XII c en d, XIII c, XY eend, XVI en XVII). Thans komen aan de orde de bepalingen van uit gifte enz. De artikelen 132 worden met algemeene stemmen aangenomen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Juni 1907. 117 De heer Zandstra vraagt verlof nog even het woord te mogen voeren over art. 6. De Voorzitter stelt voor terug te keeren tot art. 6 en den heer Zandstra alsnog het woord te verleenen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Zandstra zegt dat in artikel 6 is bepaald, dat, indien twee of meer aanvragen eenzelfde terrein betreffen, dat voor denzelfden prijs wordt aange vraagd, de gelegenheid wordt gegeven het bod te verhoogen. De hoogste bieder wordt dan oigenaar. Daarin zit een echte handelsgeest, dien spreker er lie ver niet in zag. Hij zou liever direct het lot willen laten beslissen. De Voorzitter antwoordt dat het geval door den heer Zandstra bedoeld, nu en dan voorkomt. Spreker doet echter opmerken, dat de lijst aan het slot van het voorstel de minimum-prijzen aangeeftwaarvoor in den regel de terreinen worden aangevraagd. Het is dus logisch de aanvragers door verhooging van hun bod in de gelegenheid te stellen oigenaar te worden. Een afkeurenswaardige handelsgeest spreekt uit het artikel niet, nog daargelaten dat verkoop van eigendommen toch juist handel drijven betreft. Het kan zelfs gebeuren, dat, zonder dat er verschil lende aanvragen zijn, reeds dadelijk van den mini mumprijs wordt afgeweken, bijv. in gevallen dat de aanvrager zich voor concurrentie bevreesd maakt en eventueelen concurrenten den pas tot opbieden van te voren wil afsnijden. De heer Zandstra ziet er niets kwaads in. Er kan echter kwaad uit voortkomen, want de sterkste in draagkracht heeft altijd iets voor. Bovendien zou spreker, zooals hij straks reeds heeft gezegd, niet gaarne den grond zien in handen van niet altijd nette bouwspeculanten. Spreker zal echter geen voorstel doen. De beraadslaging wordt gesloten. De lijst, aanwijzende de minimum-prijzen van de verschillende bouwblokken, bedoeld in art. 1 der be palingen van uitgifte, wordt vastgesteld, waarna met algemeene stemmen onderdeel 2 van het voorstel in zijn geheel wordt aangenomen, luidende Vast te stellen de mede hierbij gevoegde be palingen betreffende de uitgifte dier terreinen met do bijbehoorende lijst, aanwijzende de minimumprijzen van de onderscheidene gedeelten der bouwblokken. Ten slotte wordt onderdeel 3 van het voorstel met algemeene stemmen aangenomen, luidende Burgemeester en AVethouders te machtigen tot openbare aanbesteding van wegen-, trottoir- en plant- soenaanleg, volgons de door den Directeur der Ge meentewerken daarvan opgemaakte begrooting, blij vende aan Burgemeester en AVethouders de beoor deeling, in hoeverre dadelijk met den trottoir-aanleg zal worden voortgegaan. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de ver gadering door don Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 4