178 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1907. c no c <u O U u Sept.Dec. 1906 Jan.Febr. 1907 Maart -Juli 1907 Rank. 12 22 24 (18+6) 20 Kuiper. 21 Albers. 21 26 (21 5)(: 27 (22 5) 21 26 [21 +5) Totaal. 72 (2 uren onvervuld) 74 74 Van de tusschen haakjes geplaatste cijfers is het eerste het normaal, het tweede het extra getal les uren van den leeraar. Dr. Rank is tijdelijk benoemd en wordt dus naar do feitelijk gegeven uren bezol digd. Dr. Verdam heeft,zooals uit het bovenstaande blijkt, dus gedurende H1/^ maand 5 extra uren per week les gegeven en is ook den geheelen cursus met de waar: neming van het rectoraat belast geweest, dr. Albers heeft boven zijn gewone uren gedurende d1/., maand 5 lesuren per week waargenomen. Deze abnormaal langdurige waarnemingen mogen volgens onze mee ning geacht worden niet als regel tot de gehouden heid der leeraren te behooren, zonder dat ze daarvoor schadeloos worden gesteld. Op de gronden, verder in het schrijven van curatoren ontwikkeld, hebben wij dan ook de eer U voor te stellen te besluiten als buitengewone belooning voor langdurige waar neming van lessen van afwezige leeraren gedurende den cursus 1906/1907 toe te kennen aan dr. H. D. Verdam, gedurende dien cursus boven dien met de waarneming van het rectoraat belast geweest, een bedrag van f 250.— dr. C. Albers een bedrag van 150. De beraadslaging wordt geopend. De heer G. W. Koopmans zal niet tegen het voor stel stemmen. Hij wenscht echter op te komen tegen het motief, waarop de conclusie gegrond is n.l., dat een der leeraren door de waarneming privaatlessen heeft moeten missen. Spreker is van oordeel dat de gemeente de leeraren voldoende beloont voor hunne werkzaamheden, en dat, indien zij door de waarne ming van lessen voor een collega privaatlessen moeten afzeggen, dit geen motief mag zijn om eene extra belooning toe te kennen. Het geven van privaat lessen is een ziekelijke toestand. De onderwijzers bij het Lager Onderwijs mogen ook geen privaatles geven dan met speciale toestemming. Spreker meende dit in het midden te moeten brengen. De heer Baart de la Faille doet den heer Koopmans opmerken dat het geven van privaatlessen tot de uitzonderingen behoort. Bij verordening is dit echter geregeld en het kan geschieden met toestemming van curatoren. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring der woning hoven den politieposthoek Ka- naalstraat-Grachtswal Z.Z. Dit voorstel luidt Bij nevensgaand aan Uwe Vergadering gericht adres, verzoekt de weduwe J. KeijzerLeverland, alhier, van de gemeente te mogen huren de woning boven den politiepost aan de Kanaalstraat hoek Grachtswal, voor het tijdvak van 1 April 1908 tot 12 Mei 1911 tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 300.—. U hieromtrent dienende van advies, meenen wij er op te moeten wijzen, dat de geboden som hooger is dan wij, ook blijkens ons in bijlage no. 2 van dit jaar opgenomen voorstel, hadden gerekend. Waar overigens op de persoon van huurster niets te zeggen valt en het niet waarschijnlijk is dat bij publieke verhuring een hoogere prijs zou kunnen worden be dongen, hebben wij in overeenstemming met het advies van den Directeur der Gemeentewerken, hetwelk wij hierbij overleggen, de eer U voor te stellen te be- besluiten aan Trijntje Leverland weduwe van Jacob Keijzer, alhier, ondershands in huur af te staan voor het tijd vak van 1 April 1908 tot 12 Mei 1911, het boven huis van het perceel Kanaalstraat no. 2, kadastraal bekend Gemeente Leeuwarden, sectie G no. 7377, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 300.en verder op de voorwaarden, die Burgemeester en Wethouders geraden zullen voorkomen. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stommen besloten. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijzi ging van het besluit tot heffing van rechten onder den naum van leges (Bijlage no. 31). Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders be treffende het adres der vereeniging van bezoldigde die naren van politie: „In samenwerking ligt onze kracht tot opneming harcr leden in een ziekenfonds, respec tievelijk tot verhooging van bezoldiging. Dit prae-advies luidt als volgt Het bestuur der vereeniging van bezoldigde die naren van politie „In samenwerking ligt onze kracht" verzoekt bij adres van 7 September 1.1., in onze handen om prae-advies gesteld, opneming van hare leden in het plaatselijk ziekenfonds „Eendracht maakt macht", of wel opvoering van hunne tractementen tot het maximum, ten einde de kosten van het lid maatschap van dat fonds te kunnen bekostigen. Aan onzen Voorzitter hebben wij verzocht ons de beschouwingen te willen mededeelen, waartoe dit adres hem aanleiding gafhieraan is voldaan bij het hiernevens gevoegde schrijven van 2 dezer. Ons kunnende vereenigen met de in dat schrijven vervatte motieven, waarop de Burgemeester tot de slotsom komt, dat van hem geene voorstellen zijn te verwachten, waarbij eene andere bepaling der jaar wedden van de politiedienaren der 3e klasse in over weging gegeven wordt en die tot de onze makende, hebben wij, onder overlegging van die missive en van het van den Commissaris van Politie ingewonnen rapport, de eer U voor te stellen te besluiten aan adressanten in antwoord op hun verzoek te doen weten, dat daarop afwijzend moet worden beschikt. Het schrijven van den Burgemeester luidt als volgt Bij zijn besluit van 17 September j.l. stelde de gemeenteraad ten fine van prae-advies in Uwe handen een adres van de vereeniging van bezoldigde dienaren van politie dezer gemeente ,,In samenwerking ligt onze kracht", houdende verzoek bij de aanstaande gemeentebegrooting die maatregelen te willen nemen, welke er toe kunnen leiden dat aan de politiedienaren en hunne gezinnon vrije geneeskundige behandeling en eventueel benoodigde medicijnen worden verstrekt, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1907. 179 door hen te doen opnemen in het plaatselijk zieken fonds „Eendracht maakt macht", of welhunne trac- temonten tot, of meer tot het maximum op te voeren, opdat zij zoodoende beter in staat zullen zijn de hier aan verbonden kosten te bestrijden. De commissaris van politie, ter zake door U ge hoord, brengt U bij zijn schrijven van 24 September j.l. no. 956 de behandeling van soortgelijk verzoek in de Raadsvergadering van 24 Januari 1905 on Uw daarmede samenhangend voorstel van 28 December 1904 in herinnering. Ik meen dus daarnaar te mogen verwijzen. Mij met Uwe beschouwingen van toen (Bijlage no. 2 van 1905) in het algemeen ook thans nog veroeni- gende, vind ik mijnerzijds geen aanleiding om hot gedaan verzoek, voor zooverre dat de opneming in een ziekenfonds betreft, te ondersteunen te minder, waar tusschen toen en nu een Raadsbesluit ligt, dat de financieele positie der politiedienaren niet onbe langrijk heeft verbeterd. Ton opzichte van het subsidiair gedaan verzoek, meen ik te kunnen volstaan met U er op te wijzen, dat bij art. 2 der bestaande verordening (Gemeente blad no. 45 van 1905 en no. 19 van 1906) de Raad do minima en maxima heeft aangegeven waartusschen zich de jaarwedden dor politiedienaren zullen bewegen, doch dat aan U de bepaling van het juiste bedrag dier jaarwedden, (op voorstel van don Burgemeester) is opgedragen. Het verzoek van adressante om de tractementen „tot, of meer tot, het maximum op te voeren", zal dus aan Uw college ter afdoening dienen te worden geren voyeerd. Intusschen, nu de zaak bij den Raad ter tafel kwam, en de indruk zou kunnen zijn gewekt, dat mijnerzijds bij het doen van voorstellen tot het toekennen van periodieke tractememtsverlioogingen, te veel op de belangen van de financiën, te weinig op die van het personeel wordt gelet, stel ik er prijs op, hier ter plaatse eon overzicht te geven van de regeling der jaarwedden van de politiedienaren dor 3e klasse, tot welken ik mij bepalen kan, aangezien, blijkens hare mededeeling, de adresseerende vereeniging alleen de zoodanigen ten getale van 28 man, tot hare leden telt. Het is U bekend, dat het geheele politiekorps op het oogenblik uit 52 man bestaat, waarvan 40 politie dienaren 3e klasse. Bij raadsbesluit van 24 Januari 1905, hiervoren reeds aangehaald, werden laatstelijk de jaarwedden der po litiedienaren verhoogd, en wel met ingang van 1 Maart d.a.v. Voor de politiedienaren 3e klasse bracht de Raad het minimum van f 525.op 550.het maximum van 575.op f 625. Als gevolg van dit besluit, bepaalde Uw college op mijn voorstel voor de thans nog in dienst zijnde politiedienaren 3e klasse de jaarwedden als volgt voor 2 man van f 575.— op 625.(het maximum). 2 - 550.— -600.—. 9 - 525.— -575.—. 1 - 525.-550.(later op 575). De overigen waren voor een proeftijd van één jaar, hetwelk toen nog niet was verstreken, aangesteld en hadden naar de bepaling dor bestaande verordening eene jaarwedde van 500.welke voor allen, over eenkomstig mijn voorstel, na verloop van dat proef jaar door U werd bepaald op f 550.Yrijwel het geheele corps politiedienaren 3e klasse ging dus in den loop van dat jaar met 50.in jaarwedde vooruit. De toestand op 1 October 1907 is aldus 2 man met een jaarwedde van f 625. 2 - 600.—. 10 - 575.—. 40 man, waarvan de 14 laatsten nog in hun proefjaar. En ten slotte bepaalde Uw college op mijn voorstel (zie volgno. 179 der gemeentebegrooting voor het jaar 1908) de jaarwedden der politiedienaren 3e klasse met ingang van 1 Januari 1908 als volgt voor 4 man op f 625.— (het maximum) voor 9 man op f 600.(do oudste hiervan, S. Bou- ma, is in dienst sedert 15 September 1901 de jongste, S. Namminga, sedert 1 Januari 1904; voor 7 man op f 575.(de oudste hiervan, J. van Oosten, is in dienst sedert 15 Februari 1904de jongste, T. Merkuur, sedert 1 Februari 1905) voor 13 man op f 550.(de oudste hiervan, H. Boonstra, kreeg 1 Juni 1906 zijne vaste aanstelling de overigen kregen die in 1907, of zullen haar op 1 Januari 1908 ontvangen het tractement steeg, of zal stijgen, van f 500.op f 550. voor 15 man op f 500.(aangesteld na 1 Januari 1907 of, ten getale van 8 man, nog aan te stellen). In verband met het vorenstaande zijn van mij geen voorstellen te verwachten, waarbij U eene andere be paling der jaarwedden van de politiedienaren 3e klasse in overweging wordt gegeven. De beraadslaging wordt geopend. Do heer Zandstra kan, gezien de toelichting bij dit prae-advies, gezien voorts de begrooting voor 1908, waarbij wij het genoegen hebben te kunnen consta- teeren, dat met de belangen van adressanten rekening is gehouden, zich zeer goed voorstellen, dat het prae- advies zou luiden tot afwijzende beschikking. Spreker weet niet of adressanten bekend zijn met het feit, dat hun bij de a.s. begrooting verhooging van salaris is toegezegd. Afgescheiden daarvan kan spreker zich zeer goed voorstellen, dat zij zich tot den Raad wenden om salarisverhooging of om vrije geneeskundige behandeling voor zich en het gezin. Verzekering van gemeentewege acht spreker nietge- wenscht, het is beter dat do politiedienaren door ver hooging van salaris in staat worden gesteld dit zelf te doen. Het is toch van algemeene bekendheid, dat het leven duurder wordt, want de eerste levensbe hoeften ^ijn duurder geworden. Daarvan kunnen zij, die handelen in koloniale- en grutterswaren, alsmede in manufacturen, mee praten. Dit beteekent voor die menscheD, dat de wekelijksche uitgaven zijn gestegen met 1.25 of 65.per jaar. Bij den gewonen loonstandaard zullen zij dus tekort schieten. Spreker zal den Raad niet lastig vallen met het budget van een middelmatig arbeidersgezin, maar hij wenscht er de aandacht op te vestigen, dat door Dr. Moquette te Utrecht is Berekend, dat een arbeider, om te voldoen aan de allereerste levensbehoeften, een inkomen moet hebben van 726.De loonen van adressanten komen daar niet aan toe. Spreker zal echter nu geen voorstel tot verhooging doen. Hij zal zich bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders neerleggen. Te gelegener tijd hoopt spreker evenwel bij Burgemeester en Wethouders te komen met voor stellen tot herziening der verordening regelende de loonen van de gemeente-politie, meer in overeen stemming met den geest des tijds en met de veror deningen, regelende de loonen van ambtenaren en werk lieden van deze gemeente. De Voorzitter zal afwachten hetgeen te zijner tijd door den heer Zandstra zal worden voorgesteld. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6. Schrijven van den Burgemeester omtrent het adres van vorengenoemde vereeniging tot nadere regeling van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 3