186 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1907.
Blom den Raad van advies diende, hij heeft gezegd,
dat met enkele herstellingen de fabriek nog voor den
volgenden winter in de behoefte kon voorzien.
Die herstellingen zijn gedeeltelijk uitgevoerd en de
fabriek heeft niet alleen dien winter, maar nog twee
jaar langer doorgewerkt. Als men nu weet, dat sedert
dien het gasverbruik is vermeerderd met 17 0 0, dan
is het duidelijk, dat de fabriek verre boven hare
capaciteit heeft moeten werken. Wel komt do water
gasfabriek voor een deel de andere fabriek te hulp,
maar dit betreft slechts het gasmakende godcelte.
Al het andere, de zuivering, de berging enz. is gelijk
gebleven, zoodat oene verandering dan ook uiterst
noodzakelijk is.
De Directeur heeft vaak kwade oogenblikken door
gemaakt en als wij niet in hem hadden een deskun
dige met een helder doorzicht en met de noodige
vastberadenheid, zou de zaak niet steeds zoo goed
gemarcheerd hebben.
Ieder oogenblik doen zich reeds kleine incidenten
voor en waar de Directeur nu verklaard heeft alleen
dezen winter nog voor een' geregelden gang van
zaken in te kunnen staan, daar is het bepaald nood
zakelijk, dat de fabriek den volgenden winter gereed is.
Daarom wenscht spreker een zoo kort mogelijk
uitstel.
Wat betreft het sectie-onderzoek, spreker gelooft
niet, dat dit tot veel resultaten zal leiden. De kwestie
is toch èn door de gascommissie èn door Burgemeester
en Wethouders van alle kanten bekeken, terwijl ook
de raadsleden hun licht zullen moeten opsteken bij den
zelfden technischen Directeur. Het is spreker niet
duidelijk, welke buitengewone motieven er kunnen
zijn om het advies van den Directeur der Gemeente
werken in te winnen. Ofschoon hij meent dat daar
tegen geen principieële bezwaren kunnen bestaan,
acht hij het hooien van andere technici onnoodig,
waar het alleen de vraag geldt wat wenschelijker
is, ombouw of nieuwbouw. De voorstellers daarvan
hebben niet goed gelezen wat door de gascommissie
is geschreven. Wat deze commissie geeft is toch
een volslagen nieuwe fabriek, alles wordt nieuw,
behalve de gebouwen, en dat is een kwestie van
meer of mindere luxe.
Waar nu vanaf de ovens tot de gashouders alles
totaal nieuw wordt, acht spreker het onnoodig des
kundigen te hooren over do vraag of verbouw of
nieuwbouw het meest gewenscht is, te meer waar wij
den Directeur, dien wij nog zoo kort geleden tot
onzen deskundigen adviseur benoemden, nu toch
moeielijk het vertrouwen kunnen opzeggen.
Hot doet den heer Beekhuis genoegen, dat de AVethou-
der die met de leiding der zaken van de gasfabriek
is belast geen principieele bezwaren tegen het hooren
van deskundigen heeft te berde gebracht. AA/cl heeft
hij gezegd, dat het overbodig zou zijn, door er op
te wijzen dat alles vanaf de ovens tot de gashouders
totaal nieuw wordt. Dit is waar, maar er zijn zoo
veel vragen te behandelen dat spreker beslist over
tuigd is van de wenschelijkheid om deskundigen te
hooren.
Deze vragen kunnen b.v. worden gedaanof het
niet hoogst gewenscht is eene fabriek aan het spoor
te hebben. Of het hebben van automatische trans
portinrichtingen geen overwegend voordeel oplevert,
of het in het algemeen niet verkeerd is een fabriek
te bouwen op een terrein, dat door de kleine uitge
strektheid gebleken is ongeschikt tc zijn en of de
voorgestelde ombouw geen ernstig gevaar zal opleveren
voor eene behoorlijke gaslevering tijdens den duur
van het werk.
Dan nog e.en groote vraag
De watergasfabriek is gesticht om ons door den
moeielijken tijd heen tc helpen en ook door den tijd
die noodig zal zijn om een nieuwe fabriek te bouwen.
Geen van ons zal nu de bestendiging dier fabriek
wenschen met het oog op de treurige ervaringen die
er mee zijn opgedaan.
Zou dus het gemis van die watergasfabriek goen
groot voordeel opleveren In do voorstellen van
Bergemeester en Wethouders neemt zij een plaats
in, maar bij eene geheel nieuwe fabriek zou zij ge
heel kunnen worden gemist.
Deze vragen en nog tal van andere zou spr. aan
deskundigen willen voorleggen.
De heer Baart de la Faille heeft met genoegen de
rede van den Voorzitter der gascommissie gehoord,
waar deze een groot vertrouwen heeft uitgesproken
in den Directeur der gasfabriek.
Waar nu deze Directeur komt met een positief
advies, dat bij verbouwing op hetzelfde terrein de
i fabriek voor tal van jaren voldoende is, waarvoor
moeten dan nog deskundigen worden geraadpleegd?
Als de Directeur getwijfeld had en zelf op deskundige
voorlichting had aangedrongen, zou de toestand geheel
anders zijn.
De heer OosterhofF dankt den heer Baart de la Faille
voor diens steun. De heer Beekhuis is begonnen met
te zeggen, dat het eigenlijk de bedoeling was advies
in te winnen over de vraag wat het meest gewenscht
is, verbouwing der bestaande of bouw van een nieuwe
fabriek. Hij is daarvan echter eenigszins teruggeko
men en wenscht op andere punten te worden inge
licht. Die andore punten zijn echter voldoende in
het rapport besproken. De kwestie der ligging aan
het spoor b.v. Waar nu de lossing 3.—kost, moet
dan 2.worden betaald voor het brengen der
wagens over den wissel, terwijl daarboven nog het
losloon komt.
Wat aangaat de mechanische transportinrichtingen,
deze zullen weinig voordeel opleveren. Dit kan worden
nagegaan door de rente afschrijving te vergelijken
met hetgeen nu betaald wordt.
Dat de watergasfabriek er gekomen is alleen om
te dienen als hulp in nood, kan spreker niet beamen.
Dit zou men misschien mogen beweren als Leeuwarden
de eenige plaats was, waar een watergasfabriek be
stond, maar dit is niet het geval, want spreker heeft
voor zich een lijst van 22 plaatsen, die naast de
kolengasfabriek een watergasfabriek bezitten en daar
onder behoort ook Haarlem met zijn nog nieuwe
fabriek. Spreker persisteert bij zijne meening, dat
het raadplegen van deskundigen overbodig is.
De lieer Beucker Andreae doet, naar aanleiding van
het door den heer Baart de la Faille gesprokene,
opmerken dat een voorstel meer kans van slagen
heeft als het zoo gedecideerd mogelijk wordt gedaan.
Spreker is overtuigd dat de tegenwoordige directeur,
al heeft hij er waarschijnlijk niet over gesproken,
toch zeker gaarne het advies van twee andere des
kundigen zal hebben.
De heer Komter zegt dat, ingeval de Raad ver
klaart niet voldoende op de hoogte te zijn, Burge
meester en Wethouders zich niet tegen een voorstel
tot uitstel tot de volgende vergadering zullen ver
zetten. Spreker vreest echter dat wanneer wordt be
sloten deskundigen te benoemen, de zaak op de lange
baan wordt geschoven.
De plannen zijn door de gascommissie en Burge
meester en Wethouders herhaaldelijk met den directeur
der gasfabriek besproken en van alle kanten bekeken.
Dit heeft de bestudeering der zaak gemakkelijker
gemaakt en er veel toe bijgedragen om bij spreker
de overtuiging te vestigen, dat de aangewezen weg
de beste is. Hij zou daarom den Raad in overwe
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1907. 187
ging willen geven met de directeuren van gasfabriek
en gemeentewerken eene conferontie te houden. Daar
kunnen alle vragen, die gerezen zijn, worden beant
woord. Dit middel om voldoende op de hoogte te
komen, is zeer eenvoudig en kost weinig tijd.
De heer Wilhelmij moet zich bepaald tegen het
benoemen van deskundigen verklaren. Stel, er komen
een paar gasfabrikanten uit een groote plaats. Deze
zijn niet met de plaatselijke toestanden op de hoogte
en zij zullen direct zeggen bouw een nieuwe fabriek.
Dit kost wel meer, maar dat geld komt er wel
weer uit. Die lieeren zullen niet zuinig zijn. Spreker
vraagtwie is deskundig en dan antwoordt hij de
directeur, die reeds eenige jaren in deze fabriek werk
zaam is. In elk geval moet ook niet vergeten wor-
don dat een onderzoek door deskundigen tijd kost
en dan moet in aanmerking worden genomen, dat er
haast bij dit werk is.
De heer OosterhofF wenscht even terug te komen
op hot gezegde van den heer Beucker Andreae, dat
do Directeur van de gasfabriek deskundigen misschien
wel wenschelijk acht. Dit kan een verkeerde indruk
maken. Ofschoon hij er geen bezwaar tegen heeft,
heeft hij ook nooit gezegd dat hij er prijs op zou
stellen.
Dan heeft de heer Beucker Andreae gezegd dat
een voorstel meer kans van slagen heeft, als het
gedecideerd is. Spreker is van oordeel dat dit niet
de reden is waarom in het rapport geen weifeling
merkbaar is. Do Directeur toch zou, als hij niet ten
volle overtuigd was dat de voorgestelde verbeteringen
inderdaad voor een reeks van jaren afdoende waren,
zeker veel liever hebben voorgesteld een nieuwe
fabriek te bouwen, omdat het werken met een mooie
nieuwe fabriek voor hem veel aangenamer moet zijn.
Spreker voelt veel voor het denkbeeld van den
heer Komter om eeno conferentie te houden met de
betrokken directeuren.
De heer Besuijen meent te moeten opkomen tegen
de voorstelling, die de heer Wilhelmij geeft van des
kundigen. Men moet aannemen dat het ernstige mannen
zijn, die als hun gezegd is een onderzoek in te stellen
in verband met de gemeentefinanciën, niet zoo maar
zullen zeggen: bouw een nieuwe fabriek. Spreker
heeft onder zijn kennissen een gasdirecteur en deze
schrijft hem, dat de lust om tot het bouwen eener
nieuwe fabriek over te gaan, bij vele gemeenten maar
al te groot is. Vreest de Raad gasgebrek in den
winter, dan zou spreker in overweging willen geven
de 9 uur winkelsluiting onder handen te nemen, dan
snijdt dit mes aan beide kanten in 't voordeel der
ingezetenen.
De Voorzitter zal het eerste gedeelte van hot voor
stel van den heer Duparc in stemming brengen.
Dit wordt met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Beekhuis doet het volgende voorstel:
De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit
een of meer deskundigen te benoemen, ten einde een
rapport uit te brengen over de vraag of het bouwen
van een nieuwe gasfabriek al dan niet de voorkeur
verdient boven het verbouwen van de bestaande, op
den voet als in het voorstel van Burgemeester en
AVethouders is omschreven.
De heer Beucker Andreae kan zich met het voorstel
van den heer Beekhuis vereenigen en trekt het zijne in.
De heer Baart de la Faille is van oordeel, dat nu
het voorstel van den heer Duparc is aangenomen,
het door den heer Komter uitgesproken denkbeeld op
den voorgrond treedt. Spreker acht het wenschelijk
dat de Raad het plan hoort verdedigen door zijn
eigen gasdirecteur, terwijl dan tevens de voorlichting
van den Directeur der Gemeentewerken kan worden
gevraagd. Deze twee hoog geschatte ambtenaren
kunnen de kwestie met den Raad in comité behan
delen. Mocht de raad dan nog weifelen, dan komt
men pas aan de door de heeren Boucker Andreae en
Beekhuis voorgestelde idéé om deskundigen te be
noemen. Spreker wenscht den Raad in overweging
te geven het voorstel van den heer Beekhuis aan te
houden en in besloten zitting zijn eigen ambtenaren
te raadplegen.
De heer Beekhuis zou daar niets anders tegen heb
ben dan dit, dat er dan werkelijk sprake kan zijn
van een schuiven van de zaak op de lange baan. Als
één deskundige rapport uitbrengt, kan dit binnen 14
dag ;en klaar zijn en kan het voorstel met vier weken
behandeld worden.
De heer J. Koopmaus zal het voorstel van den heer
Baart de la Faille sterk ondersteunen. Spreker is
nog sedert kort lid van de gascommissie en stond
tegenover het rapport op een vrij standpunt. Aan
vankelijk voelde hij meer voor het bouwen eener
nieuwe fabriek, dan voor den ombouw der bestaande.
De Voorzitter van' do gascommissie was zoo vriende
lijk hem uitvoerig over de plannen in te lichten.
Daarna heeft hij zich de laatste drie weken welwil
lend voorgelicht door den Directeur dor gasfabriek
ernstig bemoeid om van de zaak eene studie te maken.
Ofschoon niet in alle opzichten tevreden gesteld, kan
hij zich thans toch bij de verbouwing neerleggen.
Hij stelt zich dan ook voor, dat andere raadsleden
evoneens zich bevredigd zullen gevoelen wanneer zij
den Directeur der gasfabriek hebben gehoord. Mocht
zulks dan nog niet het geval zijn, welnu, dan kan
men nog op het voorstel-Beekhuis ingaan en zich
door andere deskundigen laten voorlichten. Wel is waar
diingt de tijd, maar op 14 dagen a 4 weken komt
het ook niet aan. Do vernieuwde fabriek kan toch
in den winter van 1907 niet meer produceeren en vóór
dien van 1908 zal ze wol klaar kunnen zijn.
De heer Hartelust voelt meer voor het voorstel van
den heer Beucker Andreae dan voor dat van den heer
Baart de la Faille. Hij wil niets ten nadeele van
den Directeur der gasfabriek zeggen, maar is van
meening dat onze Directeur nog jong en daarom
onervaren is en steunt derhalve krachtig het voorstel
om een of meer ervaren deskundigen te raadplegen,
naast onzen Directeur der gasfabriek.
Dat de directeur van de gasfabriek jong is, geeft
de heer Baart de la Faille toe, dat het hem aan ervaring
ontbreekt niet. Hij heeft zooveel ervaring opgedaan
in de voorbereiding tot zijne carrière hij is n.l. de
gasfabriek te Amsterdam van onder tot boven door
gekropen - dat het hem zeker niet aan ervaring ont
breekt. AVat hij bovendien nog op do andere deskun
digen voor heeft, is de locale kennis die hij bezit.
Bovendien heeft hij een paar jaar met ontzettendo
moeilijkheden te kampen gehad, die hij echter glans
rijk is te boven gekomen. Als men meer ervaring
wenscht, dan zit dat alleen in den hoogeren leeftijd,
overigens mag niet gezegd worden dat het den direc
teur aan ervaring ontbreekt.
Do heer Beerends wil ook wol aannemen, dat de
Directeur een knappe man is met veel ervaring, maar
begrijpt maar niet wat er tegen is twee deskundigen
uit te noodigen om do leden van den gemeenteraad
te dienen van advies over het aanhangig voorstel.