280 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Decomber 1907.
Burgemeester en Wethouders erkend, behoefte bestaat,
meer steun verdient, dan men wil geven. Het is
daarom dan ook dat spreker de eer heeft voor te
stollen het subsidie inplaats van met 200.met
f 500.te verhoogen.
Het voorstel heeft de sympathie van den heer
Besuijen niet. Spreker meent dat het argument, dat
het de Regeering is, die de vereeniging tot het doen
der aanvrage heeft gedwongen, als eerste argument
is aangevoerd.
Reeds in de vergadering van de Provinciale Staten
heeft dit de aandacht getrokken. Ook in het adres
aan dat college kwam een dergelijke clausule voor.
Spreker meent, dat, als dit het eerste argument is
om tot de gemeente te komen, deze niet zoo goed-
geefsch behoort te wezen. Een particulier briefje
van den Voorzitter der school aan den heer Schoon-
dermark is niet voldoende om te bewijzen dat de
vereeniging een sterk verhoogd subsidie noodig heeft.
Hij acht, waar ook geen bedrag is genoemd, de door
Burgemeester en Wethouders voorgestelde verhooging
van 200.voldoende.
Spreker heeft de cijfers doorgelezen en zeer zon
derlinge getallen ontmoet.
Zonder voldoende gegevens is het bedrag der sala
rissen gesprongen van ƒ3000.in 1906 op ƒ10,000.
in 1908, dat voor schoonmaak van 237 -op ƒ800.
voor vuur en licht van ƒ254.op ƒ1200.Spreker
ontkent niet dat deze laatste cijfers juist kunnen zijn,
maar hij moet van de zijde van hen, die een ver
hoogd subsidie willen geven, meerdere gegevens ont
vangen om tot oordeelen in staat te zijn. Kunnen die niet
worden verschaft dan gaat spreker liever met Burge
meester en Wethouders mee. Bovendien, spreker
wil dit niet verheelcn, staat hij niet zoo sympathiek tegen
over de vereeniging als do heer Schoondermark. Het
heet dat men hier met do heerlijke vruchten van het par
ticulier initiatief te doen heeft. Hoe komt echter 't
geld bijeen? 't Rijk geeft ƒ4000.—deProvincie 1000.
de gemeente 1500.en dan zijn er nog eonige per
sonen die gezamenlijk 1000.ongeveer x/7 deel,
bijeenbrengen. Voor dit x/7 deel hebben ze alle zeg
ging, stellen de onderwijskrachten aan, deelen de
lakens uit, beschikken over de al of niet kostelooze
toelating van leerlingen etc. etc. Zoo kan de ge-
meenschapskas betalen, do particulieren beheeren.
Dergelijke instellingen, die zoo geheel door de gemeen
schap worden bekostigd, moeten ook door de organen
der gemeenschap worden bestuurd. Men had dan
over de centen der belastingbetalers verantwoordelijke
mannen als beheerders.
Sterke staaltjes van particulier initiatief bestaan er
op dit terrein.
Zoo ontvangt de Ambachtsschool in den Haag
80,000.subsidie en slechts 8ü0.van particu
lieren. En dan steekt men ook nog de loftrompet
over het particulier initiatief!
Spreker doet opmerken dat hij echter niet op deze
principiëele redeneering zal tegenstemmen, hij herhaalt
dat er niet genoeg gegevens zijn overgelegd om er
over te kunnen oordeelen of de Raad het recht heeft
nog 300.meer te geven dan Burgemeester en
Wethouders voorstellen. Mocht er later een voorstel
komen dat beter is toegelicht, dan kan spreker daarna
zijne houding bepalen.
De heer Komter heeft, na do door den heer Besuijen
gegeven financieële mededeolingen, daar weinig aan
toe te voegen. Het waren ook de cijfers der rekening
van 1906, in vergelijking met de begrooting voor
1908, die verwondering wekten bij Burgemeester en
Wethouders. Een lid van hot college meende, dat
men geen vrijheid had tot verhooging van het subsidie
over te gaan. De overweging echter, dat verhooging
van het gemeentelijk subsidie een voorwaarde was
voor verhooging van dat van het Rijk, deed Burge
meester en Wethouders besluiten tot eene schikking
over te gaan en voor te stellen het gemeentelijk
subsidie met 2(j0.te verhoogen.
Zeer terecht is de aandacht gevestigd op den post
voor salarissen ad 10,000.van wolk bedrag eene
nadere specificatie wenschelijk waro geweest. Boven
dien wijst do redactie van het verzoek er op dat de
vereeniging misschien niet zou zijn overgegaan tot
het doen der aanvraag, als het niet moest om eene
verhoogde Rijksbijdrage te krijgen.
De heer Schoondermark heeft gezegd dat hij zich
niet wil verschuilen achter den Wethouder van
Financiën. Spreker wil er alleon aan herinneren dat
op de begrooting slechts een saldo voor onvoorziene
uitgaven voorkomt van ODgeveer f 4000.Spreker
meent dan ook de aanneming van het voorstel-
Scliooudermark te moeten ontraden.
De heer Schoondermark doet opmerken dat de heer
Besuijen zeer goed weet hoe spreker over het mede
zeggenschap denkt. Toen de eerste koer het subsidie
is verleend is spreker dan ook te dezen opzichte met
den heer Besuijen meegegaan.
Wat de cijfers betreft, dat de onvoldoonde toelichting
er van Burgemeester en Wethouders heeft doen komen
tot hun besluit, deze logica begrijpt spreker niet. Hij
kan zich voorstellen dat er gezegd was, wij geven
niets, licht ons eerst beter in.
De heer Besuijen spreekt van verhoogde cijfers.
Spreker kan dit verklaren uit het feit dat do vereeni
ging een gebouw in huur heeft, tongevoige waarvan
de voor schoonmaken benoodigde som voel hooger
wordt.
Door den Wethouder van Financiën is gezegd, wij
moeten het ook kunnen betalen. Is het dan zoo
treurig met Leeuwarden gesteld dat oen groot getal
kinderen gedoemd is om van school thuis te blijven
Spreker hoort don heer Duparc zeggen „van deze
school"; maar mijnheer de Voorzitter goed onderwijs,
zoowel voor het meisje als voor don jongen uit eiken
stand is een van de voornaamste factoren tot heil van
ons volk, zoowel op moreel als op economisch gebied,
omdat daardoor de mogelijkheid wordt geschapen, dat
elk individu in de maatschappij ter plaatse komt waar
het behoort.
Spreker vindt het kras te zeggen Leeuwarden is
te arm, wij geven slechts f 200 meer, zoodat 53 kin
deren van dit onderwijs verstoken moeten blijven.
De heer Besuijen zegt dat door den heer Schoon
dermark is opgemerkt, dat deze, wat hot medezeggen
schap aangaat, op hetzelfde standpunt staat als spreker.
Hij doet echter opmerken, dat dit standpunt is ver
worpen, zoodat van medezeggenschap geen sprake is.
De lieer Schoondermark zou dientengevolge ook
minder sympathie voor de vereeniging moeten voelen.
Spreker heeft gezegd te zullen tegenstemmen omdat
hij niet over cijfers kon beschikken. Do heer Schoon
dermark zou hem nu drijven ook togen de door Bur
gemeester en Wethouders voorgestelde vorhooging van
200 te stemmen. Om opportuniteitsredenen zal hij
dit echter niet doen, omdat anders de Regeering niets
geeft.
Indien spreker zeker was dat hij door tegen het
voorstel van Burgemeester en Wethouders te stemmen
het Rijkssubsidie niet in gevaar bracht, zou hij het
eerder durven.
Over de verhooging van de cijfers der salarissen
heeft spreker niets gehoord. De heer Schoondermark
zegt, wacht dan meerdere inlichtingen af. Daartoe
is spreker bereid. Spreker wil dan den heer Schoon-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1907. 281
dermark in overweging geven zijn voorstel in te
trekken, omdat, als het verworpen wordt, het den
indruk zou kunnen wekken, dat de Raad a tort et a
travers geen hooger subsidie wenscht te geven.
De heer Schoondermark repliceert dat do heer Be
suijen hem spreker den raad geeft zijn voorstel
in te trekken, omdat dit de meest praktische weg is.
Spreker hoeft gezegd als de heer Besuijen niet op
de hoogte is, moet hij inlichtingen vragen. Als dat
raadslid daartoe genegen is en de Raad ondersteunt
dat denkbeeld, dan zou spreker den gegeven raad
kunnen opvolgen.
De heer Besuijen wenscht geen inlichtingen te
vragen, hij is van oordeel dat degone, die do meeste
sympathie voor de zaak heeft, dit moet doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van den heer Schoondermark wordt
verworpen met 12 tegen 6 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Schoondermark, Duparc,
Beerends, Burger, Baart de la Faille en Menalda.
Tegen de heerenBeucker Andreae, de Jong,
Lautenbach, Zandstra, Oosterhoff, Besuijen, Hartelust,
Wilhefmij, G. W. Koopmans, J. Koopmans, Komter
en Feitz.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
omtrent het adres van A. J. Krieger en Jhr. L. TF. van
der Goes om concessie voor het leggen van spoorstaven
in gemeentegrond ten behoeve van de exploitatie eener
paardetram.
Dit prae-advies luidt
Onder dagteekening- van den 11 en September van
dit jaar is bij U ingekomen een adres van A. J.
Krieger, ingenieur te Amersfoort en jhr. L. W. van
der Goes alhier, waarbij zij verzoeken hun, behoudens
goedkeuring van nader in te dienen plannen en door
den Raad nog vast te stellen voorwaarden, zonder
verdere verbintenis zijnerzijds, voorloopig voor den
tijd van één jaar vergunning te willen verleenen tot het
leggen van spoorstaven voor den aanleg en de exploi
tatie van paardetramlijnen langs de straten, pleinen en
wegen in de gemeente, zooals deze in het adres nader
zijn vermeld. De bedoeldo lijnen zijn 1. van het
het station der Staatsspoor, langs Stationsweg, Wir-
dumerpoortsbrug, Wirdumerdijk, Tontjepijp, St. Jacob-
straat, Gouverneursplein, Eewal, Wortelhaven, Voor
streek W.Z., Noorderweg, westwaarts langs het
gymnasium tot de Noorderbrug, met bedoeling tot
doortrekking op don duur langs de Spanjaardslaan
2. van het station der Nederlandsche Tramweg
maatschappij aan den Westersingel, over do Vrouwen-
poortsbrug, langs Harlingerend, Duco Martenapijp,
Nieuwestad Z.Z., Wirdumerdijk, Wirdumerpoortsbrug,
Zuiderplein, Grachtswal Z.Z., Émmakado Z.Z., voor
loopig tot aan het Oranje-Eassaupark. Het ligt in
het voornemen met den aanleg en de exploitatie van
de eerstgenoemde lijn te beginnen, waarover in ver
band met aankomst en vertrek dor treinen, het aantal
ritten per dag 19 a 20 zal bedragen, uitgenomen
's Zondags 15.
In eene bijlage bij het adres wordt eene berekening
opgezet van de jaarlijksche baten en kosten der sub
1 genoemde lijn. Do eerste worden bij een geschat
aantal passagiers van 60.000 per jaar en een uni
formtarief van 7x/2 cent per rit en met inbegrip van
andere baten op 5000.—, de laatste bij een naar
opgenomen aanleg- en installatiekapitaal van
30.000 op 6200 geraamd. Ten hoogsto zou dus
jaarlijks nog 1200.noodig zijn, waarvoor in
het adres de steun der gemeente wordt gevraagd, in
dier voege, gelijk nader in de toelichting is uiteen
gezet, dat dit bedrag van 1200.— hot hoogste is
waartoe het gemeentelijk subsidie kan stijgen, doch
dalen zal naarmate do exploitatie gunstiger rosultaton
oplevert.
Wij willen niet ontkennen dat wij de uiteenzettingen
en becijferingen, zonder deze laatste niettemin nog
aan eene nauwlettender beschouwing te hebben onder
worpen, met belangstelling hebben gevolgd, en oor-
doelon, ook in verband met wat door adressanten van
het tramverkeer in andere steden worclt medegedeeld,
dat de onderneming hier wellicht nuttig zal kunnen
zijn en levensvatbaarheid zal kunnen hebben, doch
meenen overigens dat het niet op den weg der ge
meente gelegen moet zijn om financieel bij te springen,
indien zij onverhoopt niet rendabel zou blijken te zijn.
Althans geen steun in die mate als door adressanten
wordt verzocht. Twee leden van ons college zouden
er namelijk wel voor te vinden zijn om uit de ge
meentekas een som van ten hoogste het gevraagde
bedrag voor één jaar beschikbaar te stellen om de onder
neming door den eersten moeielijken tijd heen te
helpen, doch eenstemmig is ons gevoelen, dat, wanneer
men het nut en de beteekenis van eene stadstram
voor een gemeente als de onze niet overschat
en op hunne juiste verhoudingen waardeert, de ge
vraagde bijdrage het belang dat de gemeente bij de
totstandkoming der tram heeft, verre overtreft.
Waar de plannen nog een betrekkelijk voorloopig
karakter dragen, wenschen wij het bij deze korte
beschouwingen te laten, al zou wellicht over de in do
toelichting tot het adres gegeven globale cijfers nog
wel een en ander zijn te zeggen. Eene nadere en
meer diepgaande bespreking zal beter blijven uitge
steld tot de uitgewerkte plannen Uwe Vergadering
eenmaal zullen hebben bereikt.
Wij hebben thans de eer U voor te stellen te besluiten
1. voor kennisgeving aan te nemen de mededeeling
dat het door A. J. Krieger te Amersfoort den 16
October 1899 aan den Raad ingediend adres betref
fende tramaanleg in deze gemeente is ingetrokken
2. zonder nochthans op do definitieve richting der
aan te leggen lijnen vooruit te loopen, aan A. J.
Krieger voornoemd en jhr. L. W. van der Goes alhier
voorloopig voor het jaar 190S concessie te verleenen
voor het leggen van spoorstaven in gemeentegrond
ongeveer ter plaatse als door hen in hun adres van
11 September 1907 is aangegeven en zulks ten be
hoeve van de exploitatie van een paardetram in
deze gemeente, met dien verstande, dat de gcdétail-
leerde plannen vóór 31 December 1908 aan den Raad
moeten zijn aangeboden en dat voor den aanleg en
de exploitatie zullen gelden de nader door den Raad
te stellen bepalingen
3. aan voornoemde adressanten medo te deelen
dat voor do toekenning van een jaarlijksche bijdrage
of van een subsidie voor eens uit de gemeentekas ten
behoeve der sub 2 bedoelde onderneming, geene
termen kunnen worden gevonden.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Besuijen zegt dat hij zich, bij de booor-
deeling van het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, evenals de Directeur der Gemeentewerken,
allereerst de vraag zou kunnen voorleggen zijn trams
in onze gemeente wenschelijk