\jM*f ~^~~- -^r sr** »»-- 26 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Januari 1908. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Januari 1908. 27 De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wet houders de macht moeten hebben in de gevallen, be doeld in art. 10, de lokalen direct te doen ontruimen. Overeenkomstig het door Burgemeester en Wet houders overgenomen voorstel van den heer G. W. Koopmans wordt besloten een nieuw art. 12 op te nemen, houdende eene algemeene strafbepaling, waarvan de redactie aan Burgemeester en Wethou ders wordt overgelaten. De heer Krijgsman stelt voor een nieuw art. 13 in te lasschen, luidende „De betrokken vereonigingen of particulieren kunnen „van beslissingen door Burgemeester en Wethouders „genomen op grond van de artikelen 1, 3, 4e lid, 4, 8 en 12 in beroep gaan bij den Raad." Het voorstel wordt ondersteund en maakt alzoo een onderwerp van beraadslaging uit. In stemming gebracht, wordt het verworpen met 17 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerenKrijgsman, de Jong, Zandstra en Besuijen. Tegen de heeren Beucker Andreae, Komter, Lau- tenbach, Oosterhoff, Beekhuis, G. W. Koopmans, Wilhelmij, J. Koopmans, Feitz, Baart de la Faille, Hartelust, Menalda, Burger, van Ketwich Verschuur, Schoondermark, Beerends en Haverschmidt. Het voorgesteld art. 12 wordt nu art. 13. Dit artikel wordt met algemeene stemmen aange nomen. De verordening in haar geheel wordt ten slotte aangenomen met 17 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerenBeucker Andreae, Komter, Lautenbach, Oosterhoff, Beekhuis, G. W. Koopmans, Wilhelmij, J. Koopmans, Feitz, Baart de la Faille, Hartelust, Menalda, Burger, van Ketwich Verschuur, Schoondermark, Beerends en Haverschmidt. Tegen de heeren Krijgsman, de Jong, Zandstra en Besuijen. Door aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders is afwijzend beschikt op het verzoek van de commissie tot regeling van den bondscursus voor de hoofdacte, om de tot nu toe betaalde ver goeding niet te verhoogen. Wordt overgegaan tot de behandeling der veror dening tot het heffen eener vergoeding voor het gebruik van schoollokalen voor particuliere lessen. Algemeene beraadslagingen worden niet gehouden. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De heer G. W. Koopmans leest in art. 1 dat de lokalen kunnen worden afgestaan vóór 6 uur 's mid dags en zelfs vóór 4 uur. Spreker meent dat vóór 4 uur geen lokaal moet worden afgestaan. Ook kan spreker zich niet voorstellen dat de lokalen in de tusschenuren door anderen zullen worden ge bruikt. Spreker vraagt of hiertegen geen bezwaren bestaan. De heer van Ketwich Verschuur leest in art. 1 dat aan de gemeente eene remuneratie moet worden go*| geven voor onderhoud, verlichtingverwarming en schoon houden der lokalen. In art. G van het zoo juist aangenomen grondre-l glement in deze zaak leest spreker, dat de concierge I of de schoonmaakster met het aansteken en dooven der lichten en het behoorlijk verwarmen der in ge bruik afgestane lokalen, ook gedurende de lessen, hetI afsluiten der kachels, het openen en sluiten der deuren 1 is belast. Wel wordt nu in art. 1 der heffingsverordening 1 gezegd wat de gemeente als vergoeding in deze! krijgt, doch daaruit, noch uit het grondreglement blijkt, wat aan den concierge of schoonmaakster wordt ver goed voor zijn of haar extra werk. Die man is wel gemeente-ambtenaar, maar als de I lokalen door anderen worden gebruikt en daaruit ont- 3 staat arbeid voor hem, dan is hij in particulieren dienst, Spreker zou wel willen weten hoe Burgemeester I en Wethouders hierover denken. De heer Schoondermark doet opmerken dat doorl den heer G. W. Koopmans is gezegd dat in art. ll gesproken wordt van het ingebruik geven van lokalen vóór 4 uur. De heer Koopmans heeft daartegen be zwaar. Spreker geeft te kennen dat de lokalen natuurlijk J niet zullen worden afgestaan zoolang er les is, maar ij het gebeurt toch dikwijls dat lokalen na 12uurledig| zijn, b.v. Woensdags en Zaterdags. De Burgemeester heeft intusschen de vergadering verlaten en het presidium overgedragen aan den heer <j T. Komter, wethouder. De Voorzitter geeft te kennen dat bij do stukken eene berekening ligt van den Directeur der Gemeen tewerken. Daarin zijn alle kosten opgenomen die aan de gemeente moeten worden vergoed, zooals art. 1 aangeeftook de vergoeding aan de werkster of den concierge is daarin opgenomen. De heer van Ketwich Verschuur antwoordt dat eerst in art. 1 wordt gezegd, dat de vergoeding moet worden betaald voor het onderhouden, verwarmen, verlichten en schoonhouden der lokalen. Wat spreker bedoelt is hier niet opgenomen onder wat de particulier te ver goeden heeft, n.l. vergoeding voor arbeid in vrijen tijd ten dienste van particulieren. Nu kan het waar zijn dat het salaris in de in dat artikel genoemde bedra gen is verwerkt, maar spreker meent dat het toch 1 moet vaststaan, dat die concierge er een deel van zall krijgen. Spreker hoeft dan ook geen amendement} ingediend, hij hoeft alleen gevraagd hoe Burgemees ter en Wethouders er over denken. De lieer Beekhuis deelt het bezwaar van den heer van Ketwich Verschuur. Uit al. 1 van art. 1 blijkt niet dat de concierge oen deel van de aan de gemeente betaalde vergoeding krijgt. Die som wordt geheel in de gemeentekas gestort. Sproker wenscht het bezwaar te ondervangen en stelt voor aan den aanhef van het artikel toe te voegen „Voor de werkzaamheden van den concierge en de schoonmaaksters, bedoeld in art. 6 der verordoning regelende het gebruik van schoollokalen voor parti- liere lessen en" enz. Dit amendement wordt ondersteund en maakt tegelijk met het betrokken artikel een onderwerp van beraad-1 slaging uit, ■De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethou ders deze zaak hebben geregeld op dezelfde wijze als zij thans geregeld is. De kosten, in het artikel o-enoemd, bestaan uit verschillende kleine posten en er is ook op vergoeding voor de betrokken concierges o-erekend, zooals spreker zooeven heeft gezegd. lp tbe heer Oosterhoff begrijpt het bezwaar ook niet recht. Een deel van de in de verordening genoemde betlragen toch strekt als vergoeding voor verrichte werkzaamheden. Om die werkzaamheden te verrich ten moeten er menschen zijn. In de pas aangenomen verordening is uitgedrukt wie de werkzaamheden picleten verrichten en wie dus ook de vergoeding daarvoor ontvangen. l)e heer van Ketwich Verschuur (met verlof der vergadering voor de derde maal het woord erlangende), zegt dat tot nu toe elke particuliere aanvrage op zich zelf is beoordeeld. Nu komt er eene algemeene verordening en moet ook worden bepaald, dat die concierges en schoonmaaksters iets ontvangen zullen voor extra werk. ■Spreker voelt veel voor het amendement van den bepr Beekhuis en ondersteunt dit. ■De heer Beucker Andreae wenscht er de vorige spre kers op te wijzen, dat in eene heffingsverordening wel kan worden bepaald welke vergoeding zal wor den geheven, niet echter wat met die vergoeding zal moeten gebeuren. Dat de gemeente extra werk, door concierges en schoonmaaksters verricht, vergoedt, blijkt uit de memorie van toelichting. Spreker acht del door den heer Beekhuis voorgestelde toevoeging derhalve niet noodig. ■De Voorzitter zegt dat de zaak vrij duidelijk is. Hetgeen gevraagd wordt is niets anders dan wat het de gemeente kost voor vuur, licht, loon en onderhoud. De heer Beekhuis acht deze kwestie niet zoo be langrijk dat er veel woorden over behoeven te worden verspild. Spreker is het met den heer Komter eens, dat uit artikel 1 blijkt hoeveel te betalen is, maar in de opsomming der diensten, waarvoor betaald zal worden, is het art. niet volledig. Vandaar sprekers amendement. IDe heer Besuijen doet opmerken dat de Raad in deze discussie is verzeild door de groote kennisgeving, waarvoor de vergoeding moet worden betaald. Spreker had het beter geacht als er eenvoudig had gestaan de gebruiker betaalt enz. Deze groote kennisgeving kan gevaarlijk worden, omdat er allicht iets kan wor den vergeten. liet beste zal echter zijn er maar niet vilder aan te tornen. Spreker zal tegen het voorstel- Biokhuis stemmen, omdat in do Memorie van Toe lichting duidelijk staat uitgedrukt, dat de bèiaald wordt. conciergo ■De heer G. W. fln het onderwijs Koopmans wenscht in het belang goed te worden begrepen. Spreker wil do lokalen niet afstaan in de tusschenuren b.v. tusschen 12 en 2, of 's morgens voor den aanvang der lessen, dus vóór 9 uur. Dit toch zou strijdig zijn met de belangen van het gewone onderwijs. De heer Schoondermark zegt dat de heer G. W. Moopmans te laat komt met deze opmerking. Hij fcnd die bij de pas vastgesteldo verordening moeten maken. Het gaat niet aan nu te beslissen dat de lokalen niet mogen worden afgestaan tusschen 9 en 12 uur voorm. Dit hoort bij deze verordening niet thuis. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement-Beekhuis wordt verworpen met 15 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heerenBeekhuis, Wilhelmij, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Beerends en Haverschmidt. Tegen de heerenBeucker Andreae, Krijgsman, Zandstra, de Jong, Komter, Besuijen, Lautenbach, Oosterhoff, G. W. Koopmans, J. Koopmans, Feitz, Hartelust, Menalda, Burger en Schoondermark. Art. 1 wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer Krijgsman stelt voor in art. 2, alinea 2 te lezen in de plaats van„ten behoeve der vereoniging", „ten behoeve eener vereeniging." Zooals de redactie nu luidt kan alleen aan de ver eonigingen, bedoelt in alinea 1, geheele vrijstelling worden verleend. Het is gewenscht de mogelijkheid tot vrijstelling ook voor andere vereenigingen mogelijk te maken. De Voorzitter is van oordeel dat de bedoeling van Burgemeester en Wethouders dezelfde is als die van den heer Krijgsman. De heer Beekhuis meent, dat het amendement niet zoo onschuldig is als het lijkt. Staat er der vereeni ging, dan wordt bedoeld de vereeniging, genoemd in het eerste lid. Eener vereeniging daarentegen be- teekont elke vereoniging en daardoor zou weer elke vereeniging toelating kunnen vragen. Spreker ziet hierin een reageeren tegen het besluit bij art. 1 der eerste verordening genomen, dat Bur gemeester en Wethouders en niet de Raad over de toelating beslissen. Spreker is van oordeel dat de redactie moet blijven zooals die is. Het amendement-Krijgsman wordt verworpen met 11 tegen 8 stemmen. Vóór stommen do heeren Krijgsman, Zandstra, de Jong, Komter, Besuijen, Lautenbach, G. W. Koop mans en Haverschmidt. Tegen de heeren Oosterhoff, Beekhuis, Wilhelmij, J. Koopmans, Feitz, Baart de la Faille, Hartelust, Menalda, van Ketwich Verschuur, Schoondermark en Beerends. De artt. 2- genomen. -3 worden met algemeene stemmen aan- De verordening in haar geheel wordt daarop even eens met algemeene stemmen aangenomen. De heeren Burger en Beucker Andreae hebben in tusschen do vergadering vorlaton. Wordt overgegaan tot de behandeling der verorde ning, regelende de invordering der vergoeding voor het gebruik van schoollokalen voor particuliere lessen. Algemeene beraadslagingen worden niet gehouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 8