64 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Maart 1908. 8. Alsvoren tot onderhandsche verhuring van ge meente-eigendommen. 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders omtrent een verzoek van mej. M. Mensing om huur van de woning Kruisstraat no. 25. 5. Alsvoren omtrent het adres van J. Koopmans Bokina te Dronrijp om voor een te stichten arbeiders woning enz. uitgang te verleenen naar den Harlinger trekweg. De punten 25 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. 6. Alsvoren omtrent het voorstel van den heer Zandstra tot toekenning eener gratificatie aan den gepensionneerden werkman der gemeentereiniging H. Willemse. Heeft ter visie gelegen, om met het voorstel nog heden te worden behandeld. 7. Alsvoren inzake het verzoek van dr. L. Wol- tring om herbenoeming tot arts, belast met de genees- en heelkundige behandeling van behoeftigen in deze gemeente. Door Burgemeester en Wethouders wordt nog heden prao-advies uitgebracht. IV. Rapporten. De heer Beekhuis deelt mede dat do commissie, belast geweest met het onderzoek oener missive van het Nieuwe Stads-Weeshuis, houdende een verzoek om machtiging tot wijziging van- en overschrijving op de begrooting, dienst 1907, geen aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de gevraagde machtiging te verleenen. De Voorzittsr stelt voor het voorstel en het advies in eene volgende vergadering in behandoling te nemen onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot de behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der commissiebelast geioeest met het onderzoek inzake eene af- en overschrijving op de begroo ting van het Stads-Ziekenhuis, dienst 1907. De conclusie van het rapport, strekkende om de gevraagde machtiging tot af- en overschrijving te verleenen, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 2. Rapport der commissiebelast geweest met het onderzoek inzake eene af- en overschrijving op de be grooting der Stads-Armenkamer, dienst 1907. De conclusie van het rapport, strekkende tot het verleenen der gevraagde machtiging tot af- en over schrijving, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan J. H. Bonnema op zijn verzoek eervol ontslag te ver leenen als leeraar aan het Gymnasium. Dit voorstel luidt als volgt Bij nevensgaand adres verzoekt de heer J. H. Bon nema, leeraar in de natuurkundige vakken aan het gymnasium alhier, eervol ontslag uit zijne tegenwoor dige betrekking met ingang van 1 Mei a.s., wegens zijne benoeming tot conservator bij de geologische en mineralogische verzamelingen aan de Technische Hoogeschool. Tegen de inwilliging van het verzoek bestaat onzerzijds geen bezwaar, zoodat wij, in overeenstem ming met de hierbij overgelegde adviezen van curatoren van het gymnasium en den Inspecteur der gymnasia, de eer hebben U voor te stellen te besluiten aan den heer J. H. Bonnema, overeenkomstig zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen als leeraar in do natuurkundige vakken aan het gymnasium alhier, met ingang van 1 Mei 1908. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het verzoek van J. G. van der Mcij om hem vergunning te verleenen tot het leggen van buisleidingen onder de bestrating van het Noordvliet (Slot). Dit prae-advies luidt Bij nevensgaand, om prae-advies in onze handen gesteld adres, vraagt J. G. van der Meij alhier ver gunning tot het leggen van buisloidingen onder de bestrating van het Noordvliet voor den afvoer van afgewerkten stoom en condensatiewater van zijne olie slagerij nabij de Poppebrug naar het vaarwater „het Vliet." Tegen de inwilliging van het verzoek, een gevolg- van de demping dor sloot langs het terrein der woningvereeniging „Leeuwarden", waarin de loozing tot dusver plaats had, bestaat onzerzijds geen be zwaar, zoodat wij, onder overlegging van hot inge wonnen advies van den Directeur der Gemeentewerken de eer hebben U voor te stellen te besluiten aan den adressant voor het boven omschreven doel vergunning te verleenen tot het leggen en tot weder- opzeggens toe hebben van twee buisleidingen onder de bestrating van het Noordvliet (Slot), onder voor waarde a. dat, na verkregen toestemming van Gedepu teerde Staten, ingevolge het bepaalde bij liet Regle ment van politie op de waterstaatswerken in onder houd en beheer bij de provincie Friesland, de leidingen stoom- en waterdicht worden aangelegd, ten minste 0.60 M. onder de bestrating, uitmondende onder de wateroppervlakte van het Vliet, niet buiten de be schoeiing of den eventueel te maken kaaimuur en voortdurend in goeden staat worden onderhouden, een en ander ten genoegen van Burgemeester en Wethouders b. dat als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den grond jaarlijks voor of op 12 Mei, voor het eerst op 12 Mei 1908, aan den gemeente ontvanger worde betaald eene recognitie van 25 cent voor elke leiding c. dat bij eindiging of intrekking der vergunning binnen den bij het besluit gestelden termijn, de buis leidingen worden verwijderd en de weg in den oor- spronkelijkon staat worde teruggebracht. De beraadslaging wordt geopend. De heer Krijgsman heeft in de stukken gezien dat de heer van der Meij toestemming vraagt tot het afvoeren van afgewerkten stoom, condensatie- on afvalwater. Hem wordt vergunning verleend tot het afvoeren van afgewerkten stoom en condensatiewater. Kan dit ook aanleiding geven tot misverstand of vervuiling Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Maart 1908. 65 De Voorzitter antwoordt dat Gedoputeerde Staten vergunning hebben te geven voor den afvoer van water in het Vliet. Wordt inderdaad door den heer van der Meij be doeld voor de gezondheid schadelijk water af te voeren, dan zullen daartegen bezwaren kunnen worden inge bracht en zullen aan de te verleenen vergunning door Gedeputeerde Staten allicht voorwaarden worden ver bonden, die deze bezwaren opheffen. De gemeente heeft uitsluitend te maken met het leggen van de buisleidingen in haar eigendom. Uit het advies van den Directeur der Gemeente werken maakt spreker op, dat het meer speciaal de bedoeling van den heer van der Meij is om afge werkten stoom en condensatiewater af te voeren. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van G. P. Faber om een in gebruik afgestaan terrein aan den Stienserweg in erfpacht te mogen ontvangen. Dit prae-advies luidt als volgt Hiernevens hebben wij de eer U weder aan te bieden het om prae-advies in onze handen gestelde adres van G. P. Faber alhier, houdende verzoek om den bij raadsbesluit van 28 Juli 1907 no. l90R/98 sub III in tijdelijk gebruik aan hem afgestanen grond, gelegen aan den Stienserweg vóór het hem toebe- hoorend perceel kadastraal bekend in sectie E no. 1387, in erfpacht te mogen ontvangen, onder nader te bepalen voorwaarden. Het ligt in de bedoeling van den adressant om op den in erfpacht gevraagden grond een houten veranda te doen bouwen tot uitbreiding van zijn café „de Jonge Bontekoe" aan den Stienserweg. Zooals uit de overlegde teekening blijkt, is de zuidoostelijke hoek van dit café gebouwd op grond, eigen aan de gemeente. De Directeur der Gemeente werken wil nu dit gedeelte afstaan aan den adres sant in ruil voor een hem toebehoorend, achter de grensscheiding gelegen strookje grond, waardoor be reikt zal worden, dat het café geheel op eigen en de veranda op erfpachtsgrond komt te staan, doch overigens geen verderen grond in erfpacht geven dan voor den bouw der veranda noodig is. Met dit denk beeld konden wij ons zeer wel vereenigen en daar anders hot verzoek zelf bij ons geen bezwaar ont moette, deelden wij den adressant mede, dat wij bereid waren in zooverre de inwilliging daarvan bij U te bevorderen, onder de hierna volgende voorwaarden, waarmede hij blijkens bijgaand adres genoegen heeft genomen. Op grond van het vorenstaande en onder overleg ging van de adviezen van den gemeentelijken Inspecteur voor het Woningtoezicht en den Directeur dor Gemeen tewerken, hebben wij de eer U voor te stellen, met wijziging van het raadsbesluit van 23 Juli 1907, no. 190H/98 sub Til, te besluiten I. met den adressant eene ruiling van grond aan te gaan, waarbij, zonder toegift van weerszijden, hij den eigendom verkrijgt van het op de teekening rood gearceerde strookje gemeentegrond, aangeduid door de letters c, d, edeel uitmakende van den openbaren weg en groot circa 3.90 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten en aan de gemeente worde afgestaan het strookje hem toebehoorenden grond, op de teekening geel gear ceerd, en gemerkt a, b, c deel uitmakende van het kadastraal perceel sectie E no. 1387 en groot 4.47 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten II. na totstandkoming der ruiling, bedoeld geel gearceerd strookje met den op de teekening in blauwe arcure met de letters b, f, g, h, e aangeduiden, thans bij hem in tijdelijk gebruik zijnden en vóór het kad. perceel sectie E no. 1387 liggenden gemeentegrond, behoorende tot den openbaren weg, groot circa 24.15 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten, aan den adressant in erfpacht af te staan voor den tijd van 30 achtereenvolgende jaren, ingaande 1 April 1908, tegen betaling van een jaarlijkschen canon van 1.80, onder bepaling dat de kosten vallende op de akte van ruiling en van erf pacht, die der uitmeting en overschrijving daaronder begrepen, komen voor zijne rekening en voorts op de nader door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden. Hot voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 6. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van Th. Steenhouwerbetreffende de opheffing van de onbeivoonbaarverklaring zijner woning Boterhoek, de Drift no. 103. Dit prae-advies luidt als volgt Theodorus Steenhouwer, metselaar alhier, is eigenaar van het perceel Boterhoek, de Drift no. 103, dat bij raadsbesluit van 17 September 1.1. no. 235"/122 onbe woonbaar is verklaard. Op grond dat het advies der gezondheidscommissie d.d. 5 Augustus 1907, dat inge volge het bepaalde bij art. 18, 6e lid der Woningwet in afschrift aan den eigenaar moet worden toegezonden, wiens woning onbewoonbaar is verklaard, luidde: „Thans onbewoond, bewoonbaar mits bestaande gebreken wor den hersteld" verzoekt adressant, onder mededee- ling dat alle gebreken zijn weggenomen, evengenoemd raadsbesluit „te herzien, deze woning zoo noodig nader te doen onderzoeken, gezegd besluit te dien aanzien op te heffen en buiten effect te stellen en mitsdien die woning thans bewoonbaar te verklaren." De onderwerpelijke woning was door den Inspecteur voor het Woningtoezichtvoor onbewoonbaarverklaring voorgedragen, omdat de hoogte der vertrekken 2 meter, hunne oppervlakte 13 M2., de breedte der aan gelegen straat 1.50 meter en de verhouding tusschen venster en kameroppervlakte ï/i was, terwijl de vloer 0.10 meter beneden de straat ligt en de huurprijs per week 1.bedroeg. Naar aanleiding van het rapport der gezondheidscommissie adviseerde de Direc teur der gemeentewerken, waarnemend Inspecteur, nader„Nu wel bewoond door man, vrouw en 4 „kinderen. Dezo woning is oud en vochtig. Niet „voldoende. De ton in het privaat, dat dit jaar ge- „maakt is, ontbreekt nog. Ik acht onbewoonverklaring „gewenscht." Thans over het onderwerpelijke adres gehoord, schrijft de Inspecteur voor het Woningtoezicht, dat de gebreken der smalle steeg, der geringe verdiepings hoogte, van den laaggelegen vloer niet zijn wegge nomen, terwijl de gezondheidscommissie iets gunstiger cijfers geeft dan de bovenstaande van den Inspecteur, omdat zij bij de meting der verdiepingshoogte mot de balkdikte en bij die der aanliggende steeg met de breedte vóór het pand zelf en niet met de gemiddelde breedte, gelijk de Inspecteur, rekening hield, doch overigens, nu ook geen appèl bij Ged. Staten meer mogelijk is, adviseert afwijzend op het verzoek te be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 2