Vergadering van Dinsdag 14 April 1908.
--- T - W
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1908.
77
Aanwezig eerst 19, later 20 leden, te weten de
heeren Beucker Andreae, Krijgsman, Wilhelmij, de
Jong, Lautenbach, Oosterhoff, G. W. Ivoopmans,
Zandstra, Beekhuis, van Messel, Duparc, Hartelust,
Feitz, Schoondermark, Haverschmidt,, Burger, Menalda,
Baart de la Faille en Komter.
Later de heer Besuijen.
Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren Besuijen (gedurende het eerste gedeelte dei-
vergadering), van Ketwich Verschuur en J. Koopmans.
Zonder kennisgeving de heer Beerends.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 24 Maart 1.1.
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer G. W. Koop-
mans zijn verlangen heeft kenbaar gemaakt om ten
aanzien van eene zaak, welke vreemd is aan de orde
van den dag, inlichtingen van Burgemeester en Wet
houders te vragen. De gewenschte inlichtingen be
treffen de vraag hoe het staat met de tramverbinding
van Leeuwarden met het Zuidoosten der Provincie.
Spreker stelt voor den heer Koopmans het daartoe
noodige verlol te verleenen na afhandeling van punt
9 der agenda.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter deelt mede dat ook de heer Wilhelmij
hem zijn verlangen heeft kenbaar gemaakt om ten
aanzien eener zaak, vreemd aan de orde van den
dag, aan Burgemeester en Wethouders inlichtingen
te vragen. De heer Wilhelmij heeft alsnog alleen
bekend gemaakt dat zijne vragen het onderwijs zullen
betreffen nadat de vragen zullen zijn gesteld, waartoe
spreker den heer Wilhelmij na den heer G. W. Koop
mans in de gelegenheid zal stellen, zal de Baad ter
zake het daartoe noodige verlof kunnen beslissen.
En eindelijk heeft nog de heer Krijgsman verlof
gevraagd om van Burgemeester en Wethouders in
lichtingen te vragen ten aanzien van eene zaak, vreemd
aan de orde van den dag, n.l. de vervulling der
vacature van hoofd van gemeenteschool no. 2.
Spreker stelt den Baad voor, den heer Krijgsman
hiertoe gelegenheid te geven, nadat de interpellatie
van den heer Wilhelmij zal zijn afgeloopen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
a. het primitief kohier van den Hoofdelijken Omslag,
dienst 1907
b. het raadsbesluit d.d. 24 Maart 1908 tot ruiling
van grond met en uitgifte in erfpacht aan G. P. Faber.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
2. adres van het bestuur der vei-eeniging van
Gemeentewerklieden alhier, afdeeling van den Bond
van Nederlandsche Gemeentewerklieden om aan die
werklieden, welke gemist kunnen worden, op 1 Mei
e.k. vrijaf te geven, zonder korting van loon of af
trekking der verlofdagen.
De heer Zandstra heeft verleden jaar in het licht
gesteld dat deze aanvraag een buitengewone is, die
met het gewone verlof niets te maken heeft. Spreker
is nog dezelfde meening toegedaan dat deze zaak tot
de competentie van den Baad behoort, omdat deze
zaak niet door eene verordening is geregeld, waarom
spreker van meening is, dat Burgemeester en Wet
houders prae-advios moeten uitbrengen.
De heer Oosterhoff antwoordt dat bij Burgemeester
en Wethouders geen bezwaar bestaat om op een be
paalden dag verlof te geven, als dit met het oog op de
belangen van den dienst mogelijk is. Zij zijn van
gevoelen dat de betrokken Directeuren dit het best
kunnen beoordeelen en het al of niet geven van verlof
dus ook aan hen behoort te worden overgelaten.
Wat de reiniging betreft, spreker vreest dat bij dezen
tak van dienst het geven van verlof op 1 Mei wel
moeielijk zal gaan, omdat die datum dit jaar juist op een
Vrijdag valt en er dan op de veemarkt en op verschil
lende andere plaatsen in de stad bijzonder veel werk is.
Mocht dus bij dien tak van dienst al verlof gegeven
kunnen worden, dan zal het wel aan een zeer enkele zijn.
De heer Zandstra dankt voor de inlichtingen, maar
is niet voldaan. De beteekenis van den 1 Meidag in
het licht te stellen kan met korte woorden niet ge
schieden. De arbeiders stellen dezen dan hoos-er dan
O O
menig* ander feest, waarbij zij gedwongen worden vrijaf
te nemen. Zij stellen hem hooger dan de vredescon
ferentie in den Haag
Hoe hoog de 1 Meidag bij de arbeiders staat aan
geschreven, kan spreker aantoonen met een feit uit
de Bussische revolutie.
De joodsche arbeiders in de gevangenis hebben
den 1 Meidag gevierd, hoewel zij wisten, dat dit niet
straffeloos kon geschieden. De gewillige dienaren
van het Czarisme hebben die arbeiders gegeeseld tot
bloedens toe en hen daarna gehoond met hun een
heerlijk Meifeest toe te wenschen. Zij hebben trots
alles dien feestdag gevierd, ten teeken dat zij het
eens zijn met het begrip van nieuw leven, dat van de
arbeiders uitgaat.
Spreker dringt er bij Burgemeester en Wethouders
op aan om met de Directeuren overleg te plegen,
opdat zooveel mogelijk arbeiders vrijaf kunnen krijgen.
Hij hoopt dat Burgemeester en Wethouders dezen wenk
ter harte zullen nemen.
Het adres wordt hierna in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van afdoening.
3. adres van J. Nieuwland, houdende verzoek om
beëindiging van de erfpacht, rustende op een strook
grond aan den Stienserweg, en waarbij tevens wordt
kennis gegeven, dat hij geen gebruik meer wenscht
te maken van eene bij hem in huur zijnde strook
grond aan dien weg.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
4. bericht van mr. dr. F. C. van Geer, dat hij de
benoeming tot bestuurslid der woningvereeniging
„Leeuwarden" aanneemt;
5. proces-verbaal van de opneming der kas van
den gemeente-ontvanger op 30 Maart 1.1.
De punten 4 en 5 worden voor kennisgeving aan
genomen
6. missive van heeren Curatoren van het Gymna
sium, waarbij wordt voorgesteld om J. Botke tijdelijk
de lessen in de Natuurlijke Historie in de le en 2e
klasse van die inrichting op te dragen.
De benoeming zal in de volgende vergadering plaats
hebben
7. aanbeveling van heeren Curatoren voornoemd
voor de benoeming van een leeraar in de natuur- en