96 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1908. van het perceel Wirdumerdijk no. 43 op 300. Klokstraat no. 12 225. Het wil ons derhalve voorkomen, dat de huurwaarde van het perceel Klokstraat no. 12 terecht is bepaald op f 225.zoodat naar onze meening het verzoek van D. de Vries wed. D. Kranendonk moet worden afgewezen. Ten opzichte van het perceel Wirdumerdijk no. 43 komt het ons voor, dat de huurwaarde ad 350.in vergelijking met andere perceelen te dezer stede, het debiet hierbij in aanmerking genomen, te hoog is en een huurwaarde van 300.meer juist moet worden geacht. Wij hebben dan ook de eer U voor te stellen te besluiten a. het verzoek van O. Bergman in te willigen in zooverre dat de berekening van het vergunningsrecht voor zijn perceel Wirdumerdijk no. 43 geschiede naar eene huurwaarde van 300. b. het verzoek van D. de Vries wed. Kranendonk af te wijzen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Baart de la Faille heeft gezien, dat mej. de wed. Kranendonk haar bezwaarschrift grondt op het feit, dat haar debiet in de laatste jaren ver minderd is. Spreker meent dat daarin een reden kan zijn ge legen om haar verzoek in te willigen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is niet nader gemotiveerd dan alleen hierdoor dat de herschatters tot hetzelfde resultaat zijn gekomen als de schatters. Dit maakt echter het feit niet ongedaan, dat het debiet verminderd is. Spreker vraagt of er in de vermindering van het debiet geen aanleiding kan worden gevonden om aan adressante eenige vermindering toe te staan. De Voorzitter antwoordt dat het, waar twee com- missien tot dezelfde conclusie komen, voor Burge meester en Wethouders bezwaarlijk is een van die conclusie afwijkend voorstel te doen, tenzij zij positieve gegevens hebben. De mogelijkheid bestaat toch dat de taxatie vroeger te laag is geweest en nu overeen komstig den tegenwoordigen toestand is. Spreker kan geen vrijheid vinden eene wijziging in het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te bevelen. De heer Baart de la Faille begrijpt het voorstel van Burgemeester en Wethouders wel. Hij had gewenscht dat de bewering van het verminderd debiet eenigszins ware gerescontreerd dat dit ware tegengesproken of dat aangetoond ware, dat de taxatie overeenkomstig don tegenwoordigen toestand is. De Voorzitter repliceert dat de personen, die de taxatie verrichten, geheel onafhankelijk van elkaar te werk gaan. Zij oordeelen zelfstandig. Wel kunnen zij gebruik maken van de gegevens, hun door adressanten verstrekt, maar het ligt niet bepaald op hun weg die te weerleggen. Burgemeester en Wethouders sluiten zich bij het rapport der deskundigen aan. Do beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 3. Prae-advies van Burgemeester en Weihouders omtrent het adres van J. Niemvland om beëindiging van de erfpacht, rustende op- en het gebruik van strooken grond aan den Stienserweg. Dit prae-advies luidt Krachtens raadsbesluit van 23 December 1868 werd, met ingang van 12 Mei 1869, zonder bepaling van tijd, aan J. S. Westra te Jelsum in erfpacht uitgegeven om daarop eene huizinge te bouwen, eene plek grond, ter grootte van 500 M2., gelegen ten noorden van het zoogenaamde Gasthuispijpje aan de oostzijde van den Stienserweg, uitmakende een gedeelte van de perceelen thans kad. bekend gemeente Leeuwarden sectie D nos. 896 en 897, tegen een jaarlijkschen canon van 25. Bij nevensgaand om prae-advies in onze handen gesteld adresverzoekt nu J. Nieuwland, alhier die inmiddels eigenaar van het op den grond gebouwde geworden en in de rechten van den oorspronkelijken erfpachter getreden is om het erfpachtsrecht op dien grond te doen beeindigen, voor zooveel betreft het meest noordelijke gedeelte, ter lengte van 50 M. langs den weg gemeten, van het kad. perceel sectio D no. 896. Mede vraagt hij om den bij raadsbesluit van 23 Juli 1907 no. 190R/98, tegen een jaarlijksche recognitie van 1.50 aan zijn rechtsvoorganger F. H. Klijnsman in tijdelijk gebruik afgestanen gemeentegrond, gelegen tusschen genoemd kad. perceel en den Stienserweg, weder ter vrije beschikking van de gemeente te mogen stellen. De Directeur der gemeentewerken wiens advies wij ter zake inwonnen en hierbij aan U overleggen heeft tegen inwilliging van het tweeledig verzoek geen bezwaar, wanneer de canon en de recognitie van het bij adressant in erfpacht en tijdelijk gebruik blijvende terrein worden bepaald op de (Joor hem aangegeven bedragen. Wat betreft het verzoek om een gedeelte van den boven aangeduidon grond uit do erfpacht te nemen, kunnen wij ons met het advies niet vereenigen. Dit terrein, waaraan de gemeente thans geen behoefte heeft, zal, indien op het verzoek wordt ingegaan, zeker geruimen tijd ongebruikt en renteloos blijven liggen. Op dezen grond wil het ons voorkomon dat het eerste gedeelto van het verzoek niet kan worden toegestaan. Het tweede gedeelte is o.i. voor inwilli ging vatbaar. Het bedoelde strookje kan dus wederom bij den berm worden getrokken. Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen te besluiten I. adressant te doen weten, dat aan zijn verzoek om een gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden sectie D no. 896 uit de erfpacht te nemen, niet kan worden voldaan II. met intrekking van het dezerzijdsch besluit d.cl. 23 Juli 1907 no. 190"/98 sub VIII, aan adressant tijdelijk en tot wederopzegging in gebruik af te staan een strookje gemeentegrond, gelegen aan do oostzijde van den Stienserweg, tusschen het perceel kad. bekend gemeente Leeuwarden sectie D no. 897 en dien weg, ter grootte van ongeveer 30 M2. tegen eene jaarlijksche recognitie van 1.50 en verder onder de voorwaarden, door Burgemeester en Wethouders te bepalen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening omtrent het verstrekken van gelden aan de Stads Bank van Leening. Bijlage no. 9.) \erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1908. 97 De Voorzitter heeft nog iets aan de conclusie van Burgemeester en Wethouders toe te voegen. Bij nalezing bleek dat uit art. 7 oud nog een 5tal woorden gemist kan worden. Dit artikel geeft aan den ontvanger de opdracht om een register aan te houden, torwijl art. 8 hem verplicht eene rekening courant aan te leggen. Waar deze beide bescheiden naast elkander overbodig zijn en het register ten stadhuize wordt bijgehouden is hot voldoende, dat de ontvanger eene rekening-courant houdt. Hetgeheele voorstel strekt overigens alleen om de verordening en den vorm dor schuldbekentenissen in overeenstem ming te brengen met den bestaanden toestand. Het voorstel sub I luidt dus nu De artikelen 3, 4 en 6 van evengemelde verordening vervallen geheel en uit art. 7 de woorden „zoowel als door den ontvanger". Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen. Zij worden tevens gemachtigd, de nog bestaande artikelen opnieuw te nummeren. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een erediet te verleenen voor vergoeding van huishuur ten behoeve van den concierge van het gymnasium en om op de begrooting van volgende jaren met die ver goeding rekening te houden. Dit voorstel luidt als volgt Reeds eenigen tijd geleden is door het college van curatoren van het gymnasium een reeks klachten bij ons overgebracht, die de concierge van die inrichting- had tegen de hem aangewezen dienstwoning Reinders- buurt no. 31. Al bleek ons, na persoonlijk bezoek aan die woning, dat de grieven hier en daar niet van overdrijving waren vrij te pleiten, in het algemeen genomen kwam hot wel gewenscht voor zooveel moge lijk aan de geopperde bezwaren tegemoet te komen. Deze zijn, nadat pogingen in eene andere richting niet voor verwezenlijking vatbaar bleken, gevonden door curatoren te machtigen in afwachting van Uwe goedkeuring den concierge naar een andere woning in de buurt te doen omzien, die hij gevonden en met April betrokken heeft. Het daardoor vrijkomende tot dusver door hem bewoonde huis is met ingang van 8 April 1.1., krachtens Uw besluit van den 14en d.a.v., reeds aan de wed. K. J. Bosma geb. Jurgens in huui- afgestaan Als vergoeding voor den coneiergo in do huur der ïieuwo woning is door ons 150.in uitzicht gesteld, en bedrag, dat, hoewel de daarvoor in de verordening Gom.blad 1891 no. 8 art. 1 g) uitgetrokken som over- ohrijdende, in vergelijking met hetgeen door andere oortgolijko titularissen deswoge genoten wordt, alles- ins redelijk kan genoemd worden. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiton inafwachting van hunne nadere voorstellen ten anzien der begrooting, Burgemeester en Wethouders e machtigen ton laste van den post volgno. 200 der oopende begrooting van uitgaven „kosten van het ymnasium" te beschikken over een erediet van 112.50 voor vergoeding van huishuur over de maan- en AprilDecember van het dienstjaar 1908 ten ehoeve van den concierge van het gymnasium en op e begrootingon voor volgende jaren mede met dio ergoeding- rekening te houden. Het voorstel van Burgemeestor en Wethouders wordt et algemeene stemmen aangenomen. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche aanbesteding van de leverantie van machinerieën enz. ten behoeve van de uitbreiding der gemeentelijke gasfabriek. Dit voorstel luidt als volgt Op voorstel der Commissie voor de gemeentelijke gasfabriek is door ons college goedgevonden aan onderscheidene leveranciers ondershands prijsopgaaf te vragen voor den bouw van den nieuwen gashouder, van de ovens, het leveren der cokestransport- en sorteerinrichting, der condensors, zuiverkisten, exhaus ters, stoomketels en van den fabrieksmeter en den regulateur, al welke werken en leverantiën een gevolg zijn van do verbouwing en uitbreiding der fabriek" waartoe door U den 24 Maart 1.1. besloten is. Naar aanleiding van de ingekomen aanbiedingen is door de Commissie van bijstand geadviseerd een en ander te gunnen, zooals zij nader in haar schrijven van heden no. 482 uiteenzet. Wij kunnen ons hier mede voreenigen en hebben, ingevolge het bepaalde bij art. 142 der gemeentewet, mitsdien de eer U voor te stellen daartoe te besluiten en alzoo te bekrachti gen het nevensgaand ontwerp. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer Oosterhoff wenscht naar aanleiding van het genomen besluit eene vraag te stellen. Indien bij het opmaken der contracten mocht blijken dat kleine wijzigingen wenschelijk zijn wat van te voren niet is te zeggen, wenscht spreker voor Burge meester en Wethouders de machtiging van den Raad om deze wijzigingen aan te brengen, indien de be dragen, waarvoor de gunningen zijn verleend, niet worden ovorschreden. Hiertoe wordt besloten. De heer G. W. Koopinans is intusschen ter ver gadering verschenen. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot verbou wing van de gemeenteschool no. 7 en het doen van enkele herstellingen aan gemeenteschool no. 9. Dit voorstel luidt In verband met het raadsbesluit van 25 Februari 1902, punt VIc (handelingen pag. 32), waarbij was goedgevonden gemeenteschool no. 5 aan het Olde- hoofster kerkhof geheel to doen verbouwen en uit breiden tot een school met 12 klassen, aan welk besluit evenwel tot dusver nog geen uitvoering is gegeven, en nadat gebleken was dat de beschikbare ruimte op de scholen dor 2e klasse b geleidelijk zoozeer bezet raakte, dat intijds maatregelen dienden te worden genomen om den wassenden stroom van leerlingen behoorlijk onder te brengen, wendden wij ons in den loop van het vorig jaar tot de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs met verzoek ons te willen dienen van advies, op welke wijze in de komende behoefte aan meer schoolruimte kon worden voorzien. In haar schrijven van 6 Juli 19U7 no. 9138 zet de Commissie uiteen, hoezeer zij met dit gebrek aan do vereischte locahteit te kampen had en bevestigde ons zoo mogelijk nog sterker in het besef, dat ingrijpen thans niet langor achterwege zou mogen worden ge laten. Hoewel verbouwing van school 5 een plaats op het eerlang uit te voeren programma blijft innemen, was, gelet op de omstandigheid dat de grooto aanvoor van leerlingen in den laatsten tijd voornamelijk ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 2