Vergadering yan Dinsdag 26 Mei 1908.
100 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1908.
zoodat het wenschelijk is niet te spoedig mooie boomen
te rooien.
De heer Schoondermark zegt dat het niet te ver
wachten was dat de voorstellen van Burgemeester en-
Wethouders op den bijval van alle raadsleden zouden
kunnen rekenen. De een wenscht de boomen te be
houden, de andere niet, de een wil den gedenksteen
laten verdwijnen, een ander heeft daartegen weer
bezwaar. Waar zelfs in een huisgezin verschil van
opinie bestaat, hoe zou dit in den Raad niet het
geval zijn.
Burgemeester en Wethouders hebben echter getracht
die verbeteringen aan te brengen, waaraan behoefte
bestaat.
Wat aangaat de koolteerbedekking, door Burge
meester en Wethouders is aan den Directeur der
Gemeentewerken opgedragen te onderzoeken of dit
niet op eene andere minder kostbare wijze kan worden
veranderd, zoodat hetzelfde resultaat wordt bereikt.
Lokaal 5 van school no. 9 zal donker blijven als
de Raad besluit dat de boomen moeten blijven staan.
De liefde, die de heer Menalda voor boomen heeft,
bezit spreker ook. Zijn zij echter hinderlijk, dan moeten
zij worden verwijderd. Boomen die bij een huis staan,
benemen lucht en licht en maken het huis vochtig.
In dit geval is het ook slechts om 2 of 3 boomen
te doen.
Spreker is van oordeel dat het het verstandigst is
de voorstellen aan te nemen zooals zij daar liggen en
dat Burgemeester en Wethouders de wenken, die in
het belang der school gegeven zijn, in overweging
nemen.
De Voorzitter doet opmerken dat de voorgestelde
wijzigingen moeten worden betaald uit de loopende
begrooting.
Zijn de voorgestelde verbeteringen aangebracht en
blijkt daarna dat nog andere noodig zijn, dan kunnen
deze bij de volgende begrooting aan de orde worden
gesteld. Spreker geeft daarom in overweging nu geen
meerdere kosten veroorzakende voorstellen te doen.
Indien het blijkt dat door de boomen te besnoeien
voldoende licht in de school kan worden verkregen,
dan behoeven zij niet gerooid worden. De hoofdzaak
is echter voldoende licht in de school, en dit is van
grooter belang dan het behoud der boomen.
De heer van Ketwich Verschuur zou willen voorstellen
de boomen voorloopig niet te rooien, maar te trachten
o.a. door besnoeiing en het vervangen van het matglas
door doorzichtig glas voldoende licht te krijgenzoo
noodig kan nog een smal raam in lokaal 5 worden
aangebracht, dat den lichttoevoer veel zoude verbeteren,
De heer Krijgsman gelooft niet dat het mogelijk is
door besnoeiing der boomen voldoende licht te krijgen.
Het zijn toch niet alleen die twee beuken, maar er
staat ook een kastanjeboom achter, zoodat zelfs het
rooien van die twee beuken niet voldoende zal blijken,
De populier doet niet veel kwaad, maar spreker kan
zich niet voorstellen dat iemand op het behoud van
dien boom prijs zal stellen.
Spreker wenscht den heer Schoondermark nog te
vragen, hoe lang het nog zal duren voor eene define
tieve regeling voor de hulplokalen in orde is.
Op deze vraag wenscht de heer Schoondermark
liever in eene geheime vergadering te antwoorden,
De Voorzitter doet opmerken dat het bezwaarlijk
aangaat te discussieeren over het al of niet behouden
van een boom. De Raad zal dat toch wel aan des-
kundigen willen overlaten. Helpt besnoeien niet, dan
zullen de boomen moeten worden gerooid.
Naar aanleiding van het door den heer Krijgsman
gesprokene, wenscht de heer Menalda nog op te mer-
ken, dat de kastanjeboom buiten het hek staat. Als
die nog hinderde, dan zou men nog verder moeten
gaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
De onderdeelen a, b en c en daarna het voorstel
in zijn geheel worden met algemeens stemmen aan
genomen.
De Raad gaat in comité-géneraal.
Na heropening wordt de vergadering, daar niets
meer te behandelen is, door den Voorzitter gesloten,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Mei 1908. 101
Tegenwoordig 20 leden, te weten de heeren Wil-
helmij, Lautenbach, Oosterhoff, Beucker Andreae,
Duparc, Hartelust, de Jong, van Messel, Zandstra,
O. W. Koopmans, Besuijen, Burger, Krijgsman, Schoon
dermark, Beekhuis, Komter, van Ketwich Verschuur,
Menalda, Haverschmidt en Baart de la Faille.
Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving de
I heeren Feitz en J. Koopmans.
Zonder kennisgeving de heer Beerends.
Voorzitter: de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 12 Mei 1.1.
I gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd
I het raadsbesluit dd. 12 Mei 1908 tot onderhandsche
I aanbesteding van de levering van machinerieën enz.
ten behoeve van de uitbreiding der gemeentelijke
gasfabriek
2. dat door Z.E. den Minister van Binnenlandsclie
Zaken is goedgekeurd het raadsbesluit dd. 28 April
tot benoeming van den heer J. Botke als tijdelijk
I leeraar- en van den heer C. J. Baart de la Faille
I als vast leeraar aan het gymnasium.
De stukken 1 en 2 worden voor kennisgeving aan-
I genomen
3. de rekening en verantwoording der Stads Armen-
I kamer over het jaar 1907.
Wordt in handen gesteld van de heeren Baart de
I la Faille, Krijgsman en Hartelust om onderzoek en
I rapport
4. missive van J. Plet, houdende mededeeling van
I het overlijden zijner echtgenoote, mevr. Johanna Maria
I Plet, geboren Beukman, in leven lid en secretaresse
I van de dames-commissie van toezicht op het liand-
werk-onderwijs aan de openbare lagere scholen alhier.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
5. adres van H. Marcus e. a. om het openbaar
urinoir in de Korfmakersstraat op te heffen of het
voortdurend met het leidingwater te doen doorspoelen.
Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen
I van Burgemeester en Wethouders ten fine van af-
I doening.
Het doet den heer Zandstra genoegen dat dit adres
I is ingekomen. Naar aanleiding hiervan wenscht
I spreker nog op een paar misstanden te wijzen, n.l. in
I den Boterhoek en in de Weerklank. Die misstanden
I kunnen niet blijven bestaan. De inrichting is zeer
I primitief en beantwoordt niet aan den eisch des tijds.
I In den Boterhoek is aan verscheidene personen aan-
I gezegd om een privaat te maken. Velen hebben
I daaraan voldaan en zich 20 a 25 kosten getroost.
I Nochtans is de toestand daar gelijk gebleven. Het
I is spreker bekend dat enkele ingezetenen hebben
gedreigd dat zij bij opheffing van het privaat hun
vuil op straat zouden werpen. Spreker hoopt dat
Burgemeester en Wethouders zich daardoor niet zullen
laten weerhouden een eind te maken aan de vervui
ling. De toestand in den Boterhoek is treurig. Het
vuil loopt langs de straat en bij damp en broeiïg weer
is het niet uit te houden van de lucht.
In de Weerklank bestaat dezelfde toestand en zoo
mogelijk is die nog erger. Spreker vestigt op een
en ander de aandacht van Burgemeester en Wethou
ders en de gezondheidscommissie, opdat er een eind
kome aan dien onhoudbaren toestand.
De heer Baart de la Faille zegt dat het hem ge
noegen doet in de gelegenheid te zijn een enkel woord
over deze zaak te spreken. Het is hem niet bekend
of het voorstel is gedaan dit adres aan Burgemeester
en Wethouders te renvoyeeren,
De Voorzitter interrompeert den heer Baart de la
Faille en zegt dat wordt voorgesteld dit adres te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders
ter afdoening.
De heer Baart de la Faille vermoedde dit wel en
daarom wilde hij een enkel woord erover spreken.
De heer Zandstra heeft op een paar zaken gewezen,
die sedert jaren de aandacht der gezondheidscommissie
hebben getrokken, en waarover reeds dikwijls met
Burgemeester en Wethouders is gecorrespondeerd.
Het is moeilijk om, wanneer men geen medewerking
van de omwonenden heeft, de bedoelde inrichtingen
in een toestand van reinheid te houden. Het is spreker
bekend dat zij door de stads-reiniging soms wel 2 a
3 maal per dag worden schoongemaakt en dat zij
een oogenblik na die reiniging weer erg vuil waren.
De Leeuwarder gezondheidscommissie heeft zich daar
van dikwijls overtuigd en spreker sluit zich dan ook
in zooverre aan bij het betoog van den heer Zandstra.
dat het gewenscht is de bedoelde inrichtingen aan
eene goede controle te onderwerpen.
Wat nu do inrichting in de Korfmakersstraat aan
gaat, de heer Markus beklaagt zich, en terecht, over
den last hem daardoor veroorzaakt. Hot is n.l. de
gemetselde omheining, die om het dubbel urinoir is
aangebracht, die aanleiding geeft tot meer veront
reiniging dan anders het geval zou zijn.
De heer Markus heeft zich met een dergelijk adres
tot de gezondheidscommissie gewend. Deze commissie
heeft de zaak besproken en is van oordeel dat het
gewenscht is het aantal van dergelijke inrichtingen
te beperken. Vroeger wemelde het in onze stad van
deze urinoirs, maar er zijn stemmen in den Raad
opgegaan om dat aantal te beperken en vooral die
op te heffen, die geplaatst waren tegen de huizen der
ingezetenen. Op enkele plaatsen waar het niet anders
kan, kunnen zij blijven bestaan, maar de inrichting
in de Korfmakersstraat kan gerust worden opgedoekt.
Bij de Brol toch en eveneens bij de Sacramentstraat
staat een urinoir.
Spreker doet nog opmerken dat het meer aanbe
veling verdient de inrichting op te ruimen, dan haar,
zooals de heer Markus nog vraagt, door te spoelen
met leidingwater en dit op het riool te loozen. Dit
toch is eene vergunning, die helaas bij de laatste be
handeling der bouwverordening is toegestaan, maar
ook alléén voor de huizen der ingezetenen en niet
voor publieke inrichtingen. Het blijft gewenscht de
urine volgens het bestaande systeem te verzamelen
in reservoirs. Bovendien acht spreker doorspoeling
onvoldoende. Er zijn wel andere manieren om die
inrichting reukeloos te maken.
Spreker beveelt deze zaak warm bij Burgemeester
en Wethouders aan, maar zou het liefst zien dat de
besproken inrichting verdween.
De heer Zandstra zegt dat wordt voorgesteld het
adres in handen van Burgemeester en Wethouders te
stollen ten fine van afdoening. Hij vraagt of het niet
beter is dat door Burgemeester en Wethouders prae-
advies wordt uitgebracht.
De Voorzitter doet den heer Zandstra opmerken dat
deze zaak behoort tot de competentie van Burgemeester
en Wethouders.