b. indien zij de hoofdacte bezitten
bij een diensttijd van minder dan vier jaren 750.
van vier en meer doch minder dan acht 850.
acht twaalf 950.
twaalf,, zestien,, 1050.
zestien en meer jaren1150.
138 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 Juli 1908.
Spreker wil het amendement in verband brengen
met dat op artikel 3. Hij zou het jammer vinden,
bij deze algemeene salarisverbetering alleen school
12 achter te stellen en het idee te voeden dat de
Baad zich indertijd vergist heeft door voor de onder
wijzers van die school eene buitengewone positie te
scheppen. Die positie dient, evenals die der anderen,
verbeterd te worden.
De heer Duparc zou, na het warm pleidooi van den
heer Burger voor het door den heer Haverschmidt
en hem ingediend amendement, van het woord kunnen
afzien. Er moet hem echter nog een woord van het
hart ten behoeve van school 12. Het zal den meesten
leden bekend zijn, dat spreker jaren lang heeft ge
streden tot opheffing van de burgerdagschool en voor
haar vervanging door een hoogere burgerschool met
driejarigen cursus. Het was echter steeds te vergeefs.
De laatstvorige burgemeester, die spoedig mede had
ingezien dat de burgerdagschool geenszins aan het
door den wetgever beoogde doel beantwoordde, gaf in
1901 den stoot, om te komen tot den tegenwoordigen
toestand. Er werd toen een soort compromis ge
sloten met de voorstanders eener hoogere burgerschool
met driejarigen cursus en daaraan hebben wij thans de
school 12 te danken.
Spreker legde zich destijds mede bij de zaak neder,
en hoe meer hij de werking van de nieuwe school
heeft nagegaan, des te meer heeft hij ook ingezien,
dat zij misschien in niet mindere mate voorziet in de
behoeften van den breeden zoom der kleine burgerij,
dan de vroeger door hem en anderen gewenschte
school zou hebben kunnen doen. Daarbij moet vooral
ook niet worden vergeten de bij haar aanslui
tende vervolgcursus van twee jaren, bestemd voor
jongelieden, die onderricht in handel en administratie
verlangen. Spreker wijst op de gemeente Groningen,
waar, behalve de rijks hoogere burgerschool met vijf
jarigen cursus en een gemeentelijke hoogere burger
school met driejarigen cursus, reeds sedert geruimen
tijd een school als no. 12 alhier bestaat. Wel een
bewijs hoe men ook in die gemeente het nut heeft
ingezien van eene inrichting voor jongelieden, die niet
genoeg hebben aan gewoon lager onderwijs en voor
wie de hoogere burgerschool minder praktisch is.
Laten wij daarom, zegt spreker, deze school in
waarde houden, en dit kan alléén geschieden door in
alle opzichten goed personeel, dat dan echter ook
flink bezoldigd dient te worden.
De heer Schoondermark antwoordt dat Burgemeester
en Wethouders de laatsten zullen zijn om niet de
hooge waarde van school 12 te erkennen. De afstand
echter tusschen Lager en Meer Uitgebreid Lager
Onderwijs is niet zoo groot als die tusschen het laatst
genoemd Onderwijs en Middelbaar. Het tractement
van het hoofd van school 12 bedraagt 2000.
f 500.voor den vervolgcursus, 350.voor
de woning. Als dat hoofd nog niet genoeg verdient
weet spreker het niet. Een leerares bij het Middelbaar
Onderwijs toch verdient slechts 1600.en heeft
geen vrije woning. De schoolcommissie heeft dit niet
over het hoofd gezien. Ook deze commissie is van
oordeel dat het salaris voldoende is.
Het verwondert spreker daarom zeer, dat een lid
der schoolcommissie, die de vorige keer den Baad nog
wel waarschuwde zich geen illusies te maken, met
een dergelijk voorstel komt.
De heer Burger doet opmerken dat dit amendement
een gevolg is van het amendement op artikel 3.
Wanneer toch de onderwijzerssalarissen worden ver
hoogd is het logisch ook het tractement van het hoofd
te verhoogen.
De heer Hartelust wenscht eene opmerking te maken
aan de heeren, die het salaris hoog genoeg vinden.
Spreker acht het niet juist in rekening te brengen
het salaris dat verdiend wordt voor arbeid verricht
op een tijdstip dat anderen niet werken. Het gaat
niet aan een ambtenaar te verwijten dat hij buiten
zijn gewonen diensttijd nog 500.verdient.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van de heeren Duparc en Haver
schmidt wordt verworpen met 11 tegen 6 stemmen.
Vóór stemmen de heerenBeucker Andreae, Duparc,
Hartelust, Baart de la Eaille, Burger en Haverschmidt.
Tegen de heeren: J. Koopmans, Lautenbach, Beek
huis, Zandstra, de Jong, Oosterhoff, Krijgsman,
Schoondermark, Eeitz, van Messel en Besuijen.
Art. 1 wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Aan de orde is art. 3, Ia, 1.
De Voorzitter deelt mede dat op dit artikel is inge
diend een amendement van de heeren Krijgsman c.s.
luidende
Art. 3 te lezen als volgt
I. aan de scholen der eerste, der tweede en der
derde klasse
a. indien zij de hoofdacte niet bezitten
bij een diensttijd van minder dan 2 jaren f 650.
van twee en meer doch minder dan vier jaren 700.
n Uer v n acht 750.
acht n n twaalf 850.
twaalf zestien 950.—
zestien en meer jaren1050.
Spreker opent de algemeene beraadslagingen.
De heer Krijgsman zegt dat er door de heeren, die
voorstelden de positie van de ondei'wijzers aan school
12 te verbeteren, dingen zijn gezegd, die veel meer
van toepassing zijn op de gewone onderwijzers. Ook
dit zijn goede krachten, die lust en opgewektheid
noodig hebben om hun taak naar behooren te vol
brengen. Het geven van onderwijs is een ernstige
zaak. Goed onderwijs kan niet worden gegeven door
onderwijzers die gekweld worden door broodzorgen.
Dit is in Leeuwarden het geval. Tal van onderwijzers
hebben te kampen met ziekte en zij die kinderen
hebben moeten zich vaak de noodigste dingen ontzeggen.
Zij trachten het tekort aan te vullen door het geven
van privaatlessen, maar afdoende is dit niet. Een
onderwijzer toch, wiens vrouw door ziekte genoodzaakt
is naar buiten te gaan kan dat niet doen het geld
is er niet voor. Vandaar ook het voorstel van spreker
en zijne partijgenooten.
De heer Burger wenscht een enkel woord te spreker
over het idéé van den heer Krijgsman om de onder
wijzeressen even hoog te salarieëren als de onderwijzers.
Zooals terecht is opgemerkt, zijn de onderwijzers ƒ25.
verhoogd met het oog op de storting voor het pen
sioen. Nu wordt dit door den heer Krijgsman c.s.
voorgesteld als onbillijk voor gelijken arbeid wordt
ook gelijk loon verlangd en er wordt gezegd dat het
weduwen- en weezenpensioen eigenlijk uitgesteld loon
is. Spreker wenscht er op te wijzen dat deze be
schouwing in strijd is met hetgeen voor enkele jaren
van dezelfde zijde is beweerd. Toen werd de ver
hooging van 25.— en meer, ten sterkste aanbevolen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 Juli 1908. 139
met het argument dat de toen nieuw ingevoerde pen
sioenstorting practisch met loonsverlaging gelijk stond,
daar zij door de onderwijzers „in de portemonnaie"
gevoeld werd. De Baad heeft deze 25.— gegeven
om die portemonnaie op peil te houden. De onder
wijzeressen voelden het niet in de portemonnaie en
hadden dus dio verhooging niet noodig.
Spreker wenscht er nog op te wijzen dat in het
amendement-Krijgsman sub 1 en 2 gecombineerd zijn.
Die dus voor het amendement stemt, stemt voor de
gelijkstelling van onderwijzers en onderwijzeressen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement-Krijgsman c. s. wordt verworpen
met 12 tegen 5 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Zandstra,
de Jong, Krijgsman en Besuijen.
Tegen de heeren Beucker Andreae, J. Koopmans,
Beekhuis, Oosterhoff, Schoondermark, Feitz, Duparc,
Hartelust, van Messel, Baart de la Faille, Burger en
Haverschmidt.
Do heer Krijgsman doet opmerken dat het mogelijk
is, dat sommige leden tegen hebben gestemd, omdat
zij geen gelijkstelling wenschen van de onderwijzeres
sen met de onderwijzers. Spreker heeft de eer hetzelfde
voorstel in te dienen op het voorgestelde in Ia 1.
Dit amendement wordt ondersteund en komt alzoo
in behandeling.
De heer Schoondermark wenscht den heer Krijgsman
er op te wijzen dat hij door dit amendement voor te
stellen, in lijnrechten strijd handelt met zijn eigen
principe. Als dit voorstel wordt aangenomen, dan
toch zullen de onderwijzeressen 50.inplaats van
25 minder krijgen dan haar mannelijke ambtge-
nooten.
De heer Krijgsman antwoordt dat dit de schuld is
van de heeren. die sprekers amendement hebben ver
worpen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Ook dit amendement wordt verworpen met 12 tegen
5 stommen.
Vóór stemmen de heerenLautenbach, Zandstra,
de Jong, Krijgsman en Besuijen.
Tegen de heeren Beucker Andreae, J. Koopmans,
Beekhuis, Oosterhoff, Feitz, Duparc, Hartelust, van
Messel, Baart de la Faille, Burger en Haverschmidt.
De voorstellen van Burgemeester en Wethouders
art. 3 Ia 1 en Ia 2, worden met algemeene stemmen
aangenomen.
Aan de orde is art. 3 16 1 en 2.
De Voorzitter deelt mede dat hierop door de heeren
Krijgsman c.s. een amendement is ingediend luidende
als volgt
dit artikel te lezen
II. aan de scholen der vierde klasse enz.
Dit amendement is door meer dan twee leden inge
diend en komt alzoo in behandeling.
De heer Burger vraagt of de heer Krijgsman niet
bereid is dit punt dadelijk, evenals het voorstel van
Burgemeester en Wethouders te splitsen in sub 1 en
2, ten einde eene overbodige stemming te voorkomen.
De heer Krijgsman antwoordt bevestigend.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement-Krijgsman c. s. wordt verworpen
met 12 tegen 5 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Zandstra,
de Jong, Krijgsman en Besuijen.
Tegen de heeren Beucker Andreae, J. Koopmans,
Beekhuis, Oosterhoff, Schoondermark, Feitz, Duparc,
Hartelust, van Messel, Baart de la Faille, Burger en
Haverschmidt.
Art. 3, Ió 1 en Ib 2 wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Aan de orde is art. 3 II.
De Voorzitter deelt mede dat hierop door de heeren
Haverschmidt en Duparc een amendement is inge
diend, luidende
te lezen
II. aan de school der vierde klasse
bij een diensttijd van minder dan vier jaren/ 900.
van vier en meer, doch acht 1000.
acht twaalf „1100.—
twaalf,, zestien .,1200.
zestien en meer jaren1300.
Dit amendement is door twee leden ingediend en
maakt een onderwerp van beraadslaging uit.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Haverschmidt deelt uit de memorie van
toelichting van 1904 nog mee, wat men zich had
voorgesteld van het gehalte en van de jaarwedde
van het personeel aan school 12.
Actes worden natuurlijk extra gesalarieerd en pri
vaatlessen brengen ook voordeel aan, maar in de
allereerste plaats wordt de positie aanlokkelijk door
een flinke vaste jaarwedde, daar nevenverdiensten
altijd onzeker zijn.
Het hoofd tracht zijn personeel terug te houden
van solliciteeren, maar spreker vreest dat hem dit
niet zal gelukken, als men bij deze algemeene her
ziening wordt voorbij gegaan.
Een andere salarisregeling met vrij zeker hoogere
cijfers staat ons dan wellicht te wachten, terwijl wat
thans wordt voorgesteld het geringste is wat men
kan doen, daar het eenvoudig de oude verhouding
der jaarwedde weer herstelt.
Het hoofd zal nu wel niet in de verhooging deelen,
maar spreker hoopt dat het personeel er niet van
blijft verstoken.
Zonder in herhalingen te vervallen wenscht de heer
Schoondermark te doen opmerken, dat door Burge
meester en Wethouders niet is gesproken over bij
verdiensten door privaatles. In de school worden de
bijacten productief gemaakt. De drie taalacten leveren
400.— op.
Het verwondert spreker dan ook dat de heer Haver
schmidt, lid der Commissie van Toezicht, met dit
voorstel komt. Deze kwestie toch is der Commissie