Vergadering van Dinsdag 21 Juli 1908.
144 Verslag van de kandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 Juli 1908.
De heer Du pare neemt acte van de verklaring van
den heer Sc.koondermark dat de door hem voorgestelde
redactie juist is. Als de door Burgemeester en Wet
houders voorgestelde redactie in de vorige verorde
ningen is gevolgd, dan is het toen aan sprekers
aandacht ontsnapt.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement-Duparc wordt aangenomen met
10 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Beucker Andreae, Beek
huis, de Jong, Krijgsman, Duparc, Hartelust, Baart
de la Faille, Burger, Haverschmidt en Besuijen.
Tegen deheeren J. Koopmans, Lautenbach, Zandstra,
Oosterhoff, Schoondermark, Feitz en van Messel.
Aan de orde is artikel 11.
De Voorzitter deelt mede, dat hierop door de heeren
Krijgsman c.s. een amendement is ingediend luidende
Art. 11 te lezen als volgt
De belooning van hen, die krachtens art. 33 der
Wet tot regeling van het Lager Onderwijs de betrek
king van onderwijzer van bijstand tijdelijk waarnemen
wordt, naar gelang van het aantal jaren dat zij
practisch bij het Lager Onderwijs zijn werkzaam
geweest, geregeld op den voet van de bedragen,
genoemd in art. 8.
Dit amendement is door meer dan twee leden inge
diend en komt alzoo in behandeling.
De beraadslaging wordt geopend.
Do heer Krijgsman zegt dat in de bestaande ver
ordening, aan tijdelijke leerkrachten eene belooning
van f 500. wordt toegekend. Dit is voor minder
dan 2 dienstjaren f 125.minder dan aan de vaste
onderwijzers wordt gegeven.
Spreker meent dat daar geen reden voor is. Zij
hebben toch dezelfde bevoegdheden en hetzelfde werk
te verrichten als de vast aangestelde.
In het antwoord van Burgemeester en Wethouders
wordt gesproken over de belangrijke geldelijke ge
volgen. Of die gevolgen zoo belangrijk zullen zijn
hangt af van het gemeentebestuur zelf, dat veel meer
tijdelijk personeel aanstelt dan noodig is. Aan school
5 zijn 4 tijdelijke onderwijzers die al lx/2, 2 en meer
dienstjaren als zoodanig hebben. Waarom krijgen
deze geen vaste aanstelling
Is het wegens ziekte noodig om tijdelijk personeel
aan te stellen
De heer Schoondermark zegt dat de heer Krijgsman
er op wijst dat er tijdelijke onderwijzers zijn met twee
en meer dienstjaren. Spreker hoopt dat aan dien
toestand spoedig een eindo kan worden gemaakt door
de uitbreiding van school 7. De toestand is n.l. een
gevolg van gebrek aan ruimte.
Spreker gelooft niet dat de Raad er op in zal gaan
de tijdelijke leerkrachten gelijk te betalen als de vaste.
Een tijdelijk onderwijzer is iemand die in den regel
het dichtst bij is en nu gebeurt het dikwijls dat die
persoon niet eens op de voordracht komt voor eene
benoeming. Men moet dus niet spreken van gelijke
krachten.
De heer Krijgsman begrijpt er niets van. Gebrek
aan ruimte kan toch geen motief zijn voor het aan
stellen van tijdelijke leerkrachten. De kinderen zijn
er, dus de klasse ook. Of die nu in een hulp- of in
een vast lokaal is ondergebracht doet er niet toe.
De heer Schoondermark zegt dat het een gevolg is
van ziekte en vacatures.
De heer Krijgsman antwoordt, dat zooeven gebrek
aan ruimte als oorzaak werd genoemd, nu ziekte.
Men zal toch niet willen beweren dat de 4 tijdelijke
onderwijzers aan school 5 de plaats van zieke col
lega's innemen
De heer Schoondermark repliceert dat de heer
Krijgsman doet alsof hij het niet begrijpt en toch is
spreker zeker dat zulks wel het geval is. Nu zijn er
aan school 5 vier hulplokalen verbonden. Deze klassen
worden, als school 7 klaar is, naar die school over
geplaatst, en het is volstrekt niet zeker dat de onder-
wijzers, in die klassen werkzaam, aan school 7 zullen
worden benoemd.
De heer Krijgsman doet opmerken dat er te veel
gespeculeerd wordt op de salarissen van de tijdelijke
onderwijzers. Als er hulplokalen zijn, die omgezet
worden in vaste klassen, is er geen reden om de
onderwijzers niet over te plaatsen naar eene vaste
klasse in de school.
Men kan alle onderwijzers aanstellen als onderwijzer
j der gemeente Leeuwarden.
Spreker constateert dat het den indruk maakt dat
Leeuwarden door het stelsel van tijdelijke onderwijzers,
j onderwijzers wil hebben op een koopje.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement-Krijgsman wordt verworpen met
10 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: J. Koopmans, Lautenbach,
Zandstra, de Jong, Krijgsman, Baart de la Faille en
Besuijen.
Tegen de heerenBeucker Andreae, Beekhuis,
Oosterhoff, Schoondermark, Feitz, Duparc, Hartelust,
van Messel, Burger en Haverschmidt.
Aan de orde is sub IV.
Dit wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Aan de orde is sub V.
Dit wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Aan de orde is sub VI.
De heer Duparc komt thans terug op het bij de
algemeene beraadslagingen door hem in het midden
gebrachte. Op het voorbeeld van wat bij wetten en
provinciale verordeningen steeds geschiedt en ook bij
herhaling bij onze eigene plaatselijke verordeningen
is gedaan, stelt hij thans voor den aanhef te doen
luiden als volgt
Do Raad enz.
Besluit
A. De verordening tot regeling der jaarwedden en
der verdere inkomsten van het onderwijzend personeel
aan de scholen van openbaar lager onderwijs te
Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 April
1904(gemeenteblad no. 13), gewijzigd bij raadsbesluiten
van 19 September 1905 (gemeenteblad no. 33), van 28
Maart en 8 Mei 1906 (gemeenteblad no. 11) en van
14 Mei 19U7 (gemeenteblad no. 11), nader te wijzigen
als volgt
Hier dan op te nemen de vastgestelde wijzigingen
en daarna te besluiten de verordening, zooals zij thans
is gewijzigd, in haar geheel opnieuw vast te stellen
als volgt enz.
Aan het slot zal dan moeten worden opgenomen
de volgende bepaling
Met het inwerkingtreden dezer verordening ver
vallen de onder A genoemde verordeningen.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
Met algemeene stemmen wordt de verordening in
haar geheel aangenomen, zoomede de voorstellen
sub 1 en c van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter
de vergadering
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Juli 1908. 145
Tegenwoordig 15 leden, te weten de heeren Zand
stra, Krijgsman, Duparc, de Jong, Lautenbach, G. W.
Koopmans, Wilhelmij, J. Koopmans, van Messel,
Haverschmidt, Beucker Andreae, Burger, Komter,
Feitz en Baart de la Faille.
Afwezig 8 leden, waarvan met kennisgeving de
heerenSchoondermark, Oosterhoff, van Ketwich
Verschuur, Menalda, Hartelust en Beekhuis.
Zonder kennisgeving de heerenBesuijen en Beerends.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 7 Juli 1.1. ge
houden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd
het raadsbesluit d.d. 23 Juni 1908 tot verkoop van
een gedeelte sloot met aangrenzende strook grond
achter de Wijbrand de Geeststraat aan L. Joh. v. d.
Meulen
2. dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken
is goedgekeurd het raadsbesluit, d.d. 9 Juni 1908,
tot aanvulling der verordening tot vaststelling van
het getal en de jaarwedden der leeraren aan het
gymnasium
3. dat aan den Burgemeester verlof tot afwezig
heid is verleend van 23 Juli tot 22 Augustus e.k.
4. schrijven van het bestuur der vereeniging „de
Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool", houdende
kennisgeving der benoeming van mevr. Dijkstra
Sonnega tot penningmeesteres
5. verslag van de vereeniging „de Leeuwarder
Industrie- en Huishoudschool", over de schooljaren
1906/7 en 1907/1908.
De stukken sub 15 worden voor kennisgeving
aangenomen
6. schrijven der commissie van toezicht op het
Middelbaar Onderwijs, houdende aanbeveling voor de
benoeming van een lid in die commissie ter voorzie
ning in de vacature-R. J. Castendijk.
De benoeming zal in eene volgende vergadering
plaats hebben
7. schrijven van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, waarbij verbeterd wordt teruggezonden de
rekening dier Kamer over 1907.
Wordt opnieuw in handen gesteld van de heeren
Haverschmidt, Besuijen en de Jong om onderzoek en
rapport
8. adres van W. H. Nederhoed, voorzitter en
N. Siebesma, secretaris van het uitvoerend comité
van „Friesland voorheen en thans", om ter gelegen
heid van een door het comité te houden tentoonstel
ling gebruik te mogen maken van voor den openbaren
dienst bestemd gemeenteterrein, gelegen achter den
tuin van het gebouw „de Harmonie."
Hierop is reeds door Burgemeester en Wethouders
prae-advies uitgebrachthet zal nog heden worden
behandeld
9. adres van W. H. Taconis inzake demping en
verharding van de sloot Achter Pietersburen en ver
krijging van uitweg over gemeentegrond.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
10. de begrooting van inkomsten en uitgaven van
het Stads-Ziekenhuis, dienst 1909.
Wordt in handen gesteld van de heerenWilhelmij,
Besuijen en Beekhuis om onderzoek en rapport
11. dat bij openbare aanbesteding is gegund
de verbouwing en uitbreiding van gemeenteschool
no. 7 aan P. Vonk alhier, voor 34480.en
de levering en opstelling van geconstrueerde ijzer
werken ten behoeve van de gemeentelijke gasfabriek
aan de firma de Croo en Brauns te Amsterdam voor
2425.—
12. dat door Burgemeester en Wethouders van
blok XVIfi der terreinen ten zuiden van het Nieuwe
Kanaal aan IJ. Verhoeve alhier provisioneel in koop
is afgestaan circa 263 M2. voor eene som van plus
minus 1315.
De mededeelingen onder 11 en 12 worden voor
kennisgeving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan P. Dekinga, aannemer van de algemeene be-
stratingswerken der gemeente, voor het leggen der
ceintuur- en hoofdleidingen der gasfabriek boven de
aannemingssom eene tegemoetkoming te verleenon
van f 0.10 per strekkenden Meter.
Zal in eene volgende vergadering worden behandeld.
2. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op een adres vau J. Dijkstra Sz. c. s., inzake over
name door de gemeente van de Bloemfonteinstraat,
de Pretoriastraat en de straat, evenwijdig loopende
aan de Paul Krugerstraat.
3. Alsvoren inzake het adres van het uitvoerend
comité van „Friesland voorheen en thans" om, voor
het houden eener tentoonstelling, gebruik te mogen
maken van gemeenteterrein, gelegen achter den tuin
van het gebouw „de Harmonie."
De stukken onder 2 en 3 hebben ter visie gelegen
om nog heden te worden behandeld.
De Voorzitter wil den Raad verzoeken nog heden
over te gaan tot de benoeming van een tijdelijk
Wethouder voor het tijdvak van 214 Augustus.
Tot 1 Augustus is de heer Beucker Andreae als zoo
danig benoemd. Bij nader inzien is het echter gebleken
dat ook voor het tijdvak van 214 Augustus een
tijdelijk Wethouder noodig zal zijn.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
IV. Rapporten.
De heer Burger rapporteert dat do commissie, belast
geweest met het onderzoek van de begrooting van de
inkomsten en uitgaven der Stads-Armenkamer, dienst
1909, geen aanleiding heeft gevonden tot het maken
van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de
begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide
van 42567.58, met een subsidie uit de gemeentekas
van f 36720.71.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de begrooting
in eene volgende vergadering in behandeling te nemen,
onder dankbetuiging aan de commissie voor den door
haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Beucker Andreae deelt mede dat de com
missie voor de reclames gereed is met een rapport
inzake bezwaarschriften zoo in eersten aanleg als in
hooger beroep tegen aanslagen in den Hoofdelijken
Omslag, dienst 1907.
Wordt besloten dit rapport nog heden te behandelen.
De Voorzitter stelt aan de orde
Benoeming van een tijdelijk Wethouder voor het tijdvak
van 214 Augustus.
Uitgebracht zijn 15 stemmen, verdeeld als volgt