ij 11 >J 8. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van de rekening en verantivoording van de ontvangsten en uitgaven der Kamer van Koophandel en Fabrieken, dienst 1907. 158 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1908. vullen. Ik druk op dat woord naar eischdaarmee toch wordt door mij bedoeld het goed geprepareerd ter vergadering komen, het zoodanig op de hoogte zijn van hetgeen binnen mijn bereik valt, dat ik in de raadsvergadering en de drie raadscommissies waarin ik zitting heb, nuttig werkzaam kan zijn. Ik dank U, Voorzitter, nogmaals voor hetgeen door U tot mij is gezegd en hoop tot Januari, zooals tus- schen ons is afgesprokon, lid dezer vergadering te blijven en zal dan scheiden met een „heil der ge meente Leeuwarden." Het schrijven wordt hierna voor kennisgeving aan genomen. III. "Wordt ter tafel gebracht: 1. De begrooting van de inkomsten en de uitgaven der gemeente, dienst 1909. Wordt gedrukt als bijlage en nog deze week rond gezonden, met bepaling, dat het onderzoek der sectiën vóór den 26 September e.k. moet zijn afgeloopen. 2. Voorstel van Burgemeester en "Wethouders tot wijziging der verordening tot het heffen van een hoofdelijken omslag naar het inkomen. Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag. 8. Alsvoren om aan hen een crediet te verleenen voor het uitdiepen van de Potmarge, ter plaatse waar deze in do Tijnje uitmondt. De stukken sub 2 en 3 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Rapporten. De heer Burger deelt mede dat de commissie, belast geweest met een onderzoek naar de onderhoudsplich tigheid van de Bonkevaart, met haar rapport gereed is. Spreker verzoekt het rapport als gelezen te be schouwen en het te zijner tijd in behandeling te nemen. De Voorzitter stelt voor het rapport te laten drukken en het als gelezen te beschouwen. Daarna kan de zaak bij den Baad ter tafel worden gebracht. Spreker dankt de commissie voor den door haar ver richten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. "Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op don oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een wethouder, wegens periodieke aftreding van den heer T. Komter. Uitgebracht zijn 20 stemmen, terwijl de presentielijst door 19 leden is geteekend. De stemmen zijn verdeeld als volgt Op den heer Komter zijn uitgebracht 12 stemmen, op elk der heeren Burger en Krijgsman 1 stem, terwijl 6 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Aangezien de onregelmatigheid in de stemming niet van invloed is geweest op den uitslag, waarbij de heer Komter is benoemd, wordt deze voor gekozen verklaard. De Voorzitter vraagt den heer Komter of deze de benoenjing aanneemt. De heer Komter antwoordt dat hij aan den uitslag der stemming geen bezwaren zal ontleenen. Waar bovendien dit mandaat slechts voor een jaar geldt, verklaart hij de benoeming aan te nemen. De heer Baart de la Faille heeft intusschen de vergadering verlaten. 2. Benoeming van vier leden der commissie voor openbare iverken. Voor de eerste vacature zijn de stemmen verdeeld als volgt de heer van Ketwich Verschuur 10 stemmen, n Krijgsman 5 J. Koopmans 2 Zandstra 1 stem. De heer Mr. H. D. van Ketwich Verschuur is alzoo benoemd. Bij de stemming voor het tweede lid zijn uitgobracht 18 stemmen, verdeeld als volgt op den heer van Messel 13 stemmen, Krijgsman, 4 terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer S. J. van Messel is alzoo benoemd. Tot derde lid wordt benoemd de heer Haver- schmidt met 12 stemmen, op don heer Krijgsman zijn 5 stemmen, op den heer Gr. "W. Koopmans is 1 stem uitgebracht. Tot vierde lid wordt benoemd de heer Mr. C. Beekhuis met 11 stemmen. Op den heer Krijgsman zijn 6 stemmen, op den heer Wilhelmij is 1 stem uitgebracht. 3. Benoeming van vier leden der commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen Voor de eerste vacature wordt benoemd de heer Dr. J. Baart de la Faille met 13 stemmen. Op den heer Zandstra zijn 3, op elk der heeren G. W. Koopmans en de Jong is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De Voorzitter deelt mede dat, hoewel slechts 18 leden aan de stemming hebben kunnen deelnemen, er 19 biljetten in de bus gevonden zijn. Daar deze onregelmatigheid echter niet van invloed is geweest op den uitslag, wordt de heer Dr. J. Baart de la Faille als gekozen verklaard. Tot tweede lid wordt benoemd de heer H. Beucker Andreao met 12 stommen. Op den heer Zandstra zijn 4, op elk der heeren Lautenbach en G. W. Koopmans is 1 stem uitgebracht. Tot derde lid wordt benoemd de heer B. Hartelust met 10 stemmen. Op den heer Zandstra zijn 5, op den heer G. W. Koopmans 2 stemmen, op den heer Krijgsman is 1 stem uitgebracht. Tot vierde lid wordt benoemd de heer N. T. Haverschmidt J.Hzn. met 12 stemmen. De overige stemmen zijn verdeeld als volgt de heer Zandstra 4 stemmen, elk der heeren G. "W. Koopmans en Lautenbach 1 stem. 4. Benoeming van vier leden der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen. In deze commissie worden benoemd 1. de heer A. Duparc met 12 stemmen. Op den hoer de Jong zijn 4 stemmen, op elk der heeren G. W. Koopmans en Menalda is 1 stem uitgebracht. 2. de heer Mr. H. D. van Ketwich Verschuur met 12 stemmen. Op den heer de Jong zijn 4 stemmen, op elk der heeren G. W. Koopmans en Menalda is 1 stem uitgebracht. 3. Mr. C. Beekhuis met 11 stemmen. Op den heer de Jong zijn 5 stemmen, op elk der heeren G. W. Koopmans en Menalda is 1 stem uitgebracht. 4. Mr. A. Burger met 12 stemmen. Op den heer do Jong zijn 5 stemmen, op den heer Besuijen is 1 stem uitgebracht. 5. Benoeming van vier leden der commissie voor de gemeentelijke gasfabriek. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1908. 159 No. 1 2 3 4 jj 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7. Vet Benoemd worden de heeren 1. Mr. A. Menalda met 11 stemmen. Op den heer Besuijen zijn 4 stemmen, op elk der heeren Lautenbach, Hartelust en G. W. Koopmans is 1 stem uitgebracht. 2. C. L. B. J. Feitz met 11 stemmen. Op den heer Besuijen zijn 5-, op den heer Lauten bach 2 stemmen uitgebracht. 3. P. A. Wilhelmij met 12 stemmen. Op den heer Besuijen zijn 4 stemmen, op elk der heeren Lautenbach en G. W. Koopmans is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. 4. J. Koopmans met 12 stemmen. Op den heer Besuijen zijn 5 stemmen, op den heer Zandstra is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer Baart de la Faille is weder ter vergade ring verschenen. 6. Eegeling van de rangorde van zitting der leden van den Raad. Deze wordt vastgesteld als volgt 1 de heer H. Beucker Andreae. O. L. B. J. Feitz. B. Hartelust. N. T. Haverschmidt. J. D. Krijgsman. S. J. van Messel. K. P. W. Besuijen. L. de Jong. Vacature. P. A. Wilhelmij. A. Duparc. Mr. A. Menalda. D. Lautenbach. Mr. H. D. van Ketwich Verschuur. Dr. J. Baart de la Faille. J. Koopmans. L. Zandstra. Mr. A. Burger. Mr. C. Beekhuis. G. W. Koopmans. Verdeeling van den Raad in sectiën. In de eerste sectie nemen zitting de heeren J. D. Krijgsman, P. A. Wilhelmij, A. Duparc, K. P. W. Besuijen, N. T. Haverschmidt en het in de vacature te benoemen lid. In de tweede sectie nemen zitting de heeren L. de Jong, G. W. Koopmans, Mr. C. Beekhuis, Mr. A. Burger, Dr. J. Baart de la Faille, Mr. A. Menalda en H. Beucker Andreae. In de derde sectie nemen zitting de heeren L. Zandstra, D. Lautenbach, J. Koopmans, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, C. L. B. J. Feitz, B. Hartelust en S. J. van Messel. Door het lot wordt de heer J. A. A. Schoondermark als voorzitter der 2e sectie, de heer T. Komter als voorzitter der 3e sectie aangewezen, zoodat de heer J. Oosterhoff Wzn. als lid in de le sectie zitting neemt. De Burgemeester is volgens het reglement van orde voorzitter der eerste sectie. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der rekening en verantwoording, wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heeren Duparc en Hartelust hebben zich van medewerking tot dit besluit onthouden. 9. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting van de ontvangsten en uitgaven van het Stads-Ziekenhuis, dienst 1909. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der begrooting, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen tot onderhandsche verpachting van de standplaatsen nos. 7 en 8 voor beignets- en wafelkramen gedurende de kermis in 1910 en in 1911. Dit voorstel luidt als volgt Bij Uw besluit van den 12" Februari 1907 werden wij gemachtigd, voor de kermis in 1907, of naar gelang der omstandigheden, tevens voor de kermissen van 1908 en 1909 een deel van het Wilhelminaplein, nader op de overgelegde teekening aangeduid, voor het plaatsen van caroussels, tenten enz. ondershands te verpachten op de voorwaarden, bij ons toenmalig voorstel overgelegd, terwijl wij nader bij Uw besluit van den 11 Februari 1.1. reeds voor enkele standplaatsen gedurende de kermis in 1908, c. q. 1909 en 1910 werden geautoriseerd. Thans hebben evenwel de firma Gebr. Yulsma te Amsterdam en Victor Consael te Breda, de uitgifte van wier gewone plaatsen valt onder het besluit van 1907 en niet onder dat van 1908, tot ons het verzoek gericht, hun voor de kermissen in 1909,1910 en 1911 (onderscheidenlijk voor f 275.en 500. per jaar) ondershands te verpachten de standplaatsen nos. 7 en 8 voor wafel- of beignetskramen. De Commissaris van Politie adviseert gunstig op de beide verzoeken. Ook wij zijn genegen, daarop in te gaan, aangezien de geboden pachtsommen ons aannemelijk voorkomen en de mogelijkheid geenszins is uitgesloten, dat bij openbare verpachting de gemeente deze prijzen niet zal kunnen bedingen. Wij wijzen er hier nog op, dat Vulsma evenveel en Consael thans 66.67 meer biedt dan hij dit jaar betaalde. Vóór wij hieromtrent eene beslissing kunnen nemen, zal het echter noodig zijn, dat ten aanzien der kermis- standplaatsen nos. 7 en 8 Uwe bij eerstvermeld besluit verleende machtiging, slechts geldende voor de ker missen in 1908 en 1909, wordt uitgebreid ook tot de jaren 1910 en 1911, waarom wij de eer hebben U voor te stellen te besluiten de bij raadsbesluit van 12 Februari 1907 voor de kermissen van 1908 en 1909 verleende machtiging tot onderhandsche verpachting van standplaatsen voor caroussels, tenten enz. op het Wilhelminaplein ten aanzien der kermisstandplaatsen nos. 7 en 8 uit te breiden tot de kermissen in 1910 en 1911. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra doet opmerken dat de verpachtings termijn hem te lang voorkomt. Men kan niet voor uit weten voor welke gevallen de gemeente kan komen te staan. Vóór 1911 kan een voorstel tot afschaffing der kermis den Raad bereiken en spreker is van oordeel dat een dergelijk voorstel kans heeft te worden aangenomen. Spreker zou in elk geval de voorwaarde willen zien ingelascht, dat de gemeente niet verplicht is schadevergoeding te geven als de kermis eventueel wordt afgeschaft. De heer Lautenbach vraagt of door de aanneming I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 2