188 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1908.
4. Alsvoren om aan H. Marcus alhier in koop af
te staan het terrein in de Korfmakersstraat, vroeger
ingenomen door een openbaar urinoir en eene zand
bergplaats.
5. Alsvoren om aan A. A. van der Noord alhier
vergunning te verleenen tot het maken van een inrit
in het trottoir langs het Molenpad.
6. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het voorstel van het raadslid mr. A. Menalda, om
aan den op verzoek eervol ontslagen secretaris-boek
houder der stads-armenkamer eene gratificatie van
250.toe te kennen.
7. Alsvoren inzake het adres van K. van der Heijde
om vergunning tot het leggen van een straatje over
gemeentegrond ten behoeve van zijn huis op den hoek
van de 8e Vegelin-dwarssstraat en den weg Achter
de Hoven.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan W. Andringa alhier vrijstelling te verleenen van
de betaling der vergoeding voor het gebruik van ge
meentelijke schoollocalen voor particuliere lessen ten
behoeve van de Jongensavondjes (slöjdcursus).
De stukken 48 zullen eveneens in eene volgende
vergadering worden behandeld.
9. Alsvoren om hen te machtigen de villa „Baens-
ein" aan den Harlinger straatweg met koetshuis,
stalling en weilanden in het openbaar te verhuren.
10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van S. Feikema te Dronrijp om ver
gunning tot het aanbrengen van een aanlegsteiger
in den Harlinger trekweg.
11. Alsvoren inzake het adres van IJ. W. Tijsma
om aan hem wederom ondershands te verhuren de
zathe en landen der gemeente aan het Kalverdijkje.
De stukken 9—11 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
12. Het eerste suppletoir kohier van den Hoofde-
lijken Omslag, dienst 1908.
Zal in eene volgende vergadering worden behandeld.
IV. Rapporten.
De heer Duparc rapporteert dat de commissie, be
last geweest met het onderzoek naar de bogrooting
der administratiekosten van de Stads Bank van Lee
ning, dienst 1909, geen aanleiding heeft gevonden
tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt
derhalve voor deze begrooting goed te keuren tot
een bedrag van 5100.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de begroo
ting in eene volgende vergadering in behandeling te
nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor
den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Sflenalda rapporteert dat de commissie, be
last geweest met het onderzoek der begrooting van
het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1909, geen aan
leiding heeft gevonden tot het maken van op- of
aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor de begrooting
goed te keuren, in ontvang op 25,088.565, in uit
gaaf op 25,088.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de begroo
ting in eene volgende vergadering in behandeling te
nemen onder dankbetuiging aan de commissie voor
den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Y. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
Mej. S. M. van Urk op haar verzoek eervol ontslag te
verleenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11.
Met algemeene stemmen wordt besloten, aan Mej.
S. M. van Urk op haar verzoek eervol ontslag te ver
leenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11,
met ingang van 22 November 1908.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
te machtigen de villa Baenseinaan den Harlinger
straatweg met koetshuisstalling en weilanden in het
openhaar te verhuren.
Dit voorstel luidt als volgt
Krachtens Uw besluit van 21 Juli 1908 no. 2276/114
werd in publieke veiling ten behoeve der gemeente
aangekocht de villa „Baensein" aan don Harlinger
straatweg met koetshuis en twee perceelen weiland,
voor een gezamenlijk bedrag van 37,105.70.
De villa, welke dadelijk na de toewijzing kon wor
den aanvaard, werd onmiddellijk door ons te huur
aangeboden, echter zonder resultaatinschrijvingen
daarop kwamen tot heden niet bij ons in.
Wel ontvingen wij oenige aanvragen om het koets
huis met de landerijen in huur te mogen bekomen.
Do Directeur der Qemeontewerken, deswege door
ons gehoord, komt blijkens zijn hierbij overgelegd ad
vies tot do conclusie, dat het de voorkeur verdient
in afwachting van Uwe beslissing omtrent de be
stemming, die aan gebouwen en grond gegeven zal
worden de villa c. a. niet ondershands maar in het
openbaar te verhuren voor niet langer dan twee jaren
en onder de algemeene voorwaarden, bij de verhuring
van de boereplaatsen der gemeente gesteld.
De deskundige der gemeente, vervolgens door ons
geraadpleegd, deelt ons mede, dat deze voorwaarden
bij verhuring voor den tijd van twee jaren niet kunnen
gelden de daarin voorkomende bepalingen omtrent
bemesting zijn practisch moeilijk uitvoerbaar, omdat
het belang van den huurder niet medebrengt, daaraan
de noodige zorg te besteden.
Zou derhalve verhuring op langeren termijn in het
voordeel der gemeente zijn, in dit geval mag daartoe
o. i. niet worden overgegaan, immers uit het oog
moet niet verloren worden dat de aankoop niet in de
eerste plaats is geschied met het doel van de eigen
dommen een rontegovend bezit der gemeente te maken,
maar om daaraan, zoodra do gelegenheid zich voor
doet, eene vaste bestemming te geven.
Hoever dit tijdstip nog verwijderd is, zal van om
standigheden afhangen daarom meenen wij met den
Directeur der Gemeentewerken, dat aan verhuring op
korten termijn do voorkeur moet worden gegeven en
dan in overeenstemming met het gevoelen van den
deskundige en onder de door dezen aangegeven voor
waarden de landerijen alleen met het recht tot be
weiding.
Het is dan ook op grond van het vorenstaande dat
wij de eer hebben IT voor te stellen te besluiten
Burgemeester en Wethouders te machtigen om onder
nader door hen te stollen voorwaarden in het open
baar bij inschrijving te verhuren voor het tijdvak,
eindigende 12 Nov. 1910, hetzij in één perceel hetzij
in gedeelten, naar mate het belang der gemeente
medebrengt, de navolgende eigendommen, gelegen aan
den Harlinger straatweg, ten kadaster bekend in sectie D
no. 1391 als huis en tuin, groot 27 Are, ingaande
dadelijk na de toewijzing der huur
no 1392 als huis, stal, schuur, tuin en weiland, groot
1.59 H.A., met ingang van 12 Mei 1909, wat het wei
land betreft, met ingang van 12 November 1908;
Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1908. 189
nos. 1022 en 1023 als weiland, groot respectievelijk
2.07.00 en 2.20.50 H.A., met ingang van 12 Novem
ber 1908.
Do beraadslaging wordt geopend.
Als de heer Lautenbach zich goed herinnert is het
de bedoeling van Burgemeester on Wethouders om
de villa „Baensein" met koetshuis, stallen en weilanden
te verhuren voor don tijd van 2 jaren. Als er echter
een liefhebber komt om die villa te huren zal hij re
kening houden met de grootte van ramen, vloeren enz.
Hiervoor moeten toch passende gordijnen en kleeden
worden aangeschaft en dit zal voor de huurders te
kostbaar worden, of de gemeente krijgt zoo weinig
huur, dat er niets van terecht komt.
Spreker is dan ook van oordeel, dat de villa enz.
minstens voor 5 jaren moet worden verhuurd.
Huren zou alleen mogelijk zijn voor iemand wien
het op geen geld aankomt.
Ook voor de weilanden is de termijn van 2 jaren
ongelukkig gekozen. Spreker is van oordeel dat roof
bouw op groote schaal zal worden uitgeoefend, waar
door het land vrijwat in waarde zal verminderen.
Hierdoor moet de gemeente later terug betalen wat
zij nu krijgt.
Spreker stelt daarom voor de villa met koetshuis
en landerijen te verhuren voor 5 jaar.
De heer G. W. Koopmans doet opmerken, dat het
zelfde wat door den heer Lautenbach is gezegd, ook
zijn sprekers idéé is. Het is hem bovendien
opgevallen, dat Burgemeester en Wethouders de villa
enz. willen verhuren van 12 November tot 12 November.
Voor de villa zou verhuring tot 12 Mei 1911 in elk
geval beter zijn. Spreker acht het echter beter de
geheele bezitting voor 1 jaar te verhuren en er voor
te maken, wat er voor te krijgen is. Wanneer toch
blijkt dat het niet de bedoeling is, zooals in de
nieuwsbladen is gemeld, een abattoir ter plaatse
te stichten, twijfelt spreker niet of den dag na die
beslissing van den Raad komen er wel liefhebbers
om de villa te koopen. Dat zal dan ook voor de
gemeente het beste zijn. Wordt de villa voor 1 jaar
verhuurd, dan zal er in dien tijd wel do een of andere
beslissing zijn genomen.
Ook de heer Besuijen krijgt den indruk, dat het
beter is de villa c. a. voor korten tijd te verhuren.
Hij heeft de gesloten vergadering, waarin tot den
aankoop is besloten niet meegemaakt, maar uit het
gesprokene door den heer Koopmans den indruk ge
kregen, dat er over gesproken is om er een abattoir
te stichten. Is dit nu werkelijk de bedoeling geweest,
dan is hij het met den heer G. W. Koopmans eens
dat het beter is voor korten tormijn te verhuren.
Burgemeester en Wethouders kunnen wel toezien dat
geen roofbouw wordt uitgeoefend.
Spreker verwacht van de tafel van Burgemeester
en Wethouders eenige toelichting. Nu spreker niet
weet wat er in de besloten vergadering is be
sproken, staat hij wel wat hulpeloos tegenover het
onderhavige voorstel.
De heer Besuijen heeft den heer G. W. Koopmans
zeker niet goed verstaan. Spreker heeft gezegd dat
in de nieuwsbladen is medegedeeld, dat er een abat
toir zou worden opgericht en dat, zoodra door den
Raad is besloten om hiertoe niet over te gaan, er den
dag daarna reeds koopers zullen opdagen.
De Voorzitter doet opmerken dat er van de zijde
van Burgemeester en Wethouders geen nadere toe
lichting noodig is. Deze toelichting toch is reeds in het
prae-advies gegeven, waar staat
,,Tmmers uit het oog moet niet worden verloren,
„dat de aankoop niet in de eerste plaats is geschied
„met het doel van de eigendommen een rentogevend
„bezit der gomeente te maken, maar om daaraan,
„zoodra de gelegenheid zich voordoet, eene vaste
„bestemming te geven. Hoever dit tijdstip nog ver
wijderd is zal van omstandigheden afhangen".
Dit zijn de gronden, waarop door Burgemeester en
Wethouders verhuring op korten termijn is voorgesteld.
Overigens behoeven de leden geen geheimzinnig
heid meer te betrachten over het denkbeeld om op de
aangekochte gronden misschien een abattoir te stichten.
Het betrekkelijk raadsbesluit is van overwegingen
voorzien en eene dezer overwegingen is, dat de villa
c.a. wellicht te benutten is voor de stichting van een
abattoir. De andere overweging is deze, dat de ligging
bij de stad langs den openbaren weg den aankoop
gewenscht maakte. Daarom hebben Gedeputeerde
Staten bij de goedkeuring van het besluit het bekende
voorbehoud gemaakt.
Burgemeester en Wethouders nu hebben, de ideeën
van den Raad kennende, verhuring op korten tijd
voorgesteld. Hadden zij anders gehandeld, dan zou
het te verwachten zijn geweest, dat er stemmen uit
den Raad zouden zijn opgegaan teneinde te bewerken
dat de gemeente weer spoedig de beschikking over
haar eigendom kon krijgen.
Of do termijn te kort is, weet spreker nietdit zal
zich afspiegelen in de huur.
Spreker doet nog opmerken, dat tegen uitmergeling
van den grond gewaakt zal kunnen worden door be
paalde voorwaarden te stellen.
De heer Lautenbach doet opmerken dat door Gede
puteerde Staten het laatste woord over het abattoir
nog niet is gesproken.
Burgemeester en Wethouders zouden daarom gerust
de villa c.a. voor 5 jaren kunnen verhuren, met de
bepaling, dat opzegging mogelijk was mot 3jaarb.v.
Spreker acht hot ongerijmd dit gemeente-eigendom
voor 2 jaar te verhuren.
Wat de landerijen betreft, men kan toch de huur
ders niet opleggen die te verbeteren zij hebben er
immers geen belang bij. Het is niet moeilijk te zeg
gen, wie gading zullen maken. Dat zullen zijn kooplui,
veehandelaren, die vandaag dubbel vee, morgen niots
hebben.
Wanneer Burgemeester en Wethouders bij verhuring
op korten termijn bezwarende bepalingen maken,
kunnen zij evengoed zeggenik wil wel verhuren,
maar maak het zoo moeilijk, dat niemand er aan
denkt om te huren.
Spreker acht de door hem aangegeven oplossing de
verkieselijkste.
De heer Besuijen is door het antwoord van den
Voorzitter gerust gesteld. Of de villa c.a. verhuurbaar
is, zal uit de praktijk wel blijken. Spreker heeft al
gehoord dat zich personen hebben aangemeld om te
huren. Het bedrag dat bedongen zal kunnen worden,
zal wel niet zoo groot zijn, als wanneer men voor
5 jaar kon verhuron. De eigendom wordt dan echter
rendabel en men heeft het voordeel dat het binnon
betrekkelijk korten tijd weer aan de gemeente komt.
Spreker acht dan ook den voorgestelden termijn de
geschiktste.
Dat door Gedeputeerde Staten het laatste woord over
deze zaak nog niet is gesproken, is duidelijk. Wan
neer toch ingevolge de Hinderwet vergunning moet
worden gevraagd om een abattoir op te richten, zullen
Gedeputeerde Staten de klachten, die mochten inko
men, hebben te onderzoeken en daarover uitspraak te