24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Januari 1909.
b. iedereen van die onpartijdigheid overtuigd moet
zijn
c. beter overleg met alle betrokken belangheb
bende mogelijk is.
Ten opzichte van het laatste punt nog het volgende
Wanneer inderdaad een dergelijke dienst het grootst
mogelijke nut zal hebben, dan dient een geoefend
keurmeester in geregeld overleg met de winkeliers en
grossiers op te treden, onder toezicht van een des
kundigen (scheikundig opgeleiden) chef om zoodoende
alle noodige last en drukte te voorkomen, waardoor
alleen de vrijwillige medewerking van winkeliers en
grossiers mogelijk wordt. Van een ambtelijken dienst
is meer invloed op grossiers en handelaren te ver
wachten.
Een dergelijke dienst krijgt gemakkelijker aanraking
met- en inlichtingen van andere dergelijke diensten en
autoriteiten.
Hij behoeft door een en ander minder strafuitlokkend
dan wel overtuigend te werk te gaan".
Spreker meent niet beter te kunnen doen dan deze
uitspraak aan de welwillende aandacht van den Raad
aan te bevelen.
Als toch ooit een oordeel waarde heeft dan is het
dit van dezen bij uitstek deskundige.
In zijn rede van verleden jaar over dit onderwerp,
bij de behandeling der begrooting, heeft spreker reeds
gewezen op de resultaten, die door het Rotterdamsch
gemeentelijk keuringsbureau zijn bereikt. Verder
weten wij dat in onderscheidene gemeenten gebleken
is, dat eene gemeentelijke inrichting uitstekend werkt
en de voorkeur verdient. Spreker wijst hiervoor op
Dordrecht, Groningen, 's Gravenhage, Zaandam, Am
sterdam, enz. Hij is van oordeel dat wij moeten
hebben eene gemeentelijke inrichting met een eigen
laboratorium met ambtenaren, uitsluitend in dienst
der gemeente. Wat de kosten aangaat, die zullen
wel meevallen.
Voor het argument dat deze zoo hoog zullen komen,
gaat spreker niet op den loop. Volgens de stukken
zou eene gemeentelijke inrichting in Leeuwarden kosten
Salaris directeur, bacterioloog en scheikundige in
één persoon vereenigdf 2,000.
Salaris spoel jongen150.
bediende500.
Chemicaliën, gas en waterleiding en kan
toorbehoeften 300.
Tijdschriften en boeken100.
Rente a 5% van het kapitaal der installatie 200.
Huur laboratorium400.
3,650.
Spreker is van oordeel dat er nog wel iets af zou
kunnen. Deze kostenberekening is opgemaakt door
het Rotterdamsch bureau, dat er belang bij had, haar
niet te laag te ramen. De huur b.v. van 400.
komt spreker wat hoog voor. Ook wordt men bang
gemaakt met de bewering dat men hier geen directeur
zal kunnen krijgen voor 2,000.In Zaandam
krijgt de hoofdambtenaar 1,900.de directeur in
Groningen krijgt 2,000.Als nu in Groningen
een directeur te krijgen is voor 2,000.dan zal
dat ook hier wel het geval zijn. Spreker zou haast
zeggen dat hij er wel een voor wil leveren, die klinkt
als een klok, in figuurlijken zin natuurlijk.
Hij zal er dan niet eens provisie voor rekenen.
De heeren de Vogel en Sonnega moeten hebben
2,300.-.
Hierbij komt
voor een keurmeester500.—
onderzoek leidingwater200.
gas 200.—
3.200.—
Dit komt dan slechts 450.goedkooper dan eene
gemeentelijke inrichting.
Nu is spreker van oordeel dat een goede inrichting
van zoo groot belang is voor onze gemeente, dat dit
bedrag wel geen invloed zal mogen hebben. Wat
toch beteekent dit bagatel in vergelijking met het
groote voordeel eener gemeentelijke inrichting
Het is bekend dat het gevolg van een goeden keurings
dienst is, dat vele artikelen in voedingswaarde stij
gen, welke stijging een groot bedrag vertegenwoordigt.
Dit is vooral het geval met melk. Spreker wil
herhalen wat Dr. Lam daarvan zegt en wat bij de
vorige begrooting door spreker is aangehaald:
„Ziedaar een tastbaar resultaat, vooruitgang van
„de gemiddelde voedingswaarde van een zoo belang
rijk voedingsmiddel, een resultaat blijkbaar van blij
kenden aard."
En iets verder zegt hij
„Becijfert men nu de vermeerdering in voedings
waarde van volle melk door haar uit te drukken in
„de geldelijke waarde, die zij vertegenwoordigt,
„dan leert een matige schatting, dat enkel de ver-
„hooging van het gemiddelde vetgehalte voor Rot
terdam een jaarlijksche waarde vertegenwoordigt
„van f 120,000.een bedrag, nu in voedingswaarde
„genoten, maar vóór de keuring terecht komende in
„de zakken der knoeiers. Niet alleen uit een hygiënisch,
„maar ook uit een sociaal-economisch gezichtspunt
„zijn dus de nuttige gevolgen aan te wijzen van den
„keuringsdienst, waardoor de eerlijke slijters eene
„billijke, het algemeen belang ten goede komende
„bescherming genieten."
Dr. Lam schat dit bedrag voor Rotterdam op
120,000.Dr. van Raalte voor Dordrecht op
23,000.Waar dit de zegenrijke gevolgen zijn
van een goede inrichting, kan er geen enkele reden
voor den Raad zijn om de tot stand koming eener
gemeentelijke inrichting te bemoeilijken, te meer niet
daar het verschil in kosten met de door Burgemeester
en Wethouders voorgestelde regeling slechts /"450.
bedraagt.
Als wij wat doen, moet het goed zijn. Waar zulk
een groot belang van alle ingezetenen bij deze zaak
betrokken is, moeten wij een keuringsdienst hebben,
die geeft wat mogelijk is. En daarvoor geeft eene
gemeentelijke inrichting de beste waarborgen.
Spreker hoopt dan ook dat het voorstel zal worden
afgestemd.
Nog wenscht hij te doen opmerken, dat er nergens
sprake is van eene keuring van gebruiksartikelen.
Dit is ook noodzakelijk en eene dergelijke keuring-
bestaat reeds op verscheidene plaatsen.
De heer Baart de la Faille begint met Burge
meester en Wethouders dank te zeggen, dat zij aan
deze zaak, die na het voorstel van den heer de Jong,
a.augenomen bij de behandeling der begrooting voor
1908, al geruimen tijd hangende was, hebben getracht
eene oplossing te geven door het ingediende voorstel.
Spreker zal beginnen met enkele opmerkingen te
maken ten opzichte van de Memorie van Toelichting
op het voorstel. Hij kan niet onkennen dat daarin
enkele punten voorkomen, die hem eenigszins leed
hebben gedaan. In de eerste plaats de verklaring van
Burgemeester en Wethouders omtrent het voorstel van
de heeren de Yogel en Sonnega, waarvan gezegd wordt
„Sedert kwam tot ons leedwezen pas nadat
„bovenbedoeld voorstel publiek domein was gewor-
„den nog bij U in en werd bij het betrekkelijk
„dossier gevoegd een adres van O. J. de Vogel en
„H. W. Sonnega, beiden scheikundige en baterioloog
„alhier, waarbij wordt verzocht het voorstel van
„Burgemeester en Wethouders niet aan te nemen" enz.
Spreker wenscht te doen opmerken dat de genoemde
heeren toch moeielijk met een voorstel konden ko
men, vóór dat Burgemeester en Wethouders met hun
denkbeeld voor den dag waren gekomen, om Leeuwar
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Januari 1909. 25
den aan te sluiten bij den Centralen Keuringsdienst
te Rotterdam.
Onaangenaam heeft spreker getroffen de wijze,
waarop Burgemeester en Wethouders het advies der
gezondheidscommissie hebben beoordeeld. Er wordt
toch gezegd dat de gezondheidscommissie zich eenigs
zins schamper uitlaat over den keuringsdienst te
Rotterdam. Er was geen aanleiding om een gunstig
oordeel uit te spreken over een keuringsbureau, dat
in Rotterdam zelf, zelfs bij den gemeente-scheikundige
dr. Lam, die sedert jaren aldaar werkzaam is, onbe
kend was, en, onbekend maakt onbemind. Natuurlijk
kon de Gezondheidscommissie er geen gunstig, noch
een ongunstig oordeel over vellen en bestond er voor
haar geen reden zich aan te sluiten bij het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, dat enkel geba
seerd was op het feit, dat Zwolle zich een jaar ge
leden had aangesloten bij wijze van proef en dat
er van die gemeente geen ongunstige berichten waren
ingekomen.
Het spreekt echter van zelf dat elke keuring, hoe
gebrekkig ook, een gunstigen invloed uitoefent op
het gehalte der voedingsmiddelen. Dit is echter nog
geen bewijs dat aansluiting bij het Rotterdamsche
bureau het meest aanbevelenswaardig is.
De Gezondheidscommissie heeft den heer Goester
in haar midden gehad en waar deze voorloopig een
gunstig oordeel uitsprak, meende hij dat aan een
plaatselijk bureau, door ingezetenen ingericht, na-
deelen kleefden, omdat deze ingezetenen tegenover
leveranciers niet zoo onafhankelijk zijn.
Thans komt spreker tot eene uitdrukking in het
voorstel van Burgemeester en Wethouders, n.l. deze
„deze uitspraak in haar algemeenheid voor hare
„rekening latende, moeten ook wij erkennen dat
„zeker een bureau, dat werkt op de plaats waarvoor
„de dienst is ingesteld, iets voor kan hebben boven
„een elders gevestigde inrichting."
Spreker meent dat de gezondheidscommissie in
haar advies uitvoerig den nadruk heeft gelegd op
het voordeel, dat aan een plaatselijk bureau is ver
bonden. Daarom acht spreker het niet aangenaam
dat die uitspraak der Gezondheidscommissie wordt
gekwalificeerd als eene in hare algemeenheid, terwijl
er dan op volgt, dat een plaatselijk bureau iets voor
kan hebben.
De gezondheidscommissie heeft betoogd dat het
voordeel van een plaatselijk bureau gelegen is in de
voortdurende voeling, die kan worden gehouden met
winkeliers en ingezetenen en met den keurmeester,
den man van wiens ijver en tact zooveel afhangt,
die, zooals Dr. Lam zegt, naast den deskundige, de
ziel is van de inrichting. Dit is onmogelijk bij eene
inrichting die verre is; dan kan de keurmeester niet
zoo goed worden geïnstrueerd als blijkt het geval te
zijn bij een plaatselijk bureau. Bovendien brengt de
verzending, althans voor het artikel melk, bezwaren
mede. Spreker meent dus dat de gezondheidscom
missie niet in gebreke is gebleven te betoogen, dat
een keuringsbureau ter plaatse alleszins aanbeveling-
verdient.
Nu komt spreker tot den heer de Jong, met wien
hij in zooverre meegaat dat eene gemeentelijke in
stelling in de eerste plaats gewenscht is. Bovendien
is eene gemeentelijke inrichting in overeenstemming
met de aangenomen motie. De Raad heeft de wensche-
lijkheid uitgesproken tot instelling van een gemeen
telijk keuringsbureau en de gezondsheidscommissie
is daarin meegegaan. Zeker, als de mogelijkheid
bestond een dergelijk bureau op goeden voet in te
richten, zou dit ook voor de gezondheidscommissie
en voor spreker het ideaal zijn.
Wij hebben echter ingezien, dat dit belangrijke
kosten met zich zal meebrengen. Nu zal het de
vraag zijn of de Raad die kosten wil dragen. De
heer de Jong heeft de kostenberekening van het
Rotterdamsch bureau onder de oogen gezien en ge
zegd: die kosten kunnen wel tot een lager bedrag-
worden gereduceerd. Spreker acht het moeilijk die
cijfers voldoende te beoordeelen, doch wenscht er op
te wijzen dat in de berekening van het Rotterdamsch
bureau niet is opgenomen een keurmeester.
Burgemeester en Wethouders hebben de juiste
kosten van den dienst begroot op 4 a 5000.
Spreker is van oordeel dat dit bedrag het meest
met de waarheid overeenkomt. Daarom heeft de
gezondheidscommissie, als de Raad bezwaar maakt
een gemeentelijk bureau in te richten om de kosten,
het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om
de keuring aan de heeren de Vogel en Sonnega op
te dragen, met beide handen aangegrepen. De onaf
hankelijkheid, de persoonlijkheid van deze beide
heeren, levert een voldoenden waarborg, om de keuring
aan hen toe te vertrouwen.
De heer de Jong heeft een en ander gezegd om
twijfel te wekken aan de deugdelijkheid van een
dergelijk bureau, ingericht door particulieren. Spreker
doet opmerken dat dit denkbeeld niet nieuw is. De
heer de Vogel heeft spreker medegedeeld, dat in
Engeland, in niet groote gemeenten gemeenten
van denzelfden omvang als Leeuwarden, de keuring
van voedingsmiddelen wordt opgedragen aan zoo
genaamde public analysts, die voldoende den dienst
waarnemen. Waar deze beide heeren èn als schei
kundigen én als bacteriologen genoeg bekend zijn, be
hoeft ook in deze geen twijfel te bestaan aan eene
goede werking der inrichting.
Wat nu verder de onafhankelijkheid der beide heeren
betreft, spreker is van oordeel dat dit wel zal mee
vallen hun persoon geeft voldoenden waarborg, dat
het onderzoek onpartijdig zal geschieden. Onaf
hankelijk moeten zij zijn. Waar zij echter als par
ticulier al zoolang en zooveel onderzoekingen ver
richtten, zal het voor hen niet moeilijk zijn die uit
te breiden.
De heer de Jong zegt ook, dat een der heeren
zelf artikelen verkoopt, die aan keuring onderhevig
zijn. Dit zullen zekergeen artikelen uit de apotheekzijn,
die staan onder controle en wat de wijn betreft, dit is een
artikel dat nu niet in de eerste plaats in aanmerking komt
om te worden gekeurd. Als dit onderzoek echter ge
wenscht was, dan zou het toch wel mogelijk zijn, dat de
collega van den heer Sonnega zoo'n onpartijdig stand
punt innam, dat hij een betrouwbaar onderzoek zou doen.
Verder heeft de heer de Jong gezegd, dat de beide
heeren hunne zaken hebben, die het grootste deel van
hunnen tijd in beslag nemen. Spreker stemt dit toe,
doch is van oordeel dat, waar zij zelf meenen over
voldoenden tijd te kunnen beschikken als het werk
aan hen wordt opgedragen, het niet aan den Raad
is om te beoordeelen of de tijd, dien zij in hunne
zaken noodig hebben, het onderzoek van levensmid
delen zal benadeelen.
Spreker heeft het oog op do lijst van artikelen die
zij zich voorstellen te zullen onderzoeken. Hij heeft
respect voor die lijst. 200 monsters melk van 100
leveranciers zullen per jaar worden onderzocht. Melk
komt nu in de eerste plaats in aanmerking doch dit
getal monsters is zeer voldoende. De heer de Jong
heeft gewezen op het brood. Ook dit onderzoek is
van groot belang. Spreker meent echter te mogen
aannemen, volgens vroeger door de vereeniging voor
volksgezondheid gedane onderzoekingen, dat ver-
valsching van dit artikel op groote schaal hier niet
voorkomt. Als de heeren zich intusschen voorstellen
te onderzoeken 900 a 1000 monsters brood en krui
denierswaren, dan is dit wel een respectabel cijfer.
Verder zullen worden onderzocht 200 monsters spijs-
vetten, 50 karnemelk, 50 worst. Dit zijn de eerste
levensbehoeften. Hierbij komt nog, en dit is in strijd