168 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1909. De heer Hartelust stelt voor hiervoor te lezen: „een en ander behoudens de naderhand krachtens de Hinderwet tot oprichting der fabriek te verleenen vergunning en de daaraan alsdan te verbinden voor waarden". Wanneer dit in strijd is met de wet, wil spreker gaarne zijne mindere wetskennis erkennen, maar hij zou dan gaarne zien dat Burgemeester en Wethouders den aanvrager ten opzichte hiervan mondeling inlichten. Dit amendement wordt ondersteund en maakt alzoo een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Du pare herhaalt, dat de geheele slotbe paling kan vervallen. Het ligt niet op den weg van den Raad, aan de adressanten te zeggen, dat zij ver gunning volgens de Hinderwet noodig hebben, zij weten dit zeiven zeer goed. De heer Feddema repliceert dat door den heer Duparc wordt gezegd men verkoopt niet iets voor niets. De Raad heeft besloten het terrein in erfpacht uit te geven. Ais de heer Brouwer dit accepteert zit de gemeente vast. Kan dit dan nu door de Hinderwet te niet worden gedaan? Dit is voor spreker de vraag. In de toevoeging, door den heer Hartelust voor gesteld, ziet spreker geen bezwaar. Het geschreven woord heeft de meeste kracht en erfpachters en de gemeente hebben er weinig aan, wat de bedoeling is geweest. De heer Duparc zou vóór het amendement-Harte- lust kunnen stemmen, omdat het z. i. in alle geval een verbetering is. Als evenwel later de geheele bepaling al of niet geamendeerd, in stemming komt, zal hij, om de opgegeven redenen, tegenstemmen. De heer J. Koopmans doet opmerken dat deze zin door het amendement van den heer Hartelust een geheel andere beteekenis krijgt. Bij de redactie van Burge meester en Wethouders kunnen de voorwaarden nog worden aangevuld indien zulks krachtens de Hinder wet noodig zal blijken, terwijl door het amendement het geheele contract voorwaardelijk wordt gemaakt. Spreker zou gaarne weten of dit de bedoeling is. De heer G. W. Koopmans raakt thans ook in de war. Misschien is het beter de heele zinsnede weg te laten. Spreker ziet er nog dit gevaar in waarom is dit voorstel bij den Raad gekomen Immers om Brouwer eigenaar te maken van den grond, opdat hij vergunning kan vragen voor de oprichting van een asfaltfabriek. Is dat nu de bedoeling, dan is het voorstel van den heer Hartelust niet goed, maar door aanneming van het amendement-Hartelust wordt hij dat niet. Wanneer hij geen eigenaar is, kan hij immers geen aanvraag tot oprichting doen. Het amendement-Hartelust wordt verworpen met 10 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerenZandstra, Feddema, Beekhuis en Hartelust. Tegen de heeren J. Koopmans, de Jong, Wilhelmij, Beucker Andreae, Haverschmidt, G. W. Koopmans, Feitz, Fransen, Baart de la Faille en Duparc. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 10 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerenZandstra, de Jong, Wilhelmij, Beucker Andreae, Haverschmidt. Beekhuis, Feitz, Hartelust, Fransen en Baart de la Faille. Tegen de heeren J. Koopmans, G. W. Koopmans, Feddema en Duparc. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun wegens overschrijding der begrooting van uitgaven voor de verbouwing der gemeentelijke gasfabriek en de uit voering van daarbï} noodig gebleken werken alsnog een crediet van f 18000.te verleenen. Dit voorstel luidt als volgt Bij raadsbesluit van 24 Maart van het vorig jaar is aan ons college een crediet verleend van ƒ356,110. voor de vernieuwing der gemeentelijke gasfabriek, ter wijl sinds zijn gevoteerd ƒ81,000.voor verbetering van het buizennet (28 April 1908) en ƒ6,500.voor een wasch- en schaftlokaal (10 November d. a. v.), in totaal alzoo 443,610.Uit de van de Direc teuren der fabriek en van Gemeentewerken op ons verzoek ontvangen opgaven van den stand van de bedragen, waarover reeds is beschikt, blijkt dat de eerstgenoemde, na aftrek van de opbrengst van oud materiaal, ruim 2,950.— beneden de begrooting zal blijven, terwijl de laatste eene overschrijding van circa 6,000.heeft, mede als gevolg van werken, waarop niet gerekend is kunnen worden, zooals b.v. het aanbrengen van een tweeden teer- en ammoniak- put. Eigenlijk is die som 3,300.hooger, omdat de op den door hem overgelegden stand van uit gaven voorkomende eerste post van 25,000.is samengesteld uit de geraamde uitgaven ad/'15,000.- voor fundeering enz. (zie pag. 309 van bijl. 30,1908) en 10,000.voor later bijgekomen heiwerk (pag. 83 bijl. 5, 1908); deze laatste post nu moet inderdaad zijn niet 10,000.doch 6,700.Tot dusver alzoo te weinig ƒ6,000.3,300.ƒ2,950. 6,350.en niet, zooals de commissie voor de gasfabriek, wier gevoelen wij terzake inwonnen, van meening is 3,050.De commissie legt bovendien aan ons over een staat van nog uit te geven be dragen tot een beloop van 10,000.Het tekort klimt daardoor tot 16,430.wat ter bestrijding van mogelijk nog te verwachten tegenvallers zou moeten worden afgerond tot 18,000.een som die van het in totaal voor de vernieuwingen en ver beteringen geraamd bedrag geen abnormaal hoog percentage mag heeten. Het is wenschelijk over het met dit bedrag van 18,000.verhoogd crediet te kunnen beschikken, zoodat wij de eer hebben U in overweging te geven te besluiten, de bij raadsbesluiten van 24 Maart, 28 April en 10 November 1908 aan Birrgemeester en Wethouders verleende credieten in totaal/'443,610. voor de vernieuwing der gemeentelijke gasfabriek, de verbetering der kanalisatie en den bouw van een schaftlokaal c. a., met 18,000.te verhoogen en te brengen in totaal op 461,610. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen zegt, dat, alhoewel wij niet verwend zijn door zuinige cijfers voor gemeentewerken, het sommigen zal hebben verwonderd dat een dergelijk bedrag van 18000.nog wordt aangevraagd. De eerste begrooting toch van ruim 340,000.was al zeer hoog voor eene ver- en aanbouw en toch is zij door roijaal te bouwen met dit bedrag overschreden. Daarom verwondert het spreker dat deze aanvraag niet eerder is gedaan. Dat de begrooting hoog was Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1909. 169 vindt zeker zijn oorzaak hierin, dat er toch geld moest zijn om tegenvallers te kunnen betalen en er is ook niets tegen, dat bij het maken van een begrooting daarmede rekening wordt gehouden. Spreker is echter bang dat men zich blind heeft gestaard op de uitge trokken posten en getracht heeft die posten, noodig of niet noodig, uit te putten. Dit acht spreker niet in het belang der gemeente. Het ware beter geweest dat getracht ware op die posten te bezuinigen en geen onnutte uitgaven te doen of luxe aan te brengen, daar waar zulks niet is te verdedigen. Dan had allicht het nu aangevraagde crediet daaruit kunnen worden gevonden. Spreker vindt echter geen vrijheid tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders te stemmen omdat hij vreest dat, wanneer het mocht vallen, het werk half zou blijven liggen, iets, wat niet in 't belang der gemeente zou zijn. Spreker heeft niet bedoeld om tengevolge van een zuinig beheer slecht werk te hebben, zooals dat het geval is geweest met den wal achter den Prinsentuin, die reeds vrij wat heeft gekost, nu nog duurder wordt en toch nog half werk blijft. Spreker wenscht goed en degelijk werk en wil het daarvoor benoodigde bedrag be schikbaar stellen maar ook niet meer. Hij verzoekt daarom Burgemeester en Wethouders te trachten voor zoo\ er hun dat mogelijk is, de uitgaven voor gemeente werken te bezuinigen en toch te zorgen voor goed O O werk. Ook de heer Feddema zal zich niet verklaren tegen het door Burgemeester en Wethouders aangevraagde crediet. Spreker vindt het echter jammer dat de gelden worden aangevraagd wegens overschrijding der begrooting, want de Raad wordt nu eenvoudig voor een voldongen feit geplaatst. Hij moet nu nog gelden toestaan die reeds zijn opgebruikt. Dat die 18000.nog noodig zijn geweest, kan spreker zich denken op zoo'n eigenaardig werk is dit niet bij zonder veel. Spreker hoopt dat Burgemeester en Wethouders in het vervolg vlugger met dergelijke aanvragen zullen komen. Overigens meent hij dat zij, waar zulk een belangrijk werk in eigen beheer is uitgevoerd, kunnen hebben geleerd dat eene uit voering in eigen beheer niet is in het klaarblijkelijk belang der gemeente. De heer J. Koopmans. die als lid der Commissie voor de gasfabriek met de cijfers der begrooting beter bekend kan zijn dan de andere leden van den Raad, wil beide sprekers wel antwoorden. Het doet spreker genoegen van hen te hebben ge hoord dat zij niet tegen de aanvraag zullen zijn, daar zij zich best kunnen voorstellen, dat de begrooting van zulk een belangrijk werk, 356,000.wel met een bedrag van 18,000.kan worden overschreden en vooraf niet alles is te berekenen. Spreker wenscht er echter op te wijzen dat het niet enkel is eene overschrijding" der begrooting maar ook eene aanvulling, omdat nog verschillende werken en onderdeelen van het geheel, als een tweede teer- kuip, rioleering, werkplaatsen enz., nog moesten worden bijgemaakt of verbetering behoefden. Wel heeft het ook in den boezem van de Gascom- missie eenige ontstemming gewekt, toen men bespeurde, dat do Directeur der Gemeentewei-ken aan verschil lende posten meer had besteed, wat voor andere posten weer minder behoefde te worden uitgegeven. Later bleek hierin echter een misverstand te hebben plaats gehad, wijl de Directeur der Gemeentewerken in de meening verkeerde, dat voor den post fundeering ƒ10,000.was aangevraagd, hetgeen inderdaad slechts 6700.bleek te zijn. Overigens is eene nauwkeurige begrooting in dit geval, waar het geheele werk onder het bedrijf der fabriek moest worden uitgevoerd, zeer moeilijk te maken. Er zijn verschillende onkosten te maken, die eerst bij het werk blijken en die men zich ter wille van het bedrijf moet getroosten. Bij nieuwbouw komt zulks niet zoo voor. Het kan ook zijn dat spreker zelf wel eenige schuld treft. Tenminste hij heeft als lid der Gascommissie bij inspectie van het werk meermalen de opmerking gemaakt, dat men toch ook de werkplaatsen als smederij enz. meer in overeenstemming zou maken met het geheel, waarop oorspronkelijk nog niet was j gerekend. Een goede werkplaats met voldoende lucht en licht is niet alleen in het belang van den werkman maar ook van het werk zelf, dat vlugger en beter wordt gedaan in degelijke lokalen met goede gereedschappen. Op de lijst van den Directeur der Gemeentewerken komen nu ook de werkplaatsen voor. Deze lijst is nu ook vrij lang en spreker gelooft dat nu ook alles is bijeen verzameld en eene nieuwe aanvraag niet meer noodig zal zijn. De heer Fransen wijst er op dat spreker zou heb ben gezegd niet verwonderd te zijn, dat de begroo ting met 18,000.is overschreden. Dit is niet juist. Sprekers bedoeling was dat dit bedrag zoo niet geheel, dan toch voor een groot deel ware te vinden geweest in bezuinigingen op het werk zelf. De heer J. Koopmans kan hierop hezwaarlijk ant woord geven. Misschien had men zuiniger kunnen werken, dit is moeilijk te beoordeelen, in ieder geval hij weet het niet, maar wat hij wel weet is, dat er maar niet aan de verschillende onderdeelen is besteed en uitgegeven, omdat daar toevallig het eindcijfer der begrooting niet werd bereikt. Er is van meet af naar een vast plan gewerkt. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter deelt mede, dat door den heer Baart de la Faille verlof is gevraagd een paar vragen te mogen richten tot Burgemeester en Wethouders over eene zaak, vreemd aan de orde van den dag. Spreker stelt voor den heer Baart de la Faille het gevraagde verlof te verleenen. Hiertoe wordt besloten. De heer Baart de la Faille dankt den Voorzitter voor diens voorstel en den Raad voor diens instem ming. Spreker is overtuigd dat alle leden belang stellen in wat men noemt den welstand der gemeente. Spreker heeft een paar punten op het oog, die de aandacht verdienen. In de eerste plaats wenscht spreker te wijzen op de Korfmakersstraat. Deze belangrijke verkeersweg heeft eene groote verbetering ondergaan door de ver bouwing van het Gouvernementshuis. Het oog wordt daar echter alleronaangenaamst getroffen door den onoogelijken gevel van de werkplaats van den heer Hempenius. Spreker wilde hierop de aandacht vestigen, opdat kunne worden overwogen of het ook wenschelijk is te trachten hierin verbetering aan te brengen. In de tweede plaats wil spreker wijzen op een van de mooiste wandelwegen van de stad, n.l. de Spanjaardslaan. Die laan wordt ontsierd door een onoogelijke loods tegenover den ingang van de be graafplaats, toebehoorende aan de firma de Boer.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 6