Vergadering van Dinsdag 24 Augustus 1909. 174 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Augustus 1909. tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren Beucker Andreae, J. Koopmans, Komter, Schoondermark, Duparc, Oosterhoff, Feitz, Haverschmidt, Beekhuis en Baart de la Faille. Tegen de heerenG. W. Koopmans, de Jong, Feddema, v. Messel, Zandstra en Lautenbach. Aan de orde is De verordening op de invordering van kadegeld. Aan de orde is artikel 1. De heer Zandstra stelt voor te lezen inplaats van artikel 1 „Het recht wordt ingevorderd in vier „gelijke termijnen". De Voorzitter doet den heer Zandstra opmerken, dat deze ook de termijnen dient aan te geven. Waar het recht is verschuldigd bij vooruitbetaling (zie artikel 4 der heffingsverordening) en de eerste termijn niet geïnd kan worden vóór 1 Maart, terwijl de laatste niet na September mag vervallen, geeft spreker den heer Zandstra in overweging de termijnen te bepalen op 1 Maart, 1 Mei, 1 Juli, 1 September. De heer Zandstra stelt voor te lezen „Het recht wordt ingevorderd in vier termijnen, vervallende den 1 Maart, den 1 Mei, den 1 Juli en den 1 September." Dit amendement wordt ondersteund en maakt alzoo een onderwerp van beraadslaging uit. De heer G. W. Koopmans gaat met het amendement- Zandstra uit billijkheidsoogpunt mee. Hij is echter van oordeel dat nu nog moet worden ingelascht in alinea 2 De tusschentijdsche aanslagen moeten worden be taald binnen één maand, enz. De heer Beekhuis heeft van den heer Zandstra nog geen toelichting van diens amendement gehoord. Men is nu al bezig op de redactie vooruit te loopen. Spreker toch zou het veel eenvoudiger vinden als er inplaats van één termijn stond vier termijnen en dan aan het slot van alinea 2 „verder om de drie maanden". De Voorzitter antwoordt dat het dan geen voor uitbetaling meer is. De heer Feddema is van oordeel dat eene goede redactie niet zoo maar a l'improviste is te regelen. Wanneer de Raad over het beginsel uitspraak doet, kan de redactie wel aan Burgemeester en Wethouders worden overgelaten. Ook spreker weet echter niet wat de bedoeling ervan is om de belasting in vier termijnen te laten betalen. De kleine man, die maar weinig betaalt uit hoofde dezer verordening, kan de belasting wel in één termijn opbrengen, voor de grooten is betaling in één termijn in 't geheel geen bezwaar. Wanneer dus de heer Zandstra niet kan aantoonen dat betaling in één termijn bezwaarlijk is, zal spreker tegen diens amendement stemmen. De heer Zandstra heeft het oog op de schepen, bedoeld in art. 2 sub d, n.l. de winkelschepen. Onder de schippers van deze categorie zijn er menschen, die op een gegeven oogenblik geen ƒ50.aanboord hebben en niet kunnen hebben, zoodat zij dan geen vaste ligplaats kunnen krijgen, wat toch voor hen noodzakelijk is. De Voorzitter wijst er op dat er geen bezwaar be staat om de redactie aan Burgemeester en Wethou ders over te laten wanneer de Raad eenmaal over het beginsel heeft beslist. Het komt spreker echter voor dat eene regeling van betaling der retributie als door den heer Zand stra is voorgesteld, geen aanbeveling verdient. Het betreft hier eene retributie, waarvoor men aan be langhebbenden een voorrecht geeft tegen eene be scheiden vergoeding. Waar nu de helft der aange- slagenen zooals spreker in de vorige vergadering heeft aangetoond slechts van 5.tot 7. heeft te betalen, meent spreker, dat er geen be zwaar is tegen betaling in één termijn. De heer Zandstra had het oog op de winkelsche pen. Die zijn hier echter misschien slechts 4 en het is niet aan te nemen dat deze schippers de belasting niet in eens kunnen betalen. Aanneming van het amendement-Zandstra zal dan ook veel onnoodige administratieven omslag veroorzaken. De heer J. Koopmans heeft het amendement-Zandstra ondersteund op dezen grond, dat de invordering zou plaats vinden in den slechtsten tijd van het jaar. In de maanden Januari en Februari is het dikwijls ge sloten water, de schippers komen dan niet in de stad en zouden dan niet binnen den bepaalden tijd de retributie storten. Nu weet spreker wel, dat met de uitreiking van de aanslagbiljetten niet zoo'n haast wordt gemaakt en er wel eenige tijd verloopen zal vóór de betalings termijn expireert, doch door dezen wat gemakkelijker te maken zal men moeilijkheden kunnen voorkomen. Wil men de wijziging niet, dan zou men de bezwaren ook kunnen ondervangen door den termijn van één maand tot drie maanden te verlengen. Spreker wenscht dan hiertoe wel het voorstel te doen. De Voorzitter deelt mede dat dit voorstel door Burgemeester en Wethouders wordt overgenomen. Het amendement-Zandstra wordt verworpen met 11 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heeren G. W. Koopmans, de Jong, Duparc, Zandstra en Lautenbach. Tegen de heerenBeucker Andreae, Feddema, J. Koopmans, Komter, Schoondermark, Oosterhoff, van Messel, Feitz, Haverschmidt, Beekhuis en Baart de la Faille. Het sub-amendement-G. W. Koopmans is hierdoor vervallen. Artikel 1 wordt, zooals het door het amendement- J. Koopmans is gewijzigd, aangenomen. De artikelen 25 worden met algemeene stemmen aangenomen, waarna de geheele verordening met algemeene stemmen wordt vastgesteld. Aan de orde is het rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek der geloofsbrieven der nieuwgekozen leden van den Raad. Met algemeene stemmen wordt besloten tot toela ting der heeren J. H. Berghuis, mr. A. Menalda, P. A. Wilhelmij, T. Komter, mr. J. W. Tijsma, L. Zand stra, mr. C. Beekhuis en G. W. Koopmans. De heeren Komter, G. W. Koopmans, Zandstra en Beekhuis hebben, ieder voor zoover zijn eigen toelating betreft, tot het nemen van dit besluit niet medegewerkt. De Voorzitter sluit hierna de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Augustus 1909. 175 Tegenwoordig 16 leden, te weten de heeren Schoondermark, de Jong, Lautenbach, Fransen, Zand stra, Oosterhoff, G. W. Koopmans, Wilhelmij, Beucker Andreae, van Messel, Duparc, Hartelust, Berghuis, Feddema, Baart de la Faille en van Messel. Afwezig 7 leden, waarvan met kennisgeving de heeren Haverschmidt, Beekhuis, J. Koopmans, Komter, Besuijen en Burger. Zonder kennisgevingde heer Feitz. Voorzitterde heer J. A. A. Schoondermark, loco- Burgemeester. I. De notulen der op Dinsdag 10 Augustus 1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. Resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende mededeeling dat het bericht van de toelating als raadsleden van de heeren J. H. Berghuis, Mr. A. Menalda, P. A. Wilhelmij, T. Komter, Mr. J. W. Tijsma, L. Zandstra, Mr. C. Beekhuis en G. W. Koopmans voor kennisgeving is aangenomen. Wordt voor kennisgeving aangenomen 2. Adres van den Gemeente-ontvanger om hem verlof tot afwezigheid te verleenen van 6 September 1909 tot en met den 24 September d.a.v. Wordt voorgesteld het gevraagde verlof te ver leenen. Hiertoe wordt besloten 3. dat aan J. Joustra alhier provisioneel in erf pacht is toegewezen het laatste gedeelte van het terrein aan den Hoekstersingel, zijnde pl.m. 204 M2. van blok A, waarde ongeveer 1020.canon pl.m. 45.90. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening der verordeningen regelende het gebruik van de waag (gemeenteblad 1904 no. 15), tot heffing en op de invordering der waagrechten (1904 no. 28) en houdende instructie voor den waagmeester (1904 no. 16). Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en te zijner tijd worden behandeld. 2. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders omtrent het adres van J. van Sijp e. a. om de be vloering in de Peperstraat te vervangen door een asfaltbestrating en het rijden met rijwielen in die straat te verbieden. Zal in eene volgende vergadering worden behandeld. 3. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders om artikel 2 der ontwerp-verordening tot het heffen van markt- en weeggelden voor het gebruik van de veemarkt en van de daarop geplaatste weegtoestellen (bijlage 14 van 1909) in dier voege te lezen, dat daaruit het 2e lid vervalt. Zal bij het betrekkelijk voorstel onder punt 7 der agenda voor heden worden behandeld. IV. Rapporten. De heer Hartelust rapporteert dat de Commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van het Stadsziekenhuis, dienst 1910, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 13380.13. De Voorzitter stelt voor het rapport in eene vol gende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de Commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der Commissie, belast gerveest met het onderzoek van de begrooting der Stads Armenkamer, dienst 1910. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der begrooting, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 2. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake bezwaarschriften tegen aanslagen in de belasting op het houden van hondendienst 1909. Met algemeene stemmen wordt besloten a. toe te wijzen het bezwaarschrift van P. de Haan en in verband daarmede ontheffing te verleenen op den aanslag, voorkomende onder volgno. 634 van de lijst no. 1 der belastingschuldigen wegens het houden van honden over het belastingjaar 1909, tot een bedrag van ƒ1.50 b. af te wijzen de bezwaarschriften van H. Hulscher, A. Bul, J. Breidenbach, J. Zandleven, F. Buwalda en J. E. L. Sas. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de rooilijn voor de bebouwing van het gedeelte der Druifstreek tusschen gemeenteschool no. 1 en het Blokhuispleinom met de Leeuwarder Water leiding-Maatschappij en mr. C. Beekhuis transacties aan te gaan betreffende koop en verkoop van grond aan de Druifstreek en voorts om voor de doortrekking van het trottoir aan de westzijde van laatstgenoemde straat tot aan het Blokhuisplein het vereischte crediet te verleenen Dit voorstel luidt Door de Leeuwarder Waterleiding Maatschappij is aan ons ingediend een plan voor de bebouwing van het terrein, gelegen achter haar kantoor Ossekop No. 11, ten zuiden van de aangrenzende gemeenteschool No. 1 aan de Druifstreek. Wordt dit plan uitgevoerd en gebouwd in de be staande rooilijn, dan zal het jaren kunnen duren voor en aleer in den onregelmatigen toestand aan de west zijde der Druifstreek bij het Blokhuisplein, van gemeentewege verbetering kan worden gebracht. De mogelijkheid om daartoe reeds thans te geraken is geopend, nu blijkens het hierbij overgelegd advies der Commissie voor Openbare Werken, de heer Mr. C. Beekhuis bereid is bevonden een gedeelte van den tuin, behoorende bij het door hem bewoonde perceel Ossekop No. 13 in eigendom aan de gemeente af te staan, indien de bestaande rooilijn van den zuidooste lijken hoek der gemeenteschool No. 1 af zóóveel in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 1