Vergadering van Dinsdag 8 Februari 1910. 18 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Januari 1910. om de benoeming van allo inférieure ambtenaren bij den Raad te brengen. Spreker wil die aan Burgemeester en Wethouders overlaten. Hij zal tegen het voorstel-Zandstra stemmen. Dit voorstel wordt verworpen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heeren G. W. Koopmans, Wilhelmij, Berghuis en Zandstra. Tegen de heeren Lautenbach, Beucker Andreae, Fransen, Schoondermark, Oosterhoff, Feitz, J. Koop- mans, Burger, Haverschmidt, van Messel, Feddema, Menalda, Komter en Baart de la Faille. De onderdeelen IV en V worden, onderdeel IV aangevuld met het woord „garnalen", vastgesteld. Onderdeel B wordt met algemeene stemmen vast gesteld. De verordening in haar geheel wordt met algemeene stemmen vastgesteld. 6. Benoeming van een bestuurslid van de woning- vereeniging „Leeuwarden"vacature Mr. Dr. F. C. van Geer. Uitgebracht zijn 18 stemmen, verdeeld als volgt op den heer J. de Vries 15 stemmen, D. B. Kalma 2 terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer J. de Vries is alzoo benoemd. Niets meer te behandelen zijnde wordt do verga dering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1910. 19 Tegenwoordig 20 leden, te weten de heeren Beucker Andreae, Berghuis, Wilhelmij, J. Koopmans, de Jong, Oosterhoff, Komter, Feitz, Lautenbach, Burger, Beekhuis, Fransen, Tijsma, van Messel, Fed dema, Hartelust, Schoondermark, Zandstra, Haver schmidt en Baart de la Faille. Afwezig met kennisgeving de heerenMenalda, G. W. Koopmans en Besuijen. Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester. I. De notulen der op Dinsdag 25 Januari 1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raadsbesluit dd. 25 Januari 1.1. tot verkoop van gemeentegrond aan de Westerplantage achter het perceel Torenstraat no. 33 aan P. Kingma. Wordt voor kennisgeving aangenomen 2. de rekening en verantwoording der Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1909. Wordt in handen gesteld van de heeren Burger, Fransen en Lautenbach, om onderzoek en rapport 3. adres van de firma G. Greve te Utrecht, houdende verzoek terug te komen op het besluit betreffende het verbod van het gebruik van lood- withoudende verven bij gemeentelijke verfwerken en dit gebruik alsnog onder bepaalde voorwaarden toe te staan. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ter afdoening; 4. adres van J. Bakker, houdende mededeeling dat hij in beroep komt van het besluit van Burge meester en Wethouders dd. 26 Januari 1910 no. 219*/62, waarbij hem is geweigerd de vergunning tot het bouwen van twee woonhuizen aan de IJpeijstraat, op grond dat de zijgevel van een dier huizen zal worden opgetrokken aan eene geprojecteerde straat, waarvan de inrichting als zoodanig overeenkomstig de gegeven voorschriften naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet voldoende verzekerd is. Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae- advies. Het wil den heer Feddema voorkomen dat dit ver zoek zoo'n simpele zaak geldt, dat daarop nog heden wel een beslissing kan vallenspreker wil althans den Raad een voorstel doen, het verzoek van Bakker na afloop van de behandeling der agenda te mogen toelichten. Spreker verzoekt den Voorzitter deze handelwijze te willen steunen door zich bereid te verklaren, wijl hij de Voorzitter geheel op de hoogte is van de zaak, het standpunt van Burge meester en Wethouders te verdedigen. De Voorzitter doet den heer Feddema opmerken dat het adres thans aan de orde is en er dus thans over kan worden gesproken. De heer Feddema is dus zeker in zijn recht zulks te doen en wanneer hij dan ook meent een voorstel te moeten doen, afwijkende van dat van Burgemeester en Wethouders, zal spreker dit in behandeling brengen. De heer Feddema wijst er op dat adressant heeft gevraagd te bouwen aan de IJpeijstraat op een terrein, door hem gekocht van de heeren IJsbrandi en de Walle. Burgemeester en Wethouders hebben de bouwvergunning geweigerd omdat het huis een ach tergevel heeft, die zal komen te staan aan de straat, in 1905 aangeduid als X IJ Z, den verkeersweg loopende langs de spoorlijn LeeuwardenGroningen, de aanleg van welke straat Burgemeester en Wet houders niet voldoende verzekerd achtten. In het besluit van den Raad van April 1905 ten opzichte van het stratenplan IJsbrandide Walle komt de be paling voor dat deze straat, X IJ Z. moet zijn aan gelegd en voltooid vóór 1 April 1912. Daar is dus een fatale termijn gesteld en waar nu de Raad vergunning heeft verleend tot straataanleg onder bepaalde voorwaarden, kan er moeielijk worden beweerd, dat de aanleg van de straat niet voldoende verzekerd is. Daarom zou spreker dan ook willen voorstellen, wijl bedoeld raadsbesluit toch wel zal nageleefd moeten worden, nog heden ten opzichte van dit adres een besluit te nemen. De voorgevel komt aan de IJpeijstraat, aan een straat dus die de gemeente reeds over nam en volgens sprekers gevoelen wordt toch gebouwd aan die straat, aan welke de voorgevel van een huis staatwaar de achtergevel komt doet er niet toe. Maar al is dit het geval, dan nog is de totstandkoming der straat voldoende ver zekerd op grond van het aangehaalde raadsbesluit. De Voorzitter gelooft het best aan de bedoeling van den heer Feddema te voldoen, wanneer hij laat stemmen over diens voorstel om het adres onmiddel lijk in behandeling te nemen. Wanneer de Raad hiertoe besluit kan het debat verder worden voortgezet en wensclit spreker zelf op het door den heer Feddema gesprokene eenige kant- teekeningen te maken. De heer Burger vraagt of Burgemeester en Wet houders er prijs op stellen een schriftelijk prae-advies te geven of dat zij ook bereid zijn den Raad mon deling in te lichten. De Voorzitter zou daartegenover de vraag kunnen stellen of de Raad prijs stelt op een schriftelijk prae- advies. Burgemeester en Wethouders zijn te allen tijde bereid inlichtingen te geven en willen die nu ook Avel mondeling verstrekken, omdat zij daartoe thans in staat zijn. Nu er een stem is opgegaan het adres dadelijk in behandeling te nemen, is spreker van oordeel dat het voorstel daartoe den voorrang heeft boven dat van Burgemeester en Wethouders. De heer Beekhuis meent dat de Raad onmogelijk een besluit kan nemen zonder prae-advies van Bur gemeester en Wethouders. Indertijd waren er groote moeilijkheden bij de behandeling van het bouwplan IJsbrandi en de W^alle over den aanleg der straat. Het wil spreker voorkomen dat het niet aangaat dadelijk eene beslissing te nemen, omdat die moeie- lijkheden misschien niet allen leden helder voor den geest zullen staan. Spreker stelt prijs op een prae- advies van Burgemeester en Wethouders. Het voorstel van den heer Feddema wordt ver worpen met 11 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Berghuis, de Jong, Lau tenbach, Burger, Fransen, Tijsma, v. Messel, Feddema en Zandstra. Tegen de heerenBeucker Andreae, Wilhelmij, J. Koopmans, Oosterhoff, Komter, Feitz, Beekhuis, Hartelust, Schoondermark, Haverschmidt en Baart de la Faille.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 1