2. in koop vraagt de zuidelijke helft van de het bouwterrein ten zuiden begrenzende sloot, op de kadastrale teekening rood gearceerd "Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1910. wordt gevraagd, ten bedrage van 10.voor den onderwijzer uit deze gemeente, die in het afgeloopen jaar aan den cursus heeft deelgenomen en van f 25. voor eiken onderwijzer of onderwijzeres, die aan den cursus in 1910 zal deelnemen. Onder mededeeling, dat wij het gemeentebelang bij dergelijke cursussen niet in die mate betrokken achten, dat voor toekenning van subsidie termen aanwezig zouden zijn, hebben wij, onder wederaan- bieding der stukken, de eer U voor te stellen te besluiten aan adressant te doen weten, dat zijn verzoek niet kan worden ingewilligd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. Prac-advies van Burgemeester en Wethouders betreffende het adres van de ivedutve van H. Bergema, in leven boekhouder der gemeentelijke gasfabriek, om haar ten behoeve van het onderhoud der minderjarige kinderen eene gratificatie uit de gemeentekas toe te kennen. Dit prae-advies luidt als volgt: Door de weduwe van H. Bergema, in leven boek houder aan de gemeentelijke gasfabriek, wordt aan Uwe Vergadering verzocht haar, die geen recht op pensioen kan laten gelden, uit de gemeentekas eene gratificatie toe te kennen, ten behoeve van het onder houd van de minderjarige kinderen uit een vorig huwelijk van den overledene dat te haren laste komt. Onder verwijzing naar het prae-advies op een soortgelijk adres, in overeenstemming waarmede in Uwe vergadering van den 23 Februari 1909 is be sloten en naar Uwe daar aangehaalde vorige be sluiten en onder mededeeling voorts, dat aan adres sante, overeenkomstig het raadsbesluit van 14 Januari 1902, nog gedurende zes weken het door wijlen haar echtgenoot laatstelij k genoten salaris wordt uitgekeerd, geven wij U in overweging te besluiten adressante te berichten dat haar verzoek niet kan worden ingewilligd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van H. H. Keg alhier, gemachtigde van B. Key te 's Gravenhage, om vergunning tot straataanleg op een terrein, gelegen tusschen de Wij brand de Geest straat en het Molenpad, kadastraal bekend in sectie G nos. 8439, 3157, 6270, 6271 eu 6876, met voorstel om a. met H. H. Key voornoemd eene ruiling van grond aldaar aan te gaan; b. aan de Voogdij van het Old Burger Weeshuis en aan 8. v. d. Veen, alhier, in koop af te staan strooken grond en sloot achter hunne perceelen aan de Wijbrand de Geeststraat. Dit prae-advies luidt als volgt: Door H. H. Key alhier, optredende als gemachtigde van R. Key te 's Gravenhage, wordt aan Uwe Ver gadering vergunning gevraagd tot straataanleg op de kadastrale perceelen sectie G nos. 8439, 3157, 6270, 6271 en 6876, zulks onder overlegging van de bij de Bouwverordening geeischte stukken en teeke- ningen. Geprojecteerd zijn een oost-west en drie zuid-noord strekkende straten. De meest oostelijke van laatst genoemde zal de Wijbrand de Geeststraat in ver binding brengen met de Jacob van Aakenstraat en zoo met het Molenpad voorzoover zij over het perceel van adressant loopt, is op deze verbinding reeds ge- ruimen tijd het oog gevestigd geweest, daar op de daartoe noodige strook bij Uw besluit van 28 Maart 1906 het bouwen is verboden. De straten zijn als derde klasse straten gedacht. Trottoir is ontworpen over het zuidelijke gedeelte M L van de ovengenoemde verbindingsstraat. Aangezien een rationeele stadsuitleg op de voor gestelde wijze zal tot stand komen, bestaat er dus geen bezwaar de gevraagde vergunning in 't algemeen te verleenen. Evenwel onder zekere bepalingen. Voor eerst behoeft de ten zuiden van het bouwterrein liggende 1 M. breede strook grond, waarvan' bij Uw besluit van 26 October 1909 reeds een gedeelte, op de teekening zwart gearceerd, is verkocht aan K. Posthuma en H. de Vries, noch de aangrenzende halve sloot aan de gemeente te verblijven. Bij het voorstel dat tot het ovengenoemde raadsbesluit van 26 October 1909 leidde, zijn de motieven daarvoor aangegeven. In dien gedachtengang zijn dan ook verklaringen uitgelokt van de eigenaren van de zuid waarts van die strook meer westelijk liggende per ceelen, die zich daarbij tot overneming op gelijken voet, als door Posthuma en de Vries is geschied, bereid verklaren. Het zijn de voogdij van het Old Burger Weeshuis als eigenares van het Gabbema Gasthuis en S. van der Veen alhier als eigenaar van het daaraan gren zende perceel, kadastraal bekend in sectie G no. 7989, aan wie die grond, voor zoover de noordelijke grens van hun eigendom strekt, dus zonder bezwaar kan worden afgestaan Voor zoover het gedeelte op de teekening aangeduid betreft, zijn over het vak, a b c d gemerkt, nog onderhandelingen gaande. Voor het overige kan het met de aangrenzende halve sloot aan adressant in eigendom worden afgestaan. De exploitatie van het onmiddellijk ten noorden liggende bouwterrein wordt daardoor mogelijk en daarom is van dien afstand gebruik gemaakt om van adressant in eigendom te verkrijgen en onder voorwaarde dat zij door hem als trottoirs worden aangelegd onder de zelfde bepalingen van bijbetaling voor toezicht en voortdurend onderhoud als de gewone straten, de met roode arcure aangeduide gedeelten O tot F aan het Molenpad. De gedeelten O A en D E F zou hij daartoe eerst van andere eigenaren in handen moeten zien te verkrijgen. Adressant, zich overigens met de gestelde eischen vereenigende, deelt evenwel mede dat het hem niet is mogen gelukken den eigendom te verkrijgen van het eerstgenoemd gedeelte, de strook grond, gelegen tusschen zijn terrein en de Bisschopstraat. Het is dus wenschelijk voorgekomen het gedeelte O A uit het besluit te laten vervallen. Daarvoor de de langdurige en onzekere procedure der onteigening te volgen, gelijk de Directeur der Gemeentewerken aanraadt, komt ons bij het geringe gemeentebelang, dat er bij betrokken is, niet geraden voor. Wat de gedeelten D E F betreft, kan de overneming worden aanvaard, al zal er wellicht eenige tijd mee heen gaan vóór de aanleg tot trottoir en de daarmede gepaard gaande terugplaatsing der tuinhekjes in de nieuwe lijn een feit zal zijn geworden. Aan adressant is dus opgelegd de som die met den trottoir-aanleg aldaar en de verplaatsing der hekjes gemoeid zal zijn in de kas der gemeente te storten, die dan, zoodra het mogelijk is, een en ander zelf zal bewerkstelligen. Wij hebben de eer U in overweging te geven te besluiten I. aan H. H. Key qq. vergunning te verleenen tot stratenaanleg op het terrein, gelegen tusschen de Wijbrand de Geeststraat en het Molenpad, kadastraal Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februri 1910. 29 bekend in sectie G nos. 8439, 3157, 6270, 62/1 en 6876 en aan hem over te dragen de aan de gemeente toebehoorende gedeelten grond en sloot, ten zuiden van het bouwterrein, uitgezonderd het gedeelte op de teekening gemerkt a b c d, in ruil voor de strooken grond, gelegen ten noorden van het terrein, op de teekening aangeduid door de letters A B C D E F en daartoe vast te stellen het in ontwerp overge legde besluit. II. aan de Voogdij van het Old Burger-Weeshuis in koop af te staan voor den prijs van 6.per M2. de 1 M. breede strook grond, gelegen aan de achterzijde van het terrein van het Gabbema Gast huis aan de Wijbrand de Geeststraat, ter grootte van ongeveer 43 M2., en aan S. van der Veen alhier, de 1 M. breede strook grond en sloot, grenzende aan de achterzijde van zijn perceel aan de Wijbrand de Geeststraat, kadastraal bekend in sectie G no. 7989 tegen den prijs van f 7.per M2. voor den grond en van 0.70 voor de sloot, ter grootte resp. van 1.50 M2. en 5.50 M2., de juiste grootte van een en ander nader door een landmeter van het kadaster op te meten, de kosten van uitmeting, overdracht en van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeente-archief voor rekening van de koopers, onder nader door Burgemeester en Wet houders te stellen voorwaarden, met bepaling dat de op hen rustende verplichting tot afscheiding van hun vóórliggende terreinen dientengevolge is komen te vervallen. ONTWERP. Do Raad der gemeente Leeuwarden Gelezen het adres van Hermanus Hendrik Key, koopman wonende alhier, blijkens overgelegd nota rieel uittreksel eener schriftelijke volmacht, gemach tigde van Rijk Keij, grondeigenaar te 's Gravenhage, waarbij hij, onder overlegging der vereischte teeke- ningen, 1. vergunning verzoekt tot straataanleg op de perceelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 8439, 3157, 6270, 6271 en 6876; 3. zich bereid verklaart aan de gemeente af te staan een strookje grond aan het Molenpad op de teekening zwart gearceerd; Overwegende dat bij het verzoek zijn overgelegd verklaringen als bedoeld bij art. 3, 3e lid sub a, der Bouwverordening, geteekend door alle rechthebbenden op slooten in en langs het bouwterrein; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou ders, alsmede de bepalingen der Bouwverordening; Besluit A. aan adressant vergunning te verleenen tot straat aanleg op de bovenaangeduide kadastrale perceelen op de wijze als op de bij dit besluit behoorende teekening is aangegeven en de ontworpen straten wat hare afmetingen betreft en voor de toepassing van art. 6 der Bouwverordening te onderscheiden als straten der derde klasse; te bepalen dat de aanleg der straten vóór of uiter lijk 1 Januari 1911 moet zijn voltooid, waarna zij, de uitmeting, overdracht, overschrijving, de levering van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeentearchief enz. op kosten van adressant, in eigendom aan de gemeente zullen worden over gedragen, onder bijbetaling binnen een maand na genoemden termijn als bijdrage in de kosten van het voortdurend onderhoud van 3310.50, en van het van gemeentewege op den aanleg c. a. te houden toe zicht van 331.05, of zooveel meer of minder als deze sommen na den straataanleg, doch vóór den gestelden betalingstermijn volgens een door of van wege den directeur der gemeentewerken te verrichten opneming der straten zullen blijken te moeten be dragen, in verband met het in art. 6 der bouwver ordening bepaalde, zullende pas na de voltooiing van den straataanleg met inbegrip der na te noemen sloot- demping en na de betaling der bovengenoemde be dragen de aan de straten gestichte gebouwen in ge bruik mogen worden genomen, op straffe als bij de bouwverordening is bepaald; een en ander onder voorwaarde dat de straten aan bestaande straten worden aangesloten en worden aan gelegd ter plaatse, ter lengte, ter breedte en in de richting als op de teekening is aangegeven, onder gelijkmatige helling van de Wijbrand de Geeststraat eenerzijds en het Molenpad met de Jakob van Aaken straat anderzijds en in overeenstemming met de op de teekening in roode cijfers aangeduide hoogten ten opzichte van de as der Wijbrand de Geeststraat bij het op de teekening gemerkte punt N, met dien ver stande dat ter weerszijden van de straat L M trot toirs worden aangebracht, gelijk op de teekening en op de profillen-teekening is aangeduid, terwijl overi gens de door de Bouwverordening voorgeschreven eischen en de nader door Burgemeester en Wethou ders te stellen voorwaarden betreffende den aanleg, de te leggen riolen en de demping van slooten moe ten worden opgevolgd; B. met adressant een ruiling van grond aan te gaan, waarbij de gemeente afstaat de op de teeke ning met gele arcure aangeduide gedeelten grond en sloot, die ten zuiden het bouwterrein begrenzen, ter grootte van pl.m. 270 M2., uitgezonderd het pl.m. 50 M2. groot gedeelte grond, op de teekening a. b. c. d. gemerkt, en daartegenover in eigendom erlangt de ten noorden van het terrein met roode arcure aan gegeven strooken grond A. B. C. D. E. F. ter grootte van pl.m. 204 M2., de juiste grootte van een en ander nader door een landmeter van het kadaster op te meten, welke ruiling geschiedt onder de navolgende voorwaarden 1. de kosten op de ruiling vallende, die der uit meting, alsmede die van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeentearchief zijn voor rekening van adressant 2. de door de gemeente verkregen strooken grond worden, met uitzondering van de gedeelten D. E. F,, door adressant naar genoegen van het gemeente bestuur als trottoir aangelegd, onder bijbetaling op het sub A bedoelde tijdstip van f 198 voor het voort durend onderhoud en van f 19.80 voor het van ge meentewege op den aanleg te houden toezicht, wat de bedragen betreft evenwel onder het sub A bedoelde voorbehoud 3. op hetzelfde tijdstip en onder hetzelfde voor behoud, wordt door adressant ten kantore van den gemeente-ontvanger gestort een bedrag van f 180, waarvoor te harer tijd de gemeente den aanleg van trottoirs op de gedeelten D. E. F. en de terugzetting der afscheiding aldaar zelf zal bewerkstelligen, alsmede van f 108 voor het voortdurend onderhoud en van f 10.80 voor het toezicht op den aanleg dezer ge deelten trottoir 4. de ten noordwesten van het bouwterrein in het trottoir vallende opstal moet vóór 1 Augustus 1910 zijn afgebroken C. aan adressant toe te zeggen dat het gedeelte a. b. c. d. sub B bedoeld alsnog aan hem voor den koopprijs van f 1.doch op zijne kosten, aan hem zal worden overgedragen, zoo de onderhandelingen met de eigenaren der vóórliggende terreinen tot over neming in eigendom niet tot een bevredigend resul taat leiden D. als rooilijnen voor de te stichten gebouwen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 3