80 Verslag- van de handeling-en van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1910. aan te wijzen de op de teekening getrokken zware roode lijnen, terwijl op de tusschen rooilijn en weg gelegen ruimte, behoudens het bepaalde bij de Bouw verordening, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders geen getimmerten van welken aard ook zullen mogen worden opgericht. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders omtrent het adres van het bestuur der Condensed Milk Company of Holland Ld. e. a., waarbij wordt verzocht dat de gemeente Leeuwarden van de gemeente Sneek overneme het gedeelte van den Sneeker trektueg voor zoover alhier gelegen, daarin gas- en waterleidingbuizen te doen aanbrengen en ook aan de overige in het adres genoemde grieven tegemoet te komen. Dit prae-advies luidt als volgt: Ten fine van prae-advies is in onze handen gesteld een van den 24 Januari j.l. gedagteekend adres van de Condensed Milk Company of Holland Ld. en twee anderen, bovendien geteekend door 9 personen die instemming met het adres betuigen, waarbij wordt verzocht op nader daarin ontwikkelde gronden, dat de gemeente Leeuwarden van de gemeente Sneek het gedeelte Sneekertrekweg overneme voorzoover het binnen de grenzen van eerstgenoemde gelegen is. Bovendien wordt om voldoende gasverlichting ter plaatse, verbetering van de bestrating der Sneeker- kade en behoorlijke afsluiting van de Doksbrug ge vraagd, als deze laatste is afgedraaid. De Doksbrug staat onder beheer van de Directie der Staatsspoor wegen, zoodat adressanten met hun verzoek daarheen moeten worden verwezen de beide daaraan vooraf gaande punten behooren ter afdoening bij ons college thuis, doch medegedeeld kan worden dat de commissie voor de gasfabriek nader met het verzoek om ver lichting van den weg in kennis zal worden gesteld, terwijl de bestrating van de Sneekerkade niet in een toestand verkeert, dat dadelijke verandering daarvan zoo dringend vereischt is. Bij de geleidelijk door gaande verbetering onzer bestratingen zal echter te harer tijd ook deze kade aan de beurt komen. Wat de hoofdzaak, de overneming van den trek- weg betreft, het verzoek waartoe wordt aangedrongen met de mededeeling, dat de gemeente Sneek aan adressanten de verplichting tot het doen van zekere werken aan dien weg heeft opgelegd vóórdat zij het aanliggend bouwterrein als zoodanig konden gebruiken, is de vraag gerechtvaardigd of adressanten van oor deel kunnen zijn, dat, indien slechts de weg in handen van Leeuwarden ware, zij onmiddellijk aan deze ge meente alle mogelijke eischen van verharding, ver breeding, beschoeiing e.d. zouden kunnen stellen. Dit is geenszins het gevalzij hebben hunne fabrie ken en magazijnen aan een trekweg gesticht en hebben, gelijk niet meer dan natuurlijk is, daarvan ook zelf de gevolgen te dragen. Iets anders is het, als de weg reeds in een behoorlijken toestand, gelijk ten aanzien van straten, onder de werking der bouw verordening aangelegd, wordt gevergd en onder be taling van de bij die verordening voorgeschreven bedragen voor onderhoud en toezicht, aan de gemeente ter overneming wordt aangeboden. Harerzijds behoeft daartoe evenwel de eerste stap niet te worden ge daan. Indien adressanten zich alzoo tot de gemeente Sneek wenden met verzoek den weg in orde te mogen maken op de wijze zooals dezerzijds op grond der bouwverordening mag worden geeischt, dan kan daarna worden overwogen of deze, op den voet als in die verordening nader is omschreven, van die gemeente of van anderen, die inmiddels eigenaar geworden mochten zijn, op daartoe gedaan verzoek kan worden overgenomen. Wij geven U in overweging Burgemeester en Wet houders te machtigen adressanten ten aanzien van het in hun adres ter sprake gebrachte in den boven aangegeven zin in te lichten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 12. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de uitbreiding van en het doen van enkele her stellingen aan gemeenteschool no. 6. Dit nader voorstel luidt als volgt: Toen in Uwe vergadering van 26 October 1909 in behandeling kwam het voorstel om ons college voor uitbreiding van en het doen van enkele her stellingen aan gemeenteschool no. 6 een crediet te verleenen van f 89,900.werd aangenomen een voorstel van drie Uwer medeleden om die voordracht aan Burgemeester en Wethouders te renvoyeeren en hen uit te noodigen den Directeur der Gemeente werken te verzoeken, na kennisneming van het in den Baad verhandelde, hetzij een begrooting gewijzigd tot een lager bedrag in te dienen, hetzij te motivee- ren waarom door hem niet kan worden gebouwd tegen de bedragen, waarvoor volgens de door den heer Fransen medegedeelde cijfers elders wordt gebouwd. Nog werd besloten, dat bij de school een gymnastiek lokaal zal worden gesticht. Onder dagteekening van den 8 Januari 1.1. heeft de Directeur, in voldoening aan den in Uwe ver gadering uitgesproken Avensch, zijn rapport bij ons ingezonden. De kennisneming ervan heeft ons geen aanleiding gegeven iets in ons voorstel te veranderen, zoodat wij dit ongewijzigd opnieuw bij U ter tafel brengen, met deze uitzondering echter, dat de aan vangswoorden „in afwachting van hunne nadere voor stellen ten aanzien van de op de begrooting aan te wijzen uitgaaf" moeten vervallen en aan het slot wordt toegevoegd „daartoe volgno. 226 der loopende begrooting van uitgaven „kosten van het stichten van schoollokalen en onderwijzers-woningen, memorie" te brengen op 36,200.— volgno. 229 „kosten van het aanschaffen van schoolmeubelen bij eerste inrich ting van schoollokalen, memorie" te brengen op 2028volgnos. 230 kosten van het aanschaffen en onderhouden van schoolmeubels" en 231 „kosten van het aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften" te verhoogen resp. met 450.en 1222.en daartegenover volgnos. 58 der begrooting van inkomsten „tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van het lager onderwijs" en 83a „tijdelijke geldleening ter voorziening in de uitgaven voor buitengewone werken" te verhoogen resp. met 8,075.en 31,825. Het ligt in de bedoeling deze aangelegenheid in de eerstvolgende vergadering af te doen de stukken liggen daartoe van heden af in de gewone secretarie uren in de leeszaal ter visie. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen wijst er op, dat naar aanleiding der motie, op 26 October door de heeren Burger, Menalda en Tijsma ingediend, een uitvoerig rapport van den Directeur der Gemeentewerken is versche nen. Spreker gelooft niet goed te doen dit rapport in zijn geheel te behandelen, daar het zoo ontzettend Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1910. 31 uitvoerig is, en het naar zijne meening wel tot het 1/i deel zou kunnen zijn teruggebracht. Wanneer men het rapport op zijn gemak leest, dan krijgt men het eene oogenblik een glimlach op het gelaat, ter wijl een volgend oogenblik een traan in het oog op welt. Op vrij ruime witte plekken heeft de Directeur in het rapport met rooden inkt aanteekeningen ge maakt, die spreker zelf raken. Hij zal trachten, die aanteekeningen te beantwoorden. Op enkele plaat sen heeft de Directeur trachten aan te toonen, dat spreker zich vergist heeft met de mededeelingen, op 26 October j.l. door hem gedaan. Spreker zal dit niet beschouwen als zoovele speldeprikken aan zijn adres, maar als eene mededeeling en hij zal ze dan ook als zoodanig bespreken. Volgens den Directeur zou sprekers mededeeling, ■dat er te Kampen een school is gebouwd, onjuist zijn. Bij onderzoek is spreker gebleken, dat hij zich in zooverre heeft vergist, dat de aanbesteding plaats had te Kampen, terwijl de school is gebouAArd in eene aangrenzende gemeente. Toen b.v. het gemeentehuis van Leeuwarderadeel op het Raadhuis plein was, bestond de mogelijkheid dat te Leeuwar den een school werd aanbesteed, die te Huizum moest worden gebouwd. Ook zou spreker zich in zijne mededeeling betreffende Dieren hebben vergist, maar het is spreker gebleken dat de tweede besteding eene herbesteding was. De cijfers echter blijven volko men gelijk. Wat Rotterdam betreft, volgens den Directeur zouden er drie en geen 4 scholen zijn ge bouwd. Op 4 Mei is er een school aanbesteed aan den Gravendijkswal, op 25 Mei een aan de Oost- voornestraat, op 15 Juni een aan de Hooidrift en op 28 September een aan de Speelmanstraat. Het is echter mogelijk dat na aanbesteding een van deze vier niet gebouwd isdit weet spreker niet. Wat den schoolbouw te Zutfen betreft, hieromtrent zegt de Directeur, dat de school aldaar gebouwd zou zijn voor f 15000, een school met 7 lokalen en een gymnastieklokaal. De Directeur zal wel gedacht heb ben bij het zien van dit cijfer, n.l. ƒ2000 per lokaal dit is 100 goedkooper dan wat ik zolf vraag. Het wil spreker voorkomen dat op zoo'n school nooit een gezond kind kan gaan. Spreker heeft echter bij den aannemer geïnformeerd en deze heeft hem ge schreven dat door hem de school was aangenomen voor 23970. De Directeur zegt verder dat hij niet kon voldoen aan de opdracht vervat in de motie sub a. n.l. om eene lagere begrooting in te dienen. „Wel kan hij goedkooper bouwen, maar is dan niet verantwoord. Men mag dat van hem niet eischen." Niemand zal van den Directeur eischen dat hij minder soliede bouwtwel echter zal de Raad niet van plan zijn, althans spreker wenscht daar niet aan mede te wer ken, om onnutte kosten te maken, waardoor het bou wen toch niet solieder is. Dan beweert de Directeur, dat hij zich in zijne positie steeds gevoelt, alsof hij voor de belangen van een onmondig kind moet opkomen. Het wil spreker echter voorkomen dat de Raad allereerst is geroepen op te komen voor de belangen der gemeente. Nog wordt er in het rapport gesproken over het feit dat er zoovele kinderen ziek, soms ongeneeslijk ziek wor den op school, waarom er wel soliede gebouwd mag worden. Spreker vraagtzijn dan de scholen in an dere plaatsen zoo slecht, of zouden de Directeuren der Gemeentewerken in die plaatsen en de particu liere architecten, aan wien den bouw van bijzondere scholen is opgedragen, de belangen der kinderen min der ter harte nemen Ook beweert de Directeur dat zijne verantwoor ding grooter is dan die van een particulier architect die, volgens het rapport, na afloop van het werk de hielen licht en zich zeer weinig meer van 't ge bouwde aantrekt. Die aanmatiging is wel wat groot. Spreker is van oordeel dat de verantwoording van een particulier architect grooter is. Wanneer zoo'n particulier architect een malheur heeft of een fout maakt, en de Directeur der Gemeentewerken maakt zeker ook wel eens een fout, dan heeft zoo'n man dubbel last. In de eerste plaats heeft hij displaisir en in de tweede plaats financiëele schade. De Direc teur der Gemeentewerken komt er in den regel zeker alleen met het displaisir af. De Directeur heeft eene vergelijking gemaakt tus schen de scholen gebouwd na 18öl en later, en die van nu. Spreker acht het van minder belang daar bij stil te staan. Ook is een rapport aanwezig van het vroeger hoofd van school 6, thans hoofd van school 12, waarin eene vergelijking wordt gemaakt tusschen die beide scho len en waaruit blijkt dat aan school 6 zoo wat van alles mankeert. Nu heeft school 6 gekost f 3440 per lokaal en die in de St. Anthonystraat f 3280, dus 200.minder. Spreker weet niet of deze school nu zooveel minder is dan school 6, maar is van oordeel dat er voor f 3440.per lokaal wel soliede kan worden gebouwd. Spreker zal geen vermoedens uitspreken, maar het is aan de oudere leden zeker wel bekend, dat het vroeger niet altijd is gegaan zooals dat wel ge wen scht was. Verder geeft de Directeur der Gemeentewerken eene vergelijking met de eenheidsprijzen uit de be stekken van al die scholen en zegt daarvan „In op een na alle plaatsen zijn de eenheidsprijzen lager dan in Leeuwarden. Dit komt heel anders uit dan de heer Fransen meende, toen hij opgaf dat in Rotterdam de loonen 40 °/0 hooger zijn". Spreker begrijpt die uitlating niet. De Directeur wil hiermede zeker beweren dat spreker zich vergist heeft. Hij heeft zich de moeite getroost in het maandblad van het centraal bureau AToor de statistiek op te slaan eene officieele opgave van de Kamers van Arbeid in ons land, en vond daarin dat in Rotterdam een timmerman 27, een metselaar 28 en een opperman 23 cent ver dient. Dit klopt dus geheel met sprekers bewering dat de loonen in Rotterdam ivel 40 °/0 hooger zijn dan hier. In Rotterdam, zegt de Directeur, bouwt men 15 °/0 goedkooper dan hier. I)it heeft spreker ook beweerd en dit gebeurt hoewel de loonen 40 °/0 hooger zijn. In het rapport staat verder dat de loonstand- aai'd geen invloed heeft op den prijs van een bouw werk. Wanneer spreker het niet zelf had gelezen, zou hij het niet kunnen gelooven, dat de Directeur dit geschreven had. Zeker er zijn van die menschen welke de theorie verkondigen dat loonsverhooging geen verhoogde pro ductiekosten meebrengt, maar dat is en blijft theorie en het verwondert spreker dat de Directeur van Gemeentewerken een dergelijke theorie is toegedaan. Wanneer de Directeur zich daaromtrent vergewissen wil, vrage hij maar eens aan de burgerij, of bij de verhoogde loonen in voorgaande jaren hunne rekeningen ook in bedrag stegen en van de honderd antwoorden zullen minstens negenennegentig zijn, waarin gezegd wordtwij voelen het terdege in onze portemonnaie. Als toelichting omtrent de eenheidsprijzen geeft de Directeur een grafische voorstelling, waarbij hij de eenheidsprijzen van alle bestekken vergelijkt met die van school 12. Wanneer het de bedoeling is ge weest de zaak duidelijk te maken, dan is dit jam merlijk mislukthet is gelijk het slotnummer van een groot vuurwerk, waardoor het publiek in verrukking moet worden gebracht. Die grafische voorstelling heeft voor spreker niet de minste waarde. De Directeur beweert dat alle aannemers bij hunne inschrijvingen rekening hebben te houden met de eenheidsprijzen. Dit is onjuist. Wanneer toch de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 4