32 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1910.
eenheidsprijzen 20 hooger zijn gesteld dan waar
voor de aannemers kunnen leveren, zullen zij niet de
eenheidsprijzen berekenen. Worden de eenheidsprijzen
daarentegen 20 lager berekend, dan zullen de
aannemers evengoed rekenen den kostenden prijs van
het werk, doch nu rekening gaan houden met de te
lage eenheidsprijzen voor eventueel meerder werk en
een extra post voor risico van te slecht betaald bijwerk
op hunne begrooting brengen.
Hoogere eenheidsprijzen, zegt de Directeur, geven
duurder bouw. Spreker trekt uit zijne bovenstaande
redeneering echter de omgekeerde conclusie, nl. deze
lage eenheidsprijzen geven duurder bouw. Nog be
weert de Directeur dat Leeuwarden ongelukkig ligt
voor den aanvoer van materialen om de liooge vrachten.
Dit is betrekkelijk. Hier hebben wij wel aanbe
stedingen gehad van Utrechtsche trottoirklinkers, dan
ligt Utrecht gunstig en ligt Leeuwarden ongelukkig,
Kort geleden echter werd bij Utrecht eene aanbe
steding gehouden van Friesche gele trottoirklinkers.
Nu ligt Utrecht ongelukkig en Friesland voor een
dergelijke leverantie weer gunstig, 't Schijnt wel of het
maar van verre moet komen, terwijl onze Friesche
steen in qualiteit voor geen enkele soort behoeft onder
te doen. Voor de uitbreiding van school 6 nu is
bepaald dat de schoorsteenen gemaakt moeten worden
van Utrechtsche drieling. Hiervoor is een klein
kwantum noodig, wat de prijs door de vracht zeer
hoog maakt. Friesche steen kon het in dit geval
zeer best doen. Wat nu de vergelijking der eenheids
prijzen betreft, voorkomende in de bestekken der
scholen door spreker op 26 October jl. opgenoemd,
hieromtrent zegt de Directeur
in Leiden zijn die 12 °/0 lager dan die aan school 12.
Zutfen li q
Zwolle 27
Rotterdam,, 15
Steenwijk 16V2°/0
Kampen 20
Boskoop 14
Emmen gelijk aan
In Rotterdam zijn de eenheidsprijzen 221 °/0 lager.
Assen 9 q
Leeuwarden 1.3 °/0
(Margaretha de Heerstraat).
Waar nu de Directeur beweert, dat hoogere een
heidsprijzen hoogere bouwkosten geven, is het zeer
vreemd dat waar het twee scholen betreft, waarbij dezelfde
eenheidsprijzen hebben gegolden, de eene 1600
per lokaal minder kost dan de andere en dit voor
beeld geeft een aardigen kijk op de waarde, door den
Directeur gehecht aan die eenheidsprijzen.
En nu wat de zaak zelve aangaat, n.l. de uitbreiding
van Gemeenteschool no. 6.
Bij het op 26 October behandelde voorstel gaat er vol
gens de toelichting van Burgemeester enWethouders van
de totaalsom af: ƒ7000.voor een gymnastieklokaal,
3700.voor meubels en toestellen, 3900.voor
herstelling van het bestaande gebouw. Voor uitbrei
ding blijft er dan over 25300.
Neen, zegt de Directeur nu, niet ƒ3900.maar
ƒ11.800 ben ik voor herstellingen noodig aan de
bestaande school, zoodat er dan voor uitbreiding
overblijft ƒ17400.
Op 26 October j.l. is spreker door die toelichting,
en zeker meerdere leden met hem, eenigszins op een
dwaalspoor gebracht.
Wat de kosten van schoolbouw nu betreft, trof j
het sprekers aandacht, dat bij de vaststelling der
Staatsbegrooting in de Tweede Kamer bij de behan
deling van een der artikels van hoofdstuk F, ver
schillende leden klaagden over den te duren bouw van
eene Rijksrietvlechtschool te Noordwolde. De Minister
antwoordde daarop, dat die bouw niet duur was en
f8 per M3. koste, terwijl de gemiddelde bouwkosten j
van gemeentelijke scholen in den Haag volgens me-
dedeeling van Burgemeester en Wethouders f9.77
per M3. bedragen. Spreker heeft van een dier nieuwste
scholen bestek en teekening ontboden. Dit zijn scho
len met een zware heifundeering. Na aftrek der hei-
fundeering, want onder de nieuwe localen van school
6 behoeft niet te worden geheid, kost in den Haag
een schoollocaal per M3. niet meer dan f9.
Nu heeft de Directeur ter verdediging zijner cijfers
de nieuwste school te Leiden gebouwd, aangehaald,
en daarbij medegedeeld, dat die per locaal kost 4030,
dat zuiver nagerekend en zegt dat deze kost per M3. in
houd f 8.40°. Verder zegt de Directeur, dat de school
Achter de Hoven alhier per locaal kost f4311. Dit
is nagerekend nog geen 9 per M3., met inbegrip
van heifundeering.
Deze berekening van schoollokalen is met inbegrip
van omheining, speelplaats enz. in één woord geheel
kant en klaar.
Nu vraagt de Directeur voor den aanbouw der vier
localen bij school 6 f 17443 plus f2104 voor de
speelplaats, plus f 538 voor rioleering en waterleiding
of totaal f20085. Dit is per locaal f5020, terwijl
die van Achter de Hoven (school 12) volgens eigen
opgave van den Directeur per locaal kost f4311.
Het bevreemdt spreker niet weinig, dat deze aanbouw
per locaal duurder moet zijn dan school 12, opmer
kende dat hier niet geheid zal worden, een zijmuur
bijna reeds aanwezig is en traphal en trap reeds be
staan, zoodat zijns inziens de kosten minder moesten zijn.
Waar nu de inhoud van den voorgestelden aanbouw
plm. 1617 M3. bedraagt en ƒ9 per M3. een goede
prijs is, zouden de kosten van dezen aanbouw moeten
bedragen 14553. Dit bedrag wenscht spreker dan
ook voor den aanbouw toe te staan. Op de voorge
stelde posten voor verbetering en herstellingen zal
hij niet verder ingaan, omdat die zonder bestek niet
zijn te controleeren.
Alleen wenscht hij deze opmerking te maken,
dat op de begrooting bij de stukken van 26 Oct. 1.1.,
voorkwam voor de speelplaats f 1365, terwijl nu op
den staat, aangevende de verschillende posten voor
hetzelfde doel, wordt gevraagd f2104 en dat ook de
overige posten hem vrij hoog voorkomen.
Op grond van een en ander heeft spreker de eer
voor te stellen: aan Burgemeester en Wethouders
voor de voorgestelde uitbreiding en het doen van
enkele herstellingen aan Gemeenteschool 6 een crediet
te verleenen tot een bedrag van f 34.400.
Spreker wenscht er de aandacht op te vestigen
dat, waar dit bedrag 2400 hooger is dan het door
hem voorgestelde in de vergadering van 26 Oct. 1.1.,
dit niet moet worden beschouwd als een concessie aan
wien of aan wat ook, maar dat hij wil aannemen,
omdat het zonder bestek niet is na te gaan, dat do
voorgestelde verbeteringen noodig zijn.
De heer Feddema heeft na het door den heer Fran
sen gesprokene weinig meer te zeggen. Hij heeft,
als deskundige, de redeneering van zijn medelid vol
komen begrepen. Hij wenscht echter een enkel woord
in het midden te brengen, ten einde vooraf een zaak,
die eenigszins scheef lijkt, recht te zetten. Het is
namelijk noch de bedoeling van den heer Fransen,
noch die van spreker ooit geweest en nu ook niet,
om te zeggen dat de heer Hofkamp zijn plicht
tegenover de gemeente niet nakomthet is ook niet
de bedoeling om te zeggen dat de heer Hofkamp
met het geld der gemeente speelt, maar alleen om
te doen uitkomen dat de Directeur te duur bouwt.
De leden van den Raad en speciaal de deskundigen
hebben allen voor en na ondervonden dat, wanneer
zij spraken over te duren bouw, zulks nooit ingang
heeft kunnen vinden noch bij Burgemeester en Wet
houders, noch bij den Raad. Burgemeester en Wet
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1910. 33
houders, die geen deskundigen zijn, accepteeren door
gaans wat de Directeur voorstelt en met hen doet
de Raad daaraan mee. Spreker en zijne mede-des
kundige leden deden dit meermalen niet. Hij wil in
herinnering brengen hoe het eerst de heer Bekhuis,
daarna ook de heer Jansen was en vervolgens spre
ker zelf, die meermalen de aandacht er op vestigden,
dat hier huns inziens voor bouwwerken meestal te veel
geld werd gevraagd.
Bovendien heeft de Commissie van Toezicht op
het Lager Onderwijs, in wier midden ook een des
kundige een plaats heeft, gezegd dat de voor deze
verbouwing uitgetrokken som haar hoog voorkwam
en dat dit feit misschien verbeteringen aan andere
scholen in den weg zoude staan. Bij alle deze heeft
nu ook de heer Fransen stelling genomen tegen de
wijze van bouwen in de gemeente. Waar dus nu
vijf menschen als hunne meening hebben gezegd, dat
de Directeur te duur bouwt, meent spreker, dat de
Raad eindelijk nu ook eens moet gelooven, dat van
dit gevoelen wel eens wat waar kan zijn.
Spreker heeft er vreemd van opgezien dat Burge
meester en Wethouders in eene vorige vergadering
3900 hebben uitgetrokken voor herstellingen aan
het bestaande schoolgebouw en 400 voor het over
brengen van het hek, terwijl deze som nu is uitgetrokken
tot een bedrag van 11800. Hij kan zich niet voor
stellen dat de tegenwoordige school zich in een zoo
desolaten toestand bevindt, dat er 12000 noodig
is voor herstellingen. Een belangrijke uitgaaf is
daarvan de verbetering van het trasraam. Dit tras
raam nu heeft het zóó lang goed gedaan, dat het spre
ker voorkomt, hier vandaan althans gezien, dat de
Raad niet kan besluiten tot die verbetering over te
gaan, zonder zich van de noodzakelijkheid te hebben
vergewist. Spreker kan zich niet voorstellen dat een
dergelijk kostbaar werk noodzakelijk is en acht zich,
zonder persoonlijk zich overtuigd te hebben, niet
verantwoord deze gelden toe te staan.
Spreker wil daarom verder gaan dan de heer
Fransen. Waar hij onderschrijft diens opvatting om
trent het te verstrekken bedrag voor de stichting der
nieuwe lokalen, wil hij zijn stem ook niet geven aan
het andere gedeelte van het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
De Raad, geplaatst voor het feit om 12000.
te voteeren voor verbeteringen, zonder dat hij kan
zien wat zal en moet gebeuren, mag ook aan dit ge
deelte van het voorstel zijn steun niet geven. Spre
ker zal een voorstel doen waarbij de Raad als zijn
gevoelen uitspreekt, dat hij de goedkeuring van het
bestek aan zich wenscht te houden. Dan kunnen
alle leden en de deskundigen in loco een onderzoek
instellen naar de noodzakelijkheid der voorgestelde
verbeteringen.
De heer Menalda behoorde tot de drie raadsleden,
die op 26 October j.l. de bekende motie hebben
voorgesteld.
Namens de drie onderteekenaars wenscht spreker
de verklaring af te leggen, dat zij door het voorstel
van Burgemeester en Wethouders van 26 September
op een dwaalspoor geraakt zijn. Het voorstel was,
wat de cijfers betreft, niet zeer duidelijk en uit die
cijfers kon worden opgemaakt, dat de kosten per lokaal
zouden bedragen ƒ7150. De totaalsom toch was ƒ39900.
Hier af ƒ7000 voor een gymnastieklokaal, ƒ3900
400 voor herstellingen en verplaatsing van het
hek, blijft ƒ28600 of ƒ7150 per lokaal. Dit cijfer
heeft den doorslag gegeven tot het voorstel om nader
te worden ingelicht. Spreker wil er nog aan toe
voegen, dat het hem niet spijt het voorstel te hebben
gedaan, integendeel het verheugt hem. Spreker en
zijne medeleden waren genoodzaakt het voorstel te
doen, waar een deskundige met kracht van voorbeel
den trachtte aan te toonen dat het plan van den
Directeur te duur was.
Wat spreker betreft, hij heeft er niet aan gedacht
mee te gaan met het voorstel van het lid van den
Raad, om het crediet te verlagen. Hij zou dan bij
de keuze tusschen het plan van den Directeur, die
door den Raad gekozen is, en dat van een raadslid,
aan het laatste de voorkeur moeten geven en daartoe
kan hij vooralsnog niet besluiten.
Hoe duidelijk de Directeur ook is geweest met
zijne inlichtingen en zijne grafische voorstelling,
spreker kon het bij de beoordeeling daarvan niet
verder brengen dan tot op zekere hoogte en moet
het eindoordeel daarover aan de deskundigen over
laten. Het spijt spreker, dat het resultaat van het
rapport onbevredigend is geweest. De heer Fransen
doet nu het voorstel om den post met 5500 te
verlagen en de heer Feddema kondigt een voorstel
aan met betrekking tot de vaststelling van het bestek.
Spreker zal afwachten wat de heer Feddema voorstelt.
De Voorzitter heeft op 26 October j.l. gezegd:
„Op den heer Fransen zou nu de plicht rusten om
„hier aan te toonen, welke materialen op die begroo-
„ting ten onrechte, of tot te groote hoeveelheid, of
„van te kostbare soort zijn uitgetrokken en van welke
„de eenheidsprijs te hoog is berekend."
Die opmerking was z. i. volkomen juist. De heer
Feddema zegt in dezelfde vergadering:
„Zooals de begrooting er ligt staat er geen cent
„te veel op, maar de wijze waarop wordt gebouwd,
„blijkt pas uit het bestek. Wanneer dit aanwezig
„ware geweest, zou de Raad de zaken, die anders
„gemaakt konden worden, hebben kunnen aangeven."
Zoolang nu de gegevens ontbreken, waaruit de
deskundigen kunnen putten om, voor zoover noodig
het plan van den Directeur te bestrijden, is het voor
de niet deskundige raadsleden onmogelijk het plan
te beoordeelen. Daarom heeft spreker met genoegen
gehoord het voorstel dat de heer Feddema van plan
is in te dienen.
Daardoor zal men eenig resultaat kunnen bereiken.
Spreker heeft gehoord wat de heer Fransen in het
midden heeft gebracht omtrent de eenheidsprijzen.
Dit komt hierop neer, dat de heer Fransen den in
vloed van de eenheidsprijzen op de bouwkosten,
welke de Directeur daaraan toekent, betwist of liever,
de heer Fransen zegt, dat de eenheidsprijzen juist
het omgekeerde doen van wat de Directeur beweert.
Spreker heeft te dezen opzichte bij den Directeur
om inlichtingen gevraagd. Deze heeft spreker mede
gedeeld, dat de aannemers de inschrijvingssom bepalen
naar de eenheidsprijzen. De Directeur zelf maakt
naar die prijzen zijne begrootingen, terwijl het werk
wordt gegund al naar mate de inschrijving veel of
weinig van de begrooting verschilt. Dit is de invloed
van de eenheidsprijzen op de bouwkosten. Wanneer
deze opgave juist is, waaraan spreker niet twijfelt,
is die invloed groot. Spreker heeft dit even in het
licht willen stellen.
De heer Feddema wil den heer Menalda, die zijne
inlichtingen betreffende den invloed der eenheids
prijzen op de aannemingssom heeft ingewonnen bij
den Directeur, van zijn kant ook gaarne eens ver
tellen, dat die invloed nihil is. Als toch die inlich
tingen juist waren en dus de eenheidsprijzen van
invloed waren op de aannemingssommen, dan zouden
alle inschrijvingen wel gelijk moeten zijn.
Spreker mag toch veronderstellen dat alle aannemers
in staat zijn de hoeveelheden, voor eenig werk benoo-
digd, te berekenen. Die hoeveelheden, vermenigvul
digd met de eenheidsprijzen, geven het eindcijfer
van elke berekening. Een noodzakelijk gevolg van
bedoelden invloed zou dus zijn dat de inschrijvingen