190 Verslag' van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Augustus 1910. Spreker gelooft dan ook niet dat er een nadere uitnoodiging zal komen. Mocht dat eventueel toch het geval zijn, dan weet de Burgemeester al vast dat het 's Raads wensch is dat hij aan de uitnoodiging gevolg geeft. Spreker meent dat deze zaak niet behoeft te worden uitgesteld. De kwestie zou daardoor een afmeting krijgen die door spreker niet is bedoeld. De heer Schoondermark doet opmerken dat uiteen nauwkeurige lezing van den brief blijkt, dat de burgemeester van Diez verkeerde inlichtingen heeft gekregen, tengevolge waarvan een misverstand is ontstaan. Nu zal de Raad een afgevaardigde benoe men en zoo maar over het bestaande misverstand heenstappen Dit stuit spreker tegen de borst. Wanneer er later een eventueel verzoek mocht komen om een afgevaardigde te zenden, zal spreker vóór stemmen, thans kan hij zulks niet doen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van den heer Baart de la Faille wordt ■verworpen met 14 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Feddema, Haverschmidt, Burger, Hartelust, Menalda en Baart do la Faille. Tegen de heeren de Jong, Berghuis, Schoonder mark, Oosterhoff, G. W. Koopmans, Wilhelmij, Fransen, Lautenbach, Zandstra, Komter, Beekhuis, Tijsma, J. Koopmans en Feitz. Thans wordt de mededeeling voor kennisgeving aangenomen. 3. dat door Gedeputeerde staten is goedgekeurd het raadsbesluit dd. 26 Juli 1910 tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1910. Wordt voor kennisgeving aangenomen 4. adres van het bestuur der vereeniging van Nederlandsche loodwitfabrikanten te Rotterdam, waar bij de aandacht wordt gevestigd op daarbij ingezonden stukken betreffende het loodwitverbod, met verzoek om de daarin uitgedrukte meeningen in overweging te willen nemen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van afdoening 5. adres van de vroedvrouwen, aangewezen voor de verloskundige armenpraktijk alhier, houdende ver zoek om verhooging van haar honorarium zooals dit is geregeld bij de verordening op den genees-, heel- en verloskundigen dienst voor behoeftigen (gemeente blad no. 2 van 1907) Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 6. voorstel van de heeren K. P. W. Besuijen, P. A. Wilhelmij, S- J. van Messel, D. Lautenbach en L. de Jong tot aanvulling van artikel 10 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad dezer gemeente (gemeenteblad no. 10 van 1907) met de volgende alinea „In de vergaderingen van den raad wordt niet gerookt". Zal in eene volgende vergadering worden behandeld 7. De Voorzitter deelt mede, dat het voorstel van de gecontinueerde commissie van voorbereiding voor het werkliedenreglement, in bijlage no. 35 van 1909 opgenomen, om het voorstel der heeren Koopmans, Jansen en Lautenbach d.d. 25 Maart 1905 tot in voering van een scheidsgerecht, in handen van Burge meester en Wethouders te stellen ten fine van prae- advies, abusief in de vergadering van 26 Juli 1.1. buiten behandeling is gebleven. Hij stelt voor alsnog overeenkomstig het voorstel der Commissie te besluiten. De vergadering vereenigt zich hiermede 8. schrijven van den gemeente-ontvanger, houdende verzoek om verlof tot afwezigheid van 726 Sep tember e.k. Het gevraagde verlof wordt toegestaan 9. adres van het bestuur der Friesche Tuinbouw- vereeniging alhier, om wederinhuring van het westelijk gedeelte van het perceel weiland, kadastraal bekend gemeente Huizum sectie B no. 892. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 10. adres van dr. C. J. A. Meerdink alhier om zijne infunctietreding als leeraar aan het gymnasium alhier in plaats van op 1 September op denl4d.a.v. te doen ingaan, met betrekkelijk advies van curatoren dier instelling. Dienovereenkomstig wordt besloten 11. dat door Burgemeester en Wethouders bij openbare aanbesteding is gegund de levering van 1300 paar vrouwen en jongensklompen ten behoeve van schoolkinderen van onvermogende ouders aan K. de Vries alhier voor f 390. 12. dat door Burgemeester en Wethouders in afwijking van het ter raadsvergadering van 26 Juli 1.1. medegedeelde de levering van 150 H.L. anthraciet alsnog is opgedragen aan IJ. Schaaf alhier voor 1.59 per H.L. De stukken 1112 worden voor kennisgeving aan genomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders: a. tot vaststelling eener verordening op het beheer der gemeentelijke gasfabriek b. tot intrekking van het raadsbesluit d.d. 8 Juli 1902 betreffende de regeling van de financieele ver houding tusschen de gemeente en de gasfabriek (bijlage no. 13). 2. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake bezwaarschriften tegen aanslagen in de belasting op het houden van honden, dienst 1910. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om voor het aanbrengen van een trasraam onder alle muren van het niet vernieuwd wordende gedeelte van gemeenteschool no. 6, op de loopende begrooting als nog een bedrag van 436.beschikbaar te stellen. De stukken 13 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 4. Alsvoren tot overneming van de onderscheidene eigenaren van strooken grond en water aan het Pieterseliewaltje en tot het aanvaarden van bijdragen in de kosten van demping en straataanleg aldaar voorts om tot laatstgenoemde werken en tot straat- aanleg op- en exploitatie als bouwterrein van het gardeniersland aan Oldegalileëen sectie F no. 2138 c.a. over te gaan en in verband daarmede tot het sluiten van enkele transactiën en het vaststellen van de bepalingen van uitgifte. 5. Alsvoren tot het nemen, zulks in verband met het bepaalde bij artikel 1146is der Gemeentewet, van een besluit, waarbij de invordering van onderscheidene heffingen, die niet door den gemeente-ontvanger ge schiedt, voorshands wordt bestendigd. De stukken 4 en 5 zullen worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en te zijner tijd behandeld. 6. Alsvoren om voor het nemen van een proef met het invoeren voor den cursus 1910/11 aan de herhalingsschool voor meisjes van een derde leerjaar, uitsluitend voor de beoefening van de nuttige hand werken, aan hen een crediet van ƒ125.beschikbaar te stellen. 7. Alsvoren om hen te machtigen tot onderhandschen verkoop van buiten gebruik gestelde kaasstellingen in de waag. 8. Aanbeveling voor de benoeming van een leeraar aan de Burgeravondschool Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Augustus 1910. 191 a. in het handteekenen 1. H. Hartemink, leeraar aan do ambachtsschool alhier 2. P. Zwart, leeraar aan de Industrie- en Huishoudschool, alhier; b. in het rechtlijnig teekenen1. D. B. Kalma en 2. W. E. Hoekstra, beiden architect alhier. De stukken 68 zullen in eene volgende verga dering wordt behandeld. 9. De gemeente-rekening, dienst 1909, met verant woording van Burgemeester en Wethouders. Zullen worden gedrukt als bijlage tot het raads verslag en te zijner tijd behandeld. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake de motie-Fransen (raadsvergadering van 26 October 1909) betreffende geregelde doorspoeling der gemeentelijke urinoirs met leidingwater. Zal in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Rapporten. De heer Beekhuis rapporteert dat de Commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening en verantwoording van de Commissie van beheer over het Stads Ziekenhuis, dienst 1909, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmer kingen, weshalve zij voorstelt de rekening en verant woording goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 11853.34 en de Commissie onder dankbetuiging te déchargeeren. De Voorzitter stelt voor het rapport en de rekening in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de Commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Menalda rapporteert dat de Commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van inkomsten en uitgaven van het Stads Ziekenhuis, dienst 1911, geen aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voor stelt de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 13380.13. De Voorzitter stelt voor het rapport en de begroo ting in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de Commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot de behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van eene commissie voor het nazien der gemeente-rekening, dienst 1910. Voor de benoeming van het eerste lid zijn uitge bracht 20 stemmen, verdeeld als volgt Op den heer G. W. Koopmans 11 stemmen, J. Koopmans 5 elk der heeren B. Hartelust, mr. C. Beekhuis, J. H. Berghuis en W. Fransen 1 stem. De heer G. W. Koopmans is alzoo benoemd. Voor de benoeming van het tweede lid zijn uitge bracht 20 stemmen, verdeeld als volgt op den heer C. L. B. J. Feitz 14 stemmen, elk der heeren mr. C. Beekhuis en J. Koopmans 3 stemmen. De heer C. L. B. J. Feitz is alzoo benoemd. Voor de benoeming van het derde lid zijn uitge bracht 20 stemmen, verdeeld als volgt Op den heer mr. C. Beekhuis 13 stemmen J. Koopmans 4 P. A. Wilhelmij 2 W. Fransen 1 stem. De heer mr. C. Beekhuis is alzoo benoemd. 2. Benoeming van eene onderwijzeres aan de ge meenteschool no. 1 (vacature mej. W. C. Postma). Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. R. de Boer alhier. 3. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting der Stads Armenkamer, dienst 1911. De conclusie van het rapport tot goedkeuring dezer begrooting wordt met algemeene stemmen aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoonbaarverklaring van eenige woningen aan de Blokhuissteeg en de Stokerssteeg. Dit voorstel luidt als volgt In verband met een schrijven d.d. 4 April 1910 van de Gezondheids-Commissie voor de gemeente Leeuwarden heeft de Gem.-Inspecteur voor het woningtoezicht alhier, bij missive van den 12 April 1910, no. 124, in overweging gegeven om eenige woningen op grond van niet voor herstel vatbare gebreken onbewoonbaar te verklaren. De Gezondheids-Commissie hierover gehoord, is blijkens haar advies van 4 Juli 1910 van oordeel, dat alle door den Gem.-Inspecteur opgegeven woningen niet voor onbewoonbaar-verklaring in aan merking komen, omdat er zich eenige onder bevinden, die door het aanbrengen van verbeteringen in be woonbaren toestand zijn te brengen. Met dit advies kunnen wij ons vereenigen en wij hebben met verwijzing naar de hierbij overgelegde stukken, de eer U voor te stellen, over te gaan tot de onbewoonbaar-verklaring van de woningen Blok huissteeg nos. 33, 35, 37, 39, 41 en 43 en Stokers- steeg nos. 131 en 133, met last om binnen zes maanden, te rekenen van den in artikel 18, lid 3 der woningwet bedoelden dag, de woningen te doen ontruimen en daartoe vast te stellen het besluit dat in ontwerp hiernevens gaat. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat de woningen Blokhuissteeg no. 33, toebehoorende aan D. Zwier alhier Blokhuissteeg nos. 35, 37, 39, 41 en 43, toebehoo rende aan Mej. N. A. Lemei te Hatert en Stokerssteeg nos. 131 en 133, toebehoorende aan E. J. J. en J. J. H. von Weijhrother alhier, ter bewoning ongeschikt zijn en niet door het aan brengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kunnen worden gebracht; Gehoord de Gezondheids-Commissie voor de ge meente Leeuwarden (advies van 4 Juli 1910) Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou ders en de bepalingen der Woningwet; Besluit Onbewoonbaar te verklaren de woningen Blokhuis steeg nos. 33, 35, 37, 39, 41 en 43 en Stokerssteeg nos. 131 en 133, kadastraal bekend gemeente Leeu warden, in sectie B, nos. 2334, 799, 801, 802, 803,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 2