Vergadering van Dinsdag 27 September 1910. 214 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 September 191U. zult niet dorsten, gij zult niet missen een knoop van de jas. Spreker meent dat de zaak van te weinig beteeke- nis is om er zooveel drukte van te maken. Wat het decorum betreft, spreker behoeft slechts op de laatste vergaderingen te wijzen om te doen zien dat liet in den Raad niet altijd even parlementair toegaat. Dat waardigheidsargument beteekent dus ook weinig. Spreker zal dan ook tegenstemmen. De heer Besuijen wijst er op dat door den heer Burger is gezegd dat er veel redevoeringen werden gehouden die beter achterwege konden blijven. De heer G. W. Koopmans, blijkbaar bang dat de burgerij dat niet zou gelooven, heeft er onmiddellijk een van dat soort ten beste gegeven. Een argumentatie zoo arm, spreker zou haast zeggen zoo kinderachtig, dat de Raad hem van het repliceeren hierop wel zal willen ontslaaD. Blijft dus de heer Burger. Deze zegtde Raad moet voldoen aan een verzoek door een lid gedaan, maar hij wil toch een achterdeurtje open laten door het niet te reglementeeren. Daarin schuilt het groote gevaar, want het vleesch is zwak. Er zal b.v. een nieuw lid in den Raad komen, die denkt de ongesteldheid van Besuijen is al twee jaar geleden en zal beginnen te rooken. Spreker komt dan voor een moeilijk geval te staan, want hij zal ieder oogen- blik hetzelfde verzoek moeten doen. En ieder weet hoe moeilijk men daartoe overgaat. Spreker heeft zooeven al opgemerkt hoe zwaar het is voor som migen om het rooken een paar uur te laten. Een der heeren is achter geweest en heeft daar een sigaret gerookt. Spreker is van oordeel dat het in het Reglement van Orde dient te worden opgenomen. Wanneer de Raad niet rookt zal het publiek, dat niet mag rooken, zich ook niet meer verbazen. Den heer de dong wil spreker doen opmerken dat deze het voorstel niet goed gelezen heeft, anders had hij zijn rede gerust achterwege kunnen laten. Het waardigheidsargument was niet van spreker. Een Gedeputeerde zei tot spreker ik hoor met verbazing, dat er in den Raad van Leeuwarden gerookt wordt. Stel eens dat een rechtbank, de rechters allen be- hagelijk achterover in hun stoel hangend, onder het genot van een sigaar, een boef tot den strop veroor deelde. Dat zou wel gek lijken en zeker stuitend zijn. Nu voelt spreker zelf voor dat decorumargument niets. Hij dacht echterde Gedeputeerde is een burgerlijk heer, die dus als een bui'gerlijk heer denkt en daarom zal ik dat argument maar opnemen, dienstig voor mijn burgerlijke collega's. De heer Burger zeide de vrijheid te willen behouden om te rooken als spreker er niet is. Wanneer hij nu om 2 uur er niet kan zijn doch om 3 uur komt zal de zaal vol rook hangen. Spreker is dan genood zaakt weer te vertrekken of moet men dan als boeman optreden, die men met schrik verschijnen ziet van wege zijn rookgenot Spreker had dan ook niet gedacht dat er over deze kwestie zou worden gesproken omdat de atmos- pheer in de zaal voor het voorstel voldoende pleit, meer dan eenige redevoering. Die atmospheer zou volmaakt zijn wanneer de ramen open waren gebleven. Spreker meent daarom dat iedere aanbeveling verder overbodig is. De heer Lautenbach wenscht met een paar woorden te zeggen wat hem genoopt heeft het voorstel mede te onderteekenen. Spreker meent dat de ventilatie in deze zaal niet van dien aard is, dat het rooken zonder bezwaar kan worden toegelaten. De aangebrachte verbetering in de ventilatie heeft niet voldoende geholpen, om een aangename atmos pheer te behouden. Onder het college van Burge meester en Wethouders spreker zal geen namen noemen zijn mannen, die er precies zoo over den ken. Vrijheid is een machtig woord en spreker wil die ook niet aan banden leggen maar vrijheid en bandeloosheid zijn twee. Spreker zal gaarne het offer brengen. De heer Burger doet opmerken dat de kwestie hierop neei-komt. De heer Besuijen wil het rooken vei'bieden, opdat hij niet telkens behoeft te verzoeken het te laten. Dit gaat spreker te ver. Het is zooals spreker hoort opmerken alsof de heer Besuijen hier alleen is, of hij de man is waar alles omdraait. Dat raads lid moet begrijpen, dat zijne medeleden het rooken zullen laten, maar dat hij een groote opoffering van hen vraagt. Spreker vraagt den heer Besuijen hoe hij indertijdtoen hij zelf dapper meerookte, de atmospheer vond. De heer Hartelust is een niet-rooker en hij heeft dan ook met groote lijdzaamheid het rooken zijnor collega's verdragen. Van hem was dan ook geen voorstel te verwachten om het te verbieden. Spreker wil echter nog wijzen op een klein voordeel dat in een rookverbod ligt opgesloten. Het stelt toch den voorzitter in staat het publiek het rooken te verbie den, iets wat niet zoo goed zou gaan als de Raad zelf rookt. De heer de Jong moet nog even tegen den heer Besuijen optreden, iets wat niet alle dagen gebeurt. Spreker heeft het voorstel wel goed gelezen en weet wel dat het waai-digheidsargument niet door den heer Besuijen tot het zijne wordt gemaakt. Spreker stelt er echter prijs op te verklaren, dat het waar digheidsargument voor hem geen waarde heeft. Een college waarvan de leden met een sigaar in den mond beraadslagen acht hij even waardig als- een college, waarvan de leden zitten met een leege mond of met den mond vol tanden. De heer Besuijen heeft den heer Burger hooien vragen hoe spreker vroeger de atmospheer vond toen hij zelf dapper meerookte. Spreker is nooit een groot rooker geweest en heeft ook nooit dapper gerookt Hij weet echter bij ondervinding dat men minder last ondervindt van het rooken van anderen als men zelf meedoet. Nog zegt de heer Burger dat spreker van hem een heele groote opoffering vraagt. Als werkelijk de heer Burger geen tweemaal per maant! 2 of 8 uren het rooken kan laten, dan is liij wel erg aan de tabak verslaafd en spijt het spreker dat hij die groote opoffering moet vragen. Zij weegt echter wel op tegen de groote voordeelen die er voor meer deren het gevolg van zijn. Spreker wenscht het rookverbod in het Reglement van Orde te zien opgenomen, opdat na een jaar b. v. niet weer met rooken zal worden begonnen, en om te voorkomen dat, wanneer een ander hetzelfde eens mocht vragen, tot hem gezegd zal wordenjij bent de geheele Raad niet. De beraadslaging woidt gesloten. Het voorstel der vijf raadsleden wordt aangenomen met 13 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren J. Koopmans, de Jong, Lautenbach, Beucker Andreae, Haverschmidt, Sehoon- dermark, Wilhelmij, Hartelust, Zandstra, Besuijen, Komter, Beekhuis, en Baart de la Faille. Tegen de heerenFransen, G. W. Koopmans Menalda, Berghuis, Tijsma, Burger, Feitz en Feddema. Niets meer te behandelen zijnde wordt de ver gadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 September 1910. 215 Tegenwoordig 19 leden, te weten de heerende Jong, Fransen, Wilhelmij, Zandstra, Tijsma, Beucker Andreae, Berghuis, Lautenbach, Hartelust, G. W. Koopmans, van Messel, Haverschmidt, Schoonder- mark, Burger, Menalda, Feitz, Oosterhoff, Baart de la Faille en Feddema. Afwezig 4 ledenalle met kennisgevingte weten de heeren BeekhuisBesuijenJ. Koopmans en Komter. Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester. I. De notulen der op Dinsdag 13 September j.l. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten dd. 13 September 1.1. a. tot koop en ruiling van grond en water aan het Pieterseliewaltje en tot uitgifte in erfpacht van gemeentelijk terrein aan Oldegalileën b. tot verkoop van een strookje grond langs de sloot ten noorden van de Wijbrand de Geeststraat aan H. H. Keij q.q. c. tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1910; 2. dat door hen voor kennisgeving is aangenomen het besluit van den Raad dezer gemeente dd. 13 September 1.1. tot wijziging van het reglement van orde voor zijne vergaderingen 3. dat door hen is verdaagd de beslissing omtrent de goedkeuring van het raadsbesluit van dien datum tot vaststelling eener verordening op het beheer der gemeente-gasfabriek alhier. De mededeelingen 13 worden voor kennisgeving aangenomen 4. adres van J. de Jong Jz. te Franeker en H. de Jong R.Wz. alhier, handelende onder de firma Jorrit de Jong Co., om vergunning tot het maken van een inrit in het trottoir voor het perceel Wes terkade no. 3. Door Burgemeester en Wethouders wordt reeds heden prae-advies uitgebracht 5. adres van H. H. Keij, alhier, gemachtigde van Rijk Keij te 's Gravenhage, houdende verzoek hem te ontheffen van de betaling eener som van/180. krachtens raadsbesluit van 22 Februari 1.1. verschul digd voor den aanleg door de gemeente van trottoir aan het Molenpad, welk werk reeds tegelijkertijd met den straataanleg aldaar van zijnentwege is bevorderd. Door Burgemeester en Wethouders wordt bereids prae-advies uitgebracht 6. adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Fedei'atieven Bond van Gemeentewerklieden, met memorie van toelichting, waarbij wordt verzocht de pensioenverordeningen in dien zin te wijzigen, dat de betaling der pensioenen in het vervolg bij vooruitbetaling zal plaats hebben. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ter afdoening 7. schrijven van voogden der Stads-Armenkamer, houdende voorstel om de bezoldiging van den vader en de moeder van het Stads-Armhuis met ingang van 1 Januari e.k. te verhoogen met 100.en vast te stellen op een bedrag van 700. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 8. nader adres van het bestuur der vereeniging „Openbare Leeszaal" alhier, om, ter bekoming van een rijkssubsidie, het gemeentelijk subsidie voor die inrichting tot een zoo hoog mogelijk bedrag te ver- leenen. Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd; 9. begrooting van uitgaven der Stads Bank van Leening, dienst 1911. Wordt in handen gesteld van de heeren Burger, Besuijen en Fransen om onderzoek en rapport 10. dat aan P. Boersma alhier provisioneel in koop is afgestaan ongeveer 346 M2. van bouwblok XlXd der terreinen aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal voor een bedrag van pl.m. 2595. 11. dat door Burgemeester en Wethouders zijn aangewezen als voorzitters van de commissie voor a. openbare werken de Burgemeester b. de gemeente-bewaarscholen de heer J. A. A. Schoondermark c. de gemeente-gasfabriekde heer J. Ooster hoff W.Jz. De mededeelingen 1011 worden voor kennis geving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan R. IJ. Boschma te Deinum vergunning te ver- leenen tot het berijden van een gedeelte van den Harlinger trekweg onder dat dorp. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 2. Alsvoren om aan C. Krone te Berlijn toe te staan voor de plaatsing van zijn circus-menagerie gedurende ten hoogste eene week in het zomerseizoen van 1911 in gebruik te nemen een gemeentelijk terrein aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een adi'es van J. de Jong Jz. te Franeker en H. de Jong R.Wz. alhier, om vergunning tot het maken en hebben van een inrit in het trottoir vóór hun perceel Westerkade no. 3. 4. Alsvoren op het adres van Th. Overmeer, direc teur van de Naamlooze Vennootschap „de Leeuwarder Houthandel" voorheen Th. W. Overmeer Zoon voor een inrit in het trottoir vóór haar perceel Wil lemskade no. 16. 5. Alsvoren inzake het verzoek van het bestuur der Kinderbewaarplaats alhier, om het gemeentelijk subsidie ad 300.per jaar te willen continueeren. 6. Alsvoren inzake het adres van H. H. Keij alhier, gemachtigde van Rijk Keij te 's Gravenhage, houdende verzoek hem te ontheffen van de betaling eener som van 180.krachtens raadsbesluit van 22 Februari 1.1. verschuldigd voor den aanleg dooi de gemeente van trottoir aan het Molenpad, welk werk reeds tegelijkertijd met den straataanleg aldaar van zijnentwege is bevorderd. De stukken 26 zullen in eene volgende vergade- x-ing worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van twee leden van het stembureau voor de verkiezing van vier leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht Op den heer C. L. B. J. Feitz 18 stemmen. S. J. van Messel 1 stem. De heer C. L. B. J. Feitz is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht Op den heer P. A. Wilhelmij 18 stemmen. S. J. van Messel 1 stem. De heer P. A. Wilhelmij is alzoo benoemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 1